|  Wanneer ik ga slapenheeft het licht mijn huis
 langs de ramen verlaten.
 
 Zonder afscheid schuifelen
 mijn vermoeide voeten
 naar de lege achterkamer.
 
 Ik sta stil en twijfel
 of ik samen met de
 duisternis wil verhuizen.
 
 Met langzame ogen staar ik
 in het schemerdonker en hoor
 enkel verre, vergeten geluiden.
 
 Herinneringen overspoelen
 de meedogenloze stilte,
 oneindig traag draai ik me om.
 
 Ik neem mijn tranen mee,
 loop over blauwe scherven,
 de trap kraakt slordig bij elk sterven.
 
 Onder de koude lakens wacht ik
 geduldig af en adem onhoorbaar
 het bestofte verleden.
 
 Ik huiver van de nacht,
 ze laat gillend alle dode
 woorden weer herleven.
 
 
 kerima ellouise ©
 
 |