Ward Kennes, burgemeester van Kasterlee en CD&V- Vlaams parlementslid, schreef een tijd geleden een uitgebreid referaat over de toekomst van onze parochiekerken. Daaruit volgend deel:
'Met welke factoren dient een christen-democratische visie op de parochiekerken rekening te houden?
1. De lokale geloofsgemeenschap
Is er een levende geloofsgemeenschap aanwezig? Christen-democraten willen ruimte – ook fysieke ruimte – geven aan zingeving in onze samenleving.
Wat zijn de infrastructurele noden van de gemeenschap om waardig liturgie te vieren, het geloof te verkondigen en dienstbaar in het leven te staan?
Kan er binnen een parochiefederatie worden samengewerkt om de erediensten op één locatie te centraliseren?
Met welk kerkgebouw zijn de verenigingen (in het bijzonder de Kverenigingen) het nauwst verbonden?
2. Wat is de bouwfysische toestand van de kerkgebouwen?
Uit de eerste gegevens (midden januari 2013) van de enquête die het CRKC hield bij de kerkfabrieken blijkt dat 61% van de kerken in goede staat verkeert, 35 % in redelijke staat en slechts 3% in slechte staat.
Hoe worden de kosten voor de gewone exploitatie, groot onderhoud en restauratie in beeld gebracht?
Zijn er betrouwbare cijfers over de kosten op korte, middellange en lange termijn? De overheid kan haar geld maar één keer uitgeven en de maatschappelijke noden zijn groot. De middelen die in kerkgebouwen worden geïnvesteerd moeten telkens worden afgewogen tegen andere mogelijke bestemmingen.
Wat zijn de mogelijkheden van een gemeentebestuur om investeringen in kerkgebouwen te financieren?
Is er een lokaal meerjarenplan voor investeringen in parochiekerken?
3. Erfgoedkundige en beeldbepalende waarde
Ongeveer één derde van de Vlaamse parochiekerken is beschermd. Voor welke kerken in de gemeente is dit het geval? Wat is de architecturale waarde van elke parochiekerk?
In heel wat dorpen staat de “kerk in het midden” en is het kerkgebouw met zijn kerktoren een baken dat de ganse omgeving ordent. Wat is de landschappelijke waarde van elke parochiekerk?
Minister Bourgeois heeft een initiatief genomen om de planmatige aanpak van historische, beschermde kerken te stimuleren via convenanten met de gemeenten. Bedoeling van de convenanten is dat de gemeenten zich engageren om hun kerken te restaureren, te onderhouden en open te stellen voor het publiek. Daartegenover staat dat de Vlaamse overheid zorgt dat er volgens een duidelijk plan middelen zijn voor de restauratie en onderhoud.
4. Lokaal overleg en keuzes
Het ontwikkelen van een visie voor de parochiekerken mag niet centraal worden aangestuurd maar dient lokaal te gebeuren.
Subsidiariteit betekent dat Vlaanderen een kader uitwerkt maar dat de keuzesvia overleg en rekening houdend met de specifieke context lokaal worden gemaakt.
Via convenanten, onderhouds- en restauratiepremies draagt Vlaanderen een deel van de financiële lasten, maar het zwaartepunt ligt bij de lokale besturen en bij de kerkbesturen die nog over financiële reserves beschikken.'
De volledige tekst vind je op www.wardkennes.cdenv.be.
Bijlagen: Kennes.png (29.1 KB)
25-08-2015 om 19:37
geschreven door Gust A.
|