Het begin van het denken over ´de gemeente' in het Oude testament;
God kiest een volk, een STAD en een T E M P E L.
Psalm 132 v 13 en 14: "De HEER heeft Sion verkozen en als woonplaats begeerd: 'Dit is , voor altijd, mijn rustplaats, hier verlang ik te wonen' ".
Jesaja 2 v 2 en 3: "Eens zal de dag komen dat de berg met de tempel van de HEER rotsvast zal staan, verheven boven de heuvels, hoger dan alle bergen. Alle volken zullen daar samenstromen, machtige naties zullen zeggen: 'Laten we optrekken naar de berg van de HEER, naar de tempel van Jakobs God. Hij zal ons onderrichten, ons de weg wijzen en wij zullen zijn paden bewandelen' ".
Wat is toch dat eeuwige, waarnaar het verlangen van de Heer uitgaat. Wat is de bekroning, die hij zeker gaat verwezenlijken.
Hij zoekt; - een gezindheid van vertrouwen, zoals hij die vond bij Abram - hij zoekt een volk, dat hem vertrouwt - hij zoekt een STAD, waar zijn getrouwen samenwonen - maar uiteindelijk zoekt hij een T E M P E L , waar hij zijn beminden kan onderrichten, de weg wijzen naar steeds groter heerlijkheden, en zijn rechte paden uitduiden.
Uiteindelijk wordt die tempel zijn 'eeuwige rustplaats'.
En 'de gemeente', (de kerk) is die eeuwige rustplaats.
Laat ik mijn eigen ervaringen tot uitgangspunt nemen: - vanmorgen was ik in de 'plenaire samenkomst', de 'zondagsam'', waar een vurige prediker een oproep deed om onze persoonlijke liefderelatie met God en Jezus elke dag te verstevigen. Maar hij deed dat in het kader van een geweldige stroom van eerdere predikingen van weer anderen, die ons wezen op de vrucht van de Geest, de gaven van de Geest, gedegen kennis van de bijbel, kortom op alle vele aspecten, die in deze wonderbaarlijk rijke tijden beurtelings aan ons getoond worden. - tijdens de dienst was er vlak voor mij zo'n lieflijk gezinstafereeltje van ouders met jonge kinderen. Aan het eind van de dienst complimenteerde ik de ouiders voor dat verrukkelijk stel en de moeder antwoordde: "De oudste komt in augustus al op uw bijbelclub" - Even stond ik met een drietal gelovigen vlak bij elkaar. En met éen van hen zei ik al die oude psalmen op, zoals wij die vroeger elke maandag op school moesten kennen en die wij in de kerk zongen. Zo'n oude schat van vroeger, (Matth 13 v 52). Het was zo fijn; met deze broer heb ik eigenlijk weinig contact- onze sam is ook zo groot-. En nu kwam het er eens van. De derde in ons gezelschap verzuchtte: "in de kerk, waar ik meestal vertoefde, werd bijna uitsluitend uit het Nieuwe Testament gepreekt. Ik vind dat toch ergens een tekort". - Daarna ontmoette ik iemand, die onlangs een geweldige geloofsversterking heeft gekregen en en grote uitredding mocht ervaren. En wij waren samen blij. - toen was er weer een zus, die opmerkte: "Wat een leuke spencer hebt u aan". Mijn dag was al goed, maar werd er alleen maar beter van. Lieve complmenten zijn zo goed als 'geestesvrucht' - en daarna waren er opeens vlugge voetstappen achter mij. 'Weer een zus' overhandigde mij een foto met de woorden; "Kijk....die maakten wij onlangs van u tijdens het ouderenuitje in het kader van 'de algemene foto-aktiviteit". De 'gave van helpen' ten voeten uit. - en zo ging dat maar door. Blij gestemd en heerlijk versterkt peddelde ik naar huis.
Kijk; dat is gemeente-zijn. En dat gun ik jullie allen. Werp je maar in de stroom van een van leven tintelende gemeente en doe mee. Bouw samen.
Aan die gemeenten werkt God door. Dáar wil hij wonen met zijn Geest en met zijn hele Persoon. Dát Sion verkiest hij. Die berg van heil bouwt hij steeds verder uit Eens komt die dag.... we zingen er ook van .....dat de volledig opgebouwde gemeente, vol van Gods Geest , met alle leden vol gaven en vrucht van de Heilige Geest, rotsvast zal staan temidden van de volkerenzee. In ´het duizendjarig rijk´zal steeds duidelijker blijken, dat de gemeente eigenlijk het epicentrum van alle wereldbeweeg is geweest, altijd een centraal punt, waarom de hele wereld zich schaart. Het is niet zo, dat de gemeente hoger zal zijn dan de Himalaya. Nee, geestelijk gezien wordt ´de gemeente´een ontmoetingscentrum voor de gehele wereld. En...in de dienst van God en van Jezus en van de Heilige Geest gekomen, maar dan ook volledig, mogen jullie daar staan om de volken van de hele wereld, van Albanië en Arabië, van Barbarije en van België...van enz enz.... - te onderrichten - de weg te wijzen - de goede paden aan te duiden.
Aan jullie wordt dan Jesaja 32 v 1 vervuld: `Een koning, (Jezus), die rechtvaardig regeert en leiders (jullie, als je het spoor blijft houden) die leiden volgens het recht. ze zijn als een beschutting tegen de wind, als een schuilplaats voor een wolkbreuk, als waterstromen in een dorre streek , als de koele schaduw van een rots in een dorstig , uitgedroogd land".
Want reken er op dat er dorst zal zijn bij de uitgedroogd toestromenden.
Wat een taak. Volhouden jongens en meisjes, niet in het gezicht van die grote toekomst nog de steven wenden naar verraderlijke oevers.
Tweede tweetal teksten ( of tekstengroepen) van een achttal uit het Oude testment
Psalm 105 v 37 en 43 : "God liet zijn volk vertrekken met zilver en goud, niemand in hun stammen ging strompelend weg. .......... God liet zijn volk in vreugde vertrekken, zijn uitverkoren volk jubelend gaan".
Psalm 119 v 111 Üw richtlijnen zijn mijn eeuwig bezit, ze zijn de vreugde van mijn hart".
Dat was me wat , toen het volk Israel uit Egypte werd bevrijd. Dat eigenlijke weggaan was zo feestelijk, tegen een achtergrond van gejammer en geklaag bij 'de anderen'. In Exodus 12 v 36 wordt beschreven, hoe de Egyptenaren aan de Israelieten goud en zilver meegaven...als ze maar wég gingen!
Maar er was meer....de Egyptenaren waren nog diep onder de indruk van de dood van hun eerstgeborenen en de rouwklacht daarover ( v 33) was nog volop gaande. Maar terwijl daar ach en wee was en bitter noodgeschrei, was er in vele Israelische hutten nog extra vreugd naast de algemene vreugd, allemaal vrij te zijn. Daar lag ergens een oude grootvader verlamd te bed, al sinds jaar en dag door iedereen als een bedlegerige gekend. En opeens stond hij op en riep: "Ïk kan mee zonder dat jullie mij hoeven te dragen. Kijk nu toch: ik strompel niet eens.".
En daar gingen ze...hun bevrijding ging gepaard met een enorme verrijking. Wel zouden zij later heel die verrijking weer gebruiken om een huis voor de Heer op te richten. Maar in ieder geval keken zij perplex naar al hun zegeningen: - vrij ...geen slaaf meer - gefortuneerd...allemaal...en niiks geen 'kale neten' meer - ferm stappend...tot zelfs oude over-oma toe, die je altijd alleen moeizaam strompelend had gekend.
Jullie, jongens en meisjes...jullie zijn ook van die geluksvogels, door de genade van de Heer. Door jullie vertrek uit het rijk van de zonde met al zijn schijngenietingen hebben jullie in beginsel zulke schatten verkregen. Jij daar, jongen van vijftien....om bij je vrienden te horen, dronk je veel te veel bier...net zoals zij veel te veel bier dronken, omdat zij ook 'erbij wilden horen'. En zo hielden jullie elkaar voor de gek en vernietigden jullle bij elke dronken bui miljoenen van de honderd miljard hersencellen, die je had. En nu: die schat aan hersencellen kan zich vrij verder opntwikkelen. Dat kapitaal kan zich straks manifesteren.
En jij, die strompelde onder je pornokijken met alle kwalijke gevolgen van dien....geen gestruikel meer , maar vrij van elke verslaving met ferme stap op weg naar het beloofde land.
Zou er dan geen vreugde zijn in je hart, hemelse vreugde om al de weldaden, door God aan jou bewezen.Zou je dan niet van die hemelse blijdschap jubelen.
Weet je, wat Prediker 11 v 9 zegt; "Geniet dus beste vriend, van je jonge jaren. haal je hart op aan de dagen van je jeugd. Volg de wegen die je hart wil gaan, gun je ogen wat ze wensen" Vrij van belemmeringen kun je nu van je jeugd en je verkering genieten. En je vernieuwde hart wil je alleen maar brengen naar blij werk ten dienste van de naaste: - in evangelisatie - of in weeshuizen saneren in Roemenië - of in jeugdhonken bouwen in Brazilië. Je vernieuwde innerlijke ogen willen alleen nog naar blijde dingen van de Heer zien.
"God zal je weliswaar aan zijn oordeel onderwerpen', (9 ), maar hij is geen 'Zwarte Zwadderneel', die er op uit is om je te grijpen. Hij is in dit verband jouw God, die je zal vragen; - Heb jij wel voldoende je verheugd in het geestelijke zilver en goud, dat ik voor jou had gereedgelegd, - was je wel echt diep verheugd over je vaste gang na al je gedwaal
En het moet toch niet moeilijk zijn om op die vraag jubelend en juichend te antwoorden: "JA !!!!"
Neem mij nou...ik ben een oude man en mijn vrouw is een oude vrouw. Voor ons zijn de dagen gekomen van: - verminderd licht door zwakker wordende ogen - druilerigheid door kwaal op kwaal, (Pr 12 v 2) - onvaste benen en handen, - uitvallende tanden, (3) en doofheid, (4) - bangheid voor van alles en allerlei tonicums ,die niet meer helpen, (5).
Nou ja; bij mijn vrouw is het allemaal wat erger dan bij mij. En ....wij zijn nog vrolijk en vol verwachting van goede dingen. Dus jullie zeker.
Ga door met dat eeuwige bezit van de Heilige Geest die niet anders doet dan Jezus steeds vaster maken in jullie brein. Laat dat de vreugde van je hart zijn: de nieuwetijds-richtlijnen van God, die zijn wet in jullie hart schrijft, (Jeremia 31 v 33)
Eerste twee teksten (of tekstengroepen) van een achttal , in het Oude testament genoemd.
Psalm 21 v 7; U schenkt de koniing voor altijd uw zegen, u verblijdt hem met het licht van uw gelaat".
In de voorgaande teksten gaat het in eerste instantie om David, die luisterrijke overwinningen heeft behaald.Maar David is een profeet, (Hand 2 v 30) en in zeer vele woorden , opgeschreven van hem, vinden wij iets terug van 'de grote David', die eens zou komen, onze Heer Jezus Christus.
