Over een rode piek, een rode fez en rode haren Een avontuur in acht afleveringen, door SK U vraagt zich natuurlijk af wie de kluit van onze hoofdpersoon weer netjes in de grond plaatste, maar voor Roodkapje was dat geen probleem: het gat waar ze een dik jaar eerder was uitgespit was nog te zien, en na wat wiebelen en schuifelen stond ze daar weer netjes in.
Helaas was Roodkapje geen vol jaar kluitkweken gegund: drie weken voor de Kerst kwamen er weer kerels met machines die een keuze maakten uit het beschikbare boombestand en ijverig begonnen te graven.
Roodkapje was één van de eerste slachtoffers. Haar rode hoofdtooi viel de ruwe klanten nauwelijks op. Rondom oma stonden zoveel aantrekkelijke jonge kerstboompjes dat deze haar kluit steeds losser kwam van de zanderige bodem, en er was nog maar een klein windvlaagje nodig om haar omver te duwen, precies in de richting van de vrachtauto waar Roodkapje en haar pas uitgegraven zusjes al in de laadbak lagen. Brullend van schrik maakten de graafkerels dat ze weg kwamen.
Toen het begon te schemeren werkte onze heldin zich rechtop. "Kijk, zo moet je het doen!" gaf ze de kleine zusjes les in opstaan en kluit-schuifelen. Ze oefenden dat het een lieve lust was, en hédaar, kijk eens, ook oma stond ineens recht als een kerktoren ! Nou ja, die van Gronsveld*, die lekker tegen de zuidwestenwind in leunt dan. Het schuifelen had oma ook vlot door en toen het licht werd waren ze al een heel eind weg geschuifeld van de graafmachine. En als ze niet uit geschuifeld zijn ... dan zullen ze nog steeds onderweg zijn.
Einde SK,E (NL) - 02/2012 *Gronsveld, scheve toren = St.Martinuskerk - Bovenstaande tekst is geplaatst met toestemming van de auteur.
te gast bij Wim Helsen, Phara de Aguirre met 'Een verhaal van liefde en duisternis' van Amos Oz Wat was het geheim van Opa’s mannelijke bekoring? Dat ben ik misschien pas jaren later gaan begrijpen. Hij was begiftigd met een eigenschap die je bijna niet vindt bij mannen, een wonderbaarlijke eigenschap die veel vrouwen misschien wel het meest sexy vinden:
Hij luisterde.
Hij deed niet alsof, uit beleefdheid, terwijl hij intussen ongeduldig wachtte totdat ze eindelijk haar mond hield.
Hij maakte zich geen meester van de zin van zijn gesprekspartner om die gehaast af te maken.
Hij liet zijn gesprekspartner niet in het wilde weg praten terwijl hij intussen bedacht wat hij haar zou antwoorden als ze eindelijk klaar zou zijn.
Hij deed niet alsof hij geïnteresseerd of geamuseerd was, maar was werkelijk geïnteresseerd en geamuseerd. Nou ja, hij was dan ook onvermoeibaar nieuwsgierig.
Hij was niet ongeduldig. Hij probeerde niet het gesprek van haar onbeduidende zaakjes naar zijn belangrijke zaken te leiden. Integendeel: hij was dol op haar beslommeringen.
Hij had geen haast. Hij jutte haar niet op. Hij wachtte totdat ze uitgesproken was, en zelfs als ze klaar was, greep hij niet meteen zijn kans, maar bleef hij met alle plezier nog even wachten:
Misschien had ze nog wat? Misschien kwam er nog een golfje? Een verhaal van liefde en duisternis - Amos Oz
Amos Oz groeide op als enig kind van een afstandelijke, rationele vader en een romantische, depressieve moeder, in een kleine, volgepakte woning, waar boeken de hoofdbewoners zijn. Ook hij neemt zijn toevlucht tot de wereld van de boeken en observeert zijn familieleden als tragikomische personages uit het werk van Tsjechov en Tolstoj. Als hij twaalf is, pleegt zijn moeder zelfmoord. Na deze dramatische gebeurtenis die zijn leven tekent, verruilt de jongen op zijn veertiende het claustrofobische ouderlijk huis voor het buitenleven in een kibboets, waar hij op een tractor rijdt en schrijver wordt.
