Martin Mordechai Buber werd op 8 februari 1878 geboren in Wenen en stierf op 13 juni 1965 in Jeruzalem. Deze Joodse godsdienstfilosoof is een van de grootste onderzoekers op het gebied van het chassidische jodendom in Oost-Europa. Een van zijn bekendste boeken is 'Ich und Du, Ik en Jij. In 1938, verliet hij Duitsland vanwege de Duitse dreiging en vestigde zich in Palestina, waar hij hoogleraar werd aan de Hebreeuwse Universiteit in Jeruzalem.
-------------------
Spoedig na de dood van rabbi Mosje van Kobrin, werd aan één van zijn leerlingen gevraagd: Wat was voor uw meester het gewichtigste? De leerling dacht even na en antwoordde: Waarmee hij op dat ogenblik bezig was.
Rabbi Loeb vertelt: Dat ik de maggid Dow Baer van Mezrits opzocht was niet om onderwijs van hem te ontvangen, maar om te zien hoe hij de veters van zijn vilten schoenen los- en vastmaakte.
Waar woont God? Met deze vraag verraste de rabbi van Kotzk enkele geleerde mannen, die bij hem te gast waren. Wat zegt ge nu? De wereld is immers vol van zijn heerlijkheid! Maar hij beantwoordde zijn eigen vraag: God woont waar men Hem binnenlaat.
Ik zie in zomerlicht, de glimlach van de bron, waaruit het leven stroomt, als stralen van de zon. Ik hoor in vogelzang het lied van deze aarde, getoonzet uit plezier, gestemd op nieuwe waarden. De schepping zingt het uit, en nodigt mij te leven, als mens, die lied en licht en zomer door wil geven.
Alfred Bronswijk, emeritus predikant van de PKN te Zwolle
Zeg niet hemel als je slechts naar aardse zaken verlangt. Zeg niet uw naam worde geheiligd als je voortdurend je zelf zoekt.
Zeg niet uw rijk kome als je alleen maar hoopt er zelf beter van te worden.
Zeg niet uw wil geschiede als je geen tegenslag kunt verdragen.
Bid niet voor het brood van vandaag als je niet voor de armen wilt opkomen.
Bid niet voor vergeving van schulden als je in wrok leeft met familie of buren. Bid niet voor een leven zonder verzoeking als je voortdurend met het kwaad omgaat.
Bid niet voor een leven zonder kwaad als je niet op zoek bent naar het goede.
Zeg niet amen en zo zij het, als je dit gebed niet ter harte neemt.
We hebben thuis een berk en ernaast op zon drie meter afstand tegen een schuurtje groeit een bruidsluier. Toen de takken van de berk dichterbij kwamen deed de bruidsluier een poging de berk te bereiken en dat lukte. De restanten van dat innige contact zie je nu na vijf jaar nog in de berk.
Dus in het vervolg was het voor de bruidsluier verboden in die boom te klimmen. Natuurlijk werd het gewoon weer geprobeerd, maar steeds als ze bijna of net contact maakten, grepen we in, snoeien!
Na drie of vier keer stopten de pogingen.
Maar waarom dit alledaagse verhaal over alledaagse gebeurtenissen? Als je zo met je neus op bovenstaande feiten zit, vraag je je toch af: hoe weet de bruidsluier dat daar een boom staat, hoe schat zij de afstand in (eerst oprollen i.v.m. hefboomwerking), maar bovenal, hoe ontstaat het signaal na drie/vier keer snoeien: stoppen met de pogingen?
Zon besluit moet ook nog genomen worden door samenwerking tussen de cellen. Chemische processen, ja, maar zo complex en zo normaal, zo onbegrijpelijk en bijna zo vanzelfsprekend.
Ik geloof niet in gesprekken met bomen.
Ik geloof wel in een heilzaam contact met de natuur.
Wonderen zijn gebeurtenissen waarvoor we (nog) geen verklaring hebben. Verwondering gaat verder, dieper. Daarin ligt ook opgesloten dat we niet op alle vragen antwoord krijgen en daar vrede mee hebben.
Verwondering, voor mij het fundament van religie, een bijna heilige verbinding met het onbekende.
H.s. Hensums
(Uit: Zwingli, principieel-vrijzinnig en unitarisch maandblad, mei 2009)
De waarheid liep volledig naakt, zoals ze geboren was, over straat. Niemand wilde haar binnen laten. Iedereen die haar tegenkwam sloeg uit angst voor haar op de vlucht. Op een dag liep de waarheid weer in gedachten verzonken over de weg. Zij was erg bedroefd en verbitterd. Toen ontmoette ze het sprookje. En het sprookje droeg schitterende, veelkleurige kleren, die iedereen prachtig vond.
Het sprookje vroeg aan de waarheid: Vertel me, geëerde vriendin, waarom ben je zo neerslachtig en loop je zo bedroefd op straat rond?
De waarheid antwoordde: Het gaat slecht met me. Ik ben oud en bejaard, en niemand wil me kennen.
