Tweede groep van vijf van een zestienal teksten uit het Oude testament, die namen noemen voor 'de gemeente' al geheel en voor elk van de leden afzonderlijk:
Psalm 107 v 1 en 2: De verlosten des HEREN.
" ' Loof de HEER, want hij is goed, eeuwig duurt zijn trouw'. Zo spreken zij die door de HEER zijn verlost, die hij verloste uit de greep van de angst".
Mijn schapen. Ezechiël 34 v 11: " Dit zegt God de HEER: ' Ik zal zelf naar mijn schapen omzien en zelf voor ze zorgen' " v 31: " ' Jullie zijn mijn schapen, de schapen, die ik leid, jullie zijn mensen en ik ben jullie God' spreekt God de HEER".
Hosea 2 v 1: Kinderen van de levende God " Maar eens zullen de kinderen van Israel talrijk zijn als de zandkorrels aan de zee; die niet te meten en te tellen zijn. En waar tegen hen gezegd is: ' Jullie zijn mijn volk niet meer', zullen ze weer 'kinderen van de levende God' genoemd worden".
Sieraad Psalm 78 v 61: " Hij liet zijn volk gevangen wegvoeren, leverde zijn sieraad uit aan zijn belager"
Sierlijke kroon in de hand des HEREN Jesaja 62 v 3: " Je zult een schitterde kroon zijn in de hand van de HEER, een koninklijke tulband in de hand van je God".
Welke gedachte kan ik aan elk van deze teksten ontlenen om jullie nu eens te gerieven en blij te maken:
Psalm 107 v 2: Willen jullie dat. Kunnen jullie dat: altijd de Heer loven, omdat hij zo goed is en omdat zijn trouw niet maar een klein poosje, maar eeuwig duurt. Toen jullie de Heer Jezus aannamen als jullie zaligmaker heeft hij je verlost van je zondelast, doordat hij die had uitgeboet. Is jullie angst voor alles en nog wat weg ? Zelf heb ik een taaie periode achter de rug. Tijden van verademing zijn er gekomen. Maar....ik ben bang geweest, vergat de lofprijzing wel eens, twijfelde wel eens aan 's Heren goedheid en trouw Maar ondanks deze inzinking verhoorde de Heer toch mijn gebeden. Moet ik jullie nu aansporen tot een zelfde angsthazengedrag. Nee....dat zeker niet. maar de goedheid en trouw van de Heer bleek wel hieruit, dat hij al bezig was om te verhoren, terwijl ik nog jammerde. En nu loof ik alsnog zijn goedheid en trouw. Ik verwacht eigenlijk van jullie, veerkrachtige jeugd, dat jullie het iets beter doen dan ik. Realiseer je in ieder geval telkens weer, dat je ' een verloste des Heren' bent, dat je die benaming als een eretitel mag dragen.
Mijn schapen, Ezechiël 34 v 11 en 31: Op het ogenblik krijg ik zoveel berichten van jullie, dat: - opleidingen zijn voltooid - je ergens in het maatschappelijk leven 'je mannetje al staat'. Het is misschien wel een beetje hinderlijk voor jullie, krachtige, jonge mensen om schapen te worden genoemd. Ik vraag ook niet, of je deze naam als een ereteken gaat dragen, want hij herinnert allereerst aan de genade van de Heer, niet aan jullie voortreffelijkheid, die je geschonken is door Gods genade. Maar wees blij in de harde maatschappij, waarmee je nu kennis maakt, dat er een goede, hemelse Herder is, die voor je zorgt, wanneer jij je ontsteld afvraagt: "Waar ben ik toch eigenlijk in terechtgekomen ...En wordt eilaas hier niet gevraagd, of 't mij behaagt".
Hosea 2 v 1:
Er was een tijd, dat je ' een kind van de levende God' was. Weet je nog, toen die nieuwe dienstbode kwam en toen jij, kleine ster-oog tegen haar zei: "Ben jij ook een schaapje van de Heer Jezus". Wat was het toen goed tussen jou, pril schoolkind en de Heer God.
Maar later, in je vlegeljaren...wat ben je dat ereteken: "Kind van de levende God", toen kwijtgeraakt. Ik ga je niet herinneren aan de zonden van je jeugd, toen je zo 14 tot 16 was, (Psalm 25 v 7) Wat was je in je jeugdige, onbezonnen driestheid, toen soms erg slecht bezig. En je had er een kwaadaardig soort schik in. Maar goed....: voorbij!!! Je hebt Jezus leren kennen en gaat steeds verder met de Heilige geest. Je bent weer 'een kind van de levende God'. Houen zo !!!!!
Psalm 78 v 61: Ik weet het...je spreekt niet graag meer over die langdurige terugval na je bekering . Die is nu achter de rug. Je wás al een sieraad. Vriendelijk en beminnelijk ontfermde je je in liefde over ' zwakken in de gemeente'. En toen kwam die kwade tijd, toen het allemaal een beetje een sleur ging worden. En ongemerkt raakte je buiten Gods veilige omheining en toen was het er weer allemaal, al die dingen van vroeger. O, wat deed die gevangenschap bij satan zeer aan jouw botten, gewend aan de lieflijke koorden van God. Maar o,.k....o.k....je bent terug...de wonden zijn aan het herstellen. Je gaat weer een sieraad worden.
Jesaja 62 v 3: Ga maar door, na dat tijdelijk ongeluk. Doe de sieraden van de Heilige Geest maar weer aan. Tooi je opnieuw met liefde, blijdschap en vrede en al die andere heerlijkheden. Dan komt de Heer en drukt je zijn sierlijke kroon op de slapen, die koninklijke tulband. Nu niet meer in een sleur komen hoor. Houd al de heerlijke dingen vast, die hiervoor geschetst zijn.
De vruchtr van de Geest, bestaande in B L IJ D S C H A P .
Tweede viertal teksten van een zestiental uit het Nieuwe Testament.
Eerst het 'basis materiaal':
Johannes 15 v 11: "Dit zeg ik tegen jullie om je mijn vreugde, (blijdschap) te geven...dan zal je vreugde volkomen zijn".
Johannes 16 v 22; "Jullie hebben nu verdriet, maar ik zal jullie terugzien, en dan zul je blij zijn en niemand zal je je vreugde |(blijdschap) afnemen".
Handelingen 8 v6- 8: "Alle inwoners van Samaria luisterden met grote belangstelling en vol ontzag naar wat Filippus zei toen zij de wonderen zagen die hij verrichtte: - veel mensen werden bevrijd van onreine geesten, die hen onder luid geschreeuw verlieten - tal van verlamden en kreupelen werden genezen Daarover ontstond grote vreugde (blijdschap ) in de stad".
Handelingen 13 v 52: " De in Antiochë, Pisidië achterblijvende leerlingen waren vervuld van vreugde, (blijdschap) en van de Heilige geest".
Mijn gedachten bij Joh 15 v 11: Wannneer ik zeg : "Mijn gedachten", dan weten jullie nu onderhand wel, dat ik er vele ontleen aan die verrukkelijke Korte verklaring. ik ga niet ' opnieuw het wiel uitvinden'.
Jezus is zo blij over de liefde van God de Vader. daarin koestert hij zich; daarin baadt hij als het ware. Het bewaren van Gods geboden is voor hem een vreugde, (4 v 34).Gods geboden en Gods liefde behoren onafscheidelijk bij elkaar. En nu zegt de Heer Jezus tegen de discipelen, dat ook voor hen het bewaren van Gods geboden de tedere band van de liefde tot God altijd maar meer zal versterken. Het wordt zo echt een heerlijke, heilige opeenvolging: - bewaar de geboden - geniet daardoor steeds meer van Gods liefde - wees blij dat je het voorwerp van Gods liefde bent
En zo maar voortdoende, wordt die blijdschap steeds meer volkomen, totdat zij uiteindelijk tot een nooit eindigende climax komt.
Voor jullie zit er deze les in: bewaar die geboden, die je oproepen tot steeds meer liefde, blijdschap, vrede en vriendelijkheid enz. Wees niet opvliegend, heb geen ´kort lontje´, maar een heel lange lont van geduld en lankmoedigheid. En ga zo maar door met voorbeelden van Gods geboden. Dat is natuurlijk heel iets anders dan ´nieuwe regels in een oud jasje´: - gij zult geen internet hebben - ....en geen p.c. - enz.
Gedachten bij Johannes 16 v 22: Deze tekst is toch wel min of meer ' tijdgebonden'. De disciprelen zij heel bedroefd bij het afscheid, waarvan ze de onafwendbaarheid al terdege voelen. Maar Jezus troost hen. Hij wil niet dat ze gaan rouwen om een dode, maar hij herinnert ze aan de smart van een vrouw, die onder barensweeën nieuw leven doet geboren worden. Zo gaat Jezus ook wel heen, maar hij komt lijfelijk terug, al is het maar voor veertig dagen. En de Heilige Geest, de Trooster, die niet anders doet dan Jezus' gedachten doorvertellen en levend houden, blijft eeuwig bij Gods volk.
Jullie zijn al zo veel verder in de tijd. De droefheid van de discipelen behoeven jullie niet te hebben. Voor jullie is het 'Enkelvreugd'.... zoals de engel in de Jan-Joke- verhalen heet.
Jezus is op de troon van de zienlijke en de onzienlijke wereld en door zijn Heilige Geest woont hij in ons innerlijk. Gelukkige mensen, jullie en ik.
Gedachten bij Handelingen 8 v 8: Ook ten dele ' tijdgebonden': voor die mensen in Samaria was dit alles zo volkomen nieuw; dit hadden zij nog nooit gehoord. De boodschap, die jullie al zo lang kennen: - van Jezus Christus, de Zaligmaker van zonden - de brenger van Gods koninkrijk, bestaande in genezingen en bevrijdingen, ....die blijdschap is dán zo vers en zo nieuw en zo overrompelend. De blijdschap van de Heilige Geest overspoelt hen. Maar zo'n nieuwe, frisse ervaring kunnen jullie ook krijgen. De beste plek is.... zoals ik datzelf nog onlangs ervaarde .....zo'n blijde zondagmorgen- samenkomst van de gemeente. Natuurlijk kan het ook bij andere gemeente-activiteiten.
Overwegingen bij Handelingen 13 v 52;
Er is dus in Antiochië, Pisidië, al een gemeente. Kinderen van God zoeken elkaars gezelschap op om samen blij te zijn. En een gemeente blijft het goed maken, ook als de stichters moeten vluchten. Tegenwoordig zal dat in onze streken veelal zijn: al ontvallen leiders je door de dood. De Geest openbaart zich zó krachtig in een levende gemeente ; hij blijft werken door zijn vreugde, zijn blijdschap, (Gal 5 v 22).
Kunnen jullie er weer een week tegen ? Denk erom...éen maal ontval ik jullie ook. Nochtans ook dan: moedig voorwaarts. Nu ja; dat klinkt wat parmantig. Maar het is niet zo zwaar bedoeld.
DE VRUCHT VAN DE GEEST, BESTAANDE IN: B L IJ D S CH A P.
Eerste viertal teksten van een zestiental in het Nieuwe Testament.
de teksten:
Matth 13 v 44: "Het is met het koninkrijk der hemelen als een schat, die verborgen lag in een akker. Iemand vond hem en verborg hem opnieuw, en in vreugde, (blijdschap), besloot hij alles te verkopen, wat hij had en die akker te kopen".
Lucas 8 v 13: "Het zaad op de rotsachtige bodem, dat zijn zij die het woord vol vreugde ( blijdschap) aannemen wanneer ze het horen, maar het schiet geen wortel; ze geloven zolang het hun goed uitkomt, maar als ze op de proef worden gesteld, worden ze afvallig".
Lucas 10 v 17: " De tweeënzeventig keerden vol vreugde (blijdschap) terug en zeiden: 'Heer, zelfs de demonen onderwerpen zich aan ons bij het horen van uw naam' ".
Lucas 15 v 7; "Ik zeg u: zo zal er in de hemel méer vreugde (blijdschap) zijn over éen zondaar, die tot inkeer komt dan over negenennegentig rechtvaardigen die geen inkeer nodig hebben".
Over deze teksten is veel te zeggen. Ik wil er echter voor dit maal alleen datgene uitnemen, wat op vreugde, (blijdschap), betrekking heeft. Ik tracht deze blijdschap te verklaren in het licht van de blijdschap, die de Heilige Geest geeft.