Een verhaal van liefde en duisternis is een fenomenaal geschreven roman, vol prachtige metaforen, humor en tederheid. Op meesterlijke wijze vervlecht Oz het verhaal van zijn persoonlijke leven met honderdtwintig jaar familiegeschiedenis, die begint in Odessa en via Polen en Praag eindigt in het door vluchtelingen, pioniers en Holocaust-overlevenden bevolkte Israël. Oz is persoonlijk betrokken bij de hoogte- en dieptepunten in de culturele en politieke geschiedenis van het door oorlog getekende Israël. Een verhaal van liefde en duisternis is een groots en fabelachtig boek over een man, een familie en een natie, verwikkeld in een pijnlijke geschiedenis.
Over een rode piek, een rode fez en rode haren Een avontuur in acht afleveringen, door SK Carnavalsfeesten zijn langgerekt en aan het eind liggen de meeste deelnemers langgestrekt. De groene mannetjes verwerkten het geestrijk vocht op een bijzondere manier: ze werden door gasontwikkeling steeds boller, als een ballon die opgeblazen wordt, en lang voor middernacht werden ze al door een windvlaag uit de feestzaal geblazen.
Er moeten flitsen geweest zijn toen ze weer terug gingen naar de vaderplaneet, maar niemand heeft daar op gelet. Ukkie, Pukkie en Jochem wisten aan de aandacht van de groten te ontsnappen en proefden hier een restje bier en daar een likje likeur, en op een vroeg moment sliepen die al de slaap der verzadigden.
Maar heeft u ooit een dronken kerstboom gezien? Nee, onze heldin zag haar kans schoon en kluit-schuifelde vastberaden de voordeur van het stadhuis uit, op weg naar haar oma. Weliswaar restten na alle avonturen van een uiterst bewogen voorvasten nog slechts hier en daar stukjes scherp glas van de herders en de driekoningen, maar de kerstmatige drievuldigheid van moedermaagd, kerstkind en vader Jozef was behouden gebleven. Natuurlijk was ook de rode piek nog steeds aanwezig, zodat ze zich met recht Roodkapje mocht noemen. Al deed ze dat niet, want ze had een zwijgzame aard. Ze liet dat aan anderen over, zoals schrijver dezes.
Het heeft niet veel zin om haar moeizame avonturen op weg naar het bos waar ze opgegroeid was te beschrijven. Het behoeft geen betoog dat ze vooral in de vakantiemaanden toen het zo lang licht bleef veel moeite had om zich ongemerkt te verplaatsen. Maar aan iedere vakantie komt een eind, de grote mensen gingen weer aan het werk en de kinderen weer naar school, en eindelijk was het zo ver. "Dag oma, kijk eens hoe mooi ik geworden ben!" ruiste ze toen ze voor haar oma stond.
"Kind, wat ben je klein gebleven, ik kan je nauwelijks zien!" rommelde het van boven, want oma was zo oud dat ze wel 30 meter hoog was. "Wat voor een rode hoed heb je op? Ik dacht dat alleen de baron een hoed droeg?" voegde oma er aan toe, en gelijk had ze, want de boswachters droegen petten.
Roodkapje legde uit dat dat een ereteken was dat ze van de ouders van Jochem had gekregen voor haar bijdrage aan een feest dat ze verder niet helemaal begreep. En toen ging het regenen, en ze bereidde zich voor op een jaartje kluitkweken. SK,E (NL) - 02/2012 Bovenstaande tekst is geplaatst met toestemming van de auteur. Wordt morgen vervolgd.
te gast bij Wim Helsen, Philippe Geubels met 'Statusangst' van Alain de Botton
We worden ertoe verleid te geloven dat bepaalde successen en bezittingen ons duurzame bevrediging zullen schenken. We worden ertoe gebracht ons voor te stellen dat we de steile kliffen van het geluk beklimmen om een weidse hoogvlakte te bereiken waarop we ons verdere leven zullen slijten; we worden er niet aan herinnerd dat we vlak na het bereiken van de top weer naar beneden worden geroepen, naar nieuwe laaglanden van angst en verdriet. Statusangst, Alain de Botton
Over een rode piek, een rode fez en rode haren Een avontuur in acht afleveringen, door SK Op de hoek van de straat stonden toevallig zowel Ukkie en Pukkie als Jochem. Tegelijkertijd schreeuwden ze alle drie "Daar gaat onze kerstboom!" Hoewel Jochem vast en zeker de langste van de drie was, waren de twee kleuters van de dokter watervlug en wisten de marsmannetjes handig te ontwijken, zodat ze onze hoofdpersoon het eerst beet hadden.
