Deze reus beweegt zo levensecht dat het ongeveer griezelig is. Ik denk dat het veel oefening gevraagd heeft en vooral telkens weer spierbeheersing om de pop zo vloeiend dronken te laten lijken zonder uit balans te raken en omver te tuimelen.
"Een dronken Ier die door de straten laveert is geen nieuws, maar als men een dronken reuzepop ziet, is dat wél nieuws.
In 2011, slenterde deze reus rond in Dromore West in Sligo, Ierland. Hij reageerde op de voorbijgangers in een dronken verdwazing. De pop wordt bewogen door een man op stelten. Dit filmpje werd opgenomen tijdens Fleadh Cheoil, een Iers muziekfestival waar muzikanten uit alle provincies strijden om de titel van nationaal kampioen."
"Arthur werd ontworpen en gemaakt door Cillian Rogers. Zonder polycarbonaat, de reus. De pop bestaat een 30-tal jaar, en was al op verschillende festivals te zien, van Portugal tot USA." foto aanklikken om te vergroten: Cillian Rogers demonstreert hoe behendig hij is op de stelten die hij in de reus draagt. Ze zijn gemaakt uit koolstofvezel en zijn gemodelleerd op de achterpoten van een jachtluipaard.
Een van de tijdrovende bezigheden zijn doktersbezoeken allerlei. Vorige vrijdag moest ik bij de knoken-dokter zijn. Zij bekijkt en beslist hoe het verder moet met de gewrichten in deze regio.
Zelf zit ze in een tijdsgewricht want ze gaat bevallen. Daarom wou ze me vorige vrijdag nog zien, 11h20. Want daarna is ze een tijd dokter-af. Het werd later dan 11h20. Veel later.
Nu, ik heb het zeer moeilijk wanneer hoogzwangere dames moeten werken. Zoveel jaar geleden, toen Sigrid Spruyt nog mee het nieuws presenteerde en zwanger was hield ik mijn adem in tijdens ongeveer de hele uitzending.
Meiske, voor ons moet ge niet speciaal komen hoor, dat nieuws horen we wel over de radio … Meiske, ga wat liggen, zo belangrijk zijn die wereldbranden toch niet …
Ik vond het onverantwoord dat men haar deed werken. En toen mochten de nieuwslezers hun job nog zittend doen. Tegenwoordig moeten ze rechtstaan. Dan zou ik flauwvallen van plaatsvervangende arreuzze.
Nieuwslezers moeten zo al niet blijven rechtstaan. Het eerste wat wij hier doen als iemand binnen komt, is zeggen “Neem plaats” of “Ga zitten” of “Zet u”, van meer naar minder formeel naargelang wie de bezoeker is. Nieuwslezers komen elke dag over de vloer, via het scherm dan, en ik vind het zeer onbeleefd van mezelf dat ik die mensen geen zitje kan aanbieden.
Er is een horecazaak in de Pieter Reypenslei waar we al eens kwamen. Op een dag komt er iemand de bestelling opnemen, zij is hoogzwanger. Oké, misschien slechts vijf maanden zwanger, maar ik zie omzeggens het verschil niet tussen 5 maanden en 8komma5 maanden.
‘k Sprong bijna recht om te zeggen, Mevrouw, we zullen zelf het wel doen. Ik vond het verschrikkelijk dat een zwangere jonge vrouw moest rond lopen terwijl ik op een stoel zat te zitten niks doen. En ik werd helemaal ongemakkelijk toen ik haar later zag langskomen met een zware plateau. Ik wéét wat geladen plateau’s kunnen wegen. Vooral die ronde zilveren monsters. Mijn koffietje bleef staan, het smaakte niet meer.
In Singapore moest ik eens magnesium pillen gaan halen voor LM. In het centrum van de stad zitten de nutswinkels samen met de lunchgelegenheden in de ondergrondse verdiepingen van de zakenbuildings. Het was dus efkes zoeken.
Apotheek heet er niet drugstore zoals in de VS maar chemist omdat Singapore een Brits verleden heeft.
Toen ik de chemist gevonden had, kwam een van de oosterse elfendametjes vragen of ze me kon helpen. Ze was hoogzwanger. Of toch duidelijk zwanger. Die nuance ontsnapt mij, zei ik al. ‘k Vroeg naar magnesium pills. Ze fladderde door de winkel en ze kwetterde in een Engels dat ik amper verstond en ik vroeg me af of ik haar zou vergelijken met een vlinder of met een kolibrie. Zo frêle was ze. En zeer zwanger.
Ze plofte naar de vloer en dook onder in de schabben. Met baby-buik en al. Héla! Als de magnesium zo laag staat, zeg dat dan! dacht ik half-kwaad. Ik ben de laatste om zwangere kolibrie-dames te doen werken. En toen werd het koud tot in mijn ruggenmerg, want ze begon een soort jammerend geluid te produceren. Voilà. Mijn fout. Ze heeft zich gebukt om die magnesiumpillen te vinden en nu komt de baby. Wat is het noodnummer in Singapore?