Daarop antwoordde het sprookje: Het is niet omdat je oud bent, dat de mensen niet van je houden. Ik ben ook erg oud en hoe ouder ik word, hoe meer mensen van me houden. Luister, ik zal je het geheim van de mensen onthullen: ze willen graag dat iedereen mooi is en zich een beetje verkleedt. Ik zal je net zulke kleren lenen als ik zelf draag, en je zult zien dat de mensen dan ook van jou gaan houden.
De waarheid volgde deze raad op en maakte zich mooi met de kleren van het sprookje. Sindsdien trekken de waarheid en het sprookje samen op en de mensen houden van allebei.
Als je aan een wijze een vraag stelt, antwoordt hij om iets duidelijk te maken met een verhaal, niet met een theorie, een systeem of een beschouwing.
Jan Luyken werd als Johannes Luiken geboren op 16 april 1649 in Amsterdam, waar hij op 5 april 1712 is gestorven. Hij was dichter, schilder en etser
Pinksteren 2009
Ik meende ook de Godheid woonde verre, in eenen troon, hoog boven maan en sterre, en hefte menigmaal mijn oog met diep verzuchten naar omhoog. Maar toen gij u beliefte te openbaren toen zag ik niets van boven nedervaren, maar in de grond van mijn gemoed daar werd het lieflijk ende zoet.
Een man en zijn zoon lopen in het bos. Plotseling struikelt de jongen en - omdat hij een scherpe pijn voelt - roept hij: "Ahhhh!" Verrast hoort hij een stem vanuit de bergen roepen: "Ahhhh!" Nieuwsgierig roept hij: "Wie ben jij?", maar het enige antwoord dat hij terug krijgt is: "Wie ben jij?" Hij wordt kwaad en roept: "Jij bent een lafaard!", waarop de stem antwoordt: "Jij bent een lafaard!" Daarop kijkt de jongen naar zijn vader en vraagt: "Papa, wat gebeurt hier?" De man antwoordt: "Zoon, let op!", en roept vervolgens: "Ik bewonder jou!" De stem antwoordt: "Ik bewonder jou!" De vader roept: "Jij bent prachtig!", en de stem antwoordt: "Jij bent prachtig!" De jongen is verbaasd, maar begrijpt nog steeds niet wat er aan de hand is.
Daarop legt de vader uit: "De mensen noemen dit een 'echo', maar in feite is dit het 'leven'! Het leven geeft je altijd terug wat jij erin binnen brengt. Het leven is een spiegel van jouw handelingen. als je meer liefde wilt, geef dan meer liefde! Wil je meer vriendelijkheid, geef dan meer vriendelijkheid! Als je begrip en respect wenst, geef dan begrip en respect. Wil je dat mensen geduldig en respectvol met je omgaan, geef hun dan geduld en respect! Deze natuurweg gaat op voor elk aspect van ons leven.
"Het leven geeft je altijd terug wat jij er in binnen brengt. Het leven is geen toeval, maar een spiegel van jouw eigen handelingen. auteur onbekend
Phil Bosmans werd op 1 juli 1922 in Gruitrode (Belgisch Limburg) geboren. In 1945 werd hij in Oirschot in Nederland op 7 maart 1948 tot priester gewijd. Zijn meest verkochte boek in Vlaanderen werd 'Menslief, ik hou van je', een verzameling van 100 telefoongesprekken, dat in 1972 verscheen en dat ook vertaald werd in het Duits en Esperanto. (zie ook: 29-11-2008)
Mensenkind, kind van het licht kind van de zon kind van de liefde kind van God op een morgen zul je langs de weg een engel ontmoeten. Hij zal je een wit steentje geven, waarop een nieuwe naam gegrift, je eigen nieuwe naam zoals hij geschreven staat in de palm van Gods hand.
Er waren eens twee monniken. Ze hadden allebei in een heel oud boek gelezen dat aan het eind van de wereld een plek te vinden zou zijn, waar hemel en aarde tezamen kwamen. Ze besloten die plaats te zoeken en niet terug te keren, voordat ze hem gevonden hadden. Ze liepen de hele wereld door, overwonnen ontelbare gevaren, doorstonden alle ontberingen die zo'n tocht door de wereld maar kan opleveren en leden onder alle mogelijke verleidingen die mensen van hun doel kunnen afhouden. Er zou daar een deur zijn - zo stond in het boek - waarop ze maar hoefden te kloppen om bij God te komen. Eindelijk vonden ze wat ze zochten. Ze klopten op de deur. Met bevend hart zagen ze hoe hij open ging. Toen ze naar binnen liepen, bleken ze thuis in hun kloostercel te staan. toen begrepen ze dat de plek, waar hemel en aarde elkaar ontmoeten, in de wereld is, op de plek die je van God gegeven is.
Ossip Zadkine, een Frans beeldend kunstenaar, werd geboren op 14 juli 1890 in Smolensk, Wit-Rusland en overleed op 25 november 1967 in Parijs. Hij maakte het bronzen beeld Verwoeste Stad, dat sinds 15 mei 1953 in Rotterdam staat, naar aanleiding van het bombardement op Rotterdam op 14 mei 1940
Verwoeste Stad
HANDEN HOOG, verbijsterd,
met een mond ten Hemel schreiend
Wie zal horen? Wie zal zien ?