Maar helaas, het tillen van een fikse kerstboom met vers aangegroeide kluit ging hun krachten te boven. Toen Jochem zich tussen de verbaasde groene mannetjes door had gewrongen greep hij de versierde spar vastbesloten om haar stam en wilde zich er mee uit de voeten maken. Maar dat viel niet mee: aan de lagere takken hielden Ukkie en Pukkie zich stevig vast en zo ontstond er flink wat consternatie, vooral toen tot de buitenaardse wezens doordrong dat hun trofee en aanbedene ontvoerd dreigde te worden.
De drukte trok de aandacht van de arm der wet, een fors uit de kluiten gewassen Bromsnor van de oude stempel. Deze probeerde orde te scheppen in het slot van de Carnavalsoptocht, die juist weer in beweging kwam onderweg naar het stadhuis, en hij sommeerde met barse stem iedereen tot de orde.
Zo kwam het dat de laatste groep van de optocht een zeer gemengd uiterlijk te zien gaf, daarbij de jongste twee deelnemers vele moeders deerlijk ontroerden. "Ach, zulke schatjes toch, ze kunnen nog nauwelijks lopen en dan willen ze al meedoen in de optocht!"
Intussen beraadde de gemeenteraad zich over de keuze van de winnende groep. De leden van Gemeentebelangen hadden hun keuze al bij voorbaat gemaakt en daar kwamen geen kerstbomen en marsmannetjes aan te pas. Maar sinds enkele jaren waren die niet meer oppermachtig in de raad, en om dat te laten merken spanden de andere leden samen door de groep te waarderen die het minst verwacht was.
Zo kon het gebeuren dat bij aankomst de erekrans voor de origineelste groep naar Ukkie, Pukkie, Jochem, een kerstboom en zeven Marsmannetjes gegaan is. SK,E (NL) - 02/2012 Bovenstaande tekst is geplaatst met toestemming van de auteur. Wordt morgen vervolgd.
Kikkerdril en dikkopjes kwamen van plassen en poelen, uit stilstaand water. Dat ging haast vanzelf, gewoon wat scheppen met het emmertje. Thuis gingen alles in de visbak. Er was ook de grote diepe glazen slakom die al eens diende als aquarium, naargelang het seizoen. Die werd boven gehaald voor het echte werk, om de wildvang te herbergen, de stekelbaarsjes.
Stekelbaarsjes vingen we met een netje. In ’t Beekske. In de bocht, een verbreding van het beekske eigenlijk. Onder aan de wei van ’t Hooghof. Het was heel helder water en in die bocht stroomde het iets sneller en groeide er allerlei. Of er nu nog leven in die beek zit weet ik niet. Ik denk dat ze verdwenen is onder een verkaveling. Het is de Maalbeek en ze mondt uit in de Molenbeek, zegt google. En het water kwam er hoger dan mijn middel, maar dat hebben ze thuis nooit geweten.
De stekelbaarsjes hadden drie pinnekes op hun rug, ze waren erg wendbaar en ze zwommen met snelle korte snokjes, als ik me goed herinner. Ik werd nogal handig met het netje. De beestjes gingen dan in een bokaal mee naar huis. We moesten nog een heel eind naar huis. Soms waren we te voet, soms waren we met de fiets. Op een keer viel de bokaal, hij brak en toen mijn jongste zus de visjes zag spartelen brak ze in tranen uit. En toen brak mijn hart, want er was niks wat ik kon doen om dit ongedaan te maken. Dat waren veel scherven op één dag. Of we daarna nog stekelbaarsjes mee naar huis genomen hebben weet ik niet.
Vanilla is net zeventien en leeft op geregelde tijden in onvrede met de wereld, met de natuur en met het universum. Tegelijkertijd.
- Wat is het nut van menstrueren? Ik kan dat missen hé zeg! Elke keer een week van mijn leven naar de bom! Zo’n 14 keren per jaar. Nog tot mijn 52! Ik zou het kei-cool vinden als Moeder Natuur me gewoon zou teksten: 'Het is in orde hoor, deze maand zijt ge niét zwanger.'
Toen ze zag dat haar moeder haar tirade in een context aan het plaatsen was, zweeg ze abrupt.
Ik denk dat de moeder daar efkes een pil te slikken kreeg, haar dochter was dus al … eh, al sexueel actief? Hoelang al? Hoe veilig? En zonder dat zij dat wist! De moeder kennende vond ze dat laatste waarschijnlijk het ergste. Hoe het gesprek verder verlopen is, heb ik niet afgewacht.
