Sri Ramakrishna werd geboren op 18 febr. 1836 in Kamarpukur, een plaatst ongeveer 90 km ten Noordwesten van Calcutta.Hij beoefende verschillende religieuze tradities waaronder de islam en het christendom en ontdekte dat alle religies wáár zijn. Hij verkondigde de uitspraak: yato mat, tato path, wat wil zeggen: zoveel geloven, zoveel wegen. Een van zijn bekendste leerlingen was Swami Vivekananda.
Eens, in een droom, werd Narada hoogmoedig en hij verbeeldde zich in die droom de meest toegewijde dienaar van God te zijn die men op aarde zou kunnen vinden. God merkte dat op en zei tegen hem: Narada, ik wil dat je kennismaakt met een van mijn vurigste aanbidders. Narada begaf zich naar de door God gewezen plaats en trof daar een landbouwer aan die s morgens heel vroeg opstond, God aanriep, zijn ploeg pakte en hard werkte tot aan de avond. Voor hij ging slapen wendde hij zich nog een keer tot God. Narada vroeg zich af hoe die dorpeling, die volkomen opging in zijn materiële taak en die helemaal niet leek op een toegewijde dienaar, voor God een vurig toegewijde zou kunnen zijn. Hij keerde terug en vertelde God zijn indrukken over zijn nieuwe kennis. Vervolgens zei God tot hem: Narada, neem deze beker vol olie en ga met deze beker het hele dorp door, maar let erop, dat je geen enkele druppel morst. Narada voldeed aan zijn opdracht en keerde terug. Wel, vroeg God, hoeveel keer heb je aan mij gedacht terwijl je het dorp doorliep? Niet eenmaal, hoe zou ik dat hebben kunnen doen, ik moest toch voortdurend deze tot de rand gevulde beker in het oog houden? Daarop zei God tegen hem: Als je je geest zo volledig hebt moeten concentreren om deze beker te dragen zonder een druppel te morsen, dat je mij volkomen bent vergeten, begrijp je dan de verdienste van die dorpeling die, terwijl hij het gehele gewicht van zijn gezin en zijn werk draagt, toch twee keer per dag aan mij denkt? Sri Ramakrishna
|