Matth 13 v 44: Velen van jullie heb ik ooit ontmoet en ik weet van de geheel nieuwe blijdschap, die er bij hen was, toen ze , temidden van de moeite en zorgen van hun leven, toegespitst op de zorgen, die ook de jeugd kan hebben, opeens ontdekten, hoe heerlijk het leven met God is en welke schatten voor tijd, maar vooral voor de eeuwigheid erin verborgen liggen. Als het goed is, hebben jullie die schat eerst in eigen hart verborgen en je goed gerealiseerd, welk een ontdekking je had gedaan. En toen ontwaakte er in jullie hart die blijdschap van Godswege nog meer. En jullie besloten, dat je deze schat van God , van het nieuwe leven, dat er in zijn dienst voor jou was, moest vasthouden, wat het je ook kostte aan populariteit bij je leeftijdgenoten. Zo was het toch ooit...ja...ja...of halleluja.
Lucas 8 v 13: Maar toen was er dat nare: dat hart van somigen van jullie was eigenlijk als een steen. Jullie waren echt en echt- hemels- blij, toen op die rally de spreker je naar voor riep. Je stond te popelen en hólde als het ware naar voor....weet je nog ? Maar toen bleek, dat alles erg 'volgens het gevoel' was. Onder die oppervlakkige laag, waar toch echt wel even 'de vreugde van de Heer' was binnengekomen, was toch die onveranderde harde laag van wrevel, kribbigheid, onvrede en onvriendelijkheid. En toen er beproevingen kwamen, (verzoekingen) : - Christenvrienden stelden teleur - Niet Christenkennissen boden schijntroost - enz., strierf het tere plantje van het 'koninkrijk van God', (zijn toekomstige en nu al in de harten beginnende zegenrijke heerschappij) af. Misschien is het zo met je en word je een en ander indachtig, dit lezende. Maar God is een goed werk in je begonnen en hij wil doorgaan en die harde korst alsnog breken. Geef hem de ruimte.
Lukas 10 V 17: Velen van jullie zijn dapper doorgegaan en zij hebben blijdschap van Godswege in hun hart gevoeld.... die heel aparte, diepere blijdschap, die geen aards geluk kan bieden ...toen zij merkten, dat demonen, die hen tijden lang gevangren hadden gehouden in allerlei jeugdzonden, vertrokken, toen de Heer ging regeren in hun hart. Zij waren niet blij om eigen voortreffelijkheid, maar roemden alleen in de genade en gaven de eer aan hun Heiland.
Lukas 15 v 7; En wat waren juillie - hemels- blij toen je eraan mocht meewerken, dat iemand uiit je omgeving, die echt hunkerde naar de Heer, maar in de zonde van- bijvoorbeeld- een of andere mysteriegodsdienst was verstrikt, daaruit vrijkwam. En voor jezelf bracht die bekering uit de duisternis tot het licht weer deze gedachte: "Nu juichen de engelen, omdat iemand echt 'een kind van God' is geworden. Ik heb nooit die gekke dingen van hem gedaan. maar ik wil mij ook echt, nog dieper bekeren, en niet alleen uiterlijk een rechtvaardige zijn, maar innerlijk ook zó worden, dat de engelen echt ongeremd over míj kunnen jubelen metr die hemelse vreugde van hen".
Dat moest het maar weer zijn voor vandaag, dacht ik zo.
Eerste groep van vijf van 16 oud-testamentische teksten over de erenamen van Gods gemeente..
Eerst al de teksten maar, dan kennen we de gezamenlijke basisstof.
Jesaja 62 v 4 NBG: "Men zal u niet meer noemen: Verlatene en men zal uw land niet meer noemen: Woestenij, maar gij zult genoemd worden : MIJN WELGEVALLEN en uw land: Gehuwde. Want de HEER heeft een welgevallen aan u en uw land wordt ten huwelijk genomen".
Zacharia 2 v 8; NBG : "Wie u aanraakt, raakt Gods OOGAPPEL aan".
Jeremia 12 v 8; "Ik heb mijn ZIELSBEMINDE aan haar vijanden (moeten) overgeven want mijn eigen volk brulde als een leeuw tegen mij".
Psalm 111 v 1: "Ik wil de HEER loven met heel mijn hart in de grote KRING VAN OPRECHTEN".
Jesaja 60 v 21 NBG: "Uw volk zal geheel uit rechtvaardigen bestaan, voor altoos zullen zij het land bezitten, een scheut die ik geplant heb, een WERK MIJNER HANDEN, tot mijn verheerlijking".
De meeste van deze teksten tonen een toekomstige heerlijkheid, die alleen maar de heerlijkheid kan zijn van Gods wereldwijde gemeente, door wie hij in toekomstige jaren de gehele aarde gaat regeren, (Jesaja 32 v 1).
Jullie, mijn lezers en lezeressen mogen als lid van de wereldwijde ware gemeente je al die heerlijke namen ook persoonlijk toe-eigenen.
Dat is me wat, jullie : - Gods welgevallen - oogappels van God - zielsgeliefden van hem - oprechte kringleden van hem - werk van zijn handen.
En jullie maken ongetwijfeld deel uit van een plaatselijke gemeente. En zeker zal het zó zijn, dat die plaatselijke gemeente nog punten van onvolmaaktheid heeft.
Maar van jullie vraag ik nu, dat je er naar tracht: - om niet koppig te zijn, als jullie Gods stem in je binnenste hoort, (Hebr 3 v 7 en 8) - om je door de vervulling met Gods Geest met succes te kunnen verdedigen tegen de aanvallen van satan, (13) - om resoluut vol te houden, ook wanneer de zware dagen van de ouderdom eens voor jullie aanbreken of ook bij eerdere grote moeilijkheden, ( 14) - om het jullie verkondigde woord door geloof aan te nemen tot 'heilzaamheid'', ( 4 v 2) - om geestelijk alles op alles te zetten om binnen te gaan in Gods rust, die je al in dít leven kan beginnen te gaan genieten, (Saevis tranquillis in undis) (veilg temidden van het noodweer) (v 11)
En wanneer je zó jezelf -door de genade van God- in conditie hebt gebracht, dan kun je er aan meewerken om de gemeente, waarin je vertoeft, mee te helpen opbouwen, totdat die betreffende gemeente: - niet meer welke grond dan ook geeft om te zeggen: "God is daar niet meer" - en dat er niets meer is, waardoor mensen met recht kunnen zeggen: "Wat een troosteloze boel". - een ommuurde, geestelijk veilige haven is, geschikt voor veel, veel gelovigen, Zacharia 2 v 8 NBV) - nooit meer zo wordt, dat God er zich uit terug moet trekken, omdat alles er zo averechts toe gaat - een plek wordt, waar God geloofd wordt door velen, die oprecht zijn geworden, omdat zij hun gewaden gewassen hebben in het bloed van het Lam, (Openb 7 v 14) - een verzameloord wordt van alleen maar mensen, die zich gerechtvaardigd weten door het offer, het bloed van Jezus Christus, (Romeinen 5 v 9)
Lieve vrienden; wat een opdracht : - voor eigen leven - ten dienste van Gods wereldwijde gemeente.
Mogelijk zeg je: "Wie is geschikt voor deze taak ?!", ( 2 Cor 2 v 16) De Heilige Geest wil er voor zorgen, - dat elk persoonlijk aards motief wordt gesublimeerd - dat pure oprechtheid je hart gaat vervullen - dat je onverbrekelijk met Christus wordt verbonden, (17).
Aan de slag; mijn zegen heb je. ("We moeten elkaar meer zégenen", hoorde ik laatst in een preek)
De teksten: Handelingen 2 v 38: "Keer u af van uw huidige leven en laat u dopen onder aanroeping van Jezus Chritus om vergeving te krijgen voor uw zonden . Dan zal u de heilige Geest geschonken worden".
Handelingen 2 v 41: "Degenen die Petrus'woord aanvaardden , lieten zich dopen; op die dag breidde het aantal leerlingen zich uit met ongeveer drieduizend".
Wat een gebeurtenis: vijftig dagen, nadat 'de man van smarten' daar gehangen had op die heuvel, volstrekt alleen, gebeurde er opeens iets , dat die éne man liet uitbotten tot 3120 mensen, die met elkaar een gemeenschap vormden en zich wijdden aan het gebed.(42).
3120 mensen, die zich lieten redden uit het verdorven mensengeslacht, (40).
Iedereen, die gedacht mocht hebben: "Het is toch stil geworden rondom die Jezus. Er zijn wat verhalen geweest over een opstanding en een hemelvaart, die maakten, dat we ' ons hart vasthielden'. Maar in hioofdzaak nu al vijftig dagen stil. We hebben dit wel gehad. Volgende zaak maar weer", kwam nu 'van een kouwe kermis thuis'
Die ene !!!...en nu waren het er opeens duizenden. En ze hadden al zo'n gezamenlijke geschiedenis : - allemaal zo diep getroffen door dit woord van Petrus, eens een lafaard, nu een held, (37) - allemaal die ene vraag: "Wat moeten we doen?" - allemaal die innerlijke omkeer en dat uiterlijke teken - allemaal die geweldige belofte van 'het komen van de heilige Geest in ieder hart'.
Gisteren keek ik onze samenkomst eens door. - Twaalf lieve, jonge mensen waren net feestelijk ingehaald: de kinderclub voltooid, nu binnengebracht in de tienergroep en 'de grote sam'. - Iemand, genezen van dodelijke ziekte, dankte de Heer in het midden van zijn volk. - een baby met grote 'aanvangsmoeilijkheden'door zuurstofgebrek, werd oopgedragen...zag er nu heel goed uit.
En daarna ging ik naar mijn kinderclub en vertelde het heerlijke verhaal van Ruth. En ik wist, dat er op honderduizenden plaatsen in de hele wereld gemeenten zijn, waar zulke dingen gebeuren. En dat alles is begonnen bij die ene stille figuur, die net geroepen had: "Vader...in uw handen beveel ik mijn geest". Zijn grote werk was net vlak daarvoor volbracht. In de zichtbare wereld was het even stil gebleven, maar nú !!
Maar zo'n groot werk kent ook zijn 'verdere stadia'. En voordat het zo groot kon groeien als het nu is, moest de grondslag verbreed worden. Van een 'nieuwe richting in de godsdienst van de Joden' moest het worden tot iets met een organisatiestructuur, geschikt om 'de hele wereld te dragen'.
En daarvoor lezen we nu: Handelingen 11 v 19- 21 : "De leerlingen die verdreven waren als gevolg van de onderdrukking die na de dood van Stefanus was begonnen, trokken naar Fenicië, Cyprus en Antiochië, maar verkondigden Gods boodschap uitsluitend aan de Joden. Enkele Cyprioten en Cyreniërs onder hen, die naar Antiochië waren gereisd, maakten daar echter ook de Griekse bevolking bekend met het evangelie van de Heer Jezus. De Heer steunde hen bij deze taak, zodat veel mensen overgingen tot het geloof in de Heer".
Daar ís de verbreding. Wat zullen die evangelisten geaarzeld hebben. "Kunnen we dat nu wel doen. Het brood van de kinderen aan de heidenhonden geven ? Maar wacht eens : stond onze Meester niet ook eens voor dat dilemma ".(Matth 15 v 21-28).
Maar de honger van de niet-Joden was zo groot; de vermoeidheid allerwegen met al die ruziënde, zondigende goden, daar op de Olympus zo overheersend, dat de boodschap hun als het ware van de lippen werd gelezen en zo gretig aanvaard, dat het duidelijk werd: "Hierop wacht de wereld". En toen werd de Heer geloofd en geprezen door Jood en Heiden samen en al spoedig door overwegend Heidenen En in die gemeente van Antiochië waren al snel apostelen, profeten en leraars. Hand 13 v 1. En er ontbloeide ook een missiegerichtheid: Barnabas en Saulus werden afgevaardigd naar andere wereldgebieden, (2).
En zó is het gekomen. En- hoewel de even totaal verraste vijand: satan, zijn tegenaanval heeft georganiseerd- gebeurt het nog steeds: - dat mensen in het hart worden getroffen door de blijde boodschap - dat zij zich af willen keren van het leven, dat ze tot dusver leidden - dat zij zich laten dopen -onder aanroeping van Jezus Christus' naam-om vergeving van zonden te krijgen - dat de Heilige Geest wordt uitgestort - dat er trouw gebleven wordt aan de grondgedachte: "Jezus Christus, Zoon van God, verlosser, Ichtus". En op die in Antiochië gelegde fundament- verbreding wordt nog steeds doorgebouwd.