Mijn dochter vertelt me 'alles' … 'k vroeg me af hoeveel moeders zo nog denken.
Over een rode piek, een rode fez en rode haren Een avontuur in acht afleveringen, door SK
Hoe snel marsmannetjes ook dribbelen, op hun korte beentjes schieten ze niet echt snel op. Het duurde tot het eind van de morgen voor ze bij het dorpsplein waren, en toen konden ze niet verder, want daar stond het bomvol. Men was daar namelijk de carnavalsstoet aan het opstellen, en zodoende.
De mannetjes zetten onze kerstboom eindelijk even op haar kluit, spreidden hun tenen en rustten uit. Ware het geen carnaval geweest, dan hadden ze wat meer opzien gewekt. Nu vroeg het publiek zich vooral af welke groep zich verkleed had als een klein dozijn kerstbomen. Of moesten ze Sneeuwwitje en de zeven dwergen voorstellen? "Nee joh, weet je niet meer hoe Sneeuwwitje er uitzag dan? Met haar donker als ebbenhout, en er was nog iets... maar dat weet ik niet meer..." "Bende gek man, 't benne Clavannetjes*. Weet je nog? Van Koot en Bie?" "Kennie, die was nie getrouwd. Ik hou het toch op Kerseboompies!"
Eindelijk zette de stoet zich in beweging. Omdat er diverse zatte hermeniekes* in de stoet meeliepen viel het niet op dat het Marslied dat onze groene mannetjes inzetten om de moed er in te houden een merkwaardig ritme had. Marsmannetjes hebben nu eenmaal een oneven aantal ledematen, en dan krijg je zulks. SK,E (NL) - 02/2012 Bovenstaande tekst is geplaatst met toestemming van de auteur. Wordt morgen vervolgd. * Clavannetje : https://nl.wikipedia.org/wiki/Dr._Clavan, * zat hermenieke = dronken fanfare/harmonie
Boeken zijn heel vaak een manier geweest om efkes weg te zijn van het hier & nu, van het toen & daar, wil dat zeggen.
Thuis waren er weinig vaste regels. Ongeveer alles was afhankelijk van toestemmingen En de toestemmingen waren afhankelijk van hun stemmingen. Een toestemming kon elk moment ingetrokken worden. Dié sfeer. Mijn boeken werden soms weggesloten, als straf voor iets dat gewoon hun afreageren van een eigen ongenoegen was.
Wat was er wél betrouwbaar: een ander boek! Ik had mijn eigen boeken niet meer nodig, ik las de hunne. En boeken waren er genoeg in huis, van de kelderverdieping tot boven op de overloop. Alleen ging ik door de kasten als een verdwaalde kogel, ik las alles, als het formaat maar hanteerbaar was. Dat waren dus veelal dingen waar ik nog niet klaar voor was. De verhalen van Poe las ik op mijn twaalf ongeveer en dan had ik weken lang angsten over alles en nog wat.
Pockets waren het makkelijkst te verstoppen en in mijn kamer had ik ze wegsteken op de meest ondenkbare plaatsen. Zelfs de poetshulp vond ze niet. Later werd ik nonchalanter. Ik zei gewoon dat we die werken moesten lezen voor school. En ze geloofden dat.
- Tennessee Williams voor iemand van vijftien? - Ja. - Op een katholieke school? - Jaja, voor Nederlands. En Steinbeck ook voor Nederlands … Ik kan nu nog niet geloven dat ik daar ooit mee weg raakte, dat iémand daar mee wegraakt.
Peter had het zoontje (5j) van zijn zus op logé. Hij mailt :
Een zachtgekookt eitje, dat kan toch zo feestelijk smaken hé. Dat wou ik voor ons ontbijt.
Ineens kwam Darren uit de badkamer gerend en vertelde opgetogen dat hij straks zijn tanden niet kon poetsen omdat zijn tandenborstel in de WC lag. Dit had duidelijk voorrang op alles. Ik zette het vuur onder de zachte (?) eitjes af en ging mee naar de plek des onheils.
Ik viste zijn tandenborstel uit de pot en deed die in het vuilbakje. "Deze is nu vies, deze moet nu weg Darren. Ziezo. En straks halen we een nieuwe. Een die proper is."
Darren bleef een paar tellen naar het vuilbakje kijken, keek naar de WC-pot, wees naar mijn tandenborstel in het rekje en danig in gedachten zei hij : "Dan moet die ook weg ...want die is ook al eens gevallen. Daar in."
