Samen
Als alles grijs is, dan kom ik bij je en veeg het venster voor je schoon, want zonder uitzicht is er geen leven. Kom, we proberen het gewoon.
Als alles zwart is, geen hand voor ogen, steek ik een kaars aan in de nacht en pak je hand vast, dan gaan we samen en er gloort licht, heel onverwacht.
Als alles koud is, heb ik twee armen en sla die beide om je heen. God geeft ons warmte om die te delen, ook als de zon voor je verdween.
Als alles licht is, is er de blijdschap dat God toch steeds weer mensen geeft, in samen huilen en samen lachen heb je iets van zijn heil beleefd.
Trudy Stilma-Broertjes (uit: Dichter bij Elkaar)
|