Tweede groep van vier tekstenuit het Nieuwe Testament, die handelen over ´vriendelijkheid´als deel van de ´vrucht van de Geest´..
De teksten:
Johannes 15 v 12 15
Mijn gebod is dat jullie elkaar liefhebben, zoals ik jullie heb liefgehad.
Er is geen groter liefde dan je leven te geven voor je vrienden
Jullie zijn mijn vrienden wanneer je doet wat ik zeg. Ik noem jullie geen slaven meer, want een slaaf weet niet wat zijn meester doet. Vrienden noem ik jullie, omdat ik alles wat ik van de Vader heb gehoord , aan jullie bekend gemaakt heb.
( dit zijn dus al drie teksten).
1 Corinthe 4 v 13.
Worden wij beledigd dan antwoorden wij vriendelijk.
Gedachten bij Johannes 15 v 12 -15:
Liefhebben in geestelijke zin met de agapè is de sleutel tot alle heerlijkheden van de schrift. Jezus heeft lief met zelfs de dood als uiterste consequentie..
Paulus zegt in Romeinen 5 v 6-8 dat Christus is gestorven voor zijn vijanden. Maar God ziet hier zijn beminden , die Christus hebben aanvaard, niet meer als zijn vijanden, maar Gods alziend oog ziet hen reeds als vrienden. En die troostrijke mededeling geeft onze lieve Heer Jezus hierdoor.
.
De volgende regel lijkt wat raar: jullie zijn mijn vrienden, wanneer ..
Jezus bedoelt her echter niet te zegen, dat ze pas vrienden worden, wanneer ze dit-of-dat doen. Nee, zo bedoelt hij de verhouding tot vrienden niet.
Hun vriendschap zal er hen als vanzelf toe brengen, om te doen, wat hij zegt. Dat is volkomen logisch te verwachten onder geestelijke vrienden.
Een slaaf doet de dingen , omdat ze móeten. Maar hier is geen verhouding meer van slaaf tot Heer, maar van vrienden en de grote vriend. Alles, wat hij kan vertellen aan hen, voor zover zij het dragen kunnen, verwerken kunnen, heeft hij verteld. En dat zij hetgeleidelijk aan verwerkt hebben, krachtig vooruitgeholpen door zijn opstanding, daarvan geven zij later blijk.
Alleen wanneer wij als vrucht van de Geest ook vriendelijkheid in onze bagage hebben, leren wij zó liefte hebben, als de heer Jezus ons heeft voorgeleefd. Dat wil niet zeggen dat al degenen, die als Christen voor ons geleefd hebben, en aan wie de doop in de Heilige geest nog niet zo helder voor ogen stond, omdat daarover nog minder was bekend geworden in het voortgaande denken van de mensen .dat die mensen de onderlinge, diepe vriendschap niet beleefd zouden hebben, maar in deze tijd, nu de zaken op een climax gaan uitmonden, is het zo goed om door dit deel van de Geestes-vrucht de onderlinge liefde vast te houden.
En de wetenschap, dat Jezus ons nu al vrienden noemt, nu de wil er is én het zoeken naar meer van de Geest, maar nog lang geen volkomenheid daarin, is zo sterkend. De discipelen waren ten tijde dat Jezus deze woorden tot hen sprak, ook nog maar heel onvolkomen vrienden, maar de liefde van God zag hen reeds als volmaakte vrienden. Zij waren al positioneel vriendenmaar moesten er nogveel, zeer veel van waarmaken.
Zo is het ook met ons gesteld.
Ook wij hebben al zo veel met ons door de doop in de Heilige geest gescherpt oor van zijn mysteries gehoord, dat wij nog jaren nodig hebben om die rijkdommen ook metterdaad te verwerven. Maar Gods genade ziet ons al als vrienden, die niet slaafs meer denken:
`Dit of dat móet ik voor Jezus doen`,
maar dankbaar zeggen:
`Heer open mijn ogen voor de liefdestaken, waarvoor umij kunt gebruiken
En nu gelijk maar door naar:gedachten bij 1 Corinthe 4 v 13.
Wij , gelovigen, gedoopt met de Heilige Geest, door de genade van God, leven zo dicht bij de hemelsferen, waar wij later voorgoed en helemaal ín leven, dat wij gaarne het voorbeeld van Jezus volgen, van wie staat geschreven in 1 Petrus 3 v 23, dat hij, als hij gescholden werd, niet terugschold en als hij leed niet dreigde.
Paulus liep nogal in de kijker,omdat hij leerbewerker was, een beroep, dat in de streken, waar hij werkzaam was, slavenarbeid was en helemaal niet in tel. Maar wanneer hij náar behandeld werd, bleef hij vriendelijk. Ook wij zullen vriendelijk blijven, wanneer mensen ons onheus behandelen, omdat wij ´zo´n raar geloof´ hebben.
Maar wij weten uit Romeinen 12 v 17 en 21, dat:
-wij niemand kwaad met kwaad zullen vergelden en
-ons niet zullen laten overwinnen door het kwade, maar het kwade overwinnen zullen door het goede.
Misschien worden wij dan softies gevonden, omdat men ten onrechte denkt , dat het ons ontbreekt aan innerlijke kracht, fierheid of zelfrespect.
Maar dikwijls wordt toch wel gemerkt, waar de bescheiden vriendelijke hoffelijkheid, die ons aanspoort tot onze houding, vandaan komt.
In ieder geval, Geestvervulden, oefen je ook in de vriendelijkheid tegen alle grofheid in.
Eerste groep van vier teksten, (ditmaal 3) uit het Nieuwe Testament, die handelen over ´vriendelijkheid´als deel van de ´vrucht van de Geest´..
De teksten:
Matth 11 v 18:
Men zegt van de Mensenzoon:
Kijk toch eens .die vriend van tollenaars en zondaars .
Lucas 12 v 4:.
Tegen jullie, mijn vrienden, zeg ik:
Wees niet bang voor degenen, die het lichaam kunnen doden, maar niet tot iets ergers in staat zijn.
Johannes 11 v 11.
(Jezus zei tot zijn discipelen):
Onze vriend Lazarus is ingeslapen , ik ga hem wakker maken .