Over een rode piek, een rode fez en rode haren Een avontuur in acht afleveringen, door SK Er kwamen regenachtige weken. Er kwamen geen kindertjes buiten. Er kwamen geen kaarsjes. Intussen groeide ons kerstboompje stevig vast, dus als er niets gebeurde zou ze moeten blijven staan tot meneer of mevrouw dokter een schop pakte. Als ze dan uitgegraven werd zou ze weer binnen worden opgesloten.
Maar let nu op! Op zekere donkere nacht - die rode ster was steeds helderder geworden – kwam er een geflits en geflikker aan de hemel. Ineens stonden er allemaal groene mannetjes in de tuin van de dokter. Groene mannetjes met vuurrode pruiken. Net zo rood als die ster.
Wie wat van sterrenkunde weet, zal opmerken dat het helemaal geen ster is, die zo helder wordt: het is de planeet Mars die steeds dichter bij komt. Iedereen weet wel dat daar groene mannetjes wonen, en soms komen die op bezoek. Het werd een heel geroezemoes om ons Roodkapje heen.
Eén van de groene mannetjes zag wel wat in haar. Hij trok de stoute schoenen aan. (Dat is maar bij wijze van spreken natuurlijk, want wie de schoen past moet hem maar aantrekken, Marsmannetjes zijn wel wijzer, die houden graag de teentjes stevig in de greep van vader Mars). Nou ja, in elk geval vatte hij moed en sprak:
"Kejje niks zegge? Kom ereis uit die blubber, dan kenne we een dansie make!" Allemaal op zijn Mars', natuurlijk, dus Roodkapje verstond er niks van. We weten ook al dat ze weinig spraakzaam is, maar dat werkte op de ambities van de andere groene mannetjes. De rode pruikjes rezen ten berge, en ze mopperden: "Playing hard to get, are you? We'll teach you a lesson!" en meer onverstaanbaars.
Hoe graag Roodkapje ook gewild had, ze kon niks terug zeggen. De slimste van de groene mannetjes stootte de commandant aan en zei zachtjes: "We moeten het wezentje uitgraven, want ze hoort hier duidelijk niet thuis!" "Wabbedoelie?" zuchtte de commandant die de jaren voelde wegen en bovendien nog hoteldebotel was van het getuimel door de dampkring. "Meenemen naar huis, natuurlijk, edelachtbare sufkop! Ze ziet er net uit als wij, groen met rood vanboven!" siste de slimste, en hij was al op weg naar het schuurtje om te kijken of daar een schop stond.
Voor ze het goed en wel wist was onze hoofdpersoon weer op vrije kluit. Maar ze kreeg geen gelegenheid om rustig verder naar het bos van haar oma te schuifelen, een half dozijn roodpruiken namen haar in een vastbesloten houdgreep en draafde in een snelle dribbelpas de tuin van de dokter uit. SK,E (NL) - 02/2012 Bovenstaande tekst is geplaatst met toestemming van de auteur. Wordt morgen vervolgd.
vanmorgen belde ik met De Student Vanmorgen belde ik Steven om met voorzichtige belangstelling te informeren naar de nasleep van het Nieuwjaarsgedruis, ivm met de kater & de kop en zo.
- Dat gaat. ’t Is te zeggen het ging. Ik ben nu met biochemie bezig. - Oei, moeilijk zeker? - Nee, eigenlijk niet, tot ik bij acetylcholinesterase kwam. - Ah, deed ik met gepast medeleven. - En nu ben ik mijn concentratie kwijt. - Oei, omdat ik belde ? Sorry, ik had niet mogen …
Hij hoorde dat ik er niks van snapte.
- Dat is een enzym en ik vind dat het toch zo’n feestelijk plezier in het bestaan heeft. - Ah? - Ik zal u een afbeelding mailen.
Iets later viel onderstaande prent in de mailbox, kleurrijke serpentines, feestelijk krulwerk.
- En nu zit ik met een verhaaltje in mijn hoofd, over feestartikelen. 'k Zou veel liever dat verhaaltje schrijven ipv verder te blokken, zette hij erbij. - Studeert gij maar verder jongen, dat schrijven zal ik dan doen, over de feestartikelen in uw hoofd.