Er is nog veel werk te doen. En jullie mogen dat vele werk doen in de naam van Vader, Zoon en Heilige Geest, door de Drieëenheid aangedaan met kracht: - wijs de hoeksteen, Jezus Christus , maar aan evenals Petrus - laat de Heilige Geest je inspireren, zodat ook nú nog mensen, die naar jullie luisteren, diep getroffen worden ten goede - breng ze maar tot inkeer en tot omkeer en tot berouw over hun zonden - wijs ze maar op de Heilige geest, die het werk van Christus voortzet, Hem in de herinnering brengt, zodat de Heer Jezus nooit bij ons weg is. - zoek maar nieuwe mogelijkheden op. Toen de roep tot mij kwam: "Leer wat eenvoudige dingen aan van Internet", ben ik er op ingegaan. En nu beantwoord ik vragen in Zuid-Afrika, Australië en Duitsland enz. En overal die zelfde honger. - De Heer gaat jullie helpen, zoals hij mij helpt.
Jongens en meisjes...jullie met je frisse aanvalskracht. Wat een kansen !!!
Ik typ maar met twee vingers. Ik heb misschien maar twee talenten, wie zal het zeggen. nu ja; ik kan er twee talenten bijkrijgen...wie weet...en die vier kunnen er acht worden. God is groot.
Maar jullie: zonder uiitzonderingen; voor typen het tienvingersysteem en voorbestemd voor TIEN talenten.
O, wat een gouden toekomst gaan jullie tegemoet, die overigens pas ten volle zal blijken in het eeuwige rijk , dat wacht 'na ons door genade bevorderd worden tot hoger heerlijkheid'.
Vierde en laatste tweetal teksten van een achttal uit het Oude testament
Jesakja 65 v 17- 19: "Zie...ik (God) schep een nieuwe hemel en een nieuwe aarde. Wat er vroeger was raakt in vergetelheid, het komt niemand ooit nog voor de geest. Er zal alleen maar blijdschap zijn en groot gejuich om wat ik schep. Ik herschep Jeruzalem in een jubelende stad en schenk haar bevolkimng vreugde. Dan zal ik over Jeruzalem jubelen en mij verblijden over mijn volk".
Jesaja 66 v 10 en 11: "Laat allen die Jeruzalem liefhebben zich met haar verheugen en juichen om haar, laten allen die om haar treuren nu samen met haar jubelen Aan haar vertroostende moederborst zullen jullie drinken en verzadigd worden, haar rijke, volle borsten zullen je zogen en verkwikken".
Wij zijn als gelovigen op weg naar het rijk van de blijdschap. Het is nu al zio goed om te leven in de 'ark van het behoud', Jezus Christus, Het is nu al zo goed om de loopplank van het geloof opgelopen te zijn, zodat je werkelijk veilig bent, wanneer in jouw leven 'de zondvloed nieuwe stijl' losbreekt, die voor elk mens op een heel onverwacht ogenblik kan komen.
Maar hoeveel vreugd temidden van de druk er nu op het ogenblik al is, nu de rijkdommen van het evangelie met zijn gaven en vrucht van de Heilige Geest nog maar begínnen te komen...hoe veel heerlijker gaat het nog worden !
Lees maar: - alles wordt zo volkomen nieuw. 2 Petrus 3 v 10 zegt weliswaar: ""De aarde wordt blootgelegd en alles wat daarop gedaan is komt aan het licht", wat inhoudt, dat de aarde zelf -in ieder geval aanvankelijk- blijft bestaan. Maar de zuivering van God doortrekt die aarde zó en al het verkeerde wordt zó zorgvuldig weggedaan, dat alles nieuw wordt. Dat gebeurt al in beginsel in het sduizendjarig tijk , na Jezus' wederkomst, Zelfs daar is het nog niet helemaal volmaakt, want God werkt veelal langs lijnen van geleidelijkheid; Jesaja 65 v20 zegt: "....en wie geen honderd wordt, geldt als vevloekt".
Maar tóch: in de nabijheid van Jezus, op zijn 'heilige berg'', waar de gelovigen mogen verkeren, daar worden nooit meer gesprekken gehouden over: - de verleidingen van satan, waaraan wij hebben blootgestaan - de ziekten en tegenslagen, waaronder wij zo zwaar hebben geleden. Zulke gesprekken zijn daar zo volkomen weggewist , als dat alleen kan, wanneer God alle tranen van de ogen afwist. Altijd alleen maar blijdschap, Denk nu niet, dat een mens alleen maar kan leven in een sfeer van stress en uitdagingen. Engelen jubelen al zolang, 'eeuwigheden'; toen de aarde geschapen werd, waren zij er al om te juichen. Maak je maar niet druk om zo'n vraagje. Straks is dat ook verzwolgen in éen gote, blijvende, energie-scheppende blijdschap,. En evenals de engelen juichten, toen het heelal als een nieuwe schepping uit Gods handen kwam, ( Job 38 v 7)...zo zullen wij juichen om wat God in die komende tijden weer gaat scheppen.
De gemeente, nu dikwijls plaats van gehakketak.... (tijdens de musical lieten de meisjes hun blote armen zien, nou...ik heb er maar eens een anoniem briefje aan gewaagd) ...zal dan een en al jubel zijn, wereldwijd. Al de bewoners, de gelovigen van die stad krijgen van 'moeder gemeente' alleen maar vreugd toebedeeld. En in die vrucht van de Geest, in die blijdschap jubelt God met ons mee,.Eindelijk is zijn volk....VEILIG THUIS.
Nu treuren wij nog vaak om het harde lot van hen, die ons lief zijn, onze medegelovigen, die over het rond der aard: - in gesloten vrachtwagens worden verbrand - in gesloten containers in de volle zon worden geroosterd - in armzalige kleding in bittere kou worden doodgevroren. Maar allen, die Gods volk wereldwijd beminnen..... die er nu in gebed omheenstaan ter redding, evenals eertijds de discipelen stonden om de doodgestenigde Paulus, ( Hand 14 v 20) ..al die liefhebbers van de Heer, gaan al in het duizendjarig rijk over haar volkomen wordend herstel juichen en zich samen met alle gelovigen verheugen.
En dan drinken wij ons maar weer vol goede gaven aan de borst van de wereldwijde gemeente, die altijd maar weer meer te geven heeft vanuit de oneindige bronnen van levend water van God, voor ons ter beschikking gekomen door het offer van onze Heer Jezus Christus en verder voor ons toegankelijk gemaakt door de Heilige Geest..
Zo veel verkwikking in het rijk van de vreugde, waarnaar wij onderweg zijn.
Jongens en meisjes...loop niet weg van de eeuwige vreugde en blijdschap, die komt, om je te laven aan de schijnvreugde van nu. Dat zou de slechtst denkbare ruil zijn.
Derde tweetal teksten van een achtal teksten uit het Oude Testament over dit onderwrep.
Jesaja 35 v 10: " Zij, die de HEER heeft bevrijd, keren terug. Jubelend komen zij naar Sion, gekroond met eeuwige vreugde. Gejuich en vreugde trekken de stad binnen, gejammer en verdriet vluchten eruit weg|".
Jesaja 51 v 3 en 11; "De HEER troost Sion, hij biedt troost aan haar ruïnes Hij maakt haar woestenij aan Eden gelijk, haar wildernis wordt als de tuin van de HEER. Het zal een oord zijn van vreugd en gejuich, waar muziek en lofzang klinken. ...... Wie door de HEER zijn bevrijd, keren terug. Jubelend komen zij naar Sion, gekroond met eeuwige vreugde".
Lieverds....., in onze eigen samenkomst krioelt het van de jonge mensen. Krachtige jongelingen en lieftallige jongedochters. Het is net of zij door hun jonge geloof in Jezus nog eens te meer krachtig en mooi zijn geworden Ik kan er zo met genoegen naar kijken vanuit mijn ouderdom.. maar soms wil ik toch ook wel zeggen: "Verwacht het niet al te zeer van deze wereld, jongens en meisjes.. Staat niet in Handelingen 14 v 22: " Wij wezen hun erop, dat wij pas na vele beproevingen, (verdrukkingen) het koninkrijk van God binnen kunnen gaan".
Verwacht het niet te veel van deze wereld, ook al doet hij jullie nog zo plezierig aan, jullie met al jullie diploma's en in deze tijd een weelde van banen, waaruit je maar hebt te kiezen.
Er is hier zoveel schijnvreugde. Maar bij God is een goed-gebaande weg, die uitloopt op eeuwige heerlijkheid. Doe de onreinheid weg uit je hart, want anders kom je so wie so niet op die heilige weg. Laat je ook niet in de war brengen door allerlei dwaze praat, zodat je op het laatst gaat meedoen, want anders blijft die heilige weg ook ontoegankelijk, (8). Maar jullie, niet bekoord door de tijdelijke schijnblijdschap van deze wereld, door de genade van God verlost van allerlei vunzige en rare gedachten, bevrijd van allerlei remmingen en afsnoeringen in jullie brein... doordat de genade van de Heer jullie in Jezus Christus' bevrijdende werk heeft bezocht ...gaan jubelend naar Gods 'gouden stad'. Op jullie hoofd een kroon van vreugde, van vreugde, die niet verwelkt, zoals records op aarde, die soms na enkele dagen al sneuvelen. Gejuich en vreugde, wanneer jullie in toekomende tijden, te beginnen met het duizendjarig rijk , die stad binnentrekken. En door de poort aan de andere kant van de stad sluipt stil het gejammer weg, in gezelschap van alle verdriet.
En dan is het ook nog eens zo, dat al die vreugde, al die blijdschap en dat gejubel nú al kunnen beginnen. Jullie kunnen er een voorschot op nemen en dat doen jullie ook. Ik heb jullie wel zien zingen hoor met dat jeugdig enthousiasme: (585 Opwekking) " Er is een dag, waar al wat leeft al lang op wacht, een dag van blijdschap, als heel de schepping wordt bevrijd...' ..... en wat er dan verder aan heerlijks volgt.
Weet dat jullie dat geestelijke Sion mag zijn, dat heil gaat bieden aan de hele wereld. Een Sion dat eerst door de Heer getroost wordt, wanneer hij álle tranen van de ogen afwist, Maar dan de beloning voor deze volhouders-door-genade. Ruïnes slopen.... en zeg, dat er wereldwijd ruïnes zijn op te ruimen. De wereld bloedt uit duizend wonden. Er is zoveel woestijn, in geestelijke en natuurrlijke zin. O...om dan te mogen helpen om woestijnen te bevloeien, niet alleen geestelijk, (Jesaja 32 v 1), maar ook in het gewone leven-van-alle-dag . En dan wordt jullie blijdschap-nu al- (dán verdiept) , een oorzaak van vreugde en gejuich, van blijde muziek en lofzang voor alle aardbewoners.
Jonge adelaars, gebruik je vleugels, potentiële adelaarsvleugels. laat je bevrijden van alles, wat tegenhoudt. De blijdschap van nu, temidden van velerlei tegenslag.... die voor jullie nog zo helemaal moet komen ....die blijdschap wordt dan eeuwig. Geleid door Gods Heilige geest, bevrijd door Jezus, ga je die heerlijke toekomst tegemoet. Volhouden lui. Ik heb je voor het heden nooit een rozentuin beloofd...maar wel voor de toekomst.
Het nieuwe Testament over het ontstaan van 'de gemeente'.
Tot nu toe de eerste aanduidingen in het oude testament van dat heerlijke, waartoe jullie allemaal mogen behoren: de gemeente. Ik wenste wel, dat jullie vandaag-zondag-allemaal een manifestatie van die gemeente ergens in een stad of dorp hebben bezocht. En ook is het mijn vurige wens dat je op de plaats, die de Heer op dit ogenblik voor je bepaald heeft, je beste krachten wijdt aan die gemeente.
Maar goed; na deze spontane ontboezeming verder.
Welke teksten biedt ons het Nieuwe testament.
Jezus begon met een volk en uit dat volk koos hij een groep. En die groep was een voorbeeldtype voor honderdduizenden, ja miljoenen groepen later. Een groep met twee kenmerken: - gezamenlijkheid - verscheidenheid.
