Binnenkort vertrekken we weer naar Spanje voor de winter 2010.
Dat doet me eraan denken dat de zuidwaartse tocht van vorig jaar nog niet
is aan bod gekomen op mijn blog.
Als ik dat nu eens zou doen, dan komen alle prettige reisherinneringen weer
naar boven. Doen dus.
Niet (alleen) de bestemming is belangrijk, maar de ervaringen van onderweg
maken het reizen een prachtige belevenis. Daarom kiezen we elk jaar een
verschillend parcours. Want denk eraan: reizen is goed, als je het traag doet.
Dan maak je zelf de gelegenheid om alles veel intensiever te beleven.
We noteren 11 oktober 2009.
Dit jaar bollen we over en door het Centraal Massief, dwars door
het hooggelegen centrum van Frankrijk.
Daar richten we ons naar Auvergne, in het departement Allier.
Eerst gaan we nog rond Parijs, via de Francilienne. Rustig is het daar, en dat mag.
Dertig kilometer van Vichy weten we een uitstekend adresje: Mike en Sue Papala.
Hier zijn we al eerder geweest, en we komen hier thuis.
Het verwachte bordje hangt er al, als we in de vroege avond aankomen.
Even schetsen: Mike is een Engelse geoloog, werkt in Canada in de mijnexploitatie.
Sue is eveneens Engels, maar heeft als lerares heel veel jaren in een vroeger leven
in Zwitserland gewerkt. Ze heeft een talenknobbel, die echter in tegenstelling tot
mijn tenenknobbel, met het blote oog niet te zien is.
Ze houden samen een gezellige B&B (trois épis), La Chèvre Noire, de Zwarte Geit,
maar Mike is regelmatig afwezig voor zijn part time werk in het andere continent.
De dag zelf van onze aankomst is Sue hem gaan oppikken aan het station van Moulins.
Het is een heerlijk weerzien, een prachtige herfstdag, en ook de wagen voelt zich
goed in de tuin. Hij staat hier natuurlijk 200% veilig.
We zijn hier (weer) alleen, dus alle rust en genot is exclusief voor ons.
Greta ademt gretig de Auvergniaanse lucht in vanuit het raam op de verdieping.
Intussen heb ik mijn plekje gevonden in de salon, terwijl ik wacht op het aperitief
“on the house”, bij de brandende open haard.
Vanuit de woonkamer heb je een mooi zicht op de parktuin,
waar de herfstkleuren alles wikkelen in een zacht licht.
We weten dat Sue een prima kokkin is, dus wordt het nu genieten.
Ik had telefonisch een “light meal” besteld, en Sue houdt daar natuurlijk rekening mee.
We beginnen met lekkere soep van pompoen (uit de tuin), met gebakken uitjes
en spekjes om de pompoensmaak wat op te krikken.
Dan is er de salade met vlees en kaas.
Ik heb al veel soorten Franse kazen
gegeten, maar deze zit vanaf nu zeker in mijn top drie:
de “Comtesse de Vichy”.
Spijtig genoeg is het een streekkaas, en kan je hem in
België waarschijnlijk niet vinden. Subliem lekker!
Dan krijgen we nog eendenborst met salami en hesp en stekelbes chutney.
Het dessert is iets met een crumble van wat weet ik niet meer.
Al een geluk dat ik een “light meal” had gevraagd.
We gaan dus nog even in de tuin om enkele calorieën kwijt te spelen.
Zoals het echte Engelsen past zijn ze hier niet gespeend van humor.
Zo zien we een bordje hangen, met een zinnetje, aangepast aan de reusachtige tuin.
In de tuin bij het zwembad loopt een vriendelijke hond.
Ik zal hem maar Blakkie noemen.
Blakkie loopt onafgebroken naar alle kanten en zeult een speeltje mee, een soort frisbee.
Het zwembad ligt tussen enkele prachtige bomen, maar dat gaat me achteraf
nog parten spelen…
Wanneer het tijd is om te gaan slapen, geef ik al duidelijk
aan met mijn vijf vingers hoe laat ik van plan ben
om op te staan. De werkelijkheid is er niet ver af…
Nog een kleine merkwaardigheid: Sue is zo bezeten
van het maken van lekkere salades dat ze prompt
de lavabo heeft vervangen door een slakom.
Ik moet in de nacht veel niezen, want ik heb een verkoudheid
meegebracht uit België.
Rond zes uur in de ochtend, met andere woorden in het
midden van de nacht, maakt Greta me dan nog wakker
met een schok. Ik heb niet veel uitleg nodig, want ik hoor
het alarm van de wagen. Om de dieven in snelheid te pakken,
loop ik naar buiten, met enkel mijn schoenen aan.
De volgende twee minuten komt dus voor mij het raadsel
van de zwarte geit
De wagen staat slechts tien meter van het huis, en er is
niets abnormaals aan te zien of te horen.
Intussen is Sue uit het raam komen kijken, in nachtgewaad,
en roept iets van: “the swimming pool”. Wat is er gebeurd?
Het zwembad heeft een alarm. De Europese wetgeving
verplicht namelijk een afsluiting te bouwen rond zwembaden,
toegankelijk voor het publiek, ofwel moet men een alarm
plaatsen. Dit zwembad heeft dus een alarm, dat in werking
treedt als er iemand invalt, m.a.w. als er golfslag is.
Het toeval wil dan nog dat het geluid identiek is aan dat
van onze wagen. Daar sta ik dus mooi van te genieten!
Door een speling van de natuur (of door Blakkie?) is er
dus een golfslag ontstaan. De wind eventueel?
Het Mysterie van de Zwarte Geit is dus niet opgelost!
Mijn nachtrust is niet helemaal perfect, is de conclusie.
’s Morgens komt Blakkie mij zijn speeltje aanbieden,
om me te troosten. Mooi gebaar.
Iedereen mag nog eens op de foto vóór het vertrek naar
andere oorden. Ik heb Blakkie zijn speeltje toch maar teruggegeven.
Tot ziens, Mike en Sue, en Blakkie ook.
Nee Blakkie, ik wil je speeltje niet. De koffer zit vol.
|