Ze was in het Maleis aan ‘t vragen aan haar collega’s waar de magnesiumpillen stonden of wie ze verzet had en waarom haar dat niet gezegd was. Ze was wel geagiteerd, maar ze was niet aan het bevallen want ze stond recht en ging ergens iemand uitkafferen. Met datzelfde hoog geluid.
Toen ik met de pillen buiten stapte had ik het gevoel dat ik aan iets ontsnapt was. En het is zo al zweten op straat in Singapore.
Nu terug naar vrijdag, 11h20. Mijn zwangere dokter was danig over tijd. Om 13h pas was het mijn beurt en ik was ondertussen murw van het wachten. Ze kwam me afroepen in de wachtzaal van de afdeling, liet me binnen in haar consultatiehok en verdween toen even naar elders. Dat ‘even’ leek me of ze alvast naar de materniteit gebracht was.
Er zijn in de gang grote rode alarmknoppen voor de brandweer, en misschien voor security ook, maar er is geen rechtstreekse verbinding tussen reumatologie en materniteit. Geloof me, ik heb in het consultatiehok van alle knoppen in de muur de bijhorende tekst uit het hoofd geleerd. Zo lang bleef ze weg.
En toen was ze daar ineens. Ik was zo opgelucht dat ze niet afgevoerd was dat ik de helft van haar uitleg niet gehoord heb en de helft van mijn vragen niet gesteld heb. Murw van het wachten natuurlijk.
‘k Zat maar te denken en te herbedenken: wat moet ik doen als plots de dokter bevalt?
Olé-oké, Mensen, we mogen onszelf een schouderklopje geven, we hebben het streefcijfer gehaald. De 70 kaartjes voor de verjaardag van Lut uit Nijlen zijn binnen, het 71ste is gisteren toegekomen. En misschien vallen de laatste vandaag in haar bus, vermits er tijd was tot zo-15/10, tot het verjaardagsfeest. Er werd op nog twee andere plekken een oproep gedaan, wij zijn de derde plek en ulle aandeel is dus mee van tel. Substantieel, om het eens deftig te zeggen. Zo uit het hoofd tel ik al 15 of 19 kaartjes, mogelijk meer. Da’s niet slecht hé, 20 van de 70, mogelijk meer.
20/70= 28,57 % zegt de wakkere rekenmachine. ------------------------------------------------------- Van: (haar broer) Verzonden: donderdag 12 oktober 2017 20:04 Aan: (aan mij) Onderwerp: Kaartjes - Goed Nieuws
Hallo Maart,
Goed nieuws, hoor! Paul, mijn maat, heeft me daarnet laten weten dat mijn zus Lut gisteren haar 71e kaartje ontvangen heeft! Ze heeft prompt beloofd om er al zeker nog één jaar bij te doen! (en nog meer natuurlijk...). (…) Mijn zus bedankt al die mensen, die de moeite gedaan hebben om effectief een kaartje te schrijven en te versturen. Wil je ook in naam van mijn maat/schoonbroer en mezelf al die mensen hartelijk bedanken?
Vriendelijke groeten van Lut, Paul en mezelf -------------------------------------------------------
Oktober 2012. Hendrik Haan is verdwenen. Definitief.
In de nacht van 27 op 28 oktober 2012, de nacht van het omschakelen naar wintertijd. was het gedaan met de haan.
Het vriendje van maanden, was weg. De bezige overbuur, doende met zijn eigen zaakjes, het kippig geval met ’s ochtend landelijke kraaigeluidjes, de vrije vogel van het stadsplantsoen, de kleine dappere overlever, hij was verdwenen.
Waarschijnlijk werd hij van zijn stok geschud door iemand van de ‘redders’. Daar was ik al weken bang voor, dat iemand van die doe-goeders een manier zou gevonden hebben. Dé manier zou gevonden hebben: hem uit zijn struik schudden en dan een net of een groot doek erover gooien. Boerenzonen zouden wel weten hoe zoiets moet …
- Er zijn geen boerenzonen meer, troostte LM. - Jawel, zei ik kribbig, dat zijn nu allemaal gepensioneerde techniekers en boekhouders, en die wonen allemaal in onze straat. Of in het woonpark. Ze weten nog verdomd veel uit hun jeugd en hoe sommige dingen best aangepakt worden. En die leggen dat allemaal uit aan hun vrouwen. En zij zijn degenen die vannacht Hendrik kwamen roven. - Redden. - Roven. Hij is bij nacht laffelijk overvallen en beroofd van zijn vrijheid. - Redden van de winter die er aan komt, hij zit nu ergens in een warme stal bij ander pluimvee.
En in die warme stal is hij een nieuwkomer, een vreemde, een indringer, een rustverstoorder. Warme stal? Mon Oeil! Warme kookpot! Dáár is hij geëindigd! Mogelijk zelfs niet op den buiten maar gewoon ergens hier in de randstad, ergens in een huishouden waar men niet kijkt op een beetje slachtafval.
m
Het heeft tot nu geduurd eer ik er een slot kon aan schrijven, aan het verhaal van Hendrik Haan, zo erg vond ik dat toen.
