Vrij - zinnige gedachten,gedichten, verhalen en berichten
31-12-2005
Nieuwjaerswensch
Constantijn Huygens werd op 4 september 1596 geboren in Den Haag, waar hij, op 26 maart 1687, ook is overleden. Hij was een groot dichter en een begaafd schilder. Tevens was hij musicus en componist. Hij reisde veel en had o.a. contacten met Spinoza en Descartes. Hij behoorde tot de culturele elite.
Nieuwjaerswensch
Het Oude Jaer is om, wat vlijen sich de menschen met mallen overvloed van onverstandigh wenschen.
Wenscht boven allen, wenscht te leven in het Nieuwe Jaer, of elcke dagh uw eerst en elck uw laetste waer.
Prof. Dr. A. v.d. Meiden uit Nijverdal, is oud hoogleraar Communicatiewetenschappen en PR. en ook predikant en vertaler van de bijbel in het Twents.
Twente is het oostelijke gedeelte van de Nederlandse provincie Overijssel .Na de tsunami, met kerst een jaar geleden, maakte Prof. Dr. Anne van der Meiden dit mooie gedicht in de streektaal, de taal van de regio waar ik woon. Ik denk dat dit niet al te veel moeite oplevert.
God löt nich lös .
God löt nich lös, zien leefde höaldt oons vast,
Zien hartzal biej zien eagen schepping blieven,
Ok as t water oet de deepte wast,
En meansen in nen wissen dood zal drieven,
Wat wiej in t kleane veur de meansen doot,
Dat maakt Hee Groot.
-----
Is God nich völs te hoog veur oons verstaand?
Hoo komt wiej roadsel van t kwoad te wetten?
Wiej zeet wal wat het water döt met t laand,
Met meansenkeender, meer hoo mo-w dat metten,
En as wiej vroagt: woarum dat grote leed,
Kriew gin bescheed.
-----
Sprek Hee wal deur de macht van de natuur?
Kö-w n hogen God zon meansenraamp tooschrieven?
Is Hee nich doar, woar wiejleu hölpe stuurt,
Woar leefden zoarg kort biej t leed weelt blieven?
Carien Rietberg gaf voor onze geloofsgemeenschap Aan de Regge een lezing over:
De Barmhartige Samaritaan, hoe om te gaan met agressie en terrorisme in deze tijd.(Lucas 10 ; 25-37)
Hoe kunnen wij met agressie en terrorisme leven zonder ons mee te laten slepen door angst en machteloosheid? We moeten heel sterk zijn om ons niet door de media te laten hypnotiseren. De bijbel, zegt zij, is voor haar geen historisch verslag. Ze ontkent niet dat het niet historisch gebeurd kan zijn, maar volgens haar is het niet de bedoeling om het alleen te lezen op het bewustzijn van de tijd, de historie, his-story, maar we kunnen het ook bekijken vanuit her story. We gaan deze morgen het verhaal van de Barmhartige Samaritaan proberen te beleven vanuit her story, vanuit de vrouwelijke intuïtieve energie. We kunnen het namelijk ook zo zien, dat de bijbel, en speciaal het Nieuwe Testament, de droom van God is. Maar de droom van God is ook de droom van ieder mens vanuit het hogere Zelf in ons. Op hoger niveau is er geen scheiding tussen ik en de ander. Het is dus ook ons verhaal. We dromen ónze werkelijkheid zoals die in óns leeft en iedereen kan die werkelijkheid weer anders beleven. De Barmhartige Samaritaan In barmhartig zit het woord baren. Wij baren uit ons hart. Barmhartigheid is een appèl (of 'appel'?) op de mens om vanuit je hart, vanuit je hogere liefde in het leven te staan. De vier evangelisten uit het Nieuwe Testament beschrijven allemaal een proces van ons. In dit verband gaat Carien de verschillende chakras, de energiecentra, langs. Ieder chakra hoort bij een van de evangelisten. Lucas beschrijft het chakra van het hart, dat bereiken we pas als we de voorafgaande chakras doorgegaan zijn. Lucas is de enige evangelist die het verhaal beschrijft van de Barmhartige Samaritaan. Alleen in je hart kun je het onacceptabele accepteren. In het verhaal komen we de wetgeleerde tegen die Jezus wil verzoeken. Hij vraagt: Meester wat moet ik doen om het eeuwige leven te beërven? Wat is de wetgeleerde in ons? De wetgeleerde is altijd iemand die alles zwart wit ziet, volgens de wet leeft. Het is dat deel in ons dat alles alleen ziet uit de horizontale- of tijdsdimensie. Het probeert altijd dat wat eeuwig is naar beneden te halen en kritiek op te hebben. Jezus antwoordt: Gij zult de Heer uw God liefhebben met heel uw hart,met geheel uw ziel , met geheel uw kracht en met geheel uw verstand en uw naaste als uzelf . Vier dingen, het is een vierheid. We kunnen vier lichamen