Gedachten, aan deze teksten te verbinden:
Matth 11 v 18:
Jezus was volmaakt met de Heilige Geest vervuld. En hij was een volmaakte vriend. Wij weten allemaal, hoe hij zijn vriendschap op het meest heeft betoond: door voor ons te sterven, toen wij nog vijanden waren,(Romeinen 5 v 10).
Maar ook in zijn leven op aarde kwam die vriendschap al naar voren .Hij was een vriend van tollenaars en zondaars. Hij daalde niet tot hun peil af, maar hij ging naar hen toe om hen zo mogelijk tot hoger peil op te trekken.
Een tollenaar is hij, die door de mensen veracht wordt, die salon-unfähig is, die jou niet vooruit kan helpen,die je carrière niet kan dienen., wiens nabijheid jouw image niet dient
Zondaars zijn degenen, die Gods kennis verwerpen,bijvoorbeeld door onverschilligheid .. die Jezus zeggen, niet nodig te hebben, bijvoorbeeld doordat ze heel best tevreden te zijn met de toestand zoals die is ..
Als wij werkelijk de Heilige Geest in ons voelen, zullen wij trachten, een praatje aan te knopen met die mensenonder de ons omringenden , waar nu helemaal geen muziek in zit..
Ja ik zou het uit willen breiden: ook in de sam zijn er mensen, die daar eenzaam zijn, omdat ze zo helemaal zich niet lenen voor te vormen netwerken. Wanneer je ze wat eenzaam ziet staan bij het koffiedrinken bijvoorbeeld, begin eens een gesprekje, niet neerbuigend, maar vol warme belangstellinginformerend naar hun gezinsomstandigheden.
En doe hetzelfde met zondaars, die grote, zeer gevarieerde groep. Vraag naar hun wel en wee, bewonder hun babys,maak grapjes met hun kroost, betoon u een vriend. Dat is een taak van Geestvervulde Christenen, trouwens van iedere Christen, onafhankelijk van zijn stadium van gevorderdheid op de weg van het heil.
Lucas 2 v 4.
Niet bang zijn. En dan staat er zo streng bij: lichaam doden. Maar Jezus, de grote Vriend, kent ons, Geest-vervulden, als zijn vrienden, ademend in dezelfde sfeer. Elke Christen mag zich deze tekst toe-eigenen. maar degenen, die Geestvervuld zijn, die aan het leren zijn om in Gods sfeer te ademen, die de dingen meer van uit hemelse hoogten kunnen bekijken, mogen toch wel heel in het bijzonder weten, dat ze niet bang hoeven zijn. Zelfs als er een struikeling is geweest, hoeven ze niet te vrezen .
Weet je dat er 365 keer in de bijbel staat: Vreest niet. Alleen in een schrikkeljaar is het éen dagje behelpen.
Laatst mocht ik nog een pas-begonnene ondersteunen, die bij een eerste verkenningsaanval van satan vreselijk was geschrokken. Ik ben er zeker van, dat ze, dapper voortgaande, in ko- mende tijden, minder zal schrikken van zwaardere satanische aanvallen.
Johannes 1 v 11;.
Jezus is ook een vriend van Lazarus. En hij is een vriend van zijn discipelen. En hij zegt tegen hen:
Lazarus, ONZEVRIEND, is gestorven.
Wij zeggen wel eens:
De vrienden van mijn vrienden zijn míjn vrienden.
Maar al dat ergens op gaat, dan is het wel hier. Kijk de sam maar eens rond. Daar zitten allemaal mensen, van heinde en ver gekomen, om met jou samen te zijn in de naam van Jezus. Zij zijn zíjn vrienden. Laten ze ook de jouwe zijn.
Heel de gezegende brief aan Efeze, volgens sommigen het toppunt van geestelijke bewustheid, ons geboden in de veelkleurige boeket van de bijbel met zijn66 grote en kleine boeken heeft dit als doel:
De gemeente als geheel en de gemeenteleden ieder afzonderlijk in Efeze, maar ook in alle gemeenten:
-doen er goed aan om de Heer Jezus, hun hoofd, goed te kennen, net zoals het lichaam van elk m mens het hoofdgoed kent en de bevelen van dat hoofd stipt en blij en snelopvolgt, ( als het goed is).
-dienen een heldere, niet omfloerste blik te hebben op de taak, die Jezus aan hen toebedeelt
-zouden eigenlijk ieder moment moeten kunnen beseffen, welk een heerlijke rijkdom er voor hen klaar ligt in het leven na de aardse dood en als voorglans ook al in het leven nú
-behoren doordrongen te zijn welk een enorme kracht er beschikbaar is voor hen
--hoe Jezus , hun hoofd door die overweldigende kracht is opgestaan uit de dooden dat een dergelijk in heerlijkheid opstaan ook hún deel kan zijn
-mogen zich ervan bewust zijn, dat onze Heer Jezus Christus , ons hoofd aan Gods rechterhand zit op diens troon, bovenelke vorm van macht of kracht en dat ons einddoel is om door Gods genade ook op die troon te mogen zitten ... voor eeuwig.
-Dat onze Heer Jezus regeert over alles wat God gemaakt heeft en dat hij het laatste woord heeft en dat wij ook in die macht mogen delen, wanneer wij maar tot het einde volharden.
Wat is het geweldig door zon hoofd te mogen worden geleid, de plannen van dat hoofd uit te voeren, onverbrekelijk verbonden te zijn aan dat hoofd, , tenzij wij- toegevende aan allerlei verleidingen- ons van ons geestelijk opperhoofd losmaken.
Efeze 2 v 15 zegt:
Jezus bracht vrede door het kruis om uit die tweein zichzelféen nieuwe mens te scheppen.
Alle Christenen , , die dat zijn met hun hart, zijn door God in een zodanige positie geplaatst, dat zijéen zijn met Jezus en éen met elkaar. Aan ons de taak om dit ook in en door ons leven waar te maken.
