Vrij - zinnige gedachten,gedichten, verhalen en berichten
01-03-2009
De klok begint te zingen
Neeltje Maria Min werd op 21 juli 1944 geboren in het Nederlandse Bergen. Vanaf haar 14e schrijft zij in eenvoudige taal lichtvoetige en ritmische poëzie. Voor het eerst werd een gedicht van haar in de krant gepubliceerd toen zij 19 jaar oud was onder het pseudoniem Sophie Perk. Haar eerste dichtbundel ,Voorwie ik liefheb wil ik heten, verscheen in1966.
De klok begint te zingen
Vanmorgen zag ik door de kieren van de gesloten luiken licht,
dat straalde over mijn gezicht
en al het stof als vuur deed vieren.
Toen werd mijn kamer warm tot op het bot en op de kast begon de klok te zingen van ruisende herinneringen en plotseling verscheen mij god.
In Kolomea leefde eens een pelshandelaar, Simson Hübner, die niet alleen een slimme koopman, maar ook een groot grappenmaker was. Hij trok van markt tot markt om zijn koopwaar te verhandelen.
Hij had de vreemde gewoonte om een somber gezicht op te zetten als hij die dag goede zaken had gedaan. Hij stak dan s avonds in zijn huis geen kaarsen aan, het bleef er donker. Had hij echter slecht zaken gedaan, dan verlichtte hij zijn hele huis met kaarsen en was hij een en al vrolijkheid. Een buurman die dit merkwaardige gedrag al vaker had waargenomen, vroeg op een dag naar het motief. Simson zei hem lachend: Ik zal je mijn geheim verklappen. Je weet toch hoe jaloers en vol leedvermaak mensen soms kunnen zijn? Ook ik heb de nodige vijanden, mensen die me benijden. Wanneer ik goede zaken heb gedaan, steek ik thuis geen kaars aan. Ik gun ieder het zijne. Als ik gelukkig en blij ben, dan moeten mijn vijanden het ook kunnen zijn. Ze zullen denken dat ik met mijn handel er flink bij ingeschoten ben. Wanneer ik echter slecht zaken heb gedaan en daar s avonds de smoor over in heb, dan verlicht ik mijn hele huis met kaarsen. Mijn vijanden zullen denken dat ik die dag veel geld heb verdiend en zich daaraan behoorlijk ergeren!
Uit:Gottfrid van Eck, Bidden met de benen. Utrecht: Servire 1998
Baukje Jacoba van Kesteren (1950) was na een studie persoonlijkheidspsychologie een aantal jaren werkzaam als onderwijskundig onderzoeker. Op 20 jarige leeftijd distantieerde zij zich van haar gereformeerde opvoeding.Een kwarteeuw later kreeg zij het boek Een cursus in wonderen in handen dat haar inspireerde tot schrijven en dichten.
Nodeloos gevangen
Er doen nog zoveel kleine dingen zeer van jaren her soms, en nog niet vergeten. De meeste stellen nauwelijks iets voor, toch is hun scherpte nog niet weggesleten.
Er doen nog zoveel harde woorden pijn, die in mijn hoofd en hart zijn blijven hangen en die ik in gedachten soms herhaal; zo houdt een mens zich nodeloos gevangen.
Er doen nog veel herinneringen zeer, de meeste zijn al niet meer uit te praten. Dus is er nog maar één remedie voor: ze stuk voor stuk volledig los te laten.
Baukje van Kesteren
Auteur van de dichtbundel Overgave, Trivium, Sneek 2006
Onder deze titel hield Meerten ter Borg, godsdienstsocioloog en bijzonder hoogleraar 'niet-institutionele religie in de moderne samenleving' aan de Universiteit Leiden, een lezing op zaterdag 18 oktober 2008, in de Dominicuskerk in Amsterdam.
Hij zei daar o.a. het volgende:
Vrijzinnigheid wordt vaak gezien als het begin van het eind, als verpietering van het christelijk geloof. In die optiek zijn vrijzinnigen bijna-ongelovigen die dat voor zichzelf nog niet durven te bekennen. Maar dat is oude vrijzinnigheid, die de maatstaf legt bij de orthodoxie. Nieuwe vrijzinnigheid is niet inhoudelijk bepaald, maar kenmerkt zich door een kritische houding, openheid en ruimdenkendheid.