En nu- wat laat-; de teksten::
"Jozef.....zoon van David...wees niet bang je vrouw Maria bij je te nemen, want het kind dat ze draagt, is verwekt door de Heilige geest. Ze zal een zoon baren. Geef hem de naam Jezus, WANT HIJ ZAL ZIJN V O L K BEVRIJDEN VAN HUN ZONDEN".(Matth 1 V 20 en 21)
Marcus 3 v 13- 19: "Jezus ging de berg op en riep al degenen bij zich op wie hij zijn keus had laten vallen en ze kwamen naar hem toe. Hij stelde twaalf van hen aan als apostel; ze moesten hem vergezellen, en hij wilde hen ook uitzenden om het goede nieuws bekend te maken..." (volgen de namen).
In Matth 5, de Bergrede, zijn de grote principes voor het volgen van Jezus neergelegd. Dat gedeelte ga ik nu niet helemaal; citeren. Maar ik wil mij bepalen tot het belangrijkste principe van alle: Matth 16 v 16: "Simon Petrus antwoordde: 'U bent de messias, de Zoon van de levende God'".
Jezus: de Heer is heil, verlossing en zaligheid. En wat is dat heil: verlossing der zonden. En wat moet hier verstaan worden onder :zonden - allereerst de schuld en de straf, waarvan zijn volk verlost wordt - vervolgens de macht en de gevolgen van de zonde, waarvan zijn volk wordt verlost. Dat is nog eens iets. Het is oneindig veel meer dan de vleselijke, de aardse verwachtingen van het Joodse volk. Als het volk van de Messias zijn te verstaan, allen die deze verlossing van hem begeren.
Het antwoord lag Petrus 'op de tong'. Het werd door hem als woorvoerder van de andere discipelen gegeven. Ze stonden er achter.En toen ze dit uitspraken, werden ze van leerlingen tot belijders, en van volgelingen tot aanbidders. (vele gedachten ontleend aan 'de korte verklaring' ) Jezus is volgens hun gezamenlijk oordeel de Christus , in wien al Gods beloften en Israels verwachtingen zijn samengetrokken. Christus: - drager van een geheel enige waardigheid - Zoon van God; die geheel unieke verhouding tot de VADER - Geliefde van God, Man in wie God zijn welbehagen , zijn vreugd heeft.
En dan Markus 3 v 3- 19: Wat een voorrecht om uit die grote schare geroepen te worden. En wanneer de geroepenen dan voor hem staan dan geeft hij hun een driedelige taak: - training door de Heiland zelf voor hun toekomstige taak - Als herauten uitgaan, op last en met een boodschap van hun Zender - om de tekenen van het koninkrijk te laten zien evenals Jezus dat deed; demonen uitbannen allereerst, want - de demonen zijn de herauten van het duivelse rijk, dat al veel te lang vrijwel absolute macht heeft gehad - het uitdrijven van deze vreselijke tegenstanders zal het teken zijn dat 'happy times are here again", het lichtrijk , het koninkriojk van God komt er aan.
Jullie, mijn vrienden en vriendinnen, mogen stappen in de voetsporen van Petrus, van de discipelen en uiteindelijk van Jezus zelf. Jullie beginnen het heil, de verlossing en de zalighed te 'begrijpen'. Jullie zien de vergeving van de zonden niet als een wat vaag begrip. Maar jullie weten, dat de potentie van Jezus' offer jullie schuld wegneemt, waardoor er ook vrijspraak is van straf. En jullie weten uit eigen leven dat de macht, die satan door allerlei verslavingen over jullie had, is verbroken, toen je leerde in de naam van Jezus weerstand aan hem te bieden. Satan verdwijnt als 'de grote, verschrikkelijke derde' uit al jullie conversaties. Jullie onderkennen door de geesresgave van 'onderscheiden van geesten' zijn inbreng in jullie onderlinge gesprekken, wanneer je gesprekspartner, of misschien jullie zelf, elementen van haat, terneergeslagenheid, onvrede, onvriendelijkheid enz toelaten. Je leert - in ieder geval innerlijk- te zeggen: "Ga weg satan" met grote kracht en volmacht, zoals Jezus die had.
En de gevolgen van de zonden, aantasting van jullie lichamelijke, zielse en geestelijke gezondheid door allerlei kwetsuren, gaan verdwijneen of worden tot eretekens.
En twijfelloos houden jullie het vol tegen elk woeden van de wereld, die 'de grote belijdenis ' wil ontkrachten. Als zij zwijmelen in ronkende woorden over God zonder diens Zoon zelfs maar te nóemen, zien jullie in, dat God alleen gekend wil worden in 'de Christus', de weg, de waarheid en het leven. En elke keer, dat je die naam belijdt, zonder welke de naam van God eigenlijk een 'lege huls' is in de wollige woorden van zovele anderen, worden jullie weer wat meer van sympathisant tot 'moedige vaandeldrager', van ídee-volger' tot volger van de Zoon van de LEVENDE God, omdat je dat Goddelijke leven, door Gods genade te verkrijgen , ziet als het meest begeerlijke dat zich denken laat.
En dan word je een heraut, een mens met een Goddelijke opdracht. Je drinkt het verdere onderricht, dat de heilige Geest je geef, met gulzige, verrukte teugen in. Je zoekt de demonen op , daar waar hun eigen terrein is, de donkere kant van de onzichtbare wereld. Zoals het van Jezus geschreven staat in Lucas 11 v 14: "En hij was bezig een boze geest uit te drijven..." , zo mag het voor jullie eveneens gelden: "Altijd doende in de onzienlijke wereld, daar, waar de mens alle eeuwen lang niet heeft kunnen komen".
Groei maar boven mij uit , jongen en meisjes, jullie, éen en veelkleurig door de genade van God. Word maar reuzen, jullie door God geliefden, tegen wie ik vrolijk en blij opkijk.
Het begin van het denken over ´de gemeente' in het Oude testament;
God kiest een volk, een STAD en een T E M P E L.
Psalm 132 v 13 en 14: "De HEER heeft Sion verkozen en als woonplaats begeerd: 'Dit is , voor altijd, mijn rustplaats, hier verlang ik te wonen' ".
Jesaja 2 v 2 en 3: "Eens zal de dag komen dat de berg met de tempel van de HEER rotsvast zal staan, verheven boven de heuvels, hoger dan alle bergen. Alle volken zullen daar samenstromen, machtige naties zullen zeggen: 'Laten we optrekken naar de berg van de HEER, naar de tempel van Jakobs God. Hij zal ons onderrichten, ons de weg wijzen en wij zullen zijn paden bewandelen' ".
Wat is toch dat eeuwige, waarnaar het verlangen van de Heer uitgaat. Wat is de bekroning, die hij zeker gaat verwezenlijken.
Hij zoekt; - een gezindheid van vertrouwen, zoals hij die vond bij Abram - hij zoekt een volk, dat hem vertrouwt - hij zoekt een STAD, waar zijn getrouwen samenwonen - maar uiteindelijk zoekt hij een T E M P E L , waar hij zijn beminden kan onderrichten, de weg wijzen naar steeds groter heerlijkheden, en zijn rechte paden uitduiden.
Uiteindelijk wordt die tempel zijn 'eeuwige rustplaats'.
En 'de gemeente', (de kerk) is die eeuwige rustplaats.
Laat ik mijn eigen ervaringen tot uitgangspunt nemen: - vanmorgen was ik in de 'plenaire samenkomst', de 'zondagsam'', waar een vurige prediker een oproep deed om onze persoonlijke liefderelatie met God en Jezus elke dag te verstevigen. Maar hij deed dat in het kader van een geweldige stroom van eerdere predikingen van weer anderen, die ons wezen op de vrucht van de Geest, de gaven van de Geest, gedegen kennis van de bijbel, kortom op alle vele aspecten, die in deze wonderbaarlijk rijke tijden beurtelings aan ons getoond worden. - tijdens de dienst was er vlak voor mij zo'n lieflijk gezinstafereeltje van ouders met jonge kinderen. Aan het eind van de dienst complimenteerde ik de ouiders voor dat verrukkelijk stel en de moeder antwoordde: "De oudste komt in augustus al op uw bijbelclub" - Even stond ik met een drietal gelovigen vlak bij elkaar. En met éen van hen zei ik al die oude psalmen op, zoals wij die vroeger elke maandag op school moesten kennen en die wij in de kerk zongen. Zo'n oude schat van vroeger, (Matth 13 v 52). Het was zo fijn; met deze broer heb ik eigenlijk weinig contact- onze sam is ook zo groot-. En nu kwam het er eens van. De derde in ons gezelschap verzuchtte: "in de kerk, waar ik meestal vertoefde, werd bijna uitsluitend uit het Nieuwe Testament gepreekt. Ik vind dat toch ergens een tekort". - Daarna ontmoette ik iemand, die onlangs een geweldige geloofsversterking heeft gekregen en en grote uitredding mocht ervaren. En wij waren samen blij. - toen was er weer een zus, die opmerkte: "Wat een leuke spencer hebt u aan". Mijn dag was al goed, maar werd er alleen maar beter van. Lieve complmenten zijn zo goed als 'geestesvrucht' - en daarna waren er opeens vlugge voetstappen achter mij. 'Weer een zus' overhandigde mij een foto met de woorden; "Kijk....die maakten wij onlangs van u tijdens het ouderenuitje in het kader van 'de algemene foto-aktiviteit". De 'gave van helpen' ten voeten uit. - en zo ging dat maar door. Blij gestemd en heerlijk versterkt peddelde ik naar huis.
Kijk; dat is gemeente-zijn. En dat gun ik jullie allen. Werp je maar in de stroom van een van leven tintelende gemeente en doe mee. Bouw samen.
Aan die gemeenten werkt God door. Dáar wil hij wonen met zijn Geest en met zijn hele Persoon. Dát Sion verkiest hij. Die berg van heil bouwt hij steeds verder uit Eens komt die dag.... we zingen er ook van .....dat de volledig opgebouwde gemeente, vol van Gods Geest , met alle leden vol gaven en vrucht van de Heilige Geest, rotsvast zal staan temidden van de volkerenzee. In ´het duizendjarig rijk´zal steeds duidelijker blijken, dat de gemeente eigenlijk het epicentrum van alle wereldbeweeg is geweest, altijd een centraal punt, waarom de hele wereld zich schaart. Het is niet zo, dat de gemeente hoger zal zijn dan de Himalaya. Nee, geestelijk gezien wordt ´de gemeente´een ontmoetingscentrum voor de gehele wereld. En...in de dienst van God en van Jezus en van de Heilige Geest gekomen, maar dan ook volledig, mogen jullie daar staan om de volken van de hele wereld, van Albanië en Arabië, van Barbarije en van België...van enz enz.... - te onderrichten - de weg te wijzen - de goede paden aan te duiden.
Aan jullie wordt dan Jesaja 32 v 1 vervuld: `Een koning, (Jezus), die rechtvaardig regeert en leiders (jullie, als je het spoor blijft houden) die leiden volgens het recht. ze zijn als een beschutting tegen de wind, als een schuilplaats voor een wolkbreuk, als waterstromen in een dorre streek , als de koele schaduw van een rots in een dorstig , uitgedroogd land".
Want reken er op dat er dorst zal zijn bij de uitgedroogd toestromenden.
Wat een taak. Volhouden jongens en meisjes, niet in het gezicht van die grote toekomst nog de steven wenden naar verraderlijke oevers.
Tweede tweetal teksten ( of tekstengroepen) van een achttal uit het Oude testment
Psalm 105 v 37 en 43 : "God liet zijn volk vertrekken met zilver en goud, niemand in hun stammen ging strompelend weg. .......... God liet zijn volk in vreugde vertrekken, zijn uitverkoren volk jubelend gaan".
Psalm 119 v 111 Üw richtlijnen zijn mijn eeuwig bezit, ze zijn de vreugde van mijn hart".
Dat was me wat , toen het volk Israel uit Egypte werd bevrijd. Dat eigenlijke weggaan was zo feestelijk, tegen een achtergrond van gejammer en geklaag bij 'de anderen'. In Exodus 12 v 36 wordt beschreven, hoe de Egyptenaren aan de Israelieten goud en zilver meegaven...als ze maar wég gingen!