En we vinden het allemaal bij Jezus terug. - Door de kracht van de heilige Geest kon hij de overwinning proclameren , toen hij riep: "Het is volbracht", (Joh 19 v 30). ( 2 van deze psalm) - altijd was de Zoon van God bereid om Gods wil te doen, een wil die resuteerde in zijn uiteindelijke menswording.(3) - en wat is onze Heer Jezus met rijke zegen gekroond en wat kreeg hij een gouden kroon, de naam boven alle naam, opgezet(4) ( zie ook Ef 1 v 21) - En de Zoon van God, zelf God, heeft daarnaast een nieuwe dimensie ontvangen. Jezus, als mens, zit nu op de troon naast God, voor eeuwig en eeuwig en eeuwig, (5) - roem, glans en glorie zijn nu zijn deel, (6).
Maar wij kunnen nu wel uitsluitend naar de Heer Jezus kijken in zijn onbeschrijflijke majesteit, maar de Heer heeft dit alles aan zijn volk beloofd. De gelovigen, die eens met hem zullen zitten in zijn troon, zoals hij gezeten is in de troon van God, mogen hieruit de gevolgtrekking maken, dat zíj uiteindelijk 'Gods gezegenden' zijn.
Jullie en ik, bekeerd, nieuw-geboren, vervuld met de Heilige Geest, mogen deze dingen ons toeëigenen, als wij maar volharden. Dat wil nu niet zeggen, dat mensen, die over zichzelf alleen kunnen zeggen: - ik ben bekeerd - ik ben bekeerd en wedergeboren, nu maar moeten denken: "Dit gaat mijn neus voorbij". Welnee; wanneer voor jou de eeuwigheid begint en je altijd 'de naam des HEEREN hebt aangeroepen', dan komt die volledige heerlijkheid vroeg of laat, (Joël 2 v 32). Want ook in het toekomstige leven is er nog zoveel gelegenheid om te leren. Dat betekent anderzijds nu ook weer niet , dat mensen, die op wat meer 'beginnersniveau' verkeren, nu kunnen zeggen: "O...Ik volsta hier nu maar mee...kalmpjes..heel kalmpjes", want iedereen begrijpt dat 'stilstand achteruitgang is'.
Goed: - vol blijdschap kunnen wij nu al over aanvankelijke overwinningen juichen, wetende, dat bij volhouden steeds meer overwinningen wachten en dat elke doorstane verzoeking tevens een beproeving van de Heer is, om ons te louteren tot hogere overwinningen.(2) - u heeft zoveel keer gevraagd, al zingende: "Zend het vuur neer, zend het vuur neer zend het vuur des Geestes neer. Wij verlangen te ontvangen..." En dat verzoek van uw lippen is niet afgewezen. Echt een reden tot vreugd en blijdschap van Godswege, (3). - En een kroon, een krans van overwinning ligt voor iedere volhouder gereed.; een kroon, die zegen , een eeuwig leven in de nabijheid van de Allerhoogste inhoudt, een dagelijks verder leren in zijn hemelse levensschool, nu al beginnend, in de eeuwigheid voortdurende tot nooit eindigende climax.(5) '- God overwint, alles is genade: wij hebben die kroon alleen maar in ontvangst te nemen en behoeve aan de Heer God alleen maar ons vertrouwen te geven, opdat het ons, evenals aan Abrahm , tot gerechtigheid gerekend wordt.(6) zieGenesis 15 v 6) - zo gekroond door God , met zijn zegen, die gelijk een onverwelkelijke lauwerkrans is, staat daar de nieuwe mensheid, het door God begeerde geslacht, gereed om zich in het licht van zijn gelaat te verheugen. Dat is jullie toekomst, gelovigen. Vetrouw het niet van het heden, maar verheug je in het grote loon van de luister bij God, die jullie toekomst is. Dat is jullie voorland. Verheug je , evenals Jezus in de genade, die voor je ligt,..(Hebr 12 v 2)
En min of meer als een anticlimax laat ik nu volgen:
Psalm 51 v 10 en 14: "Laat mij vreugde en blijdschap horen: u hebt mij gebroken, laat mij ook juichen ...Red mij, geef mij de vreugde van vroeger, de kracht van een sterke geest|".
Jullie mijn lezers en lezeressen, zullen het ook al wel meegemaakt hebben, dat jullie kroon, die julle nu al mogen dragen, van je geroofd werd door allerlei omstandigheden.(Op 3 v 11) Bij David waren die omstandigheden heel droef: hartstocht, die leide tot overspel, ja zelfs tot moord.
Bij julie is het waarschijnlijk niet zo hevig. Maar je kúnt kermen: "O, waar zijn mijn vreugde en blijdschap, toen ik op de jeugd zo blij stond te zingen bij die inspirerende spreker. Ik ben gebroken. De Heer heeft mij de consequenties laten zien van mijn eigen afwijken. Hij heeft toegelaten, dat ik buiten de veilige omheining ging...daar waar de valkuilen van satan liggen. Wat zou ik graag weer willen juichen. Wil God mij nog redden en mij die blijde vreugde uit de dagen dat ik mijn kroon nog had, teruggeven. Zou ook die verslagen geest, door eigen onnadenkendheid , weer kunnen worden tot een sterke geest? ".
Dan is daar een goede boodschap voor de 'backsliders'. Het kan allemaal weer goedkomen. Zeg tegen de Heer: "Ö Heer, in de naam van Jezus kom ik bij u en vraag vergeving. Ik doe belijdenis van wat zo onschuldig begon met veel te veel drinken. En toen kwam daar bij : te veel roken. En toen kwam er een draaikolk op gang: te veel snoepen, zodat het ziekelijk werd, brutaal zijn op school, weggestuurd worden, brutaal zijn in allerlei pestbaantjes voor ´mensen zonder startkwalificatie´...en nu...zo helemaal klemgezet..." (Ik noem maar een van de vele voorbeelden).
Maak er haast mee om zo te handelen. Blijf er nu dan toch eens een keer in volharden. Vraag de Heer ook om díe genade. En door allerlei beschadigingen heen, kunnen vreugde, blijdschap, gejuich, en een sterke geest terugkomen.
En dan verder om genade vragen om niet nog eens 'weggesleurd te worden'.
Naast een volk was en is de Heer ook ' op zoek' naar 'een stad'.
Psalm 46 v 5 en 6; " Een rivier, wijd vertakt, verblijdt de stad van God, de heilige woning van de Allerhoogste.
Met God in haar midden stort zij niet in, vroeg in de morgen komt God haar te hulp".
Psalm 48 v 2: "Groot is de HEER, hem komt alle lof toe. In de stad van onze God, op zijn heilige berg".
Een volk woont in een land, gegroepeerd rond een hoofstad, met in die hoofdstad 'de plek waar het allemaal gebeurt'.
Al de tijd, dat Israel door de woestijn trok, die lange, lange veertig jaar, was er dit ideaal: het beloofde land. En eindelijk: ze zagen het land !!!! daar aan de overkant van de Jordaan, daar lag het, Wat moet er door al die mensen heengegaan zijn, toen ze op de top van de berg Pisga stonden, (Numeri 21 v 20) .
Het land was er inderdaad, het was geen fata morgana....en het land was binnen bereik. Maar de hoofdstad en de centrale plaats, waar 'de dingen gingen gebeuren': die waren er nog niet Later kristalliseerden ook die aangelegenheiden uit. Jeruzalem werd de hoofdstad. Daar zou de Heer zijn zegen geven, die als een wijd vertakte rivier die stad zou verkwikken...die stad, zo bij uitstek het kloppend hart van de natie , de woonplaats van de grote Koning.. Daar zou zijn eer verkondigd moeten worden
Wij weten.... en nu kom ik even op de vorige bijbelstudie terug ....dat het volk Israel al deze grote doelstellingen niet heeft kunnen bereiken. Zeker; de hoofdstad kwam er. Maar de rijke godsvrucht, die deze hoofdstad moest voeden, konden zij niet opbrengen. De lofzangen tot zijn eer, die de bestaansgrond van die stad waren, vervaagden en verkeerden in gruwelen, die voor de Heer God vreselijk waren om naar te luisteren, (Amos 5 v 23).
En toen moest de stad Jeruzalem verlaten worden.
Maar dit alles is niet vergeefs geweest. Jezus moest spreken tegen de achtergrond van deze ten ondergang gedoemde stad. Hier kwam hij als haar tegendeel op de meest volstrekte wijze tot zijn recht.
En de Heer geeft herkansingen. - In deze stad overwon Jezus de kracht van de hel en de kracht van de dood. - In deze stad, het aards Jeruzalem, stond hij op uit de dood. - In deze stad voer hij ten hemel om in zijn hoogste functie bevestigd te worden. - In deze stad stortte hij de Heilige Geest uit.
En jullie, gelovigen, die door je doop in de Heilige Geest deze heilige stad van God nu bewonen...jullie hebben door die Heilige geest: - die je kan laten profeteren, (Marcus 12 v 36) - die je steunt bij het spreken (Marcus 13 v 11) - die je intens blij kan maken, (Lucas 10 v 21) - die je troost, (Joh 14 vc 26) - die je gaven en vrucht schenkt(Hand 2 v 380 - die de weg wijst, ((Hand 13 v 2) - die je lichaam tot een tempel wil maken, (1 Cor 6 v 19) - die je met de andere gelovigen vormt tot een gelukkige, geestelijke gemeenschap, (2 Cor 13 v 13) - die alle beloften van God aan je verzekert, (Ef 1 v 13) - die Jezus aan ons steeds sterker verklaart, ( 1 Cor 12 v 3) ....jullie hebben de mogelijkheden om de stad van God, het hemels Jeruzalem, tot ontplooiing te brengen: - door met een rivier van gebed met vele vertakkingen, lofprijs en aanbidding, de Heer te benaderen - door God zo sterk om zijn genade te prijzen dat het hemels Jeruzalem nooit of te nimmer instort - ...en wanneer de grote miorgen op het punt staat aan te breken en de machten van satan op het hevigst woeden, dan draagt jullie geloof, door de Heilige Geest versterkt, ertoe bij, dat God zijn stad te hulp snelt.
Het aards Jeruzalem is een schim vergeleken bij het eeuwige Jeruzalem, waarheen wij op weg zijn.
Daar was dus Abram, later met die 'hogere' naam: Abraham.
We lazen, dat hij door zijn vetrouwend geloof, door zijn gelovig vertrouwen, Gods hart zó stal, dat God hem uit dat vertrouwen rechtvaardigde. Van zijn kant vertrouwen. Van Gods kant aanvaarding , het brengen in de rechte staat tegenover God. Dat gebeurde uit Gods vrijmacht om te doen, zoals hij doet, om te handelen, zoals hij handelt. Wij behoeven in wezen niets anders te doen dan vertrrouwen op Gods GENADE.
Vele eeuwen verstreken. Uit Abraham was in de loop van die eeuwen een groot volk voortgekomen. En God ging zijn beloften aan Abraham aan dít volk vervullen,.
Hij deed dit vanuit zijn liefde en trouw, Deuteronomium 7 v 6 t.m.9: "Want u bent een volk dat aan de HEER , uw God is gewijd. U bent door hem uitgekozen om, anders dan alle andere volken op aarde, zijn kostbaar bezit te zijn. (7) Het is niet omdat u talrijker was dan de andere volken, dat hij u lief kreeg en uitkoos- u was het kleinste van allemaal ! (8) Maar....omdat hij u liefhad en zich wilde houden aan wat hij uw voorouders onder ede had beloofd, heeft de HEER u met sterke hand bevrijd uit de slavernij, uit de macht van de farao, de koning van Egypte. Besef dus goed: alleen de HEER , uw God, is God en hij houdt woord, hij komt zijn beloften na en is trouw aan ieder die hem liefheeft...."