Van wijn ken ik niks. Sinds een flink aantal jaren drink ik geen meer. Ik hou het bij proletarische pils.
LM probeert nog altijd graag een fles uit. Maar hij houdt er amper notities over bij, zo blijft het telkens een verrassing. Jaja, maar soms struikelt hij bijna een tweede keer over dezelfde fles. Dan raadde ik hem de aankoop al eens af. Want soms onthou ik wat hij niet lekker vond. Dan kijkt hij verbaasd, van hoe kunt gij dat weten?
Om dat ik jaren geserveerd heb, tiens. Dan onthoudt men al eens wat iemand lust en niet lust. Maar meer dan onthouden is het niet, wat wijn betreft. Ik kan een fles ontkurken, ik kan wijn inschenken -ook op een rollend schip- maar ik kan geen uitleg geven over wijn of er een verhaal bij vertellen. Dat liet ik over aan degene die proefde, degene die er iets van kende.
Of die deed alsof hij er iets van kende. Daar hebben we gênante situaties mee meegemaakt hoor, met mensen die dachten dat de kennis ter zake automatisch meekwam met de bevordering, met de gallons.
Bij elke herfstpromotie van wijn in de omliggende supermarkten gaat LM in verhoogde staat van paraatheid. De kortingen doen zijn ogen blinken. Dan pluist hij reclamefolders uit en legt hij lijstjes aan. In verschillende kleuren. Al die lijstjes staan vol kennerslatijn en geheime steno.
Hier in ’t bureautje staan onderaan de schabben vijf curverbakken op wieltjes, dat is zijn wijnkelder. Als de bakken alle vijf vol zijn, is het festival geslaagd, dan glimt LM van contentement.
Toen we nog vaarden had hij het zo niet voor wijn. Van de scheepsvoorraden op een vrachtvaarder moet men niet teveel verwachten ookni.
In 2012 waren we thuis voor de herfstpromoties maar toen herstelde hij van een knieoperatie. Hij mocht kine-oefeningen doen, en voor de rest veel rusten. Op koopjesjacht gaan was er niet bij. Toen heb ik voorgesteld een rolstoel te huren, zodat ik hem door de verschillende supermarkten kon wielen.
“Een rolstoel huren? Weet ge wat dat kost?” Hij zag zijn wijnprofijtjes al slinken. Een rolstoel huren wou hij niet. Tja, en een rolstoel gaan lenen kan ook niet hé: “goeiemorgen Buur, mag ik uw opvouwbare wielwagen eens lenen want mijn man wil naar een wijnfestival.” Nee, een rolstoel lenen wou ík dan weer niet.
Daardoor was oogst 2012 een gat in zijn verzamelinkje, door gebrek aan wielen. m EZW-10/2014
‘k Belde voor kippenvoer voor Hendrik Haan naar Tom, een kameraad van LM. Hij was aan het werk. Hij klonk nogal afwezig.
- Zal ik terugbellen tijdens de middagpauze? stelde ik voor. - Neenee, het is oké, zei Tom. Ik zag hier zojuist een meisje van een jaar of tien koekjes uit een bak nemen en in haar mond stoppen. En ik heb dat zo gelaten. - Ach ja, kinderen, deed ik vergoelijkend. - Jamaar, het is niet om haar leeftijd of omdat ze lef heeft. Of omdat ze zo engelachtig glimlachte … - Waarom dan wel? - Omdat ze dom is. - Dom? - Zég! Wij verkopen dierenvoer hé Meiske … Het zijn hondekoekjes!
Eergisteren of in de loop van de week stond een aflevering van Last Man Standing op en omdat ik een fan ben van lachvitaminen volgde ik met een half oor.
Er zijn drie opgroeiende dochters in het gezin. Over elk vriendje dat aan de deur komt om met iemand van zijn meisjes uit te gaan maakt de Pa zich over-beschermend nerveus. Het kennismakend babbeltje is een regelrechte ondervraging: of zijn moeder werkt, welk werk zijn vader doet, óf zijn vader wel werk heeft …
Daarmee brengt hij telkens de rest van het gezin in verlegenheid en hij maakt daardoor ook zijn dochters het sociaal leven onmogelijk.
Hij laat de achtergrond van eventuele schoonzoons en het gezin waartoe ze horen zelfs natrekken op zijn werk!
En vooraleer dochter+jongen kunnen vertrekken voor een avondje, zou hij eerst nog een gesprek willen met de vader van de jongen ook.
In deze aflevering verloor de Ma haar geduld :
- De meisjes hebben de leeftijd om jongens te leren kennen, Mike. Gelijk gij bezig zijt hé, zal nog een van onze dochters in het klooster eindigen. Daar zit ze dan x aantal jaren te … te novicen en dan eindigt ze als de bruid van Jezus! Moet het zo eindigen? Is het dat wat ge wilt? Een bruid van Jezus?
- … (binnensmonds) …
- Wat zegt ge? Wat staat ge daar te mompelen?