Maar er was meer....de Egyptenaren waren nog diep onder de indruk van de dood van hun eerstgeborenen en de rouwklacht daarover ( v 33) was nog volop gaande. Maar terwijl daar ach en wee was en bitter noodgeschrei, was er in vele Israelische hutten nog extra vreugd naast de algemene vreugd, allemaal vrij te zijn. Daar lag ergens een oude grootvader verlamd te bed, al sinds jaar en dag door iedereen als een bedlegerige gekend. En opeens stond hij op en riep: "Ïk kan mee zonder dat jullie mij hoeven te dragen. Kijk nu toch: ik strompel niet eens.".
En daar gingen ze...hun bevrijding ging gepaard met een enorme verrijking. Wel zouden zij later heel die verrijking weer gebruiken om een huis voor de Heer op te richten. Maar in ieder geval keken zij perplex naar al hun zegeningen: - vrij ...geen slaaf meer - gefortuneerd...allemaal...en niiks geen 'kale neten' meer - ferm stappend...tot zelfs oude over-oma toe, die je altijd alleen moeizaam strompelend had gekend.
Jullie, jongens en meisjes...jullie zijn ook van die geluksvogels, door de genade van de Heer. Door jullie vertrek uit het rijk van de zonde met al zijn schijngenietingen hebben jullie in beginsel zulke schatten verkregen. Jij daar, jongen van vijftien....om bij je vrienden te horen, dronk je veel te veel bier...net zoals zij veel te veel bier dronken, omdat zij ook 'erbij wilden horen'. En zo hielden jullie elkaar voor de gek en vernietigden jullle bij elke dronken bui miljoenen van de honderd miljard hersencellen, die je had. En nu: die schat aan hersencellen kan zich vrij verder opntwikkelen. Dat kapitaal kan zich straks manifesteren.
En jij, die strompelde onder je pornokijken met alle kwalijke gevolgen van dien....geen gestruikel meer , maar vrij van elke verslaving met ferme stap op weg naar het beloofde land.
Zou er dan geen vreugde zijn in je hart, hemelse vreugde om al de weldaden, door God aan jou bewezen.Zou je dan niet van die hemelse blijdschap jubelen.
Weet je, wat Prediker 11 v 9 zegt; "Geniet dus beste vriend, van je jonge jaren. haal je hart op aan de dagen van je jeugd. Volg de wegen die je hart wil gaan, gun je ogen wat ze wensen" Vrij van belemmeringen kun je nu van je jeugd en je verkering genieten. En je vernieuwde hart wil je alleen maar brengen naar blij werk ten dienste van de naaste: - in evangelisatie - of in weeshuizen saneren in Roemenië - of in jeugdhonken bouwen in Brazilië. Je vernieuwde innerlijke ogen willen alleen nog naar blijde dingen van de Heer zien.
"God zal je weliswaar aan zijn oordeel onderwerpen', (9 ), maar hij is geen 'Zwarte Zwadderneel', die er op uit is om je te grijpen. Hij is in dit verband jouw God, die je zal vragen; - Heb jij wel voldoende je verheugd in het geestelijke zilver en goud, dat ik voor jou had gereedgelegd, - was je wel echt diep verheugd over je vaste gang na al je gedwaal
En het moet toch niet moeilijk zijn om op die vraag jubelend en juichend te antwoorden: "JA !!!!"
Neem mij nou...ik ben een oude man en mijn vrouw is een oude vrouw. Voor ons zijn de dagen gekomen van: - verminderd licht door zwakker wordende ogen - druilerigheid door kwaal op kwaal, (Pr 12 v 2) - onvaste benen en handen, - uitvallende tanden, (3) en doofheid, (4) - bangheid voor van alles en allerlei tonicums ,die niet meer helpen, (5).
Nou ja; bij mijn vrouw is het allemaal wat erger dan bij mij. En ....wij zijn nog vrolijk en vol verwachting van goede dingen. Dus jullie zeker.
Ga door met dat eeuwige bezit van de Heilige Geest die niet anders doet dan Jezus steeds vaster maken in jullie brein. Laat dat de vreugde van je hart zijn: de nieuwetijds-richtlijnen van God, die zijn wet in jullie hart schrijft, (Jeremia 31 v 33)
Eerste twee teksten (of tekstengroepen) van een achttal , in het Oude testament genoemd.
Psalm 21 v 7; U schenkt de koniing voor altijd uw zegen, u verblijdt hem met het licht van uw gelaat".
In de voorgaande teksten gaat het in eerste instantie om David, die luisterrijke overwinningen heeft behaald.Maar David is een profeet, (Hand 2 v 30) en in zeer vele woorden , opgeschreven van hem, vinden wij iets terug van 'de grote David', die eens zou komen, onze Heer Jezus Christus.
En we vinden het allemaal bij Jezus terug. - Door de kracht van de heilige Geest kon hij de overwinning proclameren , toen hij riep: "Het is volbracht", (Joh 19 v 30). ( 2 van deze psalm) - altijd was de Zoon van God bereid om Gods wil te doen, een wil die resuteerde in zijn uiteindelijke menswording.(3) - en wat is onze Heer Jezus met rijke zegen gekroond en wat kreeg hij een gouden kroon, de naam boven alle naam, opgezet(4) ( zie ook Ef 1 v 21) - En de Zoon van God, zelf God, heeft daarnaast een nieuwe dimensie ontvangen. Jezus, als mens, zit nu op de troon naast God, voor eeuwig en eeuwig en eeuwig, (5) - roem, glans en glorie zijn nu zijn deel, (6).
Maar wij kunnen nu wel uitsluitend naar de Heer Jezus kijken in zijn onbeschrijflijke majesteit, maar de Heer heeft dit alles aan zijn volk beloofd. De gelovigen, die eens met hem zullen zitten in zijn troon, zoals hij gezeten is in de troon van God, mogen hieruit de gevolgtrekking maken, dat zíj uiteindelijk 'Gods gezegenden' zijn.
Jullie en ik, bekeerd, nieuw-geboren, vervuld met de Heilige Geest, mogen deze dingen ons toeëigenen, als wij maar volharden. Dat wil nu niet zeggen, dat mensen, die over zichzelf alleen kunnen zeggen: - ik ben bekeerd - ik ben bekeerd en wedergeboren, nu maar moeten denken: "Dit gaat mijn neus voorbij". Welnee; wanneer voor jou de eeuwigheid begint en je altijd 'de naam des HEEREN hebt aangeroepen', dan komt die volledige heerlijkheid vroeg of laat, (Joël 2 v 32). Want ook in het toekomstige leven is er nog zoveel gelegenheid om te leren. Dat betekent anderzijds nu ook weer niet , dat mensen, die op wat meer 'beginnersniveau' verkeren, nu kunnen zeggen: "O...Ik volsta hier nu maar mee...kalmpjes..heel kalmpjes", want iedereen begrijpt dat 'stilstand achteruitgang is'.
Goed: - vol blijdschap kunnen wij nu al over aanvankelijke overwinningen juichen, wetende, dat bij volhouden steeds meer overwinningen wachten en dat elke doorstane verzoeking tevens een beproeving van de Heer is, om ons te louteren tot hogere overwinningen.(2) - u heeft zoveel keer gevraagd, al zingende: "Zend het vuur neer, zend het vuur neer zend het vuur des Geestes neer. Wij verlangen te ontvangen..." En dat verzoek van uw lippen is niet afgewezen. Echt een reden tot vreugd en blijdschap van Godswege, (3). - En een kroon, een krans van overwinning ligt voor iedere volhouder gereed.; een kroon, die zegen , een eeuwig leven in de nabijheid van de Allerhoogste inhoudt, een dagelijks verder leren in zijn hemelse levensschool, nu al beginnend, in de eeuwigheid voortdurende tot nooit eindigende climax.(5) '- God overwint, alles is genade: wij hebben die kroon alleen maar in ontvangst te nemen en behoeve aan de Heer God alleen maar ons vertrouwen te geven, opdat het ons, evenals aan Abrahm , tot gerechtigheid gerekend wordt.(6) zieGenesis 15 v 6) - zo gekroond door God , met zijn zegen, die gelijk een onverwelkelijke lauwerkrans is, staat daar de nieuwe mensheid, het door God begeerde geslacht, gereed om zich in het licht van zijn gelaat te verheugen. Dat is jullie toekomst, gelovigen. Vetrouw het niet van het heden, maar verheug je in het grote loon van de luister bij God, die jullie toekomst is. Dat is jullie voorland. Verheug je , evenals Jezus in de genade, die voor je ligt,..(Hebr 12 v 2)
En min of meer als een anticlimax laat ik nu volgen:
Psalm 51 v 10 en 14: "Laat mij vreugde en blijdschap horen: u hebt mij gebroken, laat mij ook juichen ...Red mij, geef mij de vreugde van vroeger, de kracht van een sterke geest|".
Jullie mijn lezers en lezeressen, zullen het ook al wel meegemaakt hebben, dat jullie kroon, die julle nu al mogen dragen, van je geroofd werd door allerlei omstandigheden.(Op 3 v 11) Bij David waren die omstandigheden heel droef: hartstocht, die leide tot overspel, ja zelfs tot moord.
Bij julie is het waarschijnlijk niet zo hevig. Maar je kúnt kermen: "O, waar zijn mijn vreugde en blijdschap, toen ik op de jeugd zo blij stond te zingen bij die inspirerende spreker. Ik ben gebroken. De Heer heeft mij de consequenties laten zien van mijn eigen afwijken. Hij heeft toegelaten, dat ik buiten de veilige omheining ging...daar waar de valkuilen van satan liggen. Wat zou ik graag weer willen juichen. Wil God mij nog redden en mij die blijde vreugde uit de dagen dat ik mijn kroon nog had, teruggeven. Zou ook die verslagen geest, door eigen onnadenkendheid , weer kunnen worden tot een sterke geest? ".
Dan is daar een goede boodschap voor de 'backsliders'. Het kan allemaal weer goedkomen. Zeg tegen de Heer: "Ö Heer, in de naam van Jezus kom ik bij u en vraag vergeving. Ik doe belijdenis van wat zo onschuldig begon met veel te veel drinken. En toen kwam daar bij : te veel roken. En toen kwam er een draaikolk op gang: te veel snoepen, zodat het ziekelijk werd, brutaal zijn op school, weggestuurd worden, brutaal zijn in allerlei pestbaantjes voor ´mensen zonder startkwalificatie´...en nu...zo helemaal klemgezet..." (Ik noem maar een van de vele voorbeelden).
Maak er haast mee om zo te handelen. Blijf er nu dan toch eens een keer in volharden. Vraag de Heer ook om díe genade. En door allerlei beschadigingen heen, kunnen vreugde, blijdschap, gejuich, en een sterke geest terugkomen.
En dan verder om genade vragen om niet nog eens 'weggesleurd te worden'.
Naast een volk was en is de Heer ook ' op zoek' naar 'een stad'.
Psalm 46 v 5 en 6; " Een rivier, wijd vertakt, verblijdt de stad van God, de heilige woning van de Allerhoogste.
Met God in haar midden stort zij niet in, vroeg in de morgen komt God haar te hulp".
Psalm 48 v 2: "Groot is de HEER, hem komt alle lof toe. In de stad van onze God, op zijn heilige berg".
Een volk woont in een land, gegroepeerd rond een hoofstad, met in die hoofdstad 'de plek waar het allemaal gebeurt'.
Al de tijd, dat Israel door de woestijn trok, die lange, lange veertig jaar, was er dit ideaal: het beloofde land. En eindelijk: ze zagen het land !!!! daar aan de overkant van de Jordaan, daar lag het, Wat moet er door al die mensen heengegaan zijn, toen ze op de top van de berg Pisga stonden, (Numeri 21 v 20) .
Het land was er inderdaad, het was geen fata morgana....en het land was binnen bereik. Maar de hoofdstad en de centrale plaats, waar 'de dingen gingen gebeuren': die waren er nog niet Later kristalliseerden ook die aangelegenheiden uit. Jeruzalem werd de hoofdstad. Daar zou de Heer zijn zegen geven, die als een wijd vertakte rivier die stad zou verkwikken...die stad, zo bij uitstek het kloppend hart van de natie , de woonplaats van de grote Koning.. Daar zou zijn eer verkondigd moeten worden
Wij weten.... en nu kom ik even op de vorige bijbelstudie terug ....dat het volk Israel al deze grote doelstellingen niet heeft kunnen bereiken. Zeker; de hoofdstad kwam er. Maar de rijke godsvrucht, die deze hoofdstad moest voeden, konden zij niet opbrengen. De lofzangen tot zijn eer, die de bestaansgrond van die stad waren, vervaagden en verkeerden in gruwelen, die voor de Heer God vreselijk waren om naar te luisteren, (Amos 5 v 23).