Op grond van Gods belofen aan Abraham... God houdt zich aan zijn beloften .....koos de HEER, toen de tijd gekomen was om verdere stappen te ondernemen, de nakomelingen van Abraham uit: - ze waren aan hem gewijd, ze hoorden op een heel speciale manier aan hem toe - zij waren- uit al de vele volken, die er al waren, de Chinezen, de Azteken, de Indianen- zijn kostbaar bezit op grond van hun afstamming van Abraham, die ze wél moesten waarmaken door hun persoonlijk gelovig vertrouwen in God
En...hoe heeft dit slavenvolk, gedemoraliseerd en goeddeels van zijn eigenheid beroofd door honderden jaren slavernij, het er af gebracht ? Jullie kennen allemaal die grote en dramatische geschiedenis van het vrijgekomen volk. Ik hoef dat nu allemaal niet te herhalen van: - niet helemaal gelukte verovering vasn het beloofde land - éven die grootse bloei onder David en Salomo...even de voorafschaduwing van het grote, hemelse volk, dat komt - dan toch weer: afval, geestelijke réveils, voortgezette afval, ballingschap, terugkeer, opbloei, verstarring: een grootse 'vaderlandse geschiedenis'.
En of ze nu mislukt waren of toch een ietsjes gelukt....feit is, dat toen Jezus kwam, daar precies die wereld zo was, zoals die uiteindelijk zijn moest: - vol schijngodsdienst - maar innerlijk zo dood....zo dood - met toch nog weer sintels, die konden opgloeien.
En - even vooruitlopend: - jullie zijn het definitieve volk van de Heer, aan hem gewijd - door jullie vertrouwen , zoals Abraham dat had, zijn jullie de echte voortzetting. - jullie zijn klein in getal, maar door Christus, die alles veranderd, in de mogelijkheid om rijk met de heilige Geest te zijn vervuld. - jullie hebben zoveel meer kansen dan de Joden eertijds. Zij leefden in onbegrepen, vage afwachting van dat bevrijdende woord "Het is volbracht" met al zijn heerlijke gevolgen - het was voor hen zo veel moeilijker om te zien op 'het innerlijk' en niet in uiterlijkheden te vervallen
In ieder geval: het volk der Joden bleek op het glorieuze ogenblik, toen de aartsengel Gabriël tot Maria kwam met die prachtigste boodschap van ooit, geschikt als 'broedstoof' voor het zich ontwikkelende wezen van onze Heer Jezus.
Van jullie, met je veel meerdere mogelijkheden, wordt gevraagd, om een passende entourage te zijn bij Jezus' tweede komst. 1 Thessalonicenzen 4 v 17 roept jullie en mij op om een welkomstcomité te zijn voor onze Heer Jezus in die grote uren , waarin de bazuinen klinken: En als de ontslapen reuzen eerst ácte de présence hebben gegeven, dan is het jullie beurt: "...daarna zullen wij, die nog in leven zijn,, samen met de -ontslapen en uit de dood gewekte 'reuzen' van alle tijden- worden weggevoerd op de wolken en gaan we de Heer in de lucht tegemoet..."
Tegemoetgaan veronderstelt in triomf met de 'gearriveerde' naar de aarde terugkeren.
Je kunt erbij zijn. Zorg, door genade te aanvaarden, dat je erbij bént.
Vierde en laatste groep nieuw-testamentische teksten over 'de goddelijke liefde'
2 Timotheüs 1 v 13: "Neem als richtsnoer de heilzame woorden, die je van mij hebt gehoord , houd vast : - aan het geloof - en aan de liefde die in Christus Jezus zijn"
1 Johannes 2 v 5; "In wie zich aan Gods woord houdt, is zijn liefde ten volle werkelijkheid geworden; hierdoor weten wij, dat wij in hem zijn".
1 Johannes 4 v 8-10, 12, 16 t m.18; " Wie niet liefheeft, kent God niet, want GOD IS LIEFDE . Hierin is Gods liefde ons geopenbaard: God heeft zijn enige Zoon in de wereld gezonden, opdat wij door hem zouden leven.Het wezenlijke van de liefde is niet, dat wij God hebben liefgehad, maar dat híj óns heeft liefgehad en zijn Zoon heeft gezonden om verzoening te brengen voor onze zonden. Niemand heeft ooit God gezien. Maar als we elkaar liefhebben, blijft God in ons en is zijn liefde in ons tot volle werkelijkheid geworden.Wij hebben Gods liefde leren kennen en vertrouwen daarop. GOD IS LIEFDE. Wie in de liefde blijft, blijft in God en God blijft in hem. Zo is de liefde bij ons werkelijkheid geworden, en daardoor kunnen wij op de dag van het oordeel vol vertrouwen zijn, want hoewel wij nog in de wereld zijn, zijn wij als Christus.De liefde laat geen ruimte voor angst: volmaakte liefde sluit angst uit, want angst veronderstelt straf. In iemand die angst kent, is de liefde geen werkelijkheid geworden`.
Jullie, gelukkige jonge mensen, die deze bijbelstudies lezen, juliie lezen heilzame woorden, woorden, die jullie geest, ziel en lichaam gezond kunnen maken. Niet omdat het míjn woorden zijn, niet omdat het Paulus´woorden zijn, maar omdat het Gods woorden zijn , die in hun liefde genezend zijn. Wanneer jullie vasthouden aan het geloof in en het vertrouwen van God, dan zal de liefde van Christus ook van jullie gaan uitstralen tot genezing van mensen in jullie omgeving.
Doordat die heerlijke liefde van God, door hem uitgestort in jullie harten door de Heilige geest zich aan het openbaren is in allerlei moildheid jegens de mensen, waardoor jullie omringd zijn, krijgen jullie des te meer lust om je aan zijn woord te houden, niet als letterknechten, maar de geestelijke betekenis van zijn woorden steeds meer begrijpende. En dit alles geeft je de blijde zekerheid dat je mag rusten in Gods genade.Alles gaat van hém uit. jullie waren niet de eersten met jullie liefde voor hem, nee hij was de eerste. Zei Jeremia het al niet in 31 v 3; "Ik heb je altijd liefgehad. Mijn liefde zal je altijd vergezellen".
Wanneer je je mocht begeven in allerlei discussies, die niet blij maken en in allerlei gepoch, zoals van die Farizeeër in de tempel, ( je weet wel: toen ook die tollenaar daar was) , gepoch dat ook niet blij maakt, dan ken je God niet werkelijk, want God kennen is tevens zijn genade kennen en zijn onvoorwaardelijke liefde, die zich naar ons uitstrekt van eeuwigheid.
Nooit genoeg kan je het zenden van Gods Zoon door God de Vader bezingen in zijn liefde-bewijzend karakter.
God, de Onzichtbare, woont nochtans door zijn Heilige Geest in je brein. Als je nu de potentie in je hebt om andere mensen onvoorwaardelijk lief te hebben, ook als ze niet naar je woorden luisteren....als je in het bijzonder je medestrijders liefhebt, door alle verschillen heen. dan blijft God in je wonen en dan bloeit de liefde van Godswege, steeds verder op.
Laat je dus nooit tot agressieve gedachten brengen, wanneer de mensen je niet willen toelaten in hun harten met het goede nieuws. Blijf ook dán in de liefde. Raak je al eens in heilige toorn, zoals Jezus ook wel overkwam, zondig dan niet. laat de zon er niet over ondergaan. Kom in de rust. Blijf liefdevol.
Er komt een oordeelsdag, Matth 25. Wanneer de liefde van Jezus, onuitputtelijk en geduldig, vol van wijze ,opbouwende vermaning, in je blijft, behoef je geen angst te hebben voor die dag.
Trouwens: liefde laat geen ruimte voor angst. Ik weet dat velen van jullie toch nog kampen met angstgevoelens. Zie die restanten als een aanmoediging om je hart nog meer wagenwijd open te zetten voor de genade en de liefde van God, zodat je te meer weet, dat je straffeloos bent, doordat Jezus voor je zonden betaald heeft en ook je dagelijkse zonden, die er nog wel zijn, vergeeft, (1 Johannes 2 v 1), totdat uiteindelijk die dagelijkse stroom door Gods gezondmaking wordt to een stroompje en gaandeweg ophoudt.
Derde groep nieuw testamentische teksten over de Goddelijke liefde.
Efeze 2 v 4 en 5 "Maar.... - omdat God zo barmhartig is - omdat de liefde die hij voor ons heeft opgevat zo groot is, heeft hij ons, die dood waren door onze zonden, samen met Christus levend gemaakt; ook u bent door zíjn genade gered...".
Efeze 3 v 18 en 19: "Dan.... kracht en sterkte ontvangen hebbende door Gods Geest .....zult u ...met alle heiligen...de lengte en de breedte, de hoogte en de diepte kunnen begrijpen, ja de liefde van Christus kennen die alle kennis te boven gaat, opdat u zult volstromen met Gods volkomenheid".
Efeziërs 5 v 2: "Ga de weg van de liefde, zoals Christus die ons heeft liefgehad ( die weg gegáan is) en zich voor ons gegeven heeft als offer , als een geurige gave voor God"
1 Timotheüus 1 v 5: "Het doel van je opdracht- de goede leer van Christus onderwijzende- is: de liefde die voortkomt uit een rein hart , een zuiver geweten en een oprecht geloof". ................ Uit deze gezamenlijkheid van heerlijk teksten leren wij onder andere, ( want zij zijn zo overrijk, dat ik er maar zo nu en dan iets uit kan aantippen):
- liefde en barmhartigheid gaan samen. Wannerer wij iets willen ervaren van de liefde, die God door zijn Geest in onze harten heeft uitgestort, dan dienen wij er dus ook op te letten dat er enige barmhartigheid bij ons te bespeuren is. Barmhartigheid is mededogen, dat ook helpen kan. Op kinderclub zag ik dat laatst zo lief bij een meisje van tien. Een clublid stuntelde met het vouwen van een blaadje. En toen dat lieve, zachte stemmetje: "Geef maar even. Ik doe het je wel vóor". Niets geen ophef. Jullie, al zo geweldig bezig in het grote leven, zijn toch ook wel weer stuntelaars met ' papiertje vouwen op hoger niveau'. Maar God in zijn genade wil je helpen. En....word ook barmhartig.
- Gods liefde is overstelpend groot. Bespeur je die liefde in je eigen hart door Gods genade, dan ga je het geheim kennen, dat gelegen is in het aanmoedigen van je medegelovigen inplaats van het 'hen katten'. Dan heb je een overstelpend reservoir van geduld om : - niet op elk slakje zout te leggen - maar om elk opbloeien van leven in doodse sintels te belonen met je bemoedigende woorden Dan.... vervuld met Gods Geest en staag de liefde opbouwend dloor het positief verwerken van allerlei gebeurtenissen... dan krijg je oog voor alle dimensies. Niet alleen de aardse maten, lengte, breedte en hooge zul je kennen, maar ook die vierde maat, de maat van de onzienlijke wereld van God, de diepte.. En later, niet nu direct.... want dan zou je hart barsten van de diepe emotie .....ga je Gods volkomenheid steeds dieper doorgronden
- en...als die weg vasn de liefde offers vereist.... en dat zal die weg doen, want Jezus heeft zelf gezegd: "Zij hebben mij vervolgd...zij zullen ook u vervolgen" ( de duivel en de demonen doen dat al...soms zullen mensen hen volgen) ...dan zul je die offers dapper zoals Jezus dat deed, durven brengen. En de geur van je 'te brengen offer'.... je scheldt niet terug als ze je uitschelden en je dreigt niet als je lijdt, maar geeft alles in handen van God, niet wraakzuchtig, maar vertrouwend ...zal een goede geur zijn voor God.