Als wij leven volgens de regels van hoofdstuk 4 v 1- 7 dan zijn wij in stijl:
Dus:
-bescheiden, zachtmoedig,geduldig, elkaar in liefde verdragende
-verbonden aan elkaar in de kracht van de vrede
- en al die heerlijke dingen, die daar verder staan.
dan worden we verder toegerust tot de taak, die bij ons past, (v 12)
dan is er een mogelijkheid tot verdere groei., (v 16).
Nadat wij ons heel lang hebben bezig gehouden met de vraag:
Wat is de gemeente,
gaan we ons nu een tijdlang verdiepen in de vraag, hoe de zo uitgebreid behandelde gemeente dan wel functioneertin de praktijk.
Ik volg weer het stramien, dat Coos de Vink in 2005 legde en geef daaraan een eigen invulling.
Voor zovele doeleinden komen mensen samen. Maar wat maakt een groep samenkomende mensen tot een gemeente in bijbelse zin.
Paulus spreekt over de gemeente als:
-een lichaam
-een woning
- en een huwelijksrelatie.
Laten we dan maar eens aan deze nieuwe hap beginnen, na er een tijdlang biddend en plannend omheen gelopen te hebben .laten we dan maar eens beginnen met het lichaam.
Een tekst::
NBV:
God heef alles aan Jezus voeten gelegd en hem als hoofd over alles aangesteld voor de kerk, die zijn lichaam is, de volheid van hem, die alles in allen vervult.
NBG
En hij heeft alles onder zijn voeten gesteld, en hem als hoofd boven al, wat is, gegeven aan de gemeente, die zijn lichaam is, vervuld met hem, die alles in allen volmaakt.
Jezus is het hoofd van de gemeente. Maar het is goed om de macht van onze Heer Jezus ons eerst goed voor ogen te stellen.
God heeft alles onder zijn voeten gesteld, alles als een geschenk aan Jezus´voeten gelegd. Alles, wat je maar bedenken kunt:
- de stoffelijke wereld
-de geestelijke wereld
Maar even doordenkende, zien je dan ook, dat de gemeente, ( ik spreek niet zoveel over het in Engelse kringen gebruikelijke kerk-church-, want dat acht ik een beladen begrip).
Nee, de gemeente, het .lichaam van zon onvoorstelbaar machtig hoofd, deelt in zijn glorie. En dat lichaam zijn is niet zomaar een frase nee: Jezus wil , al voortgaande, zijn gemeente vervullen met zijn gedachten, vol maken met zijn wezen.
Zo bezien is de gemeente niet een aspectje van de wereld, maar de wereld is de periferie, de buitenkant van de kerk, als het ware het décor, waarbinnen het eigenlijke gebeuren, de eigenlijkehappening plaats vindt. .Om Jezus overwinning gaat het. Dat is het centrale thema van de wereldgeschiedenis. En de gemeente, zo éen met hem wordend, deelt in zijn belangrijkheid.;
Jezus spreekt en handeltdoor middel van zijn gemeente..
Zo hebben we enkele aspecten genoemd. Maar er volgen er meer.
Derde en laatste groep van ditmaal weer dríe- teksten in het Oude Testament, die iets te maken kunnen hebben met wat in het Nieuwe Testament de vrucht, bestaande in vriendelijkheid wordt genoemd.
De teksten:
Spreuken 31 v 26.
NBV
( De geestelijk sterke vrouw) spreekt wijze woorden,
wat ze zegt, zijn liefdevolle lessen
NBG
Met wijsheid opent zij haar mond,
Vriendelijke onderwijzing ligt op haar tong
Spreuken 15 v 30
NBV
Een lachend gezicht verblijdt het hart
NBG
Vriendelijk stralende ogen verblijden het hart.
Spreuken 27 v 9.
NBV
De geur van balsem en wierook maakt gelukkig,
Maar zoeter voor het hart is ware vriendschap
NBG
Olie en reukwerk verheugen het hart,
En warme vriendschap vanwege welgemeende raad.
Gedachten bijSpreuken 31 v 26
In Spreuken 31 vanaf v 10 wordt een huisvrouw getekend, die nu werkelijk overal goed in is: niet alleen in alle aspecten van het huishouden, maar ook op diepere niveaus.
Hoor maar eens:In alle situaties wijze woorden
Ze doet haar mond niet open om babbeltjes te verkopen,. Nee, alle woorden zijn wijs en wel- overwogen, voor zij ze uitspreekt. En elke zin is een les. Geen harde, bitse, kleimakende, gevoelloze les, maar een waardevolle les, ingepakt in liefde. Haar woorden zijn stuk voor stuk onderwijzingen, in vriendschap en vriendelijkheid verpakt.
Lezeressen .ik hoor jullie al zuchten:
Wel, dan moet er met mij nog heel wat gebeuren.
Maar : vriendelijkheid is een deel van de vrucht van de Heilige geest. Hij wil jullie zó omvormen, dat je later, temidden van een stoet, jou gelukkig prijzende kinderen, ( v 28) zó moeder kunt zijn als deze moeder in Israel´. En al prijzen kinderen niet gauw, God is blij met je.
En natuurlijk geldt voor alle baas-spelende jongemannen hetzelfde. Ook jullie kunnen zo worden:wijs, vriendelijk, vol liefdevolle raadgeving.
Groei door met de Heilige geest.
Gedachten bij Spreuken 15 v 30.
Er worden veel te veel harde , bitse dingen gezegd, met nijdige monden onder harde ogen.
Je hart wordt er zo koud van, je hebt zó de neiging om heel argwanend te zijn en je ook hard op te stellen en desnoods hard terug te slaan.
O maar dan eens éenkeer een lachend gezicht tegenover je, een gezicht , waarvan je voelt, dat het echt lacht, want de ogen staan dienovereenkomstig in dat gezicht als vriendelijk stralende lichten.
Wat verheugt dit je hart, wat word je opeens ontvankelijk voor goede raad.
Ook dit is een deel van de vrucht, die de Heilige Geest je wil brengen.
Gedachten bij Spreuken 27 v 9:
Mensen, die vervuld raken met de Heilige Geest, worden ware, innige vrienden.
