langzaam schept de herfst doorzichtige velden met bruinrode schaduwen
lijken op slagvelden van verslagen ridders, verminkt onder verloren licht
waar stormachtige bladeren knielen naast naakte winterbomen, huiverend zonder zomergewaden
bidt de priester tussen stervenskoude en beroofde lichamen, ontdaan van al het bladergoud
graaien kreunende takken naar de laatste zonnebeelden,langs wolkende winden
en gekromde vingers, verstijfd door dreigende doodsbloemen na de eerste sneeuwval
zalft de monnik flarden herfst en winterse nevels met wierooklucht
parce que la neige a purifé le sang
en de rode aarde bedekt met guldenroede en een rozenkrans
après le déluge
kerima ellouise ©
|