René Stappaerts werd geboren in Retie op 23 augustus 1918 en stierf in Holsbeek op 26 november 2013.
Hij groeide op in een groot boerengezin en kwam in 1938 in dienst van de Gemeentelijke Lagere Jongensschool van zijn geboortedorp. In 1970 werd hij tot schoolhoofd benoemd en bleef dat tot het voorjaar van 1976.
Als onderwijzer en directeur was René Stappaers een man die van dichtbij de sterke evolutie in het onderwijs volgde en voortdurend bekommerd was om de kwaliteit van het onderwijs, de goede sfeer en verstandhouding binnen de schoolgemeenschap.
Naast zijn met zorg uitgeoefende onderwijstaak, was René Stappaerts vanaf 1941 op diverse terreinen van het socio-culturele werk actief.
Tot 1960 gaf hij landbouwavondlessen. Als secretaris van de 'Veebond' en de 'Veeziektebestrijding', als staalnemer van de 'Bodemkundige Dienst' en als correspondent van de 'Dienst voor Landbouwstatistiek', was hij in staat aan vele Kempense boeren waardevolle inlichtingen en adviezen te geven over de ontwikkeling van de landbouw en de uitoefening van hun beroep.
Een hele 'carrière' bouwde René Stappaerts op in de BGJG, nu de Gezinsbond. In 1949 kwam hij in het plaatselijk bestuur, in 1963 werd hij plaatselijk voorzitter. Zijn verkiezing tot lid van het Gewestelijk Comité, de Algemene Vergadering te Brussel en het Dagelijks Bestuur van het gewest Turnhout, volgde vanaf 1964. In 1975 werd hij gewestsecretaris van de BGJG en nam die taak waar tot september 1990.
Toen op het einde van de jaren 60 op vele plaatsen geijverd werd voor o.a. cultuurraden, behoorde René Stappaerts tot de initiatiefnemers en medeoprichters van de Retiese cultuurraad. Als lid van het Edward Sneyersfonds, werkte hij in 1972 mee aan de heruitgave van de 'Geschiedenis van Retie' en in 1985 aan de publicatie van 'Edward Sneyers-Gedenkboek'.
Ter gelegenheid van zijn pensionering schreef ik in het schoolblad van april 1976 het volgende: 'René Stappaerts is nu wel als onderwijzer en directeur op rust gegaan, zijn sociaal-cultureel werk zet hij voort. Ik wens hem op dat vlak nog veel resultaten en persoonlijke voldoening toe.'
Hij bleef zich inderdaad met al zijn talenten op verscheidene terreinen en in het bijzonder in de gezinsbeweging inzetten. Maar hij kreeg ook meer tijd en ruimte om zijn grote belangstelling voor het verleden van eigen mensen en streek concrete vorm te geven.
Dat resulteerde in een aantal heemkundige werken die belangrijk zijn voor de kennis van Retie en de Kempen.
In 'De Lozie' (1992) schildert René Stappaerts een boeiend beeld van een landelijke Kempense gemeenschap tijdens de eerste decennia van de vorige eeuw. Gevat binnen de onveranderlijke mijlpalen en kenmerken van ieder leven -geboorte en dood, arbeid en feest- komen uit René Stappaerts' werk onze spelende, werkende, vierende, rouwende ouders en voorouders naar voren.
'De Wouwer' (1999) beschrijft de evolutie die Retie na Wereldoorlog I kende. Bijzondere aandacht gaat daarbij naar de bestuurlijke uitbouw van de gemeente, de oorlogsjaren, de landbouw en de veeteelt, de cultuur en de sport, het onderwijs en het parochiële leven.
In 2001 verscheen 'Retiese Koppen', geschreven door René en zijn zoon Paul Stappaerts. Het boek brengt boeiende levensschetsen van de Retiese priesters en kloosterlingen sinds het begin van de 19de eeuw. Het zijn welgeteld 190 Retiese koppen, mannen en vrouwen, die werkzaam waren op alle mogelijke domeinen van de samenleving, die voor en tussen mensen blijde boodschap wilden zijn.
Door zijn onverdroten inzet, gedurende vele decennia, voor onderwijs en cultuur, heeft René Stappaerts voor de Retiese gemeenschap en de Kempen een belangrijke rol gespeeld. Hij verdient daarvoor onze diepe waardering en dank.
26-11-2013 om 00:00
geschreven door Gust A.
|