Tegenwoordig wordt gezegd dat de geur van sinaasappelen zo sfeerontspannend werkt. Dat effect was er mogelijk vroeger bij balsem, reukwerk en wierook.
Mij zeggen die geurtjes niet zo veel.
Maar ware vriendschap !!!!
Een paar jaar geleden had ik met anderen een berg beklommen. Steeds hadden wij naar rechts moeten leunen. En toen wij afdaalden langs een ander pad, moesten wij ook weer naar rechts leunen.
En beneden kwam een andere bergbeklimmer naar me toe en zei:
`Ger voel jij je wel goed. Je loopt helemaal scheef.`.
O, die warme blik, die bezorgde, vriendelijke ogen, die zorgzame stem. Ik weet het nu nog.
Jullie .wanneer je zó vervuld raakt met de Heilige geest, komt er die warmte in je blik, in je ogen in je stem, in je opmerkzaamheid. Zo kun je anderen jarenlang een fijne herinnering geven, net zoals het mij overkwam.
Derde groep van ditmaal- twee teksten in het Oude Testament, die iets te maken kunnen hebben met wat in het Nieuwe Testament de vrucht, bestaande in vriendelijkheid wordt genoemd.
Eerst de teksten:
Spreuken 22 v 9.
NBV
Een goedhartig mens wordt gezegend,
Hij deelt zijn voedsel met de armen
NBG
Wie vriendelijk van oog is, die wordt gezegend,
Omdat hij de behoeftige van zijn brood geeft
Spreuken 22 v 11.
NBV
Wie een zuiver hart heeft en beminnelijk spreekt
Heeft de koning als vriend.
NBG
Wie reinheid van hart bemint en wiens lippen vriendelijk zijn,
De koning is zijn vriend.
Gedachten:
- bij Spreuken 22 v 9
Goedhartig vriendelijk van oog .oog voor andere mensen:
Die eigenschappen kunnen alleen maar écht voortkomen uit een bekeerd, wedergeboren, met Gods Geest vervuld hart.
Op zichzelf genomen zijn er wel van nature goedhartige mensen,die oog hebben voor de noden van anderen. Maar de echte, blijvende milddadigheid en barmhartigheid wordt toch slechts daár gevonden, waar het hart werkelijk door God in zijn genade is gezegendmet volharding.
Neem nu onze Heer Jezus Christus. Hij wás al deze dingen :
-zijn hart was echt goed en ruim en blijvend edel
-Zijn vriendelijke ogen verblijdden al degenen, die zoekende waren naar het verloren paradijs
-Zijn oog voor de noden, zijn milddadigheid en barmhartigheidmaakten het hem mogelijk, liefdevol raad te geven aan mensen, waarvan hij wist, dat ze hem ook weer zouden verlaten en verraden.
Wij, gelovigen, behoren op hem te gaan lijken. Waar de haat de drempels heel hoog maakt, daar maakt de liefde, die hij ons wil meedelen, ons steeds meer lijkende op hem.
Rondom ons zijn er velen, die in dikke autos rijden, maar die toch innerlijk zo arm zijn aan geestelijke waarden, dat wij dat met onze geestelijk geworden ogen zien.
Velen van jullie delen geestelijk voedsel uit ergens op een forum. Degenen, die dat doen, weten, dat de volgende dag al weer bijtende reacties kunnen komen. Maar je strooit maar uit van de rijkdommen, die je hebt, vertrouwende, dat het woord van God harten bereikt, welke dan ook . En ook je opponenten, hoe hoog ze ook de drempels willen maken tussen jou en hen, blijf je liefhebben, ook al zou het je in gevaar brengen.
Voorbeeld: Johannes de Doper waarschuwde ook koning Herodes voor een misstap, die deze al begaan had of op het punt was om te begaan. Hij sprak uit liefde, maar haat deed hem zwijgen, eerst in de kerker, later voor altijd, ( Matth 14 v 3- 11)
Wees sterk en moedig in jullie goedhartigheid en oogopslag, die het pure hart weerpspiegelt. En wat ook de haat je wil doen, jullie liefde, hieruit blijkend, zal gezegend worden.
Gedachten bij Spreuken 22 v 11.
Zuiverheid ..beminnelijke taal .vriendelijke woordkeus ze getuigen van een harmonisch levenscentrum, de menselijke geest en van een aangename levensopenbaring.
En dan: de koning als vriend hebben:wie denkt daarbij niet aan het hoogst mogelijke: de hemelse koning, de Heer God zélf, als vriend hebben.
Drevriendelijke woordkeus, die handelt naar het word uit Filipp 4 v 8::
Tenslotte broeders ( en zusters) schenk aandacht aan:
-alles wat waar, alles wat edel is
-alles wat rechtvaardig is
-alles wat zuiver is
-alles wat liefelijk is
-alles wat eervol is
-kortom : aan alles
-- wat deugdzaam is
-- en lof verdient.
Ga de gesprekken om je heen eens na: op school .in de werkplaats op kantoor en doe er niet aan mee,.als ze te zeer in strijd komen met het hierboven vermelde Maar onderscheid je hierin. Bid de Heer om een zuiver hart, beminnelijke woorden,En al zal je aanvankelijk veel spot ten deel vallen:: God verheugt zich over je. En het is heel goed mogelijk, dat je ook onder de mensen, die je ontmoet, waardering ondervindt.
Eén keer werkte ik op een neutraal net en kreeg de vreselijkste dingen te horen, toen ik op allerlei manieren wees op Jezus de weg en de waarheid .en het leven. Maar er was toch ook iemand die zei:
Je kan zeggen van Ger wat je wil, maar hij blijft altijd beleefd
Weet u niet, ( gemeente), dat u een tempel van God bent en dat de Geest van God in uw midden woont ?
1 Corinthe 3 v 16.
Vanuit hem groeit het gehele gebouw, steen voor steen, uit tot een tempel, die gewijd is aan hem, de Heer, in wie u ook samen opgebouwd wordt tot een plaats waar God woont door zijn Geest.
.