- en vraag aan God of hij in zijn genade jouw hart leeg gaat maken van alle onreinheid, die hij je successievelijk toont. Vraag God ook om een geweten, dat zuiver gaat reageren op elke keus. Smeek God om je geloof te reinigen van alle insluipsels van: "Wat heb ik het weer best gezegd" enz. En -zo doende- zul je ook je medegelovigen weer kunnen helpen.
Lui....het moet maar weer genoeg zijn. Jullie zullen met recht kunnen zeggen; "Ger...je hebt maar een willenkeurige greep gedaan in een overvolle schatkamer. Wij willen méer".
Maar jongens en meisjes...er komen nog tig bijbelstudies. Genoeg en meer dan genoeg stof voor het nog komende deel van mijn aardse leven. Alles krijgt best wel eens een beurt.
Na het voorspel tot en met Genesis 11 begint het eigenlijke stuk toch wel in Genesis 12 v 1- 3. Daar spreekt de HEER tot Abraham Trek weg uit je land , verlaat je familie, verlaat ook je naaste verwanten, en ga naar het land dat ik je zal wijzen. - ik zal je tot een groot volk maken - ik zal je zegenen, ik zal je aanzien geven, - een bron van zegen zul je zijn - ik zal zegenen wie jou zegenen - wie jou bespot zal ik vervloeken - alle volken op aarde zullen wensen gezegend te worden zoals jij
En daarmee begint het grote muziekstuk: het vormen van een gemeente, die uiteindelijk met God zal verkeren in zijn tempel.
Alles wat de gemeente zal sieren, zit in deze zegen: - de gemeente is een groot volk geworden. Zovele mensen komen op aarde samen in erediensten om elke zondag de Heer God groot te maken. Ze hebben zich eigenlijk apart gesteld van de wereld, ze zijn wel in de wereld, maar niet van de wereld - dat zegenen, dat aanzien krijgen is nu nog niet compleet. Maar als gelovigen weten wij van een heerlijke toekomst. Eerst al in het duizendjarig rijk en nog veel heerlijker daarna, zal dat aanzien volledig komen - en in het duizendjarig rijk zal het al zo zijn, naar Jeremia 31 v 34:, dat - men elkaar niet meer behoeft te onderwijzen met de woorden;: leer de HEER kennen, want iedereen , van groot tot klein, kent mij al- spreekt de HEER. Ik zal hun zonden vergeven en nooit meer denken aan wat ze hebben misdaan . En zo kan ik wel verder gaan. In Abraham werd het startsein tot de gemeente gegeven.
Het is onze toekomst als gemeente van Jezus Christus om inderdaad - een bron van zegen te zijn en steeds meer te worden - een gemeenschap te zijn en steeds meer te worden, waarmee men beter niet kan spotten, maar die men steeds meer als een factor van betekenis zal leren kennen onder alle volken - en alle volken zullen naderen tot het verkwikkende licht dat van de gemeente uitstraalt, (Zacharia 8 v 20- 22): - Er zullen mensen komen uit allerlei landen en steden. De inwoners van de ene stad zullen naar de volgende stad gaan en zeggen: Ga met ons mee. Wij zijn op weg om eer te bewijzen aan de HEER van de hemelse machten en zijn gunst af te smeken. - Grote machtigen volken zullen naar Jeruzalem komen ( in mijn idee slaat dit op het hemels Jeruzalem, de gemeente) om daar de HEER van de hemelse machten te vereren en zijn gunst af te smeken. - - Ja zelfs de individuele gelovige, ingebouwd in Gods tempel, daar ingevoegd als een levende steen, ( 1 Petrus 2 v 5) ziet zich in zijn zegen-geven bevestigd, door Zacharia 8 v 23: - Als die tijd is gekomen, zullen tien mannen uit volken met verschillende talen een Joodse .( in mijn uitleg: een innerlijk besnedene door de doop in de Heilige Geest- -Romeinen 2 v 29-) bij de slip van zijn mantel grijpen met de woorden:Wij willen ons bij u aansluiten, want we hebben gehoord dat God bij u is.
Wat een machtig startschot heeft de Heer ons in Abraham gegeven.
2 Corinthe 6 v 16: Wijzelf zijn de tempel van de levende God, zoals God heeft gezegd; Ik zal bij hen wonen en in hun midden verkeren, ik zal hun God zijn en zij mijn volk
Titus 2 v 14: Hij heeft zichzelf voor ons gegeven om ons van alle zonde vrij te kopen ,om ons te reinigen en ons tot zijn volk te maken, dat vol ijver is om het goede te doen.
De gemeente is de ´tot uitdrukking brenging van Gods verlangen om een eigen volk te hebben waaronder hij kan wonen en bewegen. Hij wil mensen rondom zich hebben die in hun leven samen Gods leven en karakter weerspiegelen.
Dit alles zal volkomen plaats kunnen hebben in Gods tempel, het nieuwe Jeruzalem, dat uit de hemel neerdaalt, bij God vandaan, (Openbaring 21 v 10).
Alle moeite en narigheid, die wij nu meemaken, zal ons tot levende stenen van die stad maken, 1 Petrus 2 v 5.. Alvorens wij daar ingevoegd worden in de muren en pilaren, zullen wij eerst moeten voldoen aan het gestelde in 1 Koningen 2 v 7: Bij de bouw van de tempel werden alleen stenen gebruikt die al in de groeve waren afgewerkt; in de tempel was tijdens de bouw geen enkel geluid van hamers, houwelen of ander ijzeren gereedschap te horen.
Zoals de tempel van Salomo in volkomen, serene stilte werd gebouwd van voorbewerkte stenen, die maar op hun plaats gelegd hoefden te worden, zo gaat het ook nu met de bouw van Gods hemelse tempel. Hier, in de steengroeve van dit aardse leven worden alle mensen beproefd of ze waardig zijn om aan de hemelse maat te voldoen. In Salomos steengroeven hadden de steenbewerkers gauw genoeg in de gaten, welke stenen verkruimelden en welke lomp en onhandig bleven. Die werden opzij gelegd. Maar in de geestelijke groeve ter voorbereiding van Gods eeuwige tempel zijn de stenen actief. Wanneer je een steen bent, die al direct verkruimelt bij de minste slag met het vormend ijzer, dan laat je jezelf naar de gruisberg verwijzen. Wanneer je dat vreemde uiitwasje maar niet wilt láten verwijderen, dan legt de steenbewerker je , na veel proberen, tenslotte terzijde. Jouw zijn in de gemeente is ook eens sector van de steengroeve. Dáar komt het er heel in het bijzonder op aan. Wanneer: - je , na een als onheus ervaren behandeling, direct je liefde voor je broeders en zusters of althans voor sommigen van hen, verliest, dan moet er aan die steen nog heel wat verder gebeiteld worden - wanneer je bij een ´als saai ervaren dienst´, direct je vreugde kwijtraakt, dan moet de steen nog verder in vorm gebracht worden op dat punt - . en ga zo maar door .
Broers en zussen, ga dapper door. Geef je blijmoedig in de handen van de grote Vormgever. Hij wil niets liever dan dat: - jij gaat behoren tot zijn eigen volk, waar hij zich nog veel meer als ´een vis in het water voelt dan Nederlanders, die bij landgenoten dat heel eigene ervaren - jij deel uit gaat maken van het volk, dat Gods karakter en leven weerspiegelt. Overal wil God zijn mensen tegenkomen,, die uiteindelijk onder alle vurige pijlen van de duivel overeind zijn gebleven en stand hebben gehouden en mede op die wijze toe een behouwen steen zijn omgevormd vanuit hun oorspronkelijke onbehouwenheid.
Dus; laat je vormen in de steengroeve van het leven, waar het hemelse feest al begint onder alle gruisgestuif door. De vreugd, wanneer je als een levende, goedgekeurde steen, geruisloos wordt ingevoegd in Gods tempel, maakt alles meer dan goed.
Al dat bikken aan de steen van je nog ongevormde persoonlijkheid is geen plagerij. Het blijmoedig-medewerkend aanvaarden van deze, soms hardhandige vormgeving is, om met Leviticus 26 v 11 te spreken:, de weg hiertoe, dat:: Gods woning in jullie midden zal staan en hij nooit een afkeer van jullie zal krijgen, omdat jullie immers zijn eigen, met hem volkomen meedenkend volk zijn
En ook Ezechiël 37 v 27 zegt het al zo beeldend: Ik zal bij u wonen; ik zal jullie God zijn en jullie mijn volk Losgekocht van de zonde werkt God nu al aan je heiliging, door al het stof en gruis van de groeve heen. Hij wil en zal een eigen volk van jullie maken, naar het woord van Exodus 19 v 5: als je mijn woorden ter harte neemt en je aan het verbond met mij houdt , zul je een kostbaar bezit voor mij zijn, kostbaarder dan alle andere volken.
Groei toe naar de heerlijkheid van 1 Petrus 2 v 9: U bent een uitverkoren geslacht , een koninkrijk van priesters( in Gods eeuwige tempel), een heilige natie , een volk dat God zich verworven heeft om de grote daden te verkondigen van hem die u uit de duisternis geroepen heeft naar zijn wonderbaar licht.
Wie zou voor zulk een toekomstige heerlijkheid, die overigens zijn lichtglanzen al vooruit werpt naar het heden, niet rustig zich voegen naar de hand van de grote vormgever, die alle positieve en negatieve gebeurtenissen rondom uw persoon wil ombuigen naar dit heerlijke: een levende steen, aamkomende op het tempelterrein en zorgvuldig aangebracht op de HOEKSTEEN, Jezus Christus.
NIEUW-TESTAMENTISCHE TEKSTEN OVER DE GODDELIJKE LIEFDE , (agapè); Tweede van vier groepen..
1 Corinthe 13 v 1 t.m.6: Al sprak ik de talen van alle mensen en die van de engelen- had ik de liefde niet, ik zou niet meer zijn dan een dreunende gong of een schelle cimbaal.; Al had ik de gave om te profeteren en doorgrondde ik alle geheimen , al bezat ik alle kennis en had ik het geloof dat bergen kan verplaatsen- had ik de liefde niet, ik zou NIETS zijn. Al verkocht ik al mijn bezittingen omdat ik voedsel aan de armen wilde geven, al gaf ik mijn lichaam prijs en kon daar trots op zijn . had ik de liefde niet het zou mij niet baten. De liefde is geduldig en vol goedheid. De liefde kent geen afgunst, geen ijdel vertoon en geen zelfgenoegzaamheid. Ze is niet grof en niet zelfzuchtig, ze laat zich niet boos maken en rekent het kwde niet aan, Ze verheugt zich niet over het onrecht, maar vindt vreugde in de waarheid.
