Wat nodig is voor een wonder *********** Telkens als de grote rabbi Israel Baal Sjem-Tov merkte dat zijn volk een ramp boven het hoofd hing, ging hij naar een bepaalde plek in het bos, maakte een vuur, sprak een bepaald gebed en het wonder gebeurde: het onheil werd afgewenteld. Jaren later, toen zijn leerling de befaamde Magid van Mezeritsj om dezelfde reden de hulp van de hemel nodig had, ging hij naar dezelfde plek in het bos en hij zei: "Heer van het heelal, luister naar mij. Ik weet niet hoe ik vuur moet maken, maar ik ken wel het gebed. En het wonder gebeurde. Weer een generatie later ging ook rabbi Mosje-Leib van Sassov naar het bos om zijn volk te redden en hij zei: "Ik weet niet hoe ik een vuur moet maken, ik ken het gebed niet, maar ik weet de plek, en dat moet voldoende zijn". En het was voldoende: ook hier gebeurde het wonder. In de vierde generatie was het rabbi Israel van Risjin die het dreigend onheil moest zien te voorkomen. In zijn stoel gezeten, vouwde hij zijn handen voor zijn gezicht en zei tot God: "Ik kan geen vuur maken, ik ken het gebed niet en zelfs kan ik de plek in het bos niet vinden. Al wat ik doen kan, is u dit verhaal vertellen. Dat moet voldoende zijn". En het was voldoende.
Het verschil ***** Het tij had duizenden zeesterren op het strand gedeponeerd. Ze zouden onherroepelijk omkomen eer de vloed hen weer bereikte. Een jongen pikte zeesterren op en gooide ze terug in het water. "Waarom doe je dat?", vroeg een oude man. "Het strand is kilometers lang. De meeste komen toch om. Wat voor verschil maakt het uit er een paar te redden?" De jongen keek naar de spartelende zeester in zijn hand en zei: "Nee,voor de meeste maakt het niets uit. Maar voor deze zeester wel degelijk". En hij gooide hem terug in zee. Verhaaltje uit Taiwan
De hele waarheid..... ******* Een man komt bij de hemelpoort met een hele mooie grote zware edelsteen in zijn hand. Petrus vraagt hem wat dat voor een steen is. "Dat is de Waarheid", antwoordt de man. En op dat ogenblik laat hij hem per ongeluk uit zijn handen vallen. Hij ziet hem tot zijn ontzetting steeds sneller naar de aarde vallen, totdat hij in miljoenen kleine stukjes uiteen spat. De man is vreselijk ontdaan. Petrus merkt dat en zegt: "Kalm maar, wees niet zo bedroefd. Het is zo erg niet. Nu kan iedereen op aarde een klein stukje van de waarheid hebben." "Dat weet ik wel," zegt de man. "Dáár ben ik ook niet zo ontzet over. Het erge is, dat nu iedereen zal gaan denken dat zijn kleine stukje de hele Waarheid is." Diane Lampen (uit 'Berichtenblad', maandblad van de Quakers)
|