Gedachten bij 1 Corinth 3 v 16:
De tempel van God wordt gebouwd op het ware fundament, zoals wij dat vinden in Hebr. 6 v 1-3:, die zesvoudige , oersterke grondslag:
-zich afkeren van daden, die tot de dood leiden
-geloof in God
-de leer over het dopen
-de leer over de handoplegging
-de leer over de opstanding van de doden
-de leer van het laatste oordeel
De gemeente, die in haar kernleden doordrongen is van de hartenkennis van deze vaste gegevens, mag een gemeente naar Gods hart heten.Natuurlijk is het ook weer zo, dat elke gemeente een mixtuur is van min of meer gerijpte Christenen, waarin echter de kernleden de koers behoren uit te zetten.
De gemeente van God is tegelijk een tempel van God.
Hij, die de allerhoogste is en de volmaakte en de heilge en de alleen wijze, woont in de gemeente, want haar smaakmakende kern bestaat uit in de Geest gedoopte gelovigen.
Wonen is een blijvende zaak. God woont door zijn Heilige geest
maar niet bíj ons, maar ín ons, ( (Joh 14 v 17).
De Heilige geest is de eerste gave aan ons . Hij is het onderpand van een nieuw, geestelijk, blijvendverbond. Hij schenkt de zekerheid dat wij zullen groeien naar de volwassenheid en de volkomenheid.
Zoals de levensgeest van de mens zorgt voor de juiste opbouw van het lichaam, zo zorgt de Heilige geest in het meer samengestelde lichaam , de gemeente, voor de groei en de instandhouding van de gemeente.
Gedachten bij Efeze 2 v 21 en 22:
De gelovige bevindt zich in het lichaam van Christus, de gemeente. Het gemeentelichaam is, net als het menselijke lichaam, opgebouwd uit vele cellen, de afzonderlijk gelovigen, geheel of ten dele op weg naar de doop in de Heilige geest..
Elk gemeentelid, op de goede weg omhoog zijnde, is op zichzelf genomen al een klein bouwwerk, dat steeds stralender en heerlijker wordt.En als al die cellen gezondaan het worden zijn, wordt ook de gemeente steeds stralender en heerlijker.
Daaromzegt 1 Petrus 2 v 5 :
en laat ook uzelf als levende stenen gebruiken voor de bouw van een geestelijke tempel.
De wedergeboren Christenen, waaraan Petrus schreef , waren dus nog niet allen gedoopt en vervuld met de Heilige Geest en nog niet allen volkomen vrij. Hier komt weer dezelfde gedachte naar voren, die ik ook al aanstipte bij bespreking van de eerste tekst.
De bouw van Gods geestelijke tempel vordert tijd. Maar wanneer de tweede komst van Jezus daar is, zal hij de gemeente stralend en zonder vlek en rimpel aan zijn Vader voorstellen. Jezus komt niet terug om halmen te oogsten, maar rijpe aren.
Dus door steeds meer stralend en heerlijk te worden helpen de gemeenteleden de gemeente vooruit en maken Jezus tweede komst mogelijk.
De gemeente is Vaders huis, zijn woning met daarin vele woningen. En al die woningen zijn woningen van God en levende stenen in Gods tempel. Zij zijn dat door de Heilige Geest.
Behalve de fundamenten, waarop de gemeente steunt, is er uiteraard ook een hoeksteen, ook weer een fundament, onze Heer Jezus Christus.
De eeuwige bestemming van de ware gemeente is niet alleen,
-dat haar leden weten , voor eeuwig gered te zijn
-ook niet dat dezen zich voor eeuwig in hun Heer mogen verheugen
-maar dat zij Gods heiligdom mogen zijn, een woning, waar God zelf permanent woont.
-2Corinthe 6 v 16 zegt immers: Ik zal onder hen wonen en wandelen.
Nu zien wij nog maar een begin. Maar God gaat door
De Heer, onze God, de Almachtige heeft het koningschap op zich genomen
Laten we blij zijnen jubelen ,
laten we God de eer geven!
Want de bruiloft van het Lam is gekomen en zijn (Gods) bruid staat klaar.
Zij mag zich kleden in zuiver, stralend linnen.
Want dit linnen staat voor al het goede dat gedaan is door de heiligen.
Openbaring 19 v 6 - 8.
De bruiloft is daar. Het vaste verbond, als tussen twee mensen is daar. Eris geen vrijblijvendheid meer. De relatie is bezegeld. Laten wij ons zuiveren en gereed maken voor die bruiloft.
Er komt nu even een onwennige gedachte. Gemeendwordt meestal, dat de gemeente de bruid is en het Lam , onze Heer Jezus Christus de bruidegom.Maar het ligt toch net even anders. De Heer Jezus was altijd al getrouwd met zijn gemeente. Hij betaalde voor die gemeente een bruidsschat, want Openbaring 5 v 9 schrijft:
U ( Heer Jezus) bent geslacht en met uw bloed hebt u voor God mensen gekocht uit alle landen en volken, van elke stam en taal.
Achter Jezus, nu onze echtgenoot, rijst voor onsde echte echtgenoot op in nog vage contouren. De gemeente met Jezus als haar hoofd is nú de bruid en God, de Vader is de bruidegom.
Het lam ( Jezus) was altijd al gereed voor de grote, de echte bruiloft. Hij was al gereed, toen hij die alles- verlossende woorden sprak:
Het is volbracht, (Johannes 19 v 30).
Dat God de uiteindelijke bruidegom is, blijkt - nog even teruggrijpend uit 5 v 9:
Gij hebt hen voor God gekocht.
Maar al is dan het hoofd van de gemeente gereed, zijn lichaam, de gemeente, heeft nog wel het nodige in orde te maken.
Om een en ander nog wat verder te verduidelijken het volgende uit 1 Corinthe 11 v 3:
Christus is het hoofd van de man, de man het hoofd van de vrouw en God het hoofd van Christus.
Dat laat zich zo vertalen:
-man en vrouw hebben in de natuurlijke wereld een echtverbintenis, waarin de man het hoofd is, om met dat hoofd-zijn een hogere geestelijke werkelijkheid aan te duiden.
-Christus is het hoofd van de gemeente, waar mannen en vrouwen tezamen zijn echtgenote zijn .