Je kunt zo blij zijn, wanneer je het geheim van het spreken in tongen . zon eenvoudig geheim, in ontspanning te bereiken .hebt leren kennen. Wanneer je ontroerd bent en geen weg meer weet met je gevoelens, wat is het dan heerlijk om desnoods fluisterend- je kracht te zoeken bij de Heer op deze nieuwe, heerlijke manier.
Maar lieve mensen, jongen en meisjes laat het met dit heerlijke begingeschenk van God zo zijn, dat het ingebed ligt in een liefde, die van God afkomstig is, een liefde, die je kunt verkrijgen, door er aanhoudend in eerbied om te vragen, zonder te drammen: Blijf maar kloppen, zonder onbeleefde nadruk, maar wel volhardend, dan komt die liefde van God, die agapè, als een zacht omhulsel om die klanktaal heen.
Dan is er nooit meer in die klanktaal die armelijke, eéntonige klank van cimbaal of gong, het kenmerk van die kille klanktaal, die ook heidenen wel kennen.
En al sta je bekend als een profeet in het midden van de gemeente al zeggen mensen met tranen in hun stem: Dat woord was voor mij, broer, word niet hoogmoedig, maar stel je altijd op in die liefde van God, die voor je beschikbaar is op het gebed .
En zo is het met al die heerlijke geloofsgaven, ze behoren opgediend te worden op een bedje van welgemeende liefde voor de broeders en zussen, ja voor alle mensen.
En alle heerlijke dingen, die in de menselijke natuur leven, de barmhartigheid, de hulpvaardigheid, die er mensen toe brengt om in Addis Abeba honderden hongerigen te gaan voeden, zoals ik vandaag weer hoorde . want er zijn heerlijke, medemenselijke voorbeelden onder de mensenkinderen .. ook die natuurlijke liefdebetoningen behoren te zijn gegrond in de van God uitgaande liefde.
En alle heldenmoed, die er mensen toe drijft, zich te verzetten tegen nare regimes en er hun leven voor prijs te willen geven om bevrijding van onderdrukkers te bewerkstelligen en dat herinneren de ouderen onder ons zich nog uit de jaren van de duitse bezetting liefde van God afkomstig moet de voornaamste drijfveer zijn.
Jongens en meisjes, mannen en vrouwen . want in Vlaanderen heb ik weer een andere lezerskring dan in Holland .willen jullie echt geduldig worden, werkelijk goed, zonder afgunst op andere mensen, die iets hebben, dat jij niet hebt of iets missen, dat jij tot je verdriet wél hebt .de manier om het te bereiken is om God in ootmoedig gebed dit heerlijk geheim van de liefde van God af te smeken. En wat is het goed wanneer je niet meer zo hoeft te pralen met je volle agenda, uitpuilend van afspraken, maar wanneer je daar de Heer in de verborgenheid van je vertrouwelijke omgang met hem voor kunt danken. (Job 29 v 4).
En hoe dikwijls werd je zelfgenoegzaamheid niet beschaamd, doordat je merkte, dat de heilige Geest elders aan het werk was en jou zo helemaal niet nodig had. Gods liefde bewaart je ook voor die ontnuchtering.
Niet grof zijn .. vroeger stond hier: kwetst niemands gevoel. Maar de Heer Jezus, ons grootste voorbeeld deed dat heus wel eens, (Lucas 11 v 45). Maar GROF werd hij nooit.
En dan: niet boos laten maken en het kwade niet toerekenen.
Lui; zouden wij het hier maar bij laten voor dit keer. Wel weer voldoende huiswerk voor een week.
NIEUW-TESTAMENTISCHE TEKSTEN OVER DE GODDELIJKE LIEFDE; eerste van vier studies.
Johannes 13 v 34 b en 35; Zoals ik jullie heb liefgehad, zo moeten jullie elkaar liefhebben. Aan jullie liefde voor elkaar zal iedereen zien dat jullie mijn leerlingen zijn
Johannes 15 v 9 en 10: Ik heb jullie liefgehad zoals de Vader mij heeft liefgehad.. blijf in mijn liefde. Je blijft in mijn liefde als je je aan mijn geboden houdt, zoals ik mij ook aan de geboden van mijn Vader gehouden heb en in zijn liefde blijf.
Romeinen 5 v 8: God bewees ons zijn liefde doordat Christus voor ons gestorven is toen wij nog zondaars waren.
Romeinen 8 v 35: Wat zal ons scheiden van de liefde van Christus. Tegenspoed, ellende of vervolging, honger of armoede, gevaar of het zwaard ?
Romeinen 8 v 38 en 39: Ik ben ervan overtuigd dat : - dood noch leven - engelen noch machten noch krachten - heden noch toekomst - hoogte noch diepte - of wat er ook maar in de schepping is, ons zal kunnen scheiden van de liefde van God, die hij ons gegeven heeft in Christus Jezus onze Heer . Lieve vrienden en vriendinnen van mij !.
Wat een opgaven hè! De Goddelijke liefde; daar kunnen wij een eerste aanraking mee krijgen, zodra wij gedoopt worden met de heilige Geest, want door die Heilige Geest is de liefde van God in onze harten uitgestort. Je hoeft dan ook niet te wanhopen , wanneer het nog niet zo goed gaat met dat elkaar liefhebben. Bid God erom, dat het steeds beter gaat. Het helpt al een heel stuk, wanneer je zelf van God de genade krijgt, dat je tenen wat korter worden en je borst wat minder breed en dat je het hoofd niet ál te hoog draagt. Dan pas het allemaal beter achter het beschermende schild van het geloof, weetjewel.
En dat bewaren van Jezusgeboden dan. Waar staan die eigenlijk ? Wel; ik heb hier een heel klein begin mee gemaakt: In Matth 4 las ik: _ de mens leeft niet van brood alleen, maar van ieder woord, dat klinkt uit de mond van God, (4). Dat zou je een gebod kunnen noemen, ook al staat het niet precies met die omschrijving. En ga zo eens alle woorden van Jezus langs. Dan krijg je honderden, werkelijk honderden richtlijnen.
Zie ook in dat het enkel genade van God is, dat hij zijn eigen Zoon naar ons toestuurde. Wij hadden allemaal gezondigd, (Romeinen 3 v 23). Niemand was er van ons allemaal, die NIET voor de verleidingen van satan vanuit zijn sterke positie in de onzienlijke wereld is bezweken. We waren allemaal zondaars en dat is geen praatje zomaar. God had echter zon ruimte in zijn wonderbare, goddelijke liefde, dat hij die tot ieder mens uitstrekte, al weet hij, dat zeer velen daar niets mee doen en over het offer van Jezus zeggen: Nou .dat moest hij dan weten. Ik heb hem niets gevraagd.
En niets kan jullie en mij van de liefde van God en Jezus scheiden, ook al zijn er nu nieuwe vormen van tegenspoed, ellende, vervolging of het zwaard.
Houd die hand van God vast. Niemand kan je eruit roven, maar je kunt er wel zelf uit weglopen.
Matth 18 v 15-17 vermeldt dienaangaande: "Als een van je broeders of zusters tegen je zondigt, moet je die daarover onder vier ogen aanspreken. Als ze luisteren, dan heb je ze voor de gemeente behouden. Luisteren ze niet, neem dan een of twee anderen mee, zodat de zaak zijn beslag krijgt dankzij de verklaring van ten minste twee getuigen. Als ze naar hen niet luisteren, leg het dan voor aan de gemeente. Weigeren ze ook naar de gemeente te luisteren, behandel hen dan zoals je een heiden en een tollenaar behandelt"
Wat moeten wij nu met deze uitspraak van Jezus. Hoe passen wij dat nu eens in een practijkgeval toe.
Elke mensenziel is kostbaar. Gelijk krijgen is niet het punt. Maar kernpunten zijn wel: vergeven en herstel.
De algemene richtlijn is duidelijk: - eerst onder vier ogen met de ander spreken - iemand meenemen als getuige - als 'de zondaar' dan nog niet luisert, de zaak bekend maken aan de gemeente, natuurlijk niet 'in den breede', maar eerst aan de voorgaande broeders. - bij voortdurende hardnekkigheid: relatie op andere leest schoeien. Niet meer als broeder benaderen, maar als een mens in algemene zin, die- als ieder ander- voor het heil van Christus gewonnen dient te worden.
Maar wat is nu voor jullie een voorbeeld dat jullis aanspreekt, dat dicht genoeg bij jullie belevingswereld staat.
Eerst moet er iets gezegd worden over die zinsnede 'tegen je zondigt'. Dat mag niet allereerst een 'persoonlijke krenking 'zijn. Ik noem als voorbeeld: Als jongen ben je erg gesteld op een meisje uit de gemeente. Er is zelfz sprake van verkering tussen jullie. Maar op een gegeven ogenblik zegt zij: "Ïk wil hiermee niet doorgaan". Dan voel jij je miscchien gekrenkt of gekwetst, maar het is geen daad die de hele gemeente raakt. Het moet hier gaan over een daad of een denken, waardoor de hele gemeente dreigt , verontreinigd te raken.
Ik denk aan iets anders: er zijn twee vrienden, twee gemeenteleden, jongelui van zeg 22.En de een zegt in een vertrouwelijk gesprek: " Zeg; ik heb gelezen van een heel nieuwe aanpak van het gemeenteleven , die afkomstig is uit Amerika. Daar zijn gemeenten, waar de ouderlingen veel meer macht hebben over het persoonlijk leven van gemeenteleden. Dat hseft zulke goede resultaten voor de discipline. Ik wil hiervoor gaan ageren in onze gemeente en zoek medestanders. Doe je mee. Ik heb wat lectuur".
Nu heb jij ook al gehoord van dat gegeven en je wéet van een andere gemeente, waar het verderfelijk heeft gewerkr. Eigenlijk zondigt je vriend tegen je, doordat hij jou in zijn interesseveld wil binnentrekken en hij zondigt ook tegen de funrdamenten van de gemeente, Dan is het goed, dat je eerst onder vier ogen met hem praat, daarna...als hij niet van zijn voornemen wil afzien, een ander erin betrekt en zo verder.
Het geval kan zich in allerlei vormen voordoen Ik kies nu toevallig hiervoor, omdat ik dit van nabij heb meegemaakt ergens. Er werd pas in een laat stadium op gereageerd. Ieder had maar afgezien van het ontwikkelen van actie in kleine kring of in iets grotere kring en toen barstte het gezwel open in een te laat stadium.
Och; dit zal niet veel voorkomen. Maar sta vrienden en vriendinnen bij, die opeens hun gezicht wit gaan verven en zwarte kleren aandoen en deze aanpak in de jeugd gaan uitdragen door hun aanstekelijk voorbeeld.
De gemeente wordt gebouwd door mensen, door Jezus zelf gekozen In Matth 16 v 18 lezen wij, dat Onze Heer Jezus Christus tegen Petrus zegt: " Ïk zeg je: jij bent Petrus, de rots waarop ik mijn kerk zal bouwen".
En dan geeft Jezus aan Petrus ook de bekwaamheid om te bouwen naar zijn (Jezus') bouwplan.
En zo roept Jezus velen om te bouwen.