- Dan zou ik tóch nóg eerst een gesprekje willen met Zijn Vader.
Sinds iets meer dan een maand weet ik dat de vrije kip in het plantsoen hier rechtover geen hen is maar een haan. Toen ik hem op een ochtend hoorde kraaien heette hij op slag niet meer Hendrika Hen maar Hendrik Haan.
Eigenlijk was ik opgelucht: er zouden geen eieren komen, dus ook geen gegadigden die door het struikgewas zouden stampen op zoek naar een gratis ei.
Zijn nieuwe naam bleef me door het hoofd spoken, Hendrik Haan. Het kwam me bekend voor, maar ik wist niet van waar of hoe. Daarstraks schoot het me te binnen. Na meer dan een maand … Het is de titel van een liedje uit de TV-serie Ja Zuster, nee Zuster (’66-’68). Het liedje gaat over ene meneer Hendrik Haan en wordt gezongen door roddeltantes op de stoep.
Hier volgen tekst + filmpje (flutfilmpje) klank aanzetten, eventueel beeld uit, tekst volgen http://www.youtube.com/watch?v=mSITEhEtsWc 01min44 ~ het origineel, maar onvolledig !#”!!ù
Dag mevrouw Vervoort, Hebt u 't al gehoord Hendrik Haan uit Koog Aan De Zaan Heeft de kraan open laten staan Uren, uren stond 'ie open Heel de keuken is onder gelopen Denkt u toch eens even 't Zeil was net gewreven
Dag mevrouw Van Dore Moet u toch 'ns hore Hendrik Haan uit Koog Aan De Zaan Heeft de kraan open laten staan Zeven dagen stond 'ie open Heel het huis is onder gelopen Denkt u toch eens even Alle meubels dreven
Dag mevrouw Van Wal Weet u 't nieuwtje al Hendrik Haan uit Koog Aan De Zaan Heeft de kraan open laten staan Zeven weken stond 'ie open Heel de straat is onder gelopen Denkt u toch eens even Alle auto's dreven
Dag mevrouw Van Kamp Weet u 't van de ramp Hendrik Haan uit Koog Aan De Zaan Heeft de kraan open laten staan Zeven maanden stond 'ie open Heel de stad is onder gelopen Denkt u toch eens even Niemand meer in leven (Allemaal verzopen)
Kijk, wie komt daar aan? Hendrik Haan uit Koog Aan De Zaan Hendrik, hoe is 't gegaan? Had je de kraan open laten staan? "O", zei Hendrik, " 't Was maar even 't Hele verhaal is overdreven De keukenmat een tikkie nat, Onverwijld opgedweild Zo gebeurd, zo gedaan" Zei Hendrik Haan
Alle dames gingen vlug Teleurgesteld naar huis terug
Annie M.G. Schmidt ----------------------- Natuurlijk, van wie anders hé … * morgen vervolg Hendrik Haan EZW-09/2012
Een paar jaar geleden kon ik eens niet slapen -toen was dat nog een zeldzaamheid- en ik vond dat ik me beter nuttig kon bezig houden tot ik moe werd of vaak & slaap kreeg. Beter dat dan te liggen woelen in bed.
In mijn nachtelijke ijver ging ik in de keuken de kastjes onder de spoelbakken uitkuisen. Toen ik ze opentrok viel mijn cent dat ik dat jobke beter bij daglicht zou doen. Wat kon ik dan wel doen? De koelkast eens opruimen! Ja! Daar zouden we ‘s anderendaags dan weer blij mee zijn, dat de frigo zijn beurt gehad had.
Toen hij uitgewassen en opgeruimd was hield ik twee bosjes peterselie in de hand. Die bosjes mochten eigenlijk fijngehakt worden en ingevroren.
Ik spoel-&-zwier de peterselie, ’k vries de steeltjes in en ’k zou aan de blaadjes beginnen.
Toen ik de kruidenmixer uit de kast haalde dacht ik er ineens aan dat het ding een hoog krijsend geluid maakt, en dat kunnen we ’s nachts niet hebben, zo’n lawaai.
’k Was een beetje fier op mezelf dat ik daaraan gedacht had, aan de nachtrust van de echtgenoot, van de buren, van de medemens in het algemeen. Daarop nam ik de grote plank en begon de peterselie met het mes te hakken.
Iets later stond LM achter mij.
Dat moeten ze vooral doen zie, me laten schrikken wanneer ik een mes in de hand heb! ‘k Had hem bijna naar Spoed geholpen. - Weet ge hoe laat het is, zottemie ? vroeg hij en hij liet mijn pols los, het mes weg van zijn navel. - Nee, waarom? - Omdat ge hier staat te hakken in het putteke van de nacht, heel het gebouw is wakker.
Ook dat nog. ’s Anderendaags dierf ik me niet vertonen in de gemeenschappelijke delen van het gebouw. Hoe kon ik zo idioot-gek zijn om te denken dat peterselie hakken met het mes, minder lawaai maakt dan peterselie malen met het machientje!
Eigenlijk was het niet echt gek, het was gewoon dom. Maar dat blijft onder ons.