'k Vrees dat ik het wat te snel beloofd heb, want het enzym heeft een uitbundig voorkomen, maar het is een ernstig enzym:
"Bij alzheimerpatiënten wordt met medicijnen de afbraak van acetylcholine door acetylcholinesterase geremd om het dementeren tegen te gaan."
Dat feestverhaaltje zal dus over iets anders moeten gaan.
Iemand mailde eens dat ik zelfs over een sigarettenpeuk nog zou schrijven. Natuurlijk heb ik toen verkozen dat als een complimentje te beschouwen. Ten eerste, het is al gebeurd, dat ik iets over een peuk vermeld heb, tweedes, als een peuk een rol speelt in een verhaal dan zal ik daar natuurlijk en graag uitgebreid een alinea of twee aan besteden. Omdat details belangrijk zijn.
Door die opmerking van toen denk ik nu over een studie, een schets van een evolutie, De Glorie en de Val van de Peuk in het Detectiveverhaal.
In TV-series met hoogtechnologische onderzoeksmethodes zoals CSI en NCIS komen nooit nog peuken voor. Het is niet meer beleidscorrect om peuken te laten meespelen in een verhaal. Wel worden de afgrijselijkste verkrachtingen, zedenfeiten en moorden gesuggereerd in beeld. Wel komen spuiten en naalden als attributen in beeld. Maar géén peuken meer. Taboe.
Over die verschuiving zou ik meer willen weten. Hoe evolueerden we van een rokende Mike Hammer en Columbo
naar detectivewerk waarin zelfs een peuk niet meer mag voorkomen. Geband! Alsof er niet meer wordt gerookt in de wereld. Enkel nog verkracht. En gemoord.
Vingerafdrukken staan nu niet meer op peuken maar op gesofistikeerder zaken zoals daar zijn … moet ik nog over nadenken, welke daar zijn.
Over een rode piek, een rode fez en rode haren Een avontuur in acht afleveringen, door SK Het kon natuurlijk niet goed blijven gaan. De volgende morgen werden de dokter en zijn vrouw al heel vroeg wakker geroepen door de dokterskindjes die we om redenen van privacy aan zullen duiden met Ukkie en Pukkie.
"Mam, pap, er staat een kerstboom in de tuin. Met een rode hoed op! Net Roodkapje. Hij is zeker verdwaald! Pap, haal jij hem binnen? en zetten we er dan weer kaarsjes in?"
Pap had er niet veel zin in want hij was er die nacht twee keer uit gemoeten om zieken te genezen en het liefste was hij nog een uurtje blijven doorsudderen, maar Ukkie en Pukkie konden heel volhardend zijn en dan sliep hij toch niet. Omdat er toch nog niemand op was liep hij in zijn pyjama en op sloffen de voortuin in, greep onze hoofdpersoon bij haar stam en bonjourde haar met bekwame spoed om het huis heen de achtertuin in. Daarna onttrok hij zich aan het vervolg der gebeurtenissen.
Ukkie en Pukkie waren intussen aangekleed en kwamen door de keukendeur naar buiten, om lichtelijk onzeker van stemming het aloude "O dennenboom, o dennenboom, wat zijn je kaarsjes wonderschoon" ten gehore te brengen.
Roodkapje was er ontroerd door. Veel verder kwamen ze trouwens niet, want Ukkie onderbrak de uitvoering door naar mama te rennen en te schreeuwen: "Maar er zitten helemaal geen kaarsjes in, mamma! Gaan we kaarsjes kopen?" Mevrouw dokter leidde hem af door hem op alle fraaie versierselen te wijzen, die gelukkig weinig geleden hadden van de voorzichtige manier waarop Roodkapje zich verplaatste. Wat wel flink geleden had was haar kluit. Al het geschuifel had natuurlijk slijtage met zich mee gebracht, zodat ze steeds moeilijker haar evenwicht vond. Ze vond het daarom niet zo erg dat de dokter haar die avond op een mooi plekje in de achtertuin een plaatsje gaf. Zo kon ze wat aansterken voor de rest van haar zware tocht! SK,E (NL) - 02/2012 Bovenstaande tekst is geplaatst met toestemming van de auteur. Wordt morgen vervolgd.
te gast bij Wim Helsen, Walter Zinzen met Max Havelaar van Multatuli Hoofden van Lebak, er is veel te arbeiden in uwe landstreek!
Zegt mij, is niet de landman arm? Rijpt niet uw padi dikwerf ter voeding van wie niet geplant hebben? Zijn er niet vele verkeerdheden in uw land? Is niet het aantal uwer kinderen gering?