-God is echter het hoofd van Christus. De zaak is dus pas helemaal afgerond, wanneer Christus en zijn gemeente zó versmolten zijn tot eeneenheid, gehuld in stralend, wit linnen, (waaraan bij de gemeente nog een en ander ontbreekt), dat ze als gezamenlijkheid in staat en waardig zijn om de bruid van God te zijn..
En hoe dat gereedkomen van de gemeente nu moet worden gedacht ?. Er komen vele beproevingen aan. Er zijn er al veel antichristen, die al hun best doen de naam van Jezus onder de mensen te verdonkeremanen, ( 1 Johannes 3 v 18) Immers : de komende definitieve antichrist wil niet alleen tegen Jezus zijn, maar nog meer: hij wil in de plaats van Jezus in alle harten tronen. En zijn geest is nu al werkzaam, ( 1 Johannes 4 v 3)
Dat betekent dus felle strijd voor hen, die door alles heen vasthouden aan Jezus als koning.
En in die strijd, die het uiterste eist van de volheid van vervulling met de Heilige Geest in gaven en vrucht, wordt dat blinkend en smetteloos fijn linnen , die rechtvaardige daden der heiligen verworven..
Nu even een onderbreking; u, die dit leest , krijgt misschien deze indruk:
Och; dat haal ik nooit. Ik kom nooit gereed . Ik krijg het nooit voor elkaar om in de mij nog toegemeten tijd:
-mij te openbaren als zoon van God, tot alle goed werk volkomen toegerust.
- om de echt in Gods oog rechtvaardige dadente doen.
Allereerst déze troost: God maaktuit, of uw daden voldoende zijn.Hij is barmhartiger dan de mensen, (2 Samuel 24 v 14). Misschien rekent hij voldoende, wat u onvoldoende rekent.
En dan dít: er zijn troostprijzen te over.
Luister; op dag 1290 , (symbolisch hoor, Daniël 12 v 11) gaat de voorhoede van de in zuiver, stralend linnen gekleden, opwaartse wegen, (Openbaring 11 v 13).
En de hoofdmacht van de mensen van het goede, dat gedaan is door de heiligen volgt op dag 1345, (Danië1 12 v 12.).
En mogelijk bent u er niet bij, ondanks uw oprechte liefde voor de Heer Jezus, hoort ubij al degenen, die vol verbazing , ( 2 Thess. 1 v 10)het nakijken hebben., wanneer deze schare ten hemel stijgt.
Maar is er dan een man over boord. Welnee: op een bruiloft zijn ook bruiloftsgasten. En het duizendjarig rijk is éen feest van geluk voor alle aardbewoners. Want het is niet zo, bij Jezus wederkomst, dat er een groot bloedbad wordt aangericht. Jesaja beschrijft, wat een feestmaal eraan komt.(Jesaja 25 v 6- 7):
Op deze berg richt de HEER van de hemelse machten
voor alle volken een feestmaal aan:
uitgelezen gerechten en belegen wijnen,
een feestmaal, rijk aan merg en vet,
met pure, rijpe wijnen.
Op deze berg vernietigt hij het waas
Dat alle volken het zicht beneemt,
De sluier, waarmee alle volken omhuld zijn
En al mag je dan geen koning zijn, (Jesaja 32 v 1), want dat is voorbehouden aan de dragers van dat fijne, witte linnen ..dan mag je toch op lager- maar toch ook heerlijk- niveau werkzaam zijn voor de Heer.
Want hij heeft jullie nodig om die sluier weg te nemen, om het heerlijke, geestelijke eten van God uit te delen, om het verstikkende waas weg te blazen.
Moeten wij dan maar zeggen:
Kalmpjes aan het komt wel goed.
Nee .zeker niet. Wees tot het uiterste voorbereid om de listen en lagen van de antichristen en van de Antichrist te weerstaan. Streef naar een tien. Dan ben je samen met Jezus straks de bruid van God.
Tweede groep van drie teksten in het Oude Testament, die iets te maken kunnen hebben met wat in het Nieuwe Testament de vrucht, bestaande in vriendelijkheid wordt genoemd.
Eerst de teksten:
Spreuken 22 v 9. NBV: Een goedhartig mens wordt gezegend, Hij deelt zijn voedsel met de armen.
NBV Wie vriendelijk van oog is, die wordt gezegend, Omdat hij de behoeftige van zijn brood geeft.
Spreuken 22 v 11. NBV Wie zuiver van hart is en beminnelijk spreekt, Heeft de koning als vriend.
NBG Wie reinheid van hart bemint en wiens lippen vriendelijk zijn, De koning is zijn vriend.
Spreuken 23 v 6- 8. NBV Ga niet aan tafel bij een gierigaard, Laat je niet verleiden door zijn lekkernijen . Hij is door en door berekenend. Zegt hij: tast toe, dan meent hij er niets van. Wat hij je voortzet, braak je uit, Je vriendelijke woorden zijn aan hem verspild.
NBG Eet niet het brood van wie boos van oog is, Begeer zijn lekkernijen niet; want als iemand, die zijn eigen plannen maakt, zo is hij; Eet en drink zegt hij tot u, maar zijn hart is niet met u; De bete, die gij gegeten hebt, zult gij uitspuwen, En uw vriendelijke woorden hebt gij verspild.
Spreuken 22 v 9: Ik voeg deze twee teksten samen, wat natuurlijk niet dezelfde kracht heeft als de afzonderlijke schriftplaatsen. Mijn tekst wordt dan: Wie vriendelijk van oog is, waaruit zijn goedhartigheid kan blijken hij geeft van zijn brood aan de behoeftige .hij deelt zijn voedsel met de armen en: hij wordt gezegend.
Beginnend met dat woord vriendelijk, schets ik als samenhangende gedachte daarmee, dat vriendelijkheid, echt gemeende vriendelijkheid, alleen uit een goed hart kan komen. En die innerlijke goedhartigheid, dat wezenskenmerk van vriendelijkheid, leidt tot vriendelijke ogen, die het hart van anderen verblijden. En goedhartigheid, vriendelijkheid, zij willen zich uiten: een Christen, die deze heerlijke zaken door de genade van de Heer in zijn hart als aanwezig vindt, - hij zal van zijn stoffelijke voorspoed met behoeftigen delen, zijn giro formulieren gaan op weg naar Darfur enz met een gebed vergezeld - hij zal ook van zijn geestelijke rijkdom willen delen en de heerlijke dingen, die hij s morgen in de samenkomst hoort, diezelfde avond nog gaan uitdelen.