Vandaag ben ik heel fier op hem. Hendrik Haan woont in de perken van het plantsoen hier rechtover sinds 29 juli, gisteren was dat een maand. Hij is ondertussen duidelijk een haan: zijn kam is volgroeid en zijn staartveren staan er. Het kraaien klinkt nu helder, het zijn niet meer de schorre pogingen van drie weken geleden.
Vandaag was de plantsoendienst er weer. Wanneer die mensen het gras komen maaien, houdt Hendrik zich eventjes schuil in het struikgewas. Elk perk heeft vooraan een grasveldje met achterin struikgewas en daar achterin gaat Hendrik het tijdelijk ongemak uitzitten. De dame die het gras afrijdt doet dat snel & wel. Op een groot machien rijdt zij in enkele manoeuvres elk grasveldje kort en iedereen is alweer van het lawaai vanaf. Iets later komt Hendrik dan uit de struiken gestapt, maakt iet of wat entree, waarschijnlijk weet hij al niet meer dat er lawaai geweest is.
Maar vandaag waren het de mensen met de snoei- & trimmachines voor boom en struik. Die dingen zien er uit als oorlogsmateriaal en het geluid dat ze maken is navenant. Ze zijn met vier of vijf man en zij bewerken de struiken en de bomen van de verschillende perkjes tegelijkertijd. Mogelijk is dat om de geluidsoverlast voor de buurt zo kort mogelijk te houden. Dat is dan zeer lovenswaardig, maar waar moet Hendrik naartoe wanneer aan elk struikebosje het verschuilen onmogelijk gemaakt wordt door het geloei van het gesnoei?
Af en toe stopte het lawaai bij een van de bosjes, en dan hoopte ik maar dat daar Hendrik zat, dan kon hij het lawaai efkes vergeten. Kippen onthouden toch niet langer dan twee tellen, schijnt het. Maar ik zag hem nergens uit de struiken tevoorschijn komen. Deze voormiddag was ik voor het eerst een beetje ongerust voor Hendrik. Hoeveel stress kan een kippenhartje hebben?
Na de middag verdwenen de mannen, met medeneming van alle snoeisel en de perken liggen er voor een tijdje weer parkachtig bij. Eigenlijk vind ik het wild uitzicht mooier, maar om waarschijnlijk veiligheidsredenen laten ze het geen brousse worden.
Hendrik bleef zolang weg …
Was deze invasie teveel geweest? Was hij verder getrokken? Definitief naar de plantsoenen van de Leo Baekelandstraat? En toen kwam hij uit de coulissen gestapt, hij hield eventjes halt om eventueel gejuich en applaus in ontvangst te nemen en ging dan zijn terreinen inspecteren.
Hendrik is er nog! Hij heeft gelijk een echte de snoei-orkaan doorstaan. Vandaag ben ik heel fier op hem.
Tot 2008 stak ik een sigaret op, inhaleerde eens diep en dan wist ik het meestal weer. Dan ademde ik uit en typte verder. De sigaret lag op te roken.
Wanneer ik wil nadenken dan loop ik liefst rond. Nu zonder sigaret. Eigenlijk moét ik rondlopen. Het is niet iets waarover ik beslis. Mijn hoofd dicteert mijn voeten : ‘stappen’ Ikzelf kom er eigenlijk niet aan te pas.
Mijn voeten doen hun werk en mijn hoofd wacht af. Wat zich tussen hoofd en voeten bevindt is efkes onbestaand of ballast, helaas is het geen lucht. Zo had ik eens aan het slot van een openstaande tussendeur mijn linker voorarm geschramd en het bloed lekte er uit. Niks gevoeld, 'k was 'bezig'. Gelukkig is dat binnenshuis gebeurd. 'k Was aan het ijsberen.
In het terugkomen van de balkondeur vooraan zag ik een lijn kleine ronde donkere plasjes liggen in de woonkamer. Iets gemorst, dacht ik en 'k stapte erlangs. "Seffes opkuisen. Straks, want ik ben bezig".
Toen ik achteraan bij de terrasdeur keerde en op mijn stappen terug kwam zag ik in de slaapkamer óók van die ronde dingen liggen, maar groter & duidelijker & blinkend rood. Bloed. 't Mijne. En ik wist nergens van.
Al goed dat ik toen niet buiten het blokje rond aan het stappen was of ik was zonder bloed weer thuisgekomen.
De ultieme luxe, qua nadenken, zou zijn dat ik in mijn eentje 40 dagen in de woestijn mocht rondsleffen. In stilte. Enkel het geschuifel van mijn sandalen zou te horen zijn. En schorpioenen en slangen ook natuurlijk. Ook schuifelgeluidjes.
Twee mensen hebben dat al eens gedaan. Lang geleden. En dat heeft toen geholpen.
Gelukkig kan ik niet tegen de zon, dus moet ik dat niet proberen, een woestijn met haar beesten. Maar 't zou toch rustig zijn, veertig dagen. 't Zou nog beter zijn dan een oversteek op zee, want stiller. Denk ik.