En toen moest de stad Jeruzalem verlaten worden.
Maar dit alles is niet vergeefs geweest. Jezus moest spreken tegen de achtergrond van deze ten ondergang gedoemde stad. Hier kwam hij als haar tegendeel op de meest volstrekte wijze tot zijn recht.
En de Heer geeft herkansingen. - In deze stad overwon Jezus de kracht van de hel en de kracht van de dood. - In deze stad, het aards Jeruzalem, stond hij op uit de dood. - In deze stad voer hij ten hemel om in zijn hoogste functie bevestigd te worden. - In deze stad stortte hij de Heilige Geest uit.
En jullie, gelovigen, die door je doop in de Heilige Geest deze heilige stad van God nu bewonen...jullie hebben door die Heilige geest: - die je kan laten profeteren, (Marcus 12 v 36) - die je steunt bij het spreken (Marcus 13 v 11) - die je intens blij kan maken, (Lucas 10 v 21) - die je troost, (Joh 14 vc 26) - die je gaven en vrucht schenkt(Hand 2 v 380 - die de weg wijst, ((Hand 13 v 2) - die je lichaam tot een tempel wil maken, (1 Cor 6 v 19) - die je met de andere gelovigen vormt tot een gelukkige, geestelijke gemeenschap, (2 Cor 13 v 13) - die alle beloften van God aan je verzekert, (Ef 1 v 13) - die Jezus aan ons steeds sterker verklaart, ( 1 Cor 12 v 3) ....jullie hebben de mogelijkheden om de stad van God, het hemels Jeruzalem, tot ontplooiing te brengen: - door met een rivier van gebed met vele vertakkingen, lofprijs en aanbidding, de Heer te benaderen - door God zo sterk om zijn genade te prijzen dat het hemels Jeruzalem nooit of te nimmer instort - ...en wanneer de grote miorgen op het punt staat aan te breken en de machten van satan op het hevigst woeden, dan draagt jullie geloof, door de Heilige Geest versterkt, ertoe bij, dat God zijn stad te hulp snelt.
Het aards Jeruzalem is een schim vergeleken bij het eeuwige Jeruzalem, waarheen wij op weg zijn.
Daar was dus Abram, later met die 'hogere' naam: Abraham.
We lazen, dat hij door zijn vetrouwend geloof, door zijn gelovig vertrouwen, Gods hart zó stal, dat God hem uit dat vertrouwen rechtvaardigde. Van zijn kant vertrouwen. Van Gods kant aanvaarding , het brengen in de rechte staat tegenover God. Dat gebeurde uit Gods vrijmacht om te doen, zoals hij doet, om te handelen, zoals hij handelt. Wij behoeven in wezen niets anders te doen dan vertrrouwen op Gods GENADE.
Vele eeuwen verstreken. Uit Abraham was in de loop van die eeuwen een groot volk voortgekomen. En God ging zijn beloften aan Abraham aan dít volk vervullen,.
Hij deed dit vanuit zijn liefde en trouw, Deuteronomium 7 v 6 t.m.9: "Want u bent een volk dat aan de HEER , uw God is gewijd. U bent door hem uitgekozen om, anders dan alle andere volken op aarde, zijn kostbaar bezit te zijn. (7) Het is niet omdat u talrijker was dan de andere volken, dat hij u lief kreeg en uitkoos- u was het kleinste van allemaal ! (8) Maar....omdat hij u liefhad en zich wilde houden aan wat hij uw voorouders onder ede had beloofd, heeft de HEER u met sterke hand bevrijd uit de slavernij, uit de macht van de farao, de koning van Egypte. Besef dus goed: alleen de HEER , uw God, is God en hij houdt woord, hij komt zijn beloften na en is trouw aan ieder die hem liefheeft...."
Op grond van Gods belofen aan Abraham... God houdt zich aan zijn beloften .....koos de HEER, toen de tijd gekomen was om verdere stappen te ondernemen, de nakomelingen van Abraham uit: - ze waren aan hem gewijd, ze hoorden op een heel speciale manier aan hem toe - zij waren- uit al de vele volken, die er al waren, de Chinezen, de Azteken, de Indianen- zijn kostbaar bezit op grond van hun afstamming van Abraham, die ze wél moesten waarmaken door hun persoonlijk gelovig vertrouwen in God
En...hoe heeft dit slavenvolk, gedemoraliseerd en goeddeels van zijn eigenheid beroofd door honderden jaren slavernij, het er af gebracht ? Jullie kennen allemaal die grote en dramatische geschiedenis van het vrijgekomen volk. Ik hoef dat nu allemaal niet te herhalen van: - niet helemaal gelukte verovering vasn het beloofde land - éven die grootse bloei onder David en Salomo...even de voorafschaduwing van het grote, hemelse volk, dat komt - dan toch weer: afval, geestelijke réveils, voortgezette afval, ballingschap, terugkeer, opbloei, verstarring: een grootse 'vaderlandse geschiedenis'.
En of ze nu mislukt waren of toch een ietsjes gelukt....feit is, dat toen Jezus kwam, daar precies die wereld zo was, zoals die uiteindelijk zijn moest: - vol schijngodsdienst - maar innerlijk zo dood....zo dood - met toch nog weer sintels, die konden opgloeien.
En - even vooruitlopend: - jullie zijn het definitieve volk van de Heer, aan hem gewijd - door jullie vertrouwen , zoals Abraham dat had, zijn jullie de echte voortzetting. - jullie zijn klein in getal, maar door Christus, die alles veranderd, in de mogelijkheid om rijk met de heilige Geest te zijn vervuld. - jullie hebben zoveel meer kansen dan de Joden eertijds. Zij leefden in onbegrepen, vage afwachting van dat bevrijdende woord "Het is volbracht" met al zijn heerlijke gevolgen - het was voor hen zo veel moeilijker om te zien op 'het innerlijk' en niet in uiterlijkheden te vervallen
In ieder geval: het volk der Joden bleek op het glorieuze ogenblik, toen de aartsengel Gabriël tot Maria kwam met die prachtigste boodschap van ooit, geschikt als 'broedstoof' voor het zich ontwikkelende wezen van onze Heer Jezus.
Van jullie, met je veel meerdere mogelijkheden, wordt gevraagd, om een passende entourage te zijn bij Jezus' tweede komst. 1 Thessalonicenzen 4 v 17 roept jullie en mij op om een welkomstcomité te zijn voor onze Heer Jezus in die grote uren , waarin de bazuinen klinken: En als de ontslapen reuzen eerst ácte de présence hebben gegeven, dan is het jullie beurt: "...daarna zullen wij, die nog in leven zijn,, samen met de -ontslapen en uit de dood gewekte 'reuzen' van alle tijden- worden weggevoerd op de wolken en gaan we de Heer in de lucht tegemoet..."
Tegemoetgaan veronderstelt in triomf met de 'gearriveerde' naar de aarde terugkeren.
Je kunt erbij zijn. Zorg, door genade te aanvaarden, dat je erbij bént.
Vierde en laatste groep nieuw-testamentische teksten over 'de goddelijke liefde'
2 Timotheüs 1 v 13: "Neem als richtsnoer de heilzame woorden, die je van mij hebt gehoord , houd vast : - aan het geloof - en aan de liefde die in Christus Jezus zijn"
1 Johannes 2 v 5; "In wie zich aan Gods woord houdt, is zijn liefde ten volle werkelijkheid geworden; hierdoor weten wij, dat wij in hem zijn".
1 Johannes 4 v 8-10, 12, 16 t m.18; " Wie niet liefheeft, kent God niet, want GOD IS LIEFDE . Hierin is Gods liefde ons geopenbaard: God heeft zijn enige Zoon in de wereld gezonden, opdat wij door hem zouden leven.Het wezenlijke van de liefde is niet, dat wij God hebben liefgehad, maar dat híj óns heeft liefgehad en zijn Zoon heeft gezonden om verzoening te brengen voor onze zonden. Niemand heeft ooit God gezien. Maar als we elkaar liefhebben, blijft God in ons en is zijn liefde in ons tot volle werkelijkheid geworden.Wij hebben Gods liefde leren kennen en vertrouwen daarop. GOD IS LIEFDE. Wie in de liefde blijft, blijft in God en God blijft in hem. Zo is de liefde bij ons werkelijkheid geworden, en daardoor kunnen wij op de dag van het oordeel vol vertrouwen zijn, want hoewel wij nog in de wereld zijn, zijn wij als Christus.De liefde laat geen ruimte voor angst: volmaakte liefde sluit angst uit, want angst veronderstelt straf. In iemand die angst kent, is de liefde geen werkelijkheid geworden`.
Jullie, gelukkige jonge mensen, die deze bijbelstudies lezen, juliie lezen heilzame woorden, woorden, die jullie geest, ziel en lichaam gezond kunnen maken. Niet omdat het míjn woorden zijn, niet omdat het Paulus´woorden zijn, maar omdat het Gods woorden zijn , die in hun liefde genezend zijn. Wanneer jullie vasthouden aan het geloof in en het vertrouwen van God, dan zal de liefde van Christus ook van jullie gaan uitstralen tot genezing van mensen in jullie omgeving.
Doordat die heerlijke liefde van God, door hem uitgestort in jullie harten door de Heilige geest zich aan het openbaren is in allerlei moildheid jegens de mensen, waardoor jullie omringd zijn, krijgen jullie des te meer lust om je aan zijn woord te houden, niet als letterknechten, maar de geestelijke betekenis van zijn woorden steeds meer begrijpende. En dit alles geeft je de blijde zekerheid dat je mag rusten in Gods genade.Alles gaat van hém uit. jullie waren niet de eersten met jullie liefde voor hem, nee hij was de eerste. Zei Jeremia het al niet in 31 v 3; "Ik heb je altijd liefgehad. Mijn liefde zal je altijd vergezellen".
Wanneer je je mocht begeven in allerlei discussies, die niet blij maken en in allerlei gepoch, zoals van die Farizeeër in de tempel, ( je weet wel: toen ook die tollenaar daar was) , gepoch dat ook niet blij maakt, dan ken je God niet werkelijk, want God kennen is tevens zijn genade kennen en zijn onvoorwaardelijke liefde, die zich naar ons uitstrekt van eeuwigheid.
Nooit genoeg kan je het zenden van Gods Zoon door God de Vader bezingen in zijn liefde-bewijzend karakter.
God, de Onzichtbare, woont nochtans door zijn Heilige Geest in je brein. Als je nu de potentie in je hebt om andere mensen onvoorwaardelijk lief te hebben, ook als ze niet naar je woorden luisteren....als je in het bijzonder je medestrijders liefhebt, door alle verschillen heen. dan blijft God in je wonen en dan bloeit de liefde van Godswege, steeds verder op.
Laat je dus nooit tot agressieve gedachten brengen, wanneer de mensen je niet willen toelaten in hun harten met het goede nieuws. Blijf ook dán in de liefde. Raak je al eens in heilige toorn, zoals Jezus ook wel overkwam, zondig dan niet. laat de zon er niet over ondergaan. Kom in de rust. Blijf liefdevol.
Er komt een oordeelsdag, Matth 25. Wanneer de liefde van Jezus, onuitputtelijk en geduldig, vol van wijze ,opbouwende vermaning, in je blijft, behoef je geen angst te hebben voor die dag.
Trouwens: liefde laat geen ruimte voor angst. Ik weet dat velen van jullie toch nog kampen met angstgevoelens. Zie die restanten als een aanmoediging om je hart nog meer wagenwijd open te zetten voor de genade en de liefde van God, zodat je te meer weet, dat je straffeloos bent, doordat Jezus voor je zonden betaald heeft en ook je dagelijkse zonden, die er nog wel zijn, vergeeft, (1 Johannes 2 v 1), totdat uiteindelijk die dagelijkse stroom door Gods gezondmaking wordt to een stroompje en gaandeweg ophoudt.
Derde groep nieuw testamentische teksten over de Goddelijke liefde.