Of vergaan hier alle oren, alle ogen:
doodse stilte, holle leegte en bedrogen zonder mededogen bovendien ?
In het hartverscheurend beven droeg een duif de takjes aan, nestelde op-hoop-van-Leven: nieuwe moed ons ingegeven om voorgoed weer op te staan!
HANDEN HOOG, verwonderd, mond vol aangevuurde woorden - Hij zal horen! Hij zal zien ! Nu gaan open alle ogen, alle oren: vlucht van duiven, louter Geestdrift en verkoren weer opnieuw geboren bovendien!
Toen bij de onthulling van dit beeld bleek dat een duif een nest gebouwd had op de plek waar zich het verwoeste hart bevond, reageerde Zakine adrem: Dit was precies wat hij eigenlijk bedoeld had. Dat op de plek waar alleen maar verwoesting, dood en verderf bestond, nieuw leven zich zou manifesteren. De duif, zei hij, was niet voor niets het symbool van de Geest!
Ljef Nikolajewitsj Tolstoj, Russisch schrijver,werd op 9 september1828 geboren en overleed op 20 november 1910. Hij behoorde tot de Russische adel. Zijn beroemdste romans waren Oorlog en Vrede en Anna Karenina. Tolstoj heeft grote invloed gehad op de Russische politiek en literatuur. Later schreef hij religieus-filosofische traktaten.
Ook raakte hij geïnteresseerd in de internationale taal Esperanto, gemaakt door de Poolse oogarts Dr.Zamenhof.
Ik geloof in God, Hij is voor mij geest, liefde, beginsel van alle dingen. Ik geloof dat God in mij is, en dat ik ben in Hem. Ik geloof dat het ware welzijn van de mens bestaat in het volbrengen van Gods wil. Ik geloof dat het vervullen van Gods wil ten goede komt aan mij en alle mensen. Ik geloof dat God wil dat alle mensen van hun naasten houden en zo met anderen omgaan als zij ook zelf behandeld zouden willen worden. Ik geloof dat de reden waarom wij leven eenvoudigweg is, dat wij groeien in liefde. Ik geloof dat deze groei in liefde de allergrootste kracht is om het Rijk van God te vestigen op aarde, en om een samenleving waarin verdeeldheid, onwaarheid en geweld almachtig zijn, te vervangen door een nieuwe ordening, waarin menselijkheid, waarachtigheid en broederschap zullen heersen. Leo tolstoj
Een man die door het woud liep, zag een vos die zijn poten was kwijtgeraakt en vroeg zich af hoe hij overleefde. Toen zag hij een tijger aankomen met een prooi in zijn bek. De tijger had genoeg gegeten en gaf de rest van het vlees aan de vos. De volgende dag voedde God de vos weer via dezelfde tijger. De man verbaasde zich over Gods grootheid en zei tegen zichzelf: Ik ga ook gewoon in een hoekje zitten in vol vertrouwen in de Heer en hij zal mij voorzien van alles wat ik nodig heb." Hij deed dit dagenlang, maar er gebeurde niets, en hij stond bijna op de drempel van de dood toen hij een stem hoorde zeggen: "Gij die zich op het dwaalpad bevindt, open uw ogen voor de waarheid! volg het voorbeeld van de tijger na en stop met het imiteren van de invalide vos."
Elke dag een uitnodiging om goed te zijn voor jezelf, om jezelf op te bouwen.
Elke dag een uitnodiging om jezelf te oefenen in waardering voor dit leven, in waardering voor je kunnen. Elke dag een uitnodiging om jezelf te verwonderen over zoveel goeds in anderen, over zoveel verlangen naar liefde.
Elke dag is een uitnodiging om tijd te nemen voor zorg, om aandachtig te leven. Elke dag is een uitnodiging om elkaar te bemoedigen,
Mijn grootste angst is niet dat ik onvolmaakt ben, mijn grootste angst is dat ik mateloos krachtig ben.
Het is mijn licht, niet mijn schaduw, die mij het meest beangstigt. Ik vraag mijzelf af: wie ben ik om briljant te zijn, prachtig, talentvol, fantastisch? Maar wie ben ik om dat niet te zijn? Ik ben een kind van God. Mijzelf als onbelangrijk voordoen, bewijst de wereld geen dienst.
Er is niets verlichts, aan mijzelf klein te maken opdat andere mensen zich bij mij niet onzeker zullen voelen. Ik ben bedoeld om te stralen als een kind. Ik ben geboren om de glorie van God die in mij is, te openbaren. Die is niet alleen maar in mij, die is in iedereen! En als ik mijn licht laat stralen, geef ik onbewust aan andere mensen toestemming hetzelfde te doen. Als ik van mijn angst bevrijd ben, bevrijdt mijn aanwezigheid vanzelf anderen.
Nelson Mandela, 1994, Inaugurele Rede bij presidentschap van de republiek Zuid-afrika.