hoe een vrouw
zich in nevelsluiers hult
op de bedding van het zijn
haar eigen ik in een schuiloord slaapt
hoe ze zichzelf niet echt vindt
doolt in zinnen van geremde dagen
hoe plots een veilig voelen aan haar zielskamer klopt
slierten blozen
en draden van verlangen weven
hoe hij een ruimte schept
een mantel van verbondenheid voor haar dicht
hoe ze samen golven in de stroom
en liefde bubbels opent in haar schoot
ze voelt zich vrouw
veilig en bemind
ontdaan van alle schroom
© Merel (Micheline)