onderscheiden. Het bovenste lichaam is het spirituele lichaam, dan komt het mentale lichaam, gevoelslichaam en het stoflichaam. Al deze lichamen moet je leren liefhebben. En uw naaste als uzelf. Als er geen ik en ander bestaat wie is dan je naaste? Met als uzelf wordt bedoeld je goddelijke Zelf. Wie is de naaste van je hoger Zelf? Dat is je eigen lager zelf, dat menselijke deel in je waaruit je aardse emoties en gedachten voortkomen. Je moet primair jezelf leren accepteren en liefhebben. Het Hebreeuws woord voor naaste en het kwade is identiek. Het kwade is je schaduwlichaam. Dit heb je nodig om bewust te worden van je lichtlichaam. Je kunt pas mild zijn voor de ander als je mild naar jezelf kunt kijken. Als jezelf iets afwijst in de ander, wijs je dat ook in jezelf af. Als je kritiek op de ander hebt, doet die iets wat jij jezelf niet toestaat. Jezus zegt doe dat en gij zult leven.De wetgeleerde vraagt: Wie is mijn naaste? Jezus verhaalt dan: Een zeker mens daalde af van Jeruzalem naar Jericho. Jeruzalem kun je stellen voor je innerlijke hart. Het is ook de stad van de vrede. Jericho is het woord voor maan het aardse. Hij daalde af van de zon naar de maan, uit de eeuwige bron naar die dimensie waar de tijd heerst.Dan vallen we in de handen van rovers.Dat wil zeggen dat we ons laten beroven van het bewustzijn van de verbinding met de bron. Elke angstgedachte heeft ermee te maken dat wij op dat moment de verbinding met onze bron niet voelen, want in het Zijn mag alles zijn. We blijven halfdood liggen. Dan staat er: Bijgeval daalde een priester af langs de weg, hij zag hem, maar ging aan de overzijde voorbij. De priester is dat deel in ons dat de goddelijke kern symboliseert. Afdalen is altijd van het hogere naar het lagere. De priester in jou, je goddelijke kern, is altijd bij je , maar mag niet ingrijpen.Hij omhult je met zijn liefde, maar gaat aan de overzijde voorbij. Hij is de bron van je bestaan, maar wij hebben de verbinding verbroken. Dan komt de Leviet. Hij behoort tot de priesterklasse. Hij is de verbinding van de priester met de mens die we zijn. Hij brengt de priester in ons dichterbij. Hij loopt al meer met ons mee, maar mag ook niet ingrijpen en gaat ook aan de overzijde voorbij. Dan komt de Samaritaan en hij werd met ontferming bewogen. De stad Jeruzalem, kun je zien als je hoger Zelf en de stad Samaria voor je lager zelf. In het Hebreeuws hebben ze een getalswaarde en die getalswaarde is voor beide hetzelfde. Ze zijn in wezen één. In ieder mens moet die barmhartigheid, die ontferming, die liefdekracht geboren worden. Het is het openen van je hartchakra. We hebben te leren het onacceptabele een plek te geven. De Samaritaan doet olie en wijn op de wond. Olie heeft in het Hebreeuws hetzelfde woord voor het getal 8 als voor hemel. In een 8 (lemniscaat) gaan het hogere en lagere geïntegreerd samen. Wijn is het getransformeerde bloed. Het is de volledige verbinding met je eigen hoger Zelf. In de herberg stelt De Samaritaan de waard 2 schellingen ter hand. De herberg is voor ons ons rustpunt in het dagelijks leven; 2 is het getal van de dualiteit, het eeuwige deel en het tijdelijke deel. Als het meer gaat kosten zal de herbergier later meer krijgen. Dat wil zeggen, als het je te veel wordt komt de Barmhartige Samaritaan altijd weer terug. Hij zal weer helen en je verbinden, de olie en de wijn erop doen enz. Dan vraagt Jezus: Wie van de drie is de naaste geweest van de man die in handen van de rovers was gevallen? Het antwoord is dan: Hij die hem barmhartigheid heeft bewezen. Dit verhaal is heel symbolisch. De verandering in de wereld, zegt zij, zal nooit van buitenaf komen, de verandering moet komen vanuit je eigen hart. Het is boeiend dit verhaal eens vanuit een andere hoek te bekijken.
Carien Rietberg houdt zich bezig met astrologie en kabbala en volgde verschillende andere opleidingen, zoals dromenworkshops en workshops over tekeningeninterpretatie. Zij wordt vooral geïnspireerd door de Engelsman Ronald Beesley, wiens White Lodge-cursussen ze volgde over spirituele psychotherapie.
Het zal weer gaan als alle andre jaren : wij voelen nog wel wat vertedering om t Kind, en om Maria die moest baren terwijl ze nergens onderdak ontving.