Efeze 2 v 4 en 5 "Maar.... - omdat God zo barmhartig is - omdat de liefde die hij voor ons heeft opgevat zo groot is, heeft hij ons, die dood waren door onze zonden, samen met Christus levend gemaakt; ook u bent door zíjn genade gered...".
Efeze 3 v 18 en 19: "Dan.... kracht en sterkte ontvangen hebbende door Gods Geest .....zult u ...met alle heiligen...de lengte en de breedte, de hoogte en de diepte kunnen begrijpen, ja de liefde van Christus kennen die alle kennis te boven gaat, opdat u zult volstromen met Gods volkomenheid".
Efeziërs 5 v 2: "Ga de weg van de liefde, zoals Christus die ons heeft liefgehad ( die weg gegáan is) en zich voor ons gegeven heeft als offer , als een geurige gave voor God"
1 Timotheüus 1 v 5: "Het doel van je opdracht- de goede leer van Christus onderwijzende- is: de liefde die voortkomt uit een rein hart , een zuiver geweten en een oprecht geloof". ................ Uit deze gezamenlijkheid van heerlijk teksten leren wij onder andere, ( want zij zijn zo overrijk, dat ik er maar zo nu en dan iets uit kan aantippen):
- liefde en barmhartigheid gaan samen. Wannerer wij iets willen ervaren van de liefde, die God door zijn Geest in onze harten heeft uitgestort, dan dienen wij er dus ook op te letten dat er enige barmhartigheid bij ons te bespeuren is. Barmhartigheid is mededogen, dat ook helpen kan. Op kinderclub zag ik dat laatst zo lief bij een meisje van tien. Een clublid stuntelde met het vouwen van een blaadje. En toen dat lieve, zachte stemmetje: "Geef maar even. Ik doe het je wel vóor". Niets geen ophef. Jullie, al zo geweldig bezig in het grote leven, zijn toch ook wel weer stuntelaars met ' papiertje vouwen op hoger niveau'. Maar God in zijn genade wil je helpen. En....word ook barmhartig.
- Gods liefde is overstelpend groot. Bespeur je die liefde in je eigen hart door Gods genade, dan ga je het geheim kennen, dat gelegen is in het aanmoedigen van je medegelovigen inplaats van het 'hen katten'. Dan heb je een overstelpend reservoir van geduld om : - niet op elk slakje zout te leggen - maar om elk opbloeien van leven in doodse sintels te belonen met je bemoedigende woorden Dan.... vervuld met Gods Geest en staag de liefde opbouwend dloor het positief verwerken van allerlei gebeurtenissen... dan krijg je oog voor alle dimensies. Niet alleen de aardse maten, lengte, breedte en hooge zul je kennen, maar ook die vierde maat, de maat van de onzienlijke wereld van God, de diepte.. En later, niet nu direct.... want dan zou je hart barsten van de diepe emotie .....ga je Gods volkomenheid steeds dieper doorgronden
- en...als die weg vasn de liefde offers vereist.... en dat zal die weg doen, want Jezus heeft zelf gezegd: "Zij hebben mij vervolgd...zij zullen ook u vervolgen" ( de duivel en de demonen doen dat al...soms zullen mensen hen volgen) ...dan zul je die offers dapper zoals Jezus dat deed, durven brengen. En de geur van je 'te brengen offer'.... je scheldt niet terug als ze je uitschelden en je dreigt niet als je lijdt, maar geeft alles in handen van God, niet wraakzuchtig, maar vertrouwend ...zal een goede geur zijn voor God.
- en vraag aan God of hij in zijn genade jouw hart leeg gaat maken van alle onreinheid, die hij je successievelijk toont. Vraag God ook om een geweten, dat zuiver gaat reageren op elke keus. Smeek God om je geloof te reinigen van alle insluipsels van: "Wat heb ik het weer best gezegd" enz. En -zo doende- zul je ook je medegelovigen weer kunnen helpen.
Lui....het moet maar weer genoeg zijn. Jullie zullen met recht kunnen zeggen; "Ger...je hebt maar een willenkeurige greep gedaan in een overvolle schatkamer. Wij willen méer".
Maar jongens en meisjes...er komen nog tig bijbelstudies. Genoeg en meer dan genoeg stof voor het nog komende deel van mijn aardse leven. Alles krijgt best wel eens een beurt.
Na het voorspel tot en met Genesis 11 begint het eigenlijke stuk toch wel in Genesis 12 v 1- 3. Daar spreekt de HEER tot Abraham Trek weg uit je land , verlaat je familie, verlaat ook je naaste verwanten, en ga naar het land dat ik je zal wijzen. - ik zal je tot een groot volk maken - ik zal je zegenen, ik zal je aanzien geven, - een bron van zegen zul je zijn - ik zal zegenen wie jou zegenen - wie jou bespot zal ik vervloeken - alle volken op aarde zullen wensen gezegend te worden zoals jij
En daarmee begint het grote muziekstuk: het vormen van een gemeente, die uiteindelijk met God zal verkeren in zijn tempel.
Alles wat de gemeente zal sieren, zit in deze zegen: - de gemeente is een groot volk geworden. Zovele mensen komen op aarde samen in erediensten om elke zondag de Heer God groot te maken. Ze hebben zich eigenlijk apart gesteld van de wereld, ze zijn wel in de wereld, maar niet van de wereld - dat zegenen, dat aanzien krijgen is nu nog niet compleet. Maar als gelovigen weten wij van een heerlijke toekomst. Eerst al in het duizendjarig rijk en nog veel heerlijker daarna, zal dat aanzien volledig komen - en in het duizendjarig rijk zal het al zo zijn, naar Jeremia 31 v 34:, dat - men elkaar niet meer behoeft te onderwijzen met de woorden;: leer de HEER kennen, want iedereen , van groot tot klein, kent mij al- spreekt de HEER. Ik zal hun zonden vergeven en nooit meer denken aan wat ze hebben misdaan . En zo kan ik wel verder gaan. In Abraham werd het startsein tot de gemeente gegeven.
Het is onze toekomst als gemeente van Jezus Christus om inderdaad - een bron van zegen te zijn en steeds meer te worden - een gemeenschap te zijn en steeds meer te worden, waarmee men beter niet kan spotten, maar die men steeds meer als een factor van betekenis zal leren kennen onder alle volken - en alle volken zullen naderen tot het verkwikkende licht dat van de gemeente uitstraalt, (Zacharia 8 v 20- 22): - Er zullen mensen komen uit allerlei landen en steden. De inwoners van de ene stad zullen naar de volgende stad gaan en zeggen: Ga met ons mee. Wij zijn op weg om eer te bewijzen aan de HEER van de hemelse machten en zijn gunst af te smeken. - Grote machtigen volken zullen naar Jeruzalem komen ( in mijn idee slaat dit op het hemels Jeruzalem, de gemeente) om daar de HEER van de hemelse machten te vereren en zijn gunst af te smeken. - - Ja zelfs de individuele gelovige, ingebouwd in Gods tempel, daar ingevoegd als een levende steen, ( 1 Petrus 2 v 5) ziet zich in zijn zegen-geven bevestigd, door Zacharia 8 v 23: - Als die tijd is gekomen, zullen tien mannen uit volken met verschillende talen een Joodse .( in mijn uitleg: een innerlijk besnedene door de doop in de Heilige Geest- -Romeinen 2 v 29-) bij de slip van zijn mantel grijpen met de woorden:Wij willen ons bij u aansluiten, want we hebben gehoord dat God bij u is.
Wat een machtig startschot heeft de Heer ons in Abraham gegeven.
2 Corinthe 6 v 16: Wijzelf zijn de tempel van de levende God, zoals God heeft gezegd; Ik zal bij hen wonen en in hun midden verkeren, ik zal hun God zijn en zij mijn volk
Titus 2 v 14: Hij heeft zichzelf voor ons gegeven om ons van alle zonde vrij te kopen ,om ons te reinigen en ons tot zijn volk te maken, dat vol ijver is om het goede te doen.
De gemeente is de ´tot uitdrukking brenging van Gods verlangen om een eigen volk te hebben waaronder hij kan wonen en bewegen. Hij wil mensen rondom zich hebben die in hun leven samen Gods leven en karakter weerspiegelen.
Dit alles zal volkomen plaats kunnen hebben in Gods tempel, het nieuwe Jeruzalem, dat uit de hemel neerdaalt, bij God vandaan, (Openbaring 21 v 10).
Alle moeite en narigheid, die wij nu meemaken, zal ons tot levende stenen van die stad maken, 1 Petrus 2 v 5.. Alvorens wij daar ingevoegd worden in de muren en pilaren, zullen wij eerst moeten voldoen aan het gestelde in 1 Koningen 2 v 7: Bij de bouw van de tempel werden alleen stenen gebruikt die al in de groeve waren afgewerkt; in de tempel was tijdens de bouw geen enkel geluid van hamers, houwelen of ander ijzeren gereedschap te horen.
Zoals de tempel van Salomo in volkomen, serene stilte werd gebouwd van voorbewerkte stenen, die maar op hun plaats gelegd hoefden te worden, zo gaat het ook nu met de bouw van Gods hemelse tempel. Hier, in de steengroeve van dit aardse leven worden alle mensen beproefd of ze waardig zijn om aan de hemelse maat te voldoen. In Salomos steengroeven hadden de steenbewerkers gauw genoeg in de gaten, welke stenen verkruimelden en welke lomp en onhandig bleven. Die werden opzij gelegd. Maar in de geestelijke groeve ter voorbereiding van Gods eeuwige tempel zijn de stenen actief. Wanneer je een steen bent, die al direct verkruimelt bij de minste slag met het vormend ijzer, dan laat je jezelf naar de gruisberg verwijzen. Wanneer je dat vreemde uiitwasje maar niet wilt láten verwijderen, dan legt de steenbewerker je , na veel proberen, tenslotte terzijde. Jouw zijn in de gemeente is ook eens sector van de steengroeve. Dáar komt het er heel in het bijzonder op aan. Wanneer: - je , na een als onheus ervaren behandeling, direct je liefde voor je broeders en zusters of althans voor sommigen van hen, verliest, dan moet er aan die steen nog heel wat verder gebeiteld worden - wanneer je bij een ´als saai ervaren dienst´, direct je vreugde kwijtraakt, dan moet de steen nog verder in vorm gebracht worden op dat punt - . en ga zo maar door .
Broers en zussen, ga dapper door. Geef je blijmoedig in de handen van de grote Vormgever. Hij wil niets liever dan dat: - jij gaat behoren tot zijn eigen volk, waar hij zich nog veel meer als ´een vis in het water voelt dan Nederlanders, die bij landgenoten dat heel eigene ervaren - jij deel uit gaat maken van het volk, dat Gods karakter en leven weerspiegelt. Overal wil God zijn mensen tegenkomen,, die uiteindelijk onder alle vurige pijlen van de duivel overeind zijn gebleven en stand hebben gehouden en mede op die wijze toe een behouwen steen zijn omgevormd vanuit hun oorspronkelijke onbehouwenheid.
Dus; laat je vormen in de steengroeve van het leven, waar het hemelse feest al begint onder alle gruisgestuif door. De vreugd, wanneer je als een levende, goedgekeurde steen, geruisloos wordt ingevoegd in Gods tempel, maakt alles meer dan goed.
Al dat bikken aan de steen van je nog ongevormde persoonlijkheid is geen plagerij. Het blijmoedig-medewerkend aanvaarden van deze, soms hardhandige vormgeving is, om met Leviticus 26 v 11 te spreken:, de weg hiertoe, dat:: Gods woning in jullie midden zal staan en hij nooit een afkeer van jullie zal krijgen, omdat jullie immers zijn eigen, met hem volkomen meedenkend volk zijn
En ook Ezechiël 37 v 27 zegt het al zo beeldend: Ik zal bij u wonen; ik zal jullie God zijn en jullie mijn volk Losgekocht van de zonde werkt God nu al aan je heiliging, door al het stof en gruis van de groeve heen. Hij wil en zal een eigen volk van jullie maken, naar het woord van Exodus 19 v 5: als je mijn woorden ter harte neemt en je aan het verbond met mij houdt , zul je een kostbaar bezit voor mij zijn, kostbaarder dan alle andere volken.
Groei toe naar de heerlijkheid van 1 Petrus 2 v 9: U bent een uitverkoren geslacht , een koninkrijk van priesters( in Gods eeuwige tempel), een heilige natie , een volk dat God zich verworven heeft om de grote daden te verkondigen van hem die u uit de duisternis geroepen heeft naar zijn wonderbaar licht.