Dezer dagen dacht ik er weer eens over na waarom ik toch zo laat tot ' de volle taak van nu' geroepen ben. En het werd mij zo duidelijk, dat de Heer mij al lang op het oog had. maar er moest nog veel aaan mijn vormgeving gebeuren, voor ik de troffel ter hand mocht nemen en mijn taak ten dienste van de gemeente voluit mocht gaan volbrengen.
Dus: wees niet gepuzzleerd, wanneer je niet echt snel op gang komt. De Heer is bezig om hier en daar nog iets hinderlijks weg te hakken.
Maar Jezus zegt in datzelfde vers toch óok: "Ik zal bouwen". De Zoon van God doet deze belofte en heeff dit voornemen . God - en dus ook Jezus- maken af, wat zij begonnen zijn. Dat is een Goddelijk kenmerk. Wanneer God iets belooft, dan is dat 'ja en amen'.
Wanneer je faalt bij het bouwen, dan word je meestal tijdelijk, maar soms ook blijvend, van Gods grote werk, het bouwen van de gemeente, afgehaald.
Het einddoel van de gemeente is...(Efeze 5 v 27)...' om in al haar luister tot Jezus, haar bruidegom genomen te worden, zodat ze zonder vlek of rimpel of iets dergelijks zal zijn, heilig en zuiver'. Christus heeft zijn gemeente zó liefgehad, dat hij zich zelfs voor haar heeft prijsgegeven om haar te heiligen , haar te reinigen met het water van de Geest"
De grote bouwmeester heeft zich zélf totaal ingezet. Dan moeten ook zijn medewerkers secuur aan het grote bouwwerk, uiteindelijk aan het nieuwe Jeruzalem, de eeuwige tempel, werken, met inzet van alle krachten.
Laten wij onszelf voortdurend heiligen door ons dagelijks- door gebed- te baden in het fris-tintelende water van Gods Heilige Geest. Wij laten ons dagelijks reinigen door de heilige Geest. Geen vlek, rimpel of iets dergelijks, mag op de duur onze innerlijke mens ontsieren. Zeker, wij krijgen ruim de tijd voor deze schoonheidsbehandeling, maar er moet wel iets gebéuren.
En- weer dat vers 18- wij bouwen aan iets permanents. De poorten van het dodenrijk zullen de gemeente niet overweldigen.
Wij bouwen aan een heerlijke volkomenheid, geboren op de pinksterdag, nu al -nominaal- twee miljard mensen omvattend. Echter: steeds zal die gemeente groeien, toenemen in omvang, in reikwijdte en volwassenheid. En bij zijn terugkeer zal Jezus de gemeente terugvinden in 'de helden van Openbaring 11', waardig om zijn bruid te zijn. En in het duizendjarig rijk zal de groei doorgaan.
VIERDE SERIE BIJBELTEKSTEN UIT HET OUDE TESTAMENT OVER ´DE GODDELIJKE LIEFDE´.
Hier komen de vier laatste teksten dan: Hosea 10 v 12: "Zaai rechtvaardig ! Oogst met liefde! Ontgin nieuw land ! Het is tijd om de HEER te smeken , dat hij nadert met de regen van zijn goedheid".
Je hele leven ben je bezig met 'zaaien en oogsten'. Je zaait allemaal gedachten, woorden en werken. En die brengen ook weer een oogst op. Wat is het dan goed, om je levenswandel na bekering zó in te richten, dat die nu verder de weg van de geboden van God loopt in de sfeer van Gods Geest. Begin een nieuw leven. Dan nadert God met zijn goedheid.
Heerlijk is het om te zaaien met woorden, die van God afkomstig zijn en met liefde te spreken, die voortkomt uit Gods troon. En dan is daar de Heer, die met goedheid jullie verdere levenswandel kroont.
Hosea 11 v 4: "Zacht leidde ik hen bij de teugels, aan koorden van liefde trok ik hen mee".
Wie denkt hier niet aan Psalm 103 v 13; " Zo liefdevol als een vader is voor zijn kinderen, zo liefdevol is de Heer voor wie hem vrezen".
Soms kunnen wij echt niet verder. Maar God heeft ook gerekend met onze menselijke zwakheid en onstandvastigheid. Wij staan soms zo onvast op onse benen als zo'n kleine, schattige kleuter van -zeg- éen jaar. Maar zoals liefhebbende moeders voor zulke kleintjes een 'kindertuig'hebben, waarin de peuter eigenlijk steeds omhooggetild wordt, zodat de druk op de zwiebelende beentjes minder wordt, zo heeft ook God door zijn liefde ingegeven trekkingen en leidingen. Zelfs de meest vergevorderde Christenen blijven in hun zwakke ogenblikken van bestrijding zo´n ´kindetuigje´nodig hebben. Dat is Gods liefde, die zich op vele wijzen kan uiten, aangepast aan onse omstandigheden.
Sefanja 3 v 17: " De HEER, je God zal in je midden zijn, hij iz de held die je bevrijdt. hij zal vol blijdschap zijn, verheugd over jou, in zijn liefde zal hij zwijgen, in zijn vreugde zal hij over je jubelen".
O...onze Heer !!! met hoeveel moed en toewijding heeft hij zich in de Persoon van onze Heere Jezus Christus gegeven om zijn volk, de gelovigen, te verlossen.
Soms is de Goddelijke liefde voor ons zo groot, dat die liefde niet in woorden is uit te drukken, Dan zwijgt ze.... Soms ook zijn onze daden zo verdrietig in Gods ogen, dat zijn liefde zich hult in erbarmen en stilzwijgen , klaar blijvende om ons op een geschikt ogenblik terug te leiden op de wegen, waarop hij weer over ons kan juichen en jubelen.
Zacharia 7 v 9: "Spreek eerlijk recht...wees goed en zorgzaam voor elkaar". De NBG heeft hier: "Bewijst elkander liefde en barmhartigheid".
De liefde van God, in onze harten uitgestort, kan zich uiten op velerlei wijzen: - in goedheid en zorgzaamheid - in barmhartigheid.
Maar hoe die liefde zich ook uit....het is goed om voor elkaar een veilige haven te zijn:
Een zus, die een ervaring in haar leven had gehad, te vergelijken met de vurige oven uit Daniel 3, sprak mij laatst aan: "Ïk ben er dóor...o...al die liefde, die zorgzaamheid om mij heen. Die heeft mij omringd als een veilige haven, waar ik met mijn verdriet kon lánden".
Gaan jullie in liefde van God afkomstig, ook zo zijn voor elkaar ? - Verkwikkende schaduw gevende bomen - goede rede biedende voor schepen-in-nood - een veilig huis voor geestelijk daklozen.
" Van ver ben ik naar jou toegekomen, vrouwe Israel. Ik heb je altijd liefgehad, mijn liefde zal je altijd vergezellen (4) Ik breng je weer tot bloei. Je zult weer dansen in de rei en de tamboerijnen laten rinkelen".
Vervang dat 'vrouwe Israel' nu eens door je eigen naam. Denk niet, dat alles maar tegen anderen, ergens ver weg, in een andere tijd wordt gezegd. nee...het is niet voor ánderen en tóen en dáar. Het wordt allemaal gezegd tegen ú... en híer en nú.
Zeg ook niet: " Ik ben al zestig....ik hoef niet meer zo nodig 'te dansen in de rei' en met mijn rinkelbel te rinkelen".
Nee, of je achttien bent of tachtig; hoe ver je ook weg bent gedwaald van de Heer of hoe ver je je ook bij hem vandaan voelt ondanks al je pogen om dichtbij hem te komen...altijd geldt:, dat God ons lief heeft met een eeuwige liefde, die er al was, toen wij alleen nog maar van eeuwigheid in zijn grote plan bestonden, eeuwigheden vóor wij metterdaad geboren werden.
En evenals die Vader uit het verhaal van 'de verloren zoon 'altijd maar op de wacht stond, tot zijn zoon ooit eens uit verre streken zou terugkomen en zoals het wezenlijke van de liefde niet is, dat wij God hebben liefgehad, maar dat hij óns heeft liefgehad en zijn Zoon heeft gezonden om verzoening te brengen voor onzse zonden, (1 Johannes 4 v 10)....zo bepaalt deze tekst er ons ook weer bij, dat God de Eerste is, die ook het initiatief neemt. En onze zonden kunnen zijn eeuwige liefde niet uitblussen.
En wanneer wij hem gaan volgen en wanneer wij niet meer uit zijn hand weglopen..... want: niemand kan ons uit zijn hand roven. Maar...wij kunnen er wel zelf uit weg lopen. ...dan vergezelt zijn liefde ons: - niet alleen in dit leven - maar ook, wanneer wij onze ogen aan gene zijde opslaan in Abrahams schoot, zoals Lazarus - of misschien nog wel heerlijker, zoals de medegekruisigde, die 's avonds al met Jezus in het paradijs was.
En als we zeggen: "Ik heb het eigenlijk toch wel gehád", dan geeft God aan hen, die zich tot hem keren, een nieuwe bloei en.... ja.... dan kómt het ...dan dansen wij weer in zijn blije reien of wat ons maar aan feestelijks aanspreekt. En de tamboerijnen klinken of wat wij verder maar aan blijs kunen bedenken.
Zó is de eeuwige liefde van God.
Jesaja 63 v 9: " In alle nood van zijn volk was hij (God)j ook zéf in nood: zij werden gered door de engel van zijn tegenwoordigheid. In zijn liefde en mededogen heeft hij hen zelf verlost, hij tilde hen op en heeft hen gedragen alle jaren door".
En hoevelen van de mensen, die in Jezus geloven als hun Behouder , Bevrijder, Verlosser, Zaligmaker, hebben dat al ervaren, wanneer ze op hun leven terugkijken. Die machtige Goddelijke liefde, die wij deelachtig zouden willen worden en die wij deelachtig kúnnen worden, waneer wij ons geloofsleven door de genade van God bekroond mogen zien met de doop in de Heilige Geest.....die Goddelijke liefde maakte, dat hij als het ware met ons meeleed, toen wij - bijvoorbeeld - dat vreselijke verlies moesten verwerken. We dachten misschien, dat wij het alléen deden,....nee: hij was het, die zijn engelen zond om ons te helpen, al weten wij meestal niet, hóe ze dat doen.
O ja; éen keer werd de sluier even van mij weggetrokken: Ik was eens vreselijk bedroefd over een tegenslag. En in mijn slaap snikte ik het even uit. En toen hoorde ik opeens een zo heerlijk gezang, begeleid door een zó hemelse muziek, datr ik voelde: " De engelen zijn hier om mij te troosten".
En héerlijk: al mijn verdriet liep weg als door een soort douche-afvoer.
Maar de Heer in zijn Goddelijke liefde kan soms zo'n medelijden hebben, geen machteloos medelijden , maar máchtig medelijden: mededogen,
En zo heeft hij mijn vrouw en mij na al 84 jaar gedragen.
Hosea 4 v 1: "Luister naar de woorden van de HEER, Israelieten ! De HEER voert een geding tegen de inwoners van dit land, want ze kennen geen eerlijkheid meer en geen liefde , en met God zijn ze niet meer vertrouwd".
....en Hosea 6 v 6: " Want....líefde wil ik , geen offers; met God vertrouwd zijn is meer waard dan énig offer !!'