We zullen nog wel aan de herders denken en aan de wijzen want dat maakt ons blij ; wij zouden God niet graag op Kerstmis krenken, en wat gewijde sfeer dat hoort erbij.
We gaan ook naar de kerk, om weer te horen van grote blijdschap, die t heelal omvat ; wij prijzen t orgelspel, de zang der koren,
en dan heeft Gòd het meeste wel gehàd .
Daarna gezellig eten met zn allen; dat is een hoogtepunt, als ieder jaar. Wij willen maar niet denken aan de stallen waar mensen wonen, bovenop elkaar.
Wij laten ons genoegen niet bederven door de gedachte aan ellend en dood : Kerstfeest is feest van léven, niet van sterven, we horen al genoeg van zorg en nood.
We vieren feest: de kerstboom staan in t midden, beseffen in een flits soms ons tekort ; op zon moment kun je alleen maar bidden dat ook dit feest ons weer vergeven wordt
Martin Buber, joods godsdienstfilosoof, werd op 8 februari in Wenen geboren en stierf op 13 juni 1965 in Jeruzalem. Vanaf 1903 begon Buber zich bezig te houdenmet het chassidisme, een richting binnen het orthodoxe jodendom, ontstaan in het begin van de 18e eeuw en waarvan de oorsprong in Polen te vinden is. Hij werd een van de belangrijkste onderzoekers en verzamelaars van deze traditie.
Het chassidisme is gebaseerd op de gedachte dat alles vervuld is van Gods aanwezigheid en dat het hierdoor mogelijk is om vanuit de dingen van het gewone leven te komen tot de hoogste extase.
In iedere generatie is hij er, de Baalsjemtow
Eens zaten verscheidene chassidim van rabbi Chajim van Kossow s avonds in diens leerhuis en vertelden elkaar verhalen van wijzen, van tsaddikim, voornamelijk van de Baalsjem, de man van de goede naam. Omdat zowel het vertellen als het luisteren zo boeiend en zo goed was, zaten zij er na middernacht nog bij elkaar. Opnieuw werd er een verhaal verteld van de Baalsjem. Daarna slaakte een ander een diepe zucht en zei voor zich uit: Och, och, waar vind je tegenwoordig nog zo iemand!
Op hetzelfde ogenblik hoorden zij voetstappen op de houten trap van de woning van de tsaddik afkomen.
Reeds ging de deur open en in het korte huisjasje dat hij s avonds altijd droeg, stond rabbi Chajim op de drempel. Jullie dwazen, zei hij zachtjes, in iedere generatie is hij er, de Baalsjemtow alleen was hij toen openlijk aanwezig en nu verborgen. Hij deed de deur dicht en ging de trap weer op. Zonder een woord te zeggen bleven de chassidim daar zitten.
(uit ChassidischeVertellingen van Martin Buber) Zie ook in mijn blog Kabbala en de ziel, het laatste stukje (10 okt.05)
Bidden (uit: De Spreuken van broeder Egidius, een van de eerste volgelingen van Francisus van Assisi)
Iemand vroeg broeder Egidius voor hem te bidden. Deze vroeg: "Waarom vraag je van een ander wat je zelf kunt?" De man antwoordde: "Ik ben een zondaar en jij een heilige. Jij zult eerder verhoord worden." Broeder Egidius zei: "Als alle pleinen van Perugia vol goud en zilver lagen en iedereen mocht er zoveel van nemen als hij dragen kon, zou je dan een ander sturen of zelf gaan?" "Ik zou niemand anders vertrouwen en zelf gaan", antwoordde de man. "Zo is het ook met God", zei broeder Egidius. "Heel de wereld is vol van Hem en iedereen kan Hem vinden. Ga daarom naar Hem toe en stuur geen ander".
----------------------
Bidden
Het geloof van mijn vaderen speelt allang geen rol meer in mijn bestaan. Sterker nog, ik heb het officieel en administratief afgezworen, volgens een calvinistische drang naar orde en eerlijkheid. Toch zijn er momenten dat ik het mis. Bij ziekte, operaties of ander groot ongemak wil ik... ja wat wil ik? Ik wil iets doen. Bidden helpt, daar ben ik mee opgegroeid. Maar bidden is voor afvalligen niet meer weggelegd. Gelukkig is er familie die zich nog in de schoot der kerk bevindt. Ik bel hen op, ik vertel hun mijn leed en ik weet zeker dat zij nog diezelfde avond voor mij en mijn geliefde op de knieën gaan. Ik schaam mij niet voor deze handelwijze, ik kom er hier zelfs rond voor uit. Hoewel er een zeker risico aan kleeft: als God, die alles ziet, deze krant onder ogen krijgt, kan ik het voortaan wel vergeten. Simone Kramer (uit een NRC van 2001)