(uit: Volzin, opinieblad voor geloof en samenleving, nr. 21 2008)
Een man zoekt bescherming bij een rabbijn. Hij vertelt hem dat hij voor soldaten op de vlucht is en dat hij gedood zal worden als ze hem vinden. De rabbi besluit de vluchteling onderdak te bieden, maar zijn daad stuit op weerstand van de dorpsbewoners. "Waarom heb jij die vluchteling gastvrij in je huis opgenomen? Wat gaat er straks met ons gebeuren," vragen zij. De rabbi wijst erop dat de thora de opdracht geeft vervolgden die met de dood worden bedreigd, gastvrijheid te verlenen. De inwoners van het dorp vrezen echter represailles, waarbij het hele dorp uitgemoord zal worden. Zij vragen de rabbi een oplossing te zoeken en de vluchteling uit te leveren. De hele nacht bestudeert de rabbi de talmoed. Pas als het al ochtend is, vindt hij een tekst die luidt: Omwille van één man hoeft niet het hele volk om te komen. Hij leest de vluchteling de tekst voor. Op dat ogenblik komen de soldaten het dorp binnen en vragen: "Zeg ons waar de vluchteling zich schuil houdt, anders zullen we het hele dorp in brand steken." De rabbi antwoordt: "hier is hij." Uitgelaten, omdat het gevaar is afgewend, vieren de mensen van het dorp de hele dag feest. Maar de rabbi laat zich niet zien. In zijn kamer staart hij verdrietig vol schuldgevoel voor zich uit. Op dat moment komt Elia binnen, de profeet die de komst van de Messias aankondigt. Elia zegt: "wat heb jij gedaan?" De rabbi antwoordt: "Ik heb een mens laten omkomen om het hele volk te sparen." Daarop zegt Elia: "die opgejaagde vluchteling was de messias." "Maar hoe kon ik weten dat hij de messias was", vraagt de rabbi. Elia zegt: "Als je niet de hele nacht in je boeken had gezocht, maar één keer naar het gezicht van de man had gekeken, had je het geweten."
Alle kind'ren uitgezworven, soms heel ver bij je vandaan. Op een avond zoals deze, grijpt de weemoed je dan aan en je vouwt je handen samen, noemt aan God heel zacht hun namen.
O. zij zullen het best voelen, dat 't gebed hen nog omgeeft. Ook als zij Gods naam niet noemen, die geen inhoud voor hen heeft, zullen zij toch stil beamen, twee paar handen gaan nu samen.
Alle kind'ren uitgezworven en je weet niet goed waarheen, maar je blijft wel voor hen bidden, want je weet dat God alleen nog hun levens kan bewaren, voor de eeuwigheid kan sparen.
O, zij zullen het best voelen, dat 't gebed hen nog omringt. Op een avond zoals deze, als 't verleden door hen zingt, weten zij dat jullie samen God herinnert aan hun namen.
Kerstnacht - het woord is als een lafenis, een koele sneeuw, glanzend onder het zachte stralen der sterren - op de landen is het weerloos stil, een ongerept verwachten.
Kerstnacht - het eenzaam zwerven der gedachten rondom het oud verhaal, het nimmer uit te spreken verlangen naar het helder zingen in de nacht en het opgaan van de ster, een lichtend teken.
Kerstnacht - het sneeuwt op uw geschonden aard', dun en verstuivend dekt een huivering van ijle val, een lichte zuivering het vragen, dat wij ongestild bewaarden.
Ida Gerhardt (zie ook: 16-04-'06; 02-05-'06; 20-05-07)
We ontsteken een kaars om onze wanhoop te verdrijven als teken dat we durven geloven dat de duisternis niet zal overheersen en dat er licht zal zijn voor iedereen.
We ontsteken een kaars om onze twijfel te verdrijven als teken dat we durven geloven dat er een wereld zal komen waarin toekomst zal zijn voor iedereen.
We ontsteken een kaars om onze angst te verdrijven als teken dat we durven geloven dat de dromen van de profeten werkelijkheid zullen worden in onze dagen.
We ontsteken een kaars om onze moedeloosheid te verdrijven als teken dat we durven geloven dat wij nieuwe mensen zullen zijn die metterdaad werken aan Gods Koninkrijk. (dichter onbekend)
Volgens de overlevering wordt Sint Nicolaas, wiens naam volksoverwinnaar betekent, geboren aan het einde van de 3e eeuw in het Kleinaziatische stadje Patara. Zijn ouders zijn welgestelde, gelovige christenen. Als Nicolaas volwassen is, wordt hij bisschop van het nabij gelegen Myra. Hij wordt gevangen genomen tijdens de christen-vervolging onder keizer Diocletianus, maar als keizer Constantijn aan de macht komt, wordt hij weer bevrijd. Hij neemt deel aan het concilie van Nicea in 325. Op dit concilie is een heftige discussie gaande over de leer van Arius, diede goddelijkheid van Christus ontkent. Om uitdrukking te geven aan zijn afkeer van deze leer, slaat bisschop Nicolaas Arius in het gezicht. Hierom wordt hem voor korte tijd zijn bisschoppelijke waardigheid ontnomen. Tijdens zij ambtstijd te Myra is hij ook een heftig bestrijder van de daar nog bloeidende, heidense Artemiscultus. Sint Nicolas sterft te Myra op 6 december, vermoedelijk in het jaar 342. Aangezien de sterfdag van een heilige door de kerk wordt gezien als de dag van intrede in de hemel, een vreugdevolle gebeurtenis, vier men deze dag. Zijn graf wordt een belangrijk bedevaartsoord voor pelgrims. (Edukatieve dienst - Rijksmuseum het Catharijneconvent in Utrecht)
Ik heb reeds lang met je gesproken aan de telefoon. Hier krijg je nu je vitaminen op papier. Ik weet heel goed dat men niet altijd helpen kan met een paar mooie worden.