In de eerste van deze twee teksten wordt 'een volk'(i.c.de tien stammen van Israel, het Noordelijke rijk) in staast van beschuldiging gesteld. Maar deze beschuldiging zou elk volk ook van nu, kunnen betreffen. En de grond van de aanklacht is:
Omdat er totale verwording en verwildering is, zowel in zedelijk als ook in godsdienstig opzicht....daarom heerst er geen echte naastenliefde, (afgeleid van de Goddelijke liefde) en geen Godsvrucht meer in het land.
Dit laatste is de diepste oorzaak van het verval. Immers: ware kennis van God werkt zijn liefde in de harten en daaruit voortvloeiende ook wáre liefde tot de naaste.
En dan verdsr 6 v 6:
De liefde die Israel ontbreekt , is juist datgene, wat God van zijn volk verlangt. God vraagt het hart en zonder dát kunnen ook de grootste offers hem niet behagen. (1 Samuel 15 v 22, Ps 40 v 7-9, 50 v 13 enz).
Tot zover voor deze twee laatste teksten: de kanttekeningen.
Ik wil daar voor jullie nog het volgende aan toevoegen:
Of....eigenlijk eerst voor mijzelf: Al bijna zes jaar besteed ik vele uren om de Heer te eren met mijn 'offers' in mijn diverse berichten in ' Vraag het Ger'. Maar ik word er op dit ogenblik weer van doordrongen, dat ik niet keer op keer mag achteroverleunen, denkende: "Dat heb je weer goed gezegd Ger". Dat zouden immers brandoffers zijn, uiteindelijk tot eigen eer, niet uit liefde tot God, gegrond op vertrouwen in hem, vertrouwd zijn met hem.
(Natuurlijk mag je wel een geluksgevoel hebben, wanneer een posting echt wel 'naar Gods hart'is, voor zover je kunt nagaan)
Stel je overigens gerust; ik ben door de genade van God heus wel met hem vertrouwd...ik vertrouw hem, evenals Abraham en hij rekent mij dit tot gerechtigheid. Maar het is goed om je van tijd to tijd weer eens te scherpen aan Gods woord. Want zonder dat 'scherpen' zouden inderdaad mijn woorden op de duur uitgeloogd worden tot 'holle klanken' zonder wezenlijke inhoud. (2 Tim 2 vc 16)
Moet ik nu ook nog iets tegen jullie zeggen ? Ach nee....bij het nalezen van dit alles zul je heus wel grond vinden om iets tegen jezelf te zeggen.
Nu dus: "De gemeente is van Jezus; is ZIJN eigendom".
Jezus zegt in Matth 16 v 18: "Ik zal MIJN gemeente bouwen"
En je kunt de klemtoon ook anders leggen: "IK zal mijn gemeente bouwen".
De gemeente is niet het bezit van mensen. Jezus is verantwoordelijk en híj bepaalt.
En hóe hij bouwt: niet door slimme strategen of nieuwe trends. Hij bouwt door het werk van de Heilige geest op basis van het woord van God.
Eenmaal maakte ik mee, dat iemand- los van enige samenkomst- een huiskring had opgebouwd. Die ongetwijfeld wel goedbedoelende man hield zijn kleine groep zoveel mogelijk afgeschermd van grote samenkomsten, waar veel Volle Evangelie Christenen elkaar ontmoetten. Maar éen keer was dat toch onmogelijk. Een bezoeker van de huiskring wilde beslist eens naar 'zoiets' toe. Om nog wát controle te houden ging de 'voorganger' dan maar mee. Eén van de 'stewards' sprak de 'horige Christen' aan. De 'voorganger' verstijfde van schrik. De 'steward'zei: "...of mag je niet met me praten van die oude vent naast je..". Wel iets minder fijnzinnig overigens. Maar ja; het was nog zo'n 'wilde tijd'.
Woedend belde de ´voorganger´mij op. " Ze schieten onder mijn duiven. Ze pakken mij m´n groep af. En ik dacht nog wel, dat ik op de duur van mijn groep zou kunnen léven".
Ach; het is al weer veertig jaar geleden. Ik trachtte hem te troosten. Maar de juiste woorden zouden hebben kunnen zijn: " Maar broer...het is toch jóuw groep niet. Je mag de mensen, die bij jou samenkomen, niet verhinderen om na te gaan of ze ergens anders hun vleugels kort- of langdurend wijder uit kunnen slaan".
Maar die woorden heb ik vast niet gebruikt. Mijn kennis was toen nog te gering. Het woord van Jezus uit Johannes 17 v 6: "Ik heb aan de mensen die u (God...Vader| mij uit de wereld gegeven hebt uw naam bekend gemaakt", leefde nog niet zó voor mij.
De gemeente, de vergaderplaats van alle oprecht gelovigen, is dus van God en is door hem aan Jezus gegeven...niet aan de voorganger, die als onderherder de kudde een tijdlang mag hoeden.
Een voorganger hoort de kudde niet bij elkaar te houden op zijn gaandeweg verschralende weitje. Hij hoort ze te voeren áan , te doen rusten ín groene weiden, (Psalm 23 v 2), wanneer die weiden van de Heer van de gemeente zijn.
Natuurlijk houdt dit zielige voorbeeld hierboven niet in, dat jullie als leden van een gemeente nu maar je gang kunt gaan. Bouw je eigen 'zichtbare manifestatie van de onzichtbare wereld'. Zet je schouders voluit onder het werk in jouw gemeente. Gehoorzaam je voorgangers, (Hebr 13 v 17), (evenals die christen van zoëven deed: "Ik zou zo graag dáar eens een kijkje nemen. Wat denkt u ...zou dat kúnnen" "Ach...ik ga dan maar mee naar dat gedoe".)
Maar jullie begrijpen wel, tussen welke grenzen je kunt opereren.
Overigens zag ik kort geleden , hoe zo'n klein, verhabbezakt huissamenkomstje, steeds kleiner en kleiner geworden, leegliep in een grote, fleurige sam, toen de vissenkom brak. Nog even dat kop-aan-staart rondzwemmen en dan de wijdheid inschieten en opvrolijken. O...een groots gezicht !
En dan dat: " IK zal mijn gemeente bouwen".
Van tijd tot tijd waaien er allerlei ideeí«n over betreffende gemeentegroei. De wind komt meestal uit de Verenigde Staten of Canada of ook wel uit Australië. Ik ga er geen zure opmerkingen over maken, doorzie al die systematieken van tegenwoordig ook niet.
Eén systematiek van vroeger heb ik wat beter leren kennen. Er is een bepaalde trits: "Ellende, verlossing en dankbaarheid". Die trits is wijd en zijd bekend en vindt nog steeds vurige pleitbezorgers.
Maar ik zie, dat veel mensen zó lang in die 'ellende' blijven hangen, dat ze aan de ' verlossing' helemaal niet toekomen. Ze blijven maar wachten tot de Heer ze eens door een speciale aanraking uit die ellende verlost. Ik ontmoette laatst een dame van mijn leeftijd, die altijd nog maar in die vissenkom van 'ellende' rondzwom.
Volgens mij is een betere volgorde: "Verlossing , ellende en dankbaarheid".
Ik ga jullie een geheim van mijzelf vertellen. Ach; jullie weten toch al alles van mij, behalve mijn pincode.....
Daar gaat ie: ........... Ik heb nooit goed kijk gehad op mijn 'ellende', bleef steeds maar onderhuids denken: "Ik ben beslist wel een aardige kerel", en dat tot ik kijk kreeg op de grootheid van God, die in Christus achter al die 7 miljard mensen aanloopt , roepende: "Adam....mensenkinderen...waar zíjn jullie. Ik heb alle redding gereed in het offer van mijn Zoon...kom toch terug..!!! Waar wachten jullie nou toch op".
En tot op dit ogenblik zie ik al die heerlijkheid van God alleen nog maar door een spiegel, als in raadselen, ( 1 Corinthe 13 v 12).
Ik ben verlost .... nee...niet 'gered...retteketet' ...ik ben verlost en bevrijd en nu ga ik ook zien, waar mijn ellende zit.
En daarvoor had ik geen 'blessing'zus of geen groei-theorie' zó nodig. Alleen maar een steeds dieper ingeleid worden in al die kostelijke schriftteksten. ............... Gisteren nog: het is even 'off topic', maar ik moet dat leuke , nieuwe perspectief als toegiftje nog even kwijt. Zegt zo'n prediker; ............. "Lui...weet je, dat de geestelijke wapemnrusting uit Efeze 6 niet zes maar zeven kenmerken heeft ?!... Ga ik jullie vertellen...: "Bid voortdurend voor alle heiligen", hoort er ook bij, (18 b).
Romeinse soldaten hadden een standaard uitrusting. Maar bij die standaard-uitrusting hoorde ook een standaard-strategie. Wanneer ze daar onverbiddelijk voorwaarts schreden, achter die kolossale schilden, dat korte zwaard in de aanslag, alle overige wapenen in de gordel bij de hand, stand houdende met de laarzen-met-priem om vast te staan in elk soort modder, dan was er déze strategie: "Houd elkaar vast, houd de rijen gesloten, houd elkaar in het oog, laat niemand geïsoleerd raken...een muúr van schilden .
En zo ook júllie: houd elkaar overeind met jullie gebeden, de strijders nabij en ver, (19). ............ Geweldig toch. En ik ging naar huis, verrijkt door de Heer , in zíjn gemeente, die hij op dat ogenblik weer bouwde.
De eerste uitspraak is Matth 16 v 13 - 20: Voor ons onderwerp zijn belangrijk de verzen 15-19:
Jeus zei tot zijn discipelen; ""Wie ben ik volgens JULLIE". "U bent de messias, de Zoon van de levende God", antwoordde Simon Petrus. Daarop zei Jezus tegen hem: "Glukkig ben je , Simon Barjona, want dit is je niet door mensen van vlees en bloed geopenbaard, maar door mijn Vader in de hemel. En ik zeg je: jij bent Petrus , de rots waarop ik mijn kerk zal bouwen en de poorten van het dodenrijk zullen haar niet kunnen overweldigen
Ik zal je de sleutels van het koninkrijk van de hemel geven, en al wat je op de aarde bindend verklaart zal ook in de hemel bindend zijn, en al wat je op de aarde ontbindt zal ook in de hemel ontbonden zijn".
Let erop lui, dat ik steeds maar Coos de Vink volg bij dit raamwerk. Waarom zou ikzelf het wiel gaan uitvinden. Ik vul dit raamwerk alleen aan met wat gedachten mijnerzijds, in nauw overleg met Gods Heilige geest, maar deze samenwerking behoeft jullie niet te belemmeren om critiek te leveren. Er is altijd een niet helemaal juiste ´afstemming´mogelijk, welk tekort alsdan uitsluitend bij mij dient te worden gevonden.
Wij behandelen achtereenvolgens zes hoofdmomenten. - De gemeente heeft fundamenten - de gemeente is van Jezus, is zijn eigendom - Jezus is de bouwmeester - Jezus bouwt door mensen van zijn keuze - Jezus geeft de zekerheid van het eindresutaat - Jezus geeft de zekerheid van de overwinning
Dat eerste hoofdmoment geef ik nú.
Gods openbaring door de Heilige Geest van de waarheid van Jezus Christus in de harten van gewone mensen als Petrus. 'U bent Heer'.