Maar 't hoeft niet telkens stappen te zijn. Als men ergens niet aan uit kan is het -naar ik las- soms voldoende dat men zich enigszins verwijdert van het probleem.
Toen ik met andermans naaimachine knoopsgaten aan het uittesten was begon plots het ene na het andere te mislukken.
Om me enigszins te verwijderen van het probleem had ik toen willen emigreren naar Canada.
Zonder de gebruiksaanwijzing en weg van de tafel efkes op de sofa gaan zitten bleek voldoende. Aan iets anders denken. Na nóg een efkes wist ik wat ik verkeerd deed en alles is in orde gekomen. Zelfs de gezamelijke bloeddruk.
Het hoeft niet elke keer stappen of marcheren te zijn. Zich verwijderen van het probleem kan vanalles zijn. Efkes aan het raam gaan staan, of eenvoudiger, efkes van uit de stoel uit het raam kijken. Bij gebrek aan raam is het plafond ook goed. Staren.
Efkes rechtstaan, of efkes gewoon de rug rechten. Achteruit leunen, weg van het scherm. Alles maar efkes.
Veelal volstaat dat, maar niet elke keer.
Ooit, om het verschil neer te zetten tussen 'vastberaden' en 'vastbesloten' heb ik toch tot aan de keukendeur moeten banjeren. En dat was dan weer ver, voor een nuance.
Nee, ik heb nog geen foto's van Hendrik. Misschien zou ik daar eens werk moeten van maken. Maar hij trekt niet verder hoor. Hij heeft hier voldoende voedsel en ook geschikte slaapplaats.
'k Heb opgezocht wat een hoen eigenlijk eet. Van nature, bedoel ik. Het zijn alleseters. Dus niet enkel granen en andere zaden, ook groen en pierekes en mierekes. Gelijk wij dus: granen & zaden = koolhydraten, groen & gras = vezels, vitaminen en mineralen pierekes & mierekes = proteïnen en vetten
Awel, de grasveldjes en de struikenbosjes hier rechtover voldoen aan de vereisten, dat terrein kan leveren wat een hoen nodig heeft. Er wordt op 't Net zelfs gewaarschuwd voor bijvoederen met granen.
Vocht krijgt hij waarschijnlijk via het groen en de ochtenddauw.
Hij zal niet verder trekken. Er is rondom rond de plantsoenen niks aantrekkelijks, noch qua beschutting, noch qua voeding.
Hij blijft ook weg van voetpad en rijweg. Dus wat zou hij verder trekken. Als ik hem zo behoedzaam bezig zie vind ik het al een mirakel dat hij zonder ongelukken van de straat hierachter helemaal tot in het plantsoen hier rechtover geraakt is.
Waarschijnlijk was hij dringend op zoek naar terrein met meer beschutting en met nachtverblijf. En dat heeft hij dus gevonden hé.
't Is een zeer rustige overbuur. Hij is de hele dag bezig met zijn eigen zaakjes, ik met de mijne.
Vrij jong las ik al mee uit de boekenkasten van mijn ouders en tijdens een acrobatie om bij de bovenste plank te geraken, bij de B van Buddingh, trok ik een woordenboek naar beneden.
Dat viel pal met de punt op mijn hersenpan, ik tuimelde achterover sloeg met mijn hoofd tegen de rand van een houten voetbankje. Mijn Ma was er niet over te spreken. Door mijn klim naar Buddingh had ik een hersenschudding kunnen oplopen, meende ze.
Laura, mijn jongste zus, ving iets op over schudding & Buddingh en vertelde aan wie het wou horen dat ik een hersenpudding had.
Nu ik nogal verstrooid en ook vergeetachtig begin te worden, heeft ze uiteindelijk misschien gelijk, over die pudding.
En misschien dateert van toen de neiging naar kolder, sinds dat reiken naar Buddingh.
‘k Ben zeer blij dat het halfronde plantsoen een vaste bewoner heeft. Ik ben ondertussen fan van Hendrik, met verwondering over hoe het hoen zich daar zo vlot weet te redden, een en al instinct en reflexen. Grandioos. In dat plantsoen met zijvelden is hij geen dakloze die beschutting zoekt, hij stapt er rond met de slimme stappen van een pionier die weet wat een rechtmatige claim is: hij was eerst, dus hij zal blijven.
Maar vanavond zag ik hem iets doms doen. En is dom doen niet een beetje gevaarlijk voor een dier dat in vrijheid leeft? Ik hou mijn hart vast.
Grondvogels vliegen bij valavond naar een stok, weg van de grond want na valavond komen de roofdieren in actie. Dat hier in de randstad weinig of geen roofdieren leven weet Hendrik niet. Hij volgt gewoon zijn instinct en fladdert bij valavond naar zijn vaste stok. Keuze genoeg in de houtkant hier rechtover. Hij zit op ongeveer 2,5m van de grond, van hieruit gezien. Morgen zal ik bij die struik eens gaan kijken of mijn schatting ongeveer klopt.