Toch ga ik voort, omdat je erom gevraagd hebt, bijna om gebedeld. Eigenlijk zal ik altijd hetzelfde zeggen tegen onbekende, onzichtbare mensen, als een dwaze profeet, die zaait in de wind, niet wetend waar de akker ligt, altijd met hetzelfde zaad dat hij ook maar van elders ontvangen heeft.
Eigenlijk ben ik maar een vreemde kleine kabouter, die in het huis van je dwaasheid tegen moderne afgoden schopt en bij je welgevulde tafel, achter de krant en je teevee, bij je werken en je zaken doen en bij elk gesprek je achtervolgt met die stomme vraag naar het hart.
Maar ik weet één ding. Een woord dat het hart raakt, verandert het hart.
Als je moe bent en je weet niet van wat, kan een woord een gebeurtenis zijn, een stuk brood voor een nieuwe start, een ster die uit de hemel valt.
Een rebbe raakte in gesprek met zijn buurman. De buurman zei tegen de rebbe: "Je krijgt duizend kopeken van me als je me kunt laten zien waar God is". De rebbe keek rond, zweeg enige tijd en antwoordde: Ik geef je tweeduizend kopeken als je me kunt aanwijzen waar God niet is".
------------
Een chassied klaagde erover, dat de wereld zo slecht was en dat het hem moeilijk viel te midden van al die slechtheid te leven. De rebbe antwoordde: "U bent niet zo goed als u zich voorstelt, noch is de wereld zo slecht als u zich voorstelt. Denk iets minder goed over uzelf, dan zult u de wereld beter begrijpen".
Zie ook :6 sept. 2006; 6 januari 2007 en 6 april 2007
Javastraat 13
Immigranten,niet meer uit Wolvega of Drenthe,maar uit Spanje, Afrika, Klein- of Groot-Azië. In de Atjehstraat zijn moslims bij t gebouwtje aan de praat dat nu moskee is en dat vroeger wat met dHeiligen der laatste dagen had. Ook in mijn oude school woont de islam, maar Shakespeare zei al: Wat beduidt een naam?
Allah of God, Jezus of Mohammed,
men bidt hetzelfde angstige gebed:
Spaar ons voor ziekte, schade aan de ziel, en Heer, ook voor een tweede Tsjernobyl, blijf met de mensheid, Heer, blijf onze Vriend, al is een tweede zondvloed dik verdiend.
Waar men ook nieuwe mensen niet verdroeg, hier wel. Want deze stad is ruim genoeg.
Molukker, Surinamer, Vietnamees, hun kinderen praten t zelfde Enschedees.
---------------
k Heb in andere straten
en steden verkeerd,
ik heb veel ondervonden en best wat geleerd.
Ben al ver op mijn weg
van de wieg naar de kist en wat ik bijleer lijkt steeds meer
op wat ik al wist
Willem Wilmink
(uit zijn bundel: In de Javastraat)
Van 4 t/m 7 juni 2009 wordt in Enschede, de stad in Twente van Willlem Wilmink,
het Willem Wilmink Festival gehouden.
Er zal een vijfstemmig koor optreden, dat maximaal uit dertig mensen bestaat.
Het is een projectkoor dat hierna weer wordt ontbonden.
Hoe en van welke kant we de wereld ook leren kennen,
Ze zal altijd een dag- en een nachtzijde behouden.
Johann Wolfgang Goethe, 28 aug. 1749
De geniale Duitse dichter, schrijver, wetenschapper, filosoof en staatsman Johann Wolfgang Goethe werd op 28 augustus 1749 in Frankfurt am Main geboren en overleed op 22 maart 1832 in Weimar. Toen hij 13 jaar was, deed hij zijn vader al een bundeltje met zijn eigen gedichten cadeau. Zijn hoofdwerk is Faust, maar wie kent niet het bekende gedicht en lied der Erlkönig?
De Spaanse heilige, dichter en kerkleraar Johannes van het Kruis, werd geboren als Juan de Yepes in Fontiveros, op 24 juni 1542 en stierf op 14 december 1591 in Úbeda. Hij is de heilige van de dichters. Zijn bekendste gedicht is Het geestelijk Hooglied.
Acties zijn woorden in beweging. Woorden zijn gedachten die tot uitdrukking zijn gebracht. Gedachten zijn gevormde ideeën. Ideeën zijn samengekomen energieën. Energieën zijn losgelaten krachten. Krachten zijn bestaande elementen. Elementen zijn deeltjes van God, porties van het Al, de grondstof van alles.
---------------
Luister naar je gevoelens. Luister naar je hoogste gedachten. Luister naar je ervaring. wanneer een van deze afwijkt van wat je leraren je vertellen of van wat je leest in boeken, vergeet dan de woorden. Woorden zijn de minst betrouwbare verspreiders van waarheid.
(uit: Een ongewoon gesprek met God van Neale D.Walsch)