Dat moment, wanneer Petrus door allerlei belemmeringen heenbreekt en eindelijk uitspreekt, wat als een blijde zekerheid in zijn hart was gegroeid. 'U bent de messias....de Zoon van de levende God'
Kun je je dan ook voorstellen, hoe groot de vreugde van de Heer Jezus was.... eindelijk vrucht op zijn werk..... de ultieme vrucht het erkennen van hem als God en mens, God naar de aarde gekomen om als mens te herstellen, wat door een mens was verknoeid.
De Heilige Geest maakte het aan Petrus duidelijk. En de Heer Jezus was verheugd. En ongetwijfeld zal ook God de Vader verheugd zijn geweest.
Jullie zullen vele malen in de verleiding gebracht worden om Jezus te zien als een gewoon mens zonder enige... werkelijk díepe...dimensie .
De duivel heeft zoveel pijlen op zijn boog om ons van de Petrus-erkenning af te houden. En toch is dat het fundament, waarop de gemeente staat. Jezus Christus, Gods Zoon , mens en God.
Laat je daarvandaan niet verdringen. Goed onthouden hoor. Wees dienaangaande door de Heilige geest geleerd, niet door mij. Zalig zul je zijn.
Tweede van vier viertallen teksten over ´hogere liefde´,in het Oude testament
5. Liefde en trouw beschermen de koning, liefde schraagt zijn troon. Spreuken 20 v 28.
6. Wie rechtvaardigheid en trouw nastreeft, ontvangt leven , rechtvaardigheid en eer. Spreuken 21 v 21 Dit is de NBV. NBG zegt. Wie gerechtigheid en liefde najaagt, vindt leven, gerechtigheid en eer.
7 Hij brengt mij in het wijnhuis, boven mij zijn vaandel van liefde. Hooglied 2 v 4
8 Zusje....bruid van mij, hoe heerlijk is jouw liefde, hoeveel zoeter nog dan wijn. Hooglied 4 v 10.
Uit 5 wil ik deze les trekken. Ook wij, jullie en ik, willen onze hemelse koning , beschermen door onze liefde en trouw. Wij willen door onze liefde zijn troon schragen. Hoe kunnen wij dit doen...altijd... door de genáde van onze Heer. De Heere God geeft ons zijn Heilige Geest. En die Heilige geest die ons gegeven is, giet Gods liefde in onze harten, Romeinen 5 v 5.
Die Heilige geest staat altijd gereed om met zijn goede werk in jou te beginnen. Vraag er maar om in je gebed: "Kom in mijn hart o kom in mijn hart o kom in mijn hart Heer Jezus". En omdat Vader, Zoon en Heilige geest éen zijn, komt ook de Heilige geest met Jezus mee. Of vraag het de Heilige geest Zélf. En dan ben je in staat om in deze wereld Onze Heer Jezus Christus, die voortdurend belaagd wordt van duizend kanten, te beschermen, zijn troon te schragen, doordat de schimpers door jouw liefdevolle terechtwijzing beschaamd en nadenkend zwijgen of althans verward afdeinzen.
ad 6 En als je die Goddelijke liefde najaagt, gesteund en gesterkt door Gods Heilige Geest, vind je leven en wordt de waarde van dat woord uit Johannes 11 steeds meer wezenlijk voor je, zodat je ook voor de dood niet meer bang bent: "Wie in mij gelooft, zal leven, ook wanneer hij sterft". v 25.
ad 7 En...terwijl jíj je in liefde uitstrekt naar Onze Heer Jezus Christus, is boven jouw hoofd de banier van zijn liefde als een koele, rustbrengende schaduw. Want Hoogliesd is niet allereerst een mooi liefdeslied. Diep, diep daarachter wordt het beeld geschetst van Jezus en zijn gemeente, in wederzijdse liefde steeds hechter verbonden.
ad 8 En terwijl jij verrukt bent over de Heer Jezus, is hij verrukt over jou. Want de Heer Jezus verlangt naar een gemeente, zonder vlek of rimpel, zoals Efeze 5 v 27 het zegt. 'Christus heeft zich voor zijn gemeente, zijn kerk...prijsgegeven om haar te heiligen , haar te reinigen met water ..van de heilige Geest...en met woorden en om haar in al haar luister bij zich te nemen, zodat ze zonder vlek of rimpel zal zijn , heilig en zuiver'
Door de genade van God in Christus Jezus kun je, door de bijstand van de Heilige geest verder wandelen op dit heerlijke pad. Geestelijk zonder vlek of rimpel....dat is je eeuwige vooruitzicht, naarmate je op dat pad vordert.
En ...nu even een toegiftje. Dit heerlijke geestelijke werkt ook in het natuurlijke uit. Ik zal niet beloven, dat in je gewone aardse verschijning rimpels uitblijven.
Maar zorgen en wrevels, die voor venijnige kraaienpoten zorgen, worden minder. Kleine oogjes door bitterheid, met alle rimpels daaromheen, worden groot en stralend, wanneer die bittereheid wijkt, evenals ´mara´week van Naomi, Ruth 1 v 20, 4 v 15, en de levensvreugd terugkwam.
De Goddelijke liefde, (agapí¨) in het Oude testament,eerste van vier afleveringen.
Over de van God uitgaande liefde is zoveel te vertellen, dat ik tenslotte déze keus heb gemaakt: ik begin met behulp van de concordance maar in het Oude testament en zoek daaruit vier groepen van vier teksten.
Hier komen ze; de vier van de eerste groep:
1 Samuel 18 v 1 en 3; " Jonathan die bij dit gesprek, (tussen Saul en David) aanwezig was, voelde zich meteen sterk tot David aangetrokken en vatte een innige vriendschap voor hem op. Hij, (Jonathan), die David zo lief had als zijn eigen leven, sloot vriendschap met hem".
2 Samuel 1 v 26. David... over de gesneuvelede Jonathan sprekende: "Jonathan ligt gesneuveld op de heuvels. Het verdriet verstikt me.... Jonathan !, je was mijn broeder en mijn beste vriend. Jouw liefde was mij dierbaar , meer dan die van vrouwen..."
Spreuken 10 v 12 "Liefde dekt alle fouten toe".
Spreuken 16 v 6; "Zonden worden toegedekt door liefde en trouw,"
Jonathan was een held van de Heer God. Toen zijn vader Saul maar bleef aarzelen bij een veldslag, omdat hij te weinig mannen dacht te hebben om de Filistijnen te verslaan, (1 Samuel 13), redeneerde Jonathan: "God kan evengoed met weinigen voor een overwinning zorgen als met velen", (14 v 6). En God honoreerde deze moed.
Geen wonder, dat deze geloofsheld zijn hart voelde opspringen, toen hij (18 v 1) een andere geloofsheld ontmoette, even vertrouwend óp en liefhebbend tót de Heer. Er ontvouwde zich een gestelijke liefde tussen die twee , die aardse liefde verre overtrof.
En toen, jaren later, Jonathan droef sneuvelde, verwikkeld in een strijd, die zijn vader, Saul, wel móest verliezen vanwege zijn (Sauls) zonden, zei David in zijn schitterende klaaglied: "Jouw liefde was mij dierbaarder dan die van vrouwen". Mensen, die niets van de geestelijke heerlijkheden snappen, hebben hiervan gemaakt, dat het hier om twee homosexuelen ging. Maar wij, gelovigen, die door de genade van God begrip gaan krijgen van hemelse werkelijkheden, leren begrijpen, dat er een hoge geestelijke liefde van Godswege is, die ook ons mensen, kan gaan bezielen. En die Goddelijke liefde gaat ver boven de 'phileios' en de 'eros' uit.
Het is goed voor ons om in de sam rond te kijken naar al die dappere strijders om ons heen en : - al die ademloos luisterenden naar de preek - al die enthousiast zingenden - al die met handgeklap de Heer lovenden - al die met geheven armen de Heer aanbiddenden met onze geestelijke liefde te omringen. Wat zal het goed zijn , wanneer talloze David-Jonathan-combinaties ontstaan.
En wanneer in de ontwikkeling van al die medegelovigen remmende factoren zijn, die naar Spreuken 10 v 12 tot overtredingen leiden, dan zullen wij ons niet teleurgesteld van die ander afwenden, maar in liefde vermanen, terechtwijzen en weer'in de rails tillen', krachtig daartoe gemaakt door de geestelijke liefde, die van God uitgaande, door de Heilige Geest .... die altijd terugwijst naar het opbouwend werk van Jezus, ....in ons hart is gewekt.
En echt aan de dag tredende zonde wordt niet vergoeilijkt, maar in liefde toegedekt door ons tot God uitgaand gebed, inhoudende dat onze medegelovige de weg moge terugvinden.
Tot zover de eerste vier. Werk dit maar verder voor jezelf uit.
Zo nu en dan even een nieuw ´plan de campagne´. We hebben nu alle ´negen geestesgaven´doorgewerkt en staan voor de keus, wat nu Eerder had ik het plan als hieronder vermeld. Ik voel nu toch meer voor ´een mix´. De ´geestesvrucht´is negendelig. En als ´verdere Geestesgaven´worden er veertien genoemd. Mijn definitieve plan wordt, om wat meer afwisseling te heben Liefde, vrucht Dienstbetoon, gave blijdschap, vrucht onderwijs, gave vrede, vrucht vermaning, gave meedelen van stoffelijke gaven, gave vriendelijkheid, vrucht leidinggeven, gave lankmoedigheid of geduld, vrucht apostel, gave profeet , gave goedheid, vrucht evangelist, gave herder, gave goedheid, vrucht leraar, gave bemoediging, gave trouw, vrucht gastvrijheid, gave zachtmoedigheid of mildheid, vrucht helpen, gave zelfbeheersing, vrucht voorbede, gave.
En natuurlijk blijft daartussendoor de behandeling van ´de gemeente´doorgaan.
Volgens dit schema nu ´voorwaarts, in Jezus´naam´.
Daag Ger
BIJLAGE Ik wil telkens 2 verhandelingen geven over; de gemeente en daarna twee topics over...ja waarover.
Na beraad vond ik deze redenatie: Na 'Geestesgaven' wordt er meestal aandacht besteed aan de 'negendelige Geestesvrucht'. Maar er zijn nog veel meer Geestesgaven, dan de negen gaven, die wij nu bijna alle besproken hebben op een deel van 'genezingen' na en de laatste gave, die van 'krachten'.
Maar de vrucht van de Geest is zo belangrijk, die behandel ik nu eerst en daarna 'de verdere gaven', die genoemd worden.
Dan wordt het schema voor de onderbrekingen van 'de gemeente' dus: - Liefde - blijdschap - vrede - vriendelijkheid - lankmoedigheid of geduld - goedheid - trouw of geloof - zachtmoedigheid of mildheid - zelfbeheersing
En daarna volgen dan : Uit Romeinen 12 v 6 -8 - dienstbetoon - onderwijs - vermaning - stoffelijke gaven meedelen - leidinggeven
en uit Efeze 4 v 11-12: - apostel - profeet - evangelist - herder - leraar,
terwijl ik verder nog verspreid tegenkom: - bemoediging - gastvrijheid - helpen - voorbede, alle benoemd als 'gaven',
waarvan de schrift verder zegt, - dat wij gaven hebben, onderscheiden naar de genade die ons gegeven is, Romeinen 12 v 6 - dat wij de ons geschonken gaven niet moeten veronachtzamen, 1 Tim 4 v 14