Hier zit al heel wat voorstudie in voor: de vriendelijkheid als Geestesgave.
Spreuken 22 v 11: Ik voeg weer samen. Wie zuiverheid van hart bemint omdat hij die in eerste aanleg al heeft en die als gevolg van dat gereinigde innerlijk, vriendelijkheid en beminnelijkheid uitstraalt, is nu juist het type mens, waarnaar wordt gezocht door hen die werkelijk koningen zijn.
Vriendelijkheid kan alleen maar gebouwd worden op een hart, een diepste innerlijk, dat naar reinheid zoekt en de bron daarvan al gevonden heeft in Jezus Christus. En van zulk een rein en nog elke dag verder gereinigd innerlijk, kan alleen maar vriendelijkheid en beminnelijkheid uitstralen. En zoals Jonathan zich onweerstaanbaar aangetrokken voelde door de uitstraling van David, ( 1 Samuel 18 v 1).zo zullen ook de nu nog trainende incognito- koningen van het duizendjarig rijk, (Jesaja 32 v 1), zich tot je aangetrokken voelen, omdat ze achter jouw vriendelijke beminnelijkheid een grote rijkdom bespeuren, die ze zelf hebben en die ze bij jou onderkennen. Je komt in goed gezelschap.
Spreuken 23 v 8. Hier maar gelijk een parafrase. Ga niet tafelen met de duivel en met mensen, die in zijn macht zijn. O, wat hebben ze veel te bieden , zo ogenschijnlijk. Ze zeggen:Geniet van het volle leven, maar hun ogen blijven boos . Heimelijk kijken zij in hun ´verborgen agenda´. Onder hun joviale woorden verbergen zij nare gedachten, op je ondergang gericht. En wanneer ze al leuke dingen bedenken, dan is de uitkomst bitter,. Wanneer je vriendelijke woorden wisselt met mensen, die je innerlijk kwaad gezind zijn, dan lopen die woorden langs hen weg, zoals het water van een eend afdruipt.
Vanavond laat ik jou je huiswerk een beetje alleen doen. Werk dat alles nu eens uit volgens deze hoofdlijnen: - ben ik al zo gereinigd door het offer van Jezus en mijn dankbaar aanvaarden daarvan, dat ik in beginsel al rein om wat tot mij gesproken is, (Johannes 15 v 3)dat verder omzet in daden van liefdadigheid en liefde, uit het hart komende. ,met als onverdiende genade van God : nieuwe zegeningen - Is mijn hart al zo gereinigd en gezuiverd door de inwoning van de Heilige geest, dat mijn spreken vriendelijk en beminnelijk is geworden, altijd opbeurend, troostend, versterkend . Zoek ik ook het samenzijn met hen, die verder gevorderd zijn op de goede wegen van God, omdat ik mij tot hen aangetrokken voel. - Ben ik nog aan het pacteren met oneerlijke zakenpartners, die mij van alles voorspiegelen, maar die een verborgen agenda hebben, die in ieder geval niet mijn belang beoogt. . Zeg ik misschien tegen hen de goede woorden op de verkeerde plaatsen, zodat zij zich innerlijk gek lachen over mijn vrome praatjes. O ik ga wat meer selectief worden. Weer best een agenda voor de komende week.
Eerste groep van drie teksten in het Oude Testament, die iets te maken kunnen hebben met wat in het Nieuwe Testament de vrucht, bestaande in vriendelijkheid wordt genoemd.
Eerst de teksten:
Spreuken 17 v 17: NBV Een vriend is je altijd toegedaan NBG Een vriend heeft te allen tijde lief.
Spreuken 18 v 24. NBV Wie veel vrienden heeft, raakt snel geruïneerd, Een echte vriend is meer waard dan een broeder. NBG Veel makkers strekken een mens tot ongeluk Maar soms is een vriend aanhankelijker dan een broeder.
Spreuken 27 v 6. NBV Het verwijt van een vriend is oprecht, De kus van een vijand al te hartelijk. NBG Oprecht gemeend zijn de wonden door een vriend geslagen, Maar overvloedig zijn de kussen van een vijand.
Gedachten bij deze teksten.
Spreuken 17 v 17. Hoe dikwijls hebben wij gezongen: Welk een vriend is onze Jezus En inderdaad. Geen hartelijker liefde dan de liefde van God, ( 1 Johannes 4 v 16) .. en Jezus heeft een aardje naar zijn Vader. Altijd had God ons lief. Toen hij ons nog niet eens gevormd had, had hij al grote plannen met ons. Daarvan getuigde Jeremia , toen hij aan ons vertelde, wat God tegen hem zei:. Voordat ik je vormde in de moederschoot, had ik je al uitgekozen had ik je een profeet voor alle volken gemaakt. Jeremia is niet een heel speciaal iemand. God heeft met ieder mens van eeuwigheid een groot plan. Jeremia voegde zich- wel eens mopperend- naar dat plan. Jezus voegde zich volkomen gewillig- naar dat plan. Het wezenskenmerk van God is liefde en vriendelijkheid. Wanneer wij God en Jezus gaan volgen en ons laten onderwijzen door God de Heilige Geest, komt ook bij ons de vriendelijkheid er steeds stralender uit
God en Jezus hebben ons altijd lief. Zolang wij met onze telkens weer niet helemaal geslaagde levens naar hen terug vluchten, staan ze altijd klaar om te helpen. En ze zijn ons altijd toegedaan. Ook hierin mogen wij hen trachten te volgen. Altijd zullen wij hen, die Jezus liefhebben, toegedaan blijven, ook wanneer z]ij struikelen en vallen Dan zullen wij trachten ze op te richten. Ook wanneer zij niet lief zijn tegen ons, zullen wij hen wél liefhebben. De Heilige Geest wil de kracht daartoe geven.