Is er niet schaamte in uwe zielen, als de bewoner van Bandoeng dat daar ten oosten ligt, uwe streken bezoekt, en vraagt: “Waar zijn de dorpen, en waar de landbouwers? En waarom hoor ik de gamelan niet, die blijdschap spreekt met koperen mond, noch het gestamp der padi uwer dochters?''
Is het u niet bitter, te reizen van hier tot de zuidkust, en de bergen te zien die geen water dragen op hunne zijden, of de vlakten waar nooit een buffel de ploeg trok? Max Havelaar 1860, door Eduard Douwes Dekker In juni 2002 werd Max Havelaar door de Maatschappij der Nederlandse Letterkunde uitgeroepen tot het belangrijkste Nederlandstalige letterkundige werk aller tijden.
Over een rode piek, een rode fez en rode haren Een avontuur in acht afleveringen, door SK Na veertien dagen kwamen ze thuis. Doodmoe maar zeer tevreden. Met koffers vol koopjes.
Het was koud in huis, want door de open en dicht wapperende keukendeur was de verwarming uitgevallen. Ze trokken alle kleren aan die ze konden vinden om warm te blijven. Jochem van tien zette de fez die hij cadeau had gekregen zelfs niet af toen hij naar bed ging.
De volgende morgen was het weer iets aangenamer. Ineens riep moeder: "Waar heb jij die kerstboom neergezet, oelewapper, want de versiering moet er nog uit!" Vader, die wel aan oncomplimenteuze aanspreektitels gewend was, mompelde iets onduidelijks. "Jochem, ga de kerstboom eens zoeken. De piek moet er af, de kribbe met het jezussie, de herders, de os en de ezel, en vergeet ook de drie koninkies niet. Als je klaar bent moet je je vader maar roepen, dan kan die hem in de grond poten, want een kerstboom met kluit kan jaren meegaan, heb ik gehoord!"
Jochem was zo goed niet of hij ging de keukendeur uit, nog steeds met zijn rode Marokkanenhoed op, maar hoe hij ook zocht, er stond geen kerstboom.
Omdat hij nu toch eenmaal buiten was liep hij even rond om te kijken of er ook vriendjes buiten speelden, maar voor hij twee straten ver was was hij al drie keer voor Roodkapje uitgescholden en toen had hij er genoeg van. Wat jammer nou! Als hij een straat verder gelopen was had hij de kerstboom in het voortuintje van de dokter zien staan... SK,E (NL) - 02/2012 Bovenstaande tekst is geplaatst met toestemming van de auteur. Wordt morgen vervolgd.
te gast bij Wim Helsen, Brihang met Sprookje van Herman de Coninck
Er was eens een man die altijd rechtvaardig was. Herman de Coninck, Onbegonnen werkgedichten 1964-1982 De knop voor de ondertiteling staat rechts onderaan, de =-knop. Brihang in gesprek met Helsen, https://www.vrt.be/vrtnu/a-z/winteruur/3/winteruur-s3a34/ 09min17
Over Brigand : Brigand is de naam die de Fransen gaven aan de Vlaamse opstandelingen die in de Boerenkrijg tegen de Franse bezetter streden op het einde van de 18e eeuw. In de Franse taal betekent brigand gewoon struikrover. https://nl.wikipedia.org/wiki/Brigand_(Boerenkrijg)
Ongeveer dertien jaar geleden was Tina met haar kleindochter in de Basilix (shopping St. Agatha Berchem) en ze komt daar de moeder en de tante van een vriendin tegen. Deze twee dames zijn een identieke tweeling. I-den-tiek. Kledij, make-up en kapsel verschillen lichtjes, maar zijn wel gelijkaardig.
Ze gaan alle drie ergens zitten om iets te drinken. Tina neemt Poppy uit het wandelwagentje en zet haar in een kinderstoel.
Poppy (1,5j) zat te kijken naar het verschijnsel 'tweeling' en volgens wat Tina vertelde hoorde men eerst de hersentjes in versnelling gaan en daarna weer tot rust komen.
Al die tijd hield Poppy een vinger van Tina vast en toen ze het begrepen had, loste haar greep. Wat ze begrepen had weten we niet, maar met een brede glimlach had ze in elk geval het verschijnsel tweeling geaccepteerd in haar wereldje.