Hendrik is een witte kippehaan en wat doet die uil? Op zijn tak kiest hij vandaag een plek aan de rand van het gebladerte. Daar zit hij nu al uren zichtbaar wit te wezen tegen al dat groen. Waarom hij vandaag niet IN het struikgewas een stok kiest, zoals alle vorige dagen, ik weet het niet.
Een foute fladder-berekening misschien? ‘k Ben nog eens gaan kijken. Ja, hij zit daar voor de rest van de nacht. Een klad wit, duidelijk zichtbaar tegen het groen gebladerte.
Waarom vandaag ineens zo dom, er lopen na valavond nog mensen rond Hendrik!
Zelf hebben wij geen kinderen, noch LM, noch ik, zo heeft geen van ons beiden ooit zelf mogelijke kandidaten moeten taxeren of inschatten. Maar mijn ouders wel. Achteraf bekeken heb ik die mensen wat doen lijden. Maar zij waren ook jaren en jaren te vroeg op hun hoede ! In een huis met drie dochters liepen de mogelijke toekomstigen al vroeg de deur plat.
Kameraden - Vriendjes - Lieven Iedereen bracht ik mee naar huis als een vondst, en met het enthousiasme van een jonge hond : kijk eens welke schat ik nu gevonden heb! Want ze hadden allemaal iets om speciaal te zijn. De ene kon goed tekenen, de andere had een rode fiets, … en die kregen allemaal een plaats in mijn hart (de lieven) of op zijn minst in mijn achting (de kameraden).
Sommigen bleven langer dan anderen. Die hadden dan alle promoties gemaakt, van Kameraad naar Vriendje naar Lief. Er waren ook demoties natuurlijk, de omgekeerde volgorde. En er was AF. Dat was zo geen ramp want er was altijd ook AAN.
Zo kon het terug aan geraken met bvb iemand die pas terug was van een vakantie in Griekenland. Dan was het terug aan omdat ik alle verhalen wou horen, want ik had weer iets om verliefd op te zijn. Op de verhalen en op Griekenland.
Mijn hart had veel verdiepingen en vele kamers. Mijn hart hield zeer precies bij, wie zich waar bevond in het klassement. Voor mijn ouders was het een chaos, terwijl ik vond dat het gewoon een plicht was zoveel mogelijk mensen graag te zien.
Toen het met een van de lieven menens werd en de zoentjes kussen geworden waren, verdween de rest van de hofhouding naar andere horizonten en werd ik thuis veel minder mededeelzaam over mogelijke schoonzoons.
Voor mijn ouders was het een verademing dat het betrekkelijk rustig werd op dat front.
Tot mijn zus Tina er aan begon, voor een jaar of zes. En later Laura, ook voor een jaar of zes. De overlappingen meegerekend heeft die periode in het gezin ruim 13 jaar geduurd.
Drie pubers, drie liefdesleven met al wat er komt bij kijken. In die jaren is het begrip Vlaamse Soap ontstaan. Bij ons thuis.
Over dat eieren leggen moet ik me geen zorgen meer maken.
Vanmorgen zeer vroeg ging ik het keukenvuilbakje leegmaken in de grote bak achteraan en toen ik buiten kwam hoorde ik uit de struiken rechtover gekraai komen. Hennen kraaien niet hé. Hennen kakelen. En dit was gekraai. Hendrika is dus een Hendrik, een haan. ‘k Had een jong haantje voor een hennetje aanzien. Gender-diffuus, dat beestje.
Hij heeft nog maar weinig kam en staartveren, mijn Hendrik Haan. Hij ziet er nog helemaal uit als een hen. Helemaal als een hen, maar hij zit 's ochtends wel luidkeels uit te kraaien waar hij woont! En ik maar proberen zijn adres stil te houden.
Gelukkig liggen de slaapkamers van deze gebouwen aan de achterkant. Behalve in één gelijkvloers, zij hebben de slaapkamer vooraan. In deze straat slaapt maar 1 koppel aan de voorzijde en tijdens de zomermaanden wonen die mensen op hunnen buiten. Dus Hendrik mag kraaien, hij is ongeveer veilig voor de zomerperiode. Hoe het moet wanneer de dagen korten en hij later kraait, dat zien we dan wel.
Op ’t Kiel is er eens gedoe geweest over overlast door hanengekraai. Maar dat waren toen veel hanen. Een hele klad. Hendrik kraait solo.
Langer werken, ‘k heb er al knappe economie-uitleg over gehoord en gelezen en dat zal waarschijnlijk allemaal wel kloppen, dat gecijfer, alleen, in de praktijk, zit de baas er echt op te wachten, op senioren? Op de maturiteit en de ervaring … En zo ja, als senioren dan écht zo gegeerd zijn, waarom worden we dan niet massaal binnengehaald in bedrijven, fabrieken en firma’s?
‘k Denk dat er veel pep-praat verkocht wordt over bedrijven die zitten te wachten op de 'expertise' van de senior. Veel larie en ook veel apekool.
