De vluchteling
Een man zoekt bescherming bij een rabbijn. Hij vertelt hem dat hij voor soldaten op de vlucht is en dat hij gedood zal worden als ze hem vinden. De rabbi besluit de vluchteling onderdak te bieden, maar zijn daad stuit op weerstand van de dorpsbewoners. "Waarom heb jij die vluchteling gastvrij in je huis opgenomen? Wat gaat er straks met ons gebeuren," vragen zij. De rabbi wijst erop dat de thora de opdracht geeft vervolgden die met de dood worden bedreigd, gastvrijheid te verlenen. De inwoners van het dorp vrezen echter represailles, waarbij het hele dorp uitgemoord zal worden. Zij vragen de rabbi een oplossing te zoeken en de vluchteling uit te leveren. De hele nacht bestudeert de rabbi de talmoed. Pas als het al ochtend is, vindt hij een tekst die luidt: Omwille van één man hoeft niet het hele volk om te komen. Hij leest de vluchteling de tekst voor. Op dat ogenblik komen de soldaten het dorp binnen en vragen: "Zeg ons waar de vluchteling zich schuil houdt, anders zullen we het hele dorp in brand steken." De rabbi antwoordt: "hier is hij." Uitgelaten, omdat het gevaar is afgewend, vieren de mensen van het dorp de hele dag feest. Maar de rabbi laat zich niet zien. In zijn kamer staart hij verdrietig vol schuldgevoel voor zich uit. Op dat moment komt Elia binnen, de profeet die de komst van de Messias aankondigt. Elia zegt: "wat heb jij gedaan?" De rabbi antwoordt: "Ik heb een mens laten omkomen om het hele volk te sparen." Daarop zegt Elia: "die opgejaagde vluchteling was de messias." "Maar hoe kon ik weten dat hij de messias was", vraagt de rabbi. Elia zegt: "Als je niet de hele nacht in je boeken had gezocht, maar één keer naar het gezicht van de man had gekeken, had je het geweten." Chassidische vertelling
|