Wie zou voor zulk een toekomstige heerlijkheid, die overigens zijn lichtglanzen al vooruit werpt naar het heden, niet rustig zich voegen naar de hand van de grote vormgever, die alle positieve en negatieve gebeurtenissen rondom uw persoon wil ombuigen naar dit heerlijke: een levende steen, aamkomende op het tempelterrein en zorgvuldig aangebracht op de HOEKSTEEN, Jezus Christus.
NIEUW-TESTAMENTISCHE TEKSTEN OVER DE GODDELIJKE LIEFDE , (agapè); Tweede van vier groepen..
1 Corinthe 13 v 1 t.m.6: Al sprak ik de talen van alle mensen en die van de engelen- had ik de liefde niet, ik zou niet meer zijn dan een dreunende gong of een schelle cimbaal.; Al had ik de gave om te profeteren en doorgrondde ik alle geheimen , al bezat ik alle kennis en had ik het geloof dat bergen kan verplaatsen- had ik de liefde niet, ik zou NIETS zijn. Al verkocht ik al mijn bezittingen omdat ik voedsel aan de armen wilde geven, al gaf ik mijn lichaam prijs en kon daar trots op zijn . had ik de liefde niet het zou mij niet baten. De liefde is geduldig en vol goedheid. De liefde kent geen afgunst, geen ijdel vertoon en geen zelfgenoegzaamheid. Ze is niet grof en niet zelfzuchtig, ze laat zich niet boos maken en rekent het kwde niet aan, Ze verheugt zich niet over het onrecht, maar vindt vreugde in de waarheid.
Je kunt zo blij zijn, wanneer je het geheim van het spreken in tongen . zon eenvoudig geheim, in ontspanning te bereiken .hebt leren kennen. Wanneer je ontroerd bent en geen weg meer weet met je gevoelens, wat is het dan heerlijk om desnoods fluisterend- je kracht te zoeken bij de Heer op deze nieuwe, heerlijke manier.
Maar lieve mensen, jongen en meisjes laat het met dit heerlijke begingeschenk van God zo zijn, dat het ingebed ligt in een liefde, die van God afkomstig is, een liefde, die je kunt verkrijgen, door er aanhoudend in eerbied om te vragen, zonder te drammen: Blijf maar kloppen, zonder onbeleefde nadruk, maar wel volhardend, dan komt die liefde van God, die agapè, als een zacht omhulsel om die klanktaal heen.
Dan is er nooit meer in die klanktaal die armelijke, eéntonige klank van cimbaal of gong, het kenmerk van die kille klanktaal, die ook heidenen wel kennen.
En al sta je bekend als een profeet in het midden van de gemeente al zeggen mensen met tranen in hun stem: Dat woord was voor mij, broer, word niet hoogmoedig, maar stel je altijd op in die liefde van God, die voor je beschikbaar is op het gebed .
En zo is het met al die heerlijke geloofsgaven, ze behoren opgediend te worden op een bedje van welgemeende liefde voor de broeders en zussen, ja voor alle mensen.
En alle heerlijke dingen, die in de menselijke natuur leven, de barmhartigheid, de hulpvaardigheid, die er mensen toe brengt om in Addis Abeba honderden hongerigen te gaan voeden, zoals ik vandaag weer hoorde . want er zijn heerlijke, medemenselijke voorbeelden onder de mensenkinderen .. ook die natuurlijke liefdebetoningen behoren te zijn gegrond in de van God uitgaande liefde.
En alle heldenmoed, die er mensen toe drijft, zich te verzetten tegen nare regimes en er hun leven voor prijs te willen geven om bevrijding van onderdrukkers te bewerkstelligen en dat herinneren de ouderen onder ons zich nog uit de jaren van de duitse bezetting liefde van God afkomstig moet de voornaamste drijfveer zijn.
Jongens en meisjes, mannen en vrouwen . want in Vlaanderen heb ik weer een andere lezerskring dan in Holland .willen jullie echt geduldig worden, werkelijk goed, zonder afgunst op andere mensen, die iets hebben, dat jij niet hebt of iets missen, dat jij tot je verdriet wél hebt .de manier om het te bereiken is om God in ootmoedig gebed dit heerlijk geheim van de liefde van God af te smeken. En wat is het goed wanneer je niet meer zo hoeft te pralen met je volle agenda, uitpuilend van afspraken, maar wanneer je daar de Heer in de verborgenheid van je vertrouwelijke omgang met hem voor kunt danken. (Job 29 v 4).
En hoe dikwijls werd je zelfgenoegzaamheid niet beschaamd, doordat je merkte, dat de heilige Geest elders aan het werk was en jou zo helemaal niet nodig had. Gods liefde bewaart je ook voor die ontnuchtering.
Niet grof zijn .. vroeger stond hier: kwetst niemands gevoel. Maar de Heer Jezus, ons grootste voorbeeld deed dat heus wel eens, (Lucas 11 v 45). Maar GROF werd hij nooit.
En dan: niet boos laten maken en het kwade niet toerekenen.
Lui; zouden wij het hier maar bij laten voor dit keer. Wel weer voldoende huiswerk voor een week.
NIEUW-TESTAMENTISCHE TEKSTEN OVER DE GODDELIJKE LIEFDE; eerste van vier studies.
Johannes 13 v 34 b en 35; Zoals ik jullie heb liefgehad, zo moeten jullie elkaar liefhebben. Aan jullie liefde voor elkaar zal iedereen zien dat jullie mijn leerlingen zijn
Johannes 15 v 9 en 10: Ik heb jullie liefgehad zoals de Vader mij heeft liefgehad.. blijf in mijn liefde. Je blijft in mijn liefde als je je aan mijn geboden houdt, zoals ik mij ook aan de geboden van mijn Vader gehouden heb en in zijn liefde blijf.
Romeinen 5 v 8: God bewees ons zijn liefde doordat Christus voor ons gestorven is toen wij nog zondaars waren.
Romeinen 8 v 35: Wat zal ons scheiden van de liefde van Christus. Tegenspoed, ellende of vervolging, honger of armoede, gevaar of het zwaard ?
Romeinen 8 v 38 en 39: Ik ben ervan overtuigd dat : - dood noch leven - engelen noch machten noch krachten - heden noch toekomst - hoogte noch diepte - of wat er ook maar in de schepping is, ons zal kunnen scheiden van de liefde van God, die hij ons gegeven heeft in Christus Jezus onze Heer . Lieve vrienden en vriendinnen van mij !.
Wat een opgaven hè! De Goddelijke liefde; daar kunnen wij een eerste aanraking mee krijgen, zodra wij gedoopt worden met de heilige Geest, want door die Heilige Geest is de liefde van God in onze harten uitgestort. Je hoeft dan ook niet te wanhopen , wanneer het nog niet zo goed gaat met dat elkaar liefhebben. Bid God erom, dat het steeds beter gaat. Het helpt al een heel stuk, wanneer je zelf van God de genade krijgt, dat je tenen wat korter worden en je borst wat minder breed en dat je het hoofd niet ál te hoog draagt. Dan pas het allemaal beter achter het beschermende schild van het geloof, weetjewel.
En dat bewaren van Jezusgeboden dan. Waar staan die eigenlijk ? Wel; ik heb hier een heel klein begin mee gemaakt: In Matth 4 las ik: _ de mens leeft niet van brood alleen, maar van ieder woord, dat klinkt uit de mond van God, (4). Dat zou je een gebod kunnen noemen, ook al staat het niet precies met die omschrijving. En ga zo eens alle woorden van Jezus langs. Dan krijg je honderden, werkelijk honderden richtlijnen.
Zie ook in dat het enkel genade van God is, dat hij zijn eigen Zoon naar ons toestuurde. Wij hadden allemaal gezondigd, (Romeinen 3 v 23). Niemand was er van ons allemaal, die NIET voor de verleidingen van satan vanuit zijn sterke positie in de onzienlijke wereld is bezweken. We waren allemaal zondaars en dat is geen praatje zomaar. God had echter zon ruimte in zijn wonderbare, goddelijke liefde, dat hij die tot ieder mens uitstrekte, al weet hij, dat zeer velen daar niets mee doen en over het offer van Jezus zeggen: Nou .dat moest hij dan weten. Ik heb hem niets gevraagd.
En niets kan jullie en mij van de liefde van God en Jezus scheiden, ook al zijn er nu nieuwe vormen van tegenspoed, ellende, vervolging of het zwaard.
Houd die hand van God vast. Niemand kan je eruit roven, maar je kunt er wel zelf uit weglopen.
Matth 18 v 15-17 vermeldt dienaangaande: "Als een van je broeders of zusters tegen je zondigt, moet je die daarover onder vier ogen aanspreken. Als ze luisteren, dan heb je ze voor de gemeente behouden. Luisteren ze niet, neem dan een of twee anderen mee, zodat de zaak zijn beslag krijgt dankzij de verklaring van ten minste twee getuigen. Als ze naar hen niet luisteren, leg het dan voor aan de gemeente. Weigeren ze ook naar de gemeente te luisteren, behandel hen dan zoals je een heiden en een tollenaar behandelt"
Wat moeten wij nu met deze uitspraak van Jezus. Hoe passen wij dat nu eens in een practijkgeval toe.
Elke mensenziel is kostbaar. Gelijk krijgen is niet het punt. Maar kernpunten zijn wel: vergeven en herstel.
De algemene richtlijn is duidelijk: - eerst onder vier ogen met de ander spreken - iemand meenemen als getuige - als 'de zondaar' dan nog niet luisert, de zaak bekend maken aan de gemeente, natuurlijk niet 'in den breede', maar eerst aan de voorgaande broeders. - bij voortdurende hardnekkigheid: relatie op andere leest schoeien. Niet meer als broeder benaderen, maar als een mens in algemene zin, die- als ieder ander- voor het heil van Christus gewonnen dient te worden.
Maar wat is nu voor jullie een voorbeeld dat jullis aanspreekt, dat dicht genoeg bij jullie belevingswereld staat.
Eerst moet er iets gezegd worden over die zinsnede 'tegen je zondigt'. Dat mag niet allereerst een 'persoonlijke krenking 'zijn. Ik noem als voorbeeld: Als jongen ben je erg gesteld op een meisje uit de gemeente. Er is zelfz sprake van verkering tussen jullie. Maar op een gegeven ogenblik zegt zij: "Ïk wil hiermee niet doorgaan". Dan voel jij je miscchien gekrenkt of gekwetst, maar het is geen daad die de hele gemeente raakt. Het moet hier gaan over een daad of een denken, waardoor de hele gemeente dreigt , verontreinigd te raken.
Ik denk aan iets anders: er zijn twee vrienden, twee gemeenteleden, jongelui van zeg 22.En de een zegt in een vertrouwelijk gesprek: " Zeg; ik heb gelezen van een heel nieuwe aanpak van het gemeenteleven , die afkomstig is uit Amerika. Daar zijn gemeenten, waar de ouderlingen veel meer macht hebben over het persoonlijk leven van gemeenteleden. Dat hseft zulke goede resultaten voor de discipline. Ik wil hiervoor gaan ageren in onze gemeente en zoek medestanders. Doe je mee. Ik heb wat lectuur".
Nu heb jij ook al gehoord van dat gegeven en je wéet van een andere gemeente, waar het verderfelijk heeft gewerkr. Eigenlijk zondigt je vriend tegen je, doordat hij jou in zijn interesseveld wil binnentrekken en hij zondigt ook tegen de funrdamenten van de gemeente, Dan is het goed, dat je eerst onder vier ogen met hem praat, daarna...als hij niet van zijn voornemen wil afzien, een ander erin betrekt en zo verder.
Het geval kan zich in allerlei vormen voordoen Ik kies nu toevallig hiervoor, omdat ik dit van nabij heb meegemaakt ergens. Er werd pas in een laat stadium op gereageerd. Ieder had maar afgezien van het ontwikkelen van actie in kleine kring of in iets grotere kring en toen barstte het gezwel open in een te laat stadium.
Och; dit zal niet veel voorkomen. Maar sta vrienden en vriendinnen bij, die opeens hun gezicht wit gaan verven en zwarte kleren aandoen en deze aanpak in de jeugd gaan uitdragen door hun aanstekelijk voorbeeld.