Er is sleet en er zijn mankementen bij senioren. Punt. Zelf zou ik mezelf niet aanwerven. ‘k Zou mezelf niet aannemen wegens niet fit genoeg om 2 x 4 hrs continu te presteren. Ook niet voor zittend werk. Ik ben gewoon niet bedrijfszeker meer, zelfs niet deeltijds. En daar zit geen enkele baas op te wachten, op iemand die om de zoveel dagen naar huis moet omdat hij/zij moet gaan liggen of die weer niet kan komen wegens problemen met de fysieke infrastructuur.
Als senior is men ivm met werken best niet optimist en niet pessimist. De realiteit wordt gedicteerd door een lijf dat grillig doet.
‘k Heb op het Net gezocht naar foto’s, kippenrassen gegoogeld. Want als ik zelf foto’s ga maken ter plaatse krijg ik Hendrika niet goed in beeld én ik ga in haar grasperkjes niet rondkruipen met de camera. Dat vestigt maar aandacht op Hendrika en op het feit dat ze daar woont. Dat trekt dan weer 'redders' aan. En ze heeft echt geen mensen nodig hoor.
Voorlopig dus geen foto.
Ze is wit. Ze heeft nog niet veel kam.
En of de kam felrood is, daar zal ik morgen speciaal op letten. Met de verrekijker. Zo zie ik haar meestal. Ik hoop dat ze geen eieren legt. Uit de grond van mijn hart hoop ik dat.
Volgens het Net zou Hendrika een gewone witte huiskip zijn. Jammer genoeg vinden mensen die lekker.
Het nieuw liefje van de zoon van Hanna-van-de-broodjeszaak-hier-op-de-hoek vindt van zichzelf dat ze meertalig is en ze heeft BV-ambities.
- West-Vlaams, dat is die taal die geschreven is voor actrices, wist ze. - Voor actrices? - Voor de goéie actrices, stelde ze.
Ze had mogelijk iets opgevangen over 'op het lijf geschreven', rollen worden soms geschreven voor bepaalde vertolkers. Maar zij had het over een streektaal, die speciaal ontworpen zou zijn voor een aantal mensen?
Na een beetje aftasten en puzzelen begrepen we dat ze daarmee Maaike Cafmeyer en Liesa Naert bedoelde. En mensen als de Wimmen Willaert en Opbrouck.
- Stefaan Degand ook ? vroegen wij. - Nee, die is van Gent.
Dat Degand van Gent wil zeggen wist ze, maar dat de man desondanks West-Vlaming is is in dit landsgedeelte niet duidelijk. Alle hulp is welkom.
Dat West-Vlaams veel en véél ouder is dan al deze acteurs samen, dat moet iemand haar nog aan het verstand brengen. Maar ik niet.
‘k Heb een naam gevonden voor het kippetje : Hendrika. Omdat ze woonst gekozen heeft op de hoek met de Henri van de Veldestraat en die man was wereldberoemd in zijn branche, en ook omdat ze een hennetje is hé.
Henri (Hendrik) + hen (vr) = Hendrika.
Het adres had ze al sinds vorige week zondag. Dat heeft ze zelf gekozen en zeer goed gekozen: ze bewoont drie afzonderlijke grasvelden met elk aan de achterkant struikgewas als beschutting en gescheiden door stoeptegels die opwarmen in de zon.
Die stroken voetpad zijn na een regenbui sneller droog dan de grasveldjes en de grond onder de struiken. Op zo’n droge tegel zit ze dan, als een bol pakje pluimen, de genoeglijkheid zelve.
Na een adres heeft ze nu ook een naam maar dat weet ze nog niet. Morgen haal ik kippenvoer, want ik zou het erg vinden dat ze verder trekt omdat haar grasveldjes en struikgewas na elf dagen niks meer te bieden hebben. En misschien koop ik ook een drinkbakje. Met daarop haar volledige naam. Hendrika Hen, Kip.
‘k Ben al elf dagen aan het opzoeken en lezen & studeren over kippen. Ik spreek zelfs al wat kips.
In die elf dagen zijn nogal wat pogingen ondernomen om haar te 'redden'. Hoe beter ik haar gedragingen leer kennen, hoe beter ik kan inschatten na hoeveel tijd de redders het zullen opgeven. Hendrika heeft haar instinct en haar struikgewas, de maquis. De doe-goeders hebben enkel hun onhaalbare ideeën, inadequaat materiaal en onhandige gebaren.
Vorige zondag was echt een topdag, drie. ‘k Heb over die drie verschillende ploegjes en hun pogingen een relaas in de steigers staan, maar na een paar lijnen is het telkens alsof mijn pen met vitriool schrijft. Niet geschikt voor publicatie. Dat moet herwerkt worden. En ondertussen lach ik mij een kriek wanneer ik de zoveelste poging zie stranden op het kippig gedrag van Hendrika. Want ze heeft misschien niet veel hersens maar heel haar nek en ruggegraat zitten vol met reflexen en overlevingsdrang.
Hendrika is de kip en de doe-goeders zijn de kiekens. Vandaag is de stand der dagen 11-0 voor Hendrika.