Spreuken 18 v 24. Het is gemakkelijk om in het leven veel makkers te hebben. Voor jongelui kan dat betekenen: een groep, waar je graag bij wil horen. En wanneer zo´n groep het leuk vindt om aan ´happy slapping´ te doen en ze drukken jou een camera in de hand, zodat zij weer iets leuks hebben voor de pc, kom je soms gauw in de problemen, wordt al dat ´makkergedoe´je ongeluk, raak je naam erdoor geruïneerd. Want juist dat door jou opgenomen filmpje brengt jou in de problemen met de maatschappij, die zich juist dán tegen dat gedoe gaat verzetten.
Maar dan een echte vriend, zoals de Heer Jezus is Die is nog veel meer waard dan een ´lijfelijke´broer. Zoek hem op en leer van hem, om ook zelf een vriend voor je makkers te worden.
Spreuken 27 v 6. Soms wijzen Vader, Zoon en Heilige Geest ons hardhandig terecht. Meestal gaat dat wat bedaard. Maar soms doet het echt pijn. Maar ..het is altijd welgemeend. Maar dan de duivel en de mensen, die door hem misleid op hun beurt jóu weer misleiden. Wat zijn ze allemaal aardig. Wat beloven ze koeien met gouden horens. Het is haast al te veel. Net als de kussen van een verrader. Volgen jullie de Heer Jezus maar na. Doe maar net als Paulus. Toen Petrus eens een keer een grote pastorale uitglijder maakt, durfde Paulus daarvan iets te zeggen. (Galaten 2 vanaf v 12). Jullie hebben de plicht om ook zo te reageren, wanneer geloofsgenoten iets dergelijks doen. Beleefd maar beslist, Aangepast aan de omstandigheden, maar toch duidelijk. Speel niet: aap wat heb je, mooie jongen. Altijd maar pluimstrijken Daaronder kan zich een hart verbergen, dat door al dat gepluimstrijk heen een steeds grotere wrevel gaat koesteren, die er opeens verraderlijk uitkomt.
Maar ik ben er wel zeker van , dat jullie, die de vriendelijkheid van Jezus hebben leren kennen, anderen zullen laten kennismaken met júllie vriendelijkheid.
De gemeente in relatie met God de Zoon, onze dierbare Heer Jezus Christus.
Eerst maar even een tekst: Ef 1 v 22 en 23: "God heeft alles aan Jezus'voeten gelegd en hem als hoofd over alles aangesteld voor de kerk, ( de gemeente) , die zijn lichaam is, de volheid van hem, die alles in allen vervult".
Ik neem hier even de NBG bij, die heeft: "En (God) heeft alles onder Jezus' voeten gesteld en hem als hoofd boven al, wat is, gegeven aan de gemeente, die zijn lichaam is,vervuld met hem, die alles in allen volmaakt".
Wat is Jezus, het hoofd van de gemeente, toch machtig. Zeker; zijn macht is tijdelijk. 1 Corinth 15 v 28 spreekt ervan, wanneer daar gezegd wordt: " En dan( ooit dus) komt het eind en draagt Jezus het koningschap over aan God de Vader, nadat hij alle heerschaoppij en elke macht en kracht vernietigd heeft. Op het moment dat alles aan hem onderworpen is, zal de Zoon zichzelf onderwerpen aan hem die alles aan hem onderworpen heeft, opdat God over alles en allen zal regeren"
Alles komt eens tot een nog hogere climax van heerlijkheid dan wij ons ook maar bij benadering kunnen voorstellen. Maar laten wij ons nu maar houden bij: - Christus : het hoofd - en de gemeente: zijn lichaam
Onze Heer Jezus is de absolute heerser over de trouw gebleven engelenscharen. Hij is ook overwinnaar over de duistere, rebelse geesten, die bestemd zijn tot een voetenbank onder zijn voeten, dus ' diep in de afgrond geworpen'.
En....doet Jezus dat zélf?! Nee, want Hebr 10 v 13 zegt: "Aan Gods rechterhand wacht onze Heer Jezus Christus op het moment dat zijn vijanden voor hem tot ' die bank voor zijn voeten' , ( waarover zojuist gesproken werd), zijn gemaakt"
En wie moet dat doen: die vijanden in die verliezers-positie brengen: de gemeente. Jullie dus en ik, die ieder voor zich en ook samen de duivelse machten bestrijden, waar zij zich ook maar aan ons openbaren.
De duivel heeft een moeizaam werk. De wereld werd wel ooit bij de zondeval onder zijn heerschappij gebracht, maar elke wereldburger, stuk voor stuk, moet hij ook nog eens persoonlijk tot zijn slaaf maken. Dat is hem wel gelukt, want Romeinen 3 v 13 zegt: "Allen hebben gezondigd".
Jezus doet het omgekeerde. Hij heeft nu de heerschappij. maar hij is begonnen zonder éen onderdaan. Een koning zonder land, zogezegd. Jaar in jaar uit is Jezus nu al 2000 jaar bezig om zijn koninkrijk metterdaad te vestigen. En ook hij moet al die door de satan omgegooide mensen weer 'recht op hun voeten zetten'. Satan kreeg het niet cadeau. Hij moest er hard voor werken. En zo ook Jezus, maar dan omgekeerd. En nu zegt 2 Timotheus 3 v 17 dat er al een voorhoede is van ' weer recht overeind gezetten': " De dienaren van God zijn voor hun taak berekend en zijn voor elk goed doel volledig toegerust" .
Hoe heeft Jezus die ' eerstelingen uit de mensen', (Jacobus 1 v 18) nu tot zulke vakkundige medewerkers kunnen maken ?
Even een voorbeeld uit de ' dingen die gebeuren'. Toen de communisten indertijd pobeerden greep op de hele wereld te krijgen, begonnen zij in alle landen 'cellen' te stichten, groepjes eerstelingen, die bij gebleken geschiktheid, voorzien werden van het beste propaganda-materiaal en voortdurend getraind om alsmaar beter te worden als agit-prop, (agitator-propagandist). Dit menselijk streven is op niets uitgelopen