In het onderstaand filmpje is iets gelijkaardigs aan de gang. Alleen is het voor dit jongetje wel wat speciaal. Hij ontmoet voor de eerste keer de tweelingbroer van zijn papa. De broer van papa is natuurlijk dichter bij het wereldje van de kleine dan zomaar twee kennissen van oma.
Over een rode piek, een rode fez en rode haren Een avontuur in acht afleveringen, door SK Weg waren ze. Na de luidruchtige nieuwjaarsviering hadden ze zich verslapen. Ze hadden ze zich moeten haasten om het vliegtuig te halen...
En daar stond zij nu, met een uitdrogende kluit en vol blingbling. Die ze trouwens deels nog wel leuk vond. Sommige engeltjes, wat onduidelijk kleinvee en een stel boerenjongens met rare jassen. Drie dikke ouwe heren met gouden spikkels op de jas en pakjes aan een touwtje. Een glazen wiegje met een flink uit de kluiten gewassen zuigeling erin. Over kluiten gesproken ... haar wortels begonnen nu toch flink te jeuken. Om over haar verminkte top maar niet te spreken. Met die fonkelrode piek er op … er was een snoeischaar aan te pas gekomen.
Intussen stond ze daar maar. Een beetje wankel, zonder vocht in de kluit om hem zwaar te houden. Ze trok haar wortels een beetje bij zich om de jeuk wat minder te voelen, en ineens merkte ze dat haar kluit verschoven was. In de richting van de kamerdeur, die nog op een kier stond. Ze hoorde de kraan in de keuken druppen en heel langzaam wist ze die kant uit te komen ... zich voorover te buigen naar de gootsteen en een paar druppeltjes op te vangen op een tak om de ergste dorst te lessen. Maar voor de jeuk aan haar wortels hielp dat niet.
Bij een windvlaag klapperde die keukendeur heen en weer. Op de derde januari was ze zo ver dat ze daar tegenaan leunde. Toen de wind weer even met de boomtakken solde stond ze ineens buiten. Gelukkig miezerde het een beetje en na een hele nacht voorzichtig druppeltjes vangen ging het wat beter met de worteljeuk. Intussen had ze de smaak van het kluit-schuifelen te pakken gekregen en langzaam en geduldig trok ze de wijde wereld in.
Natuurlijk moet je als kluit-schuifelende kerstboom de spitsuren van het menselijk verkeer een beetje vermijden en je verdekt opstellen tussen ander straatgerief, maar gelukkig waren er voldoende voortuintjes waar zelfs een volledig versierde kerstboom best kon overdagen zonder al te veel op te vallen.
Er waren wel spannende momenten, natuurlijk. Soms kwamen er jongens langs die kerstbomen verzamelden voor een vuurtje. Als de jongens zagen hoe mooi ze versierd was aarzelden ze toch om haar uit te tuin te plukken waar ze de dag doorbracht. De dag dat de vuilnisauto langs kwam om aan de straat gezette bomen op te halen was het héél spannend. Ook de mannen van de stadsreiniging keken vertederd naar de nog complete versiering, compleet met herdertjes, stalvee en Driekoningen.
Na het laatste kon ze weer een tuintje verder schuifelen. Natuurlijk kwam ze daarbij wel eens een verlate feestganger tegen, die na zo'n ontmoeting voorgoed van de drank af raakte, als hij al niet in de handen van psychische hulpverleners raakte.
Na een tijdje begon ze bomen te herkennen. Niet dat ze uit haar bos kwamen, maar het was toch duidelijk familie. Ze ruiste wel eens om de weg te vragen, want natuurlijk was er maar één bos waar ze zich thuis voelde en bovendien verlangde ze er naar om haar grootmoeder haar prachtige versiering te tonen. SK,E (NL) - 02/2012 Bovenstaande tekst is geplaatst met toestemming van de auteur. Wordt morgen vervolgd.
Dit paneel is een reclame voor een natuurlijk haarkleurmiddel. Het paneel is uitgesneden naar de contouren van een weelderige haardos. De kleuren veranderen naargelang het uur van de dag en het weer. Deze vier opnames geven de tinten van de ondergaande zon en het maanlicht.
Bij donker gaan de lampen aan en kleurt het paneel wit. 'k Heb gezocht naar de locatie van deze vondst en er werd iets gezegd over de omgeving van Beirut. Dat zou kunnen, de kust van Lebanon is westwaarts gericht. Naar de ondergaande zon. Maar echt uitsluitsel heb ik niet gevonden.
De kleurstalen laten leveren door de natuur, deze reclame vind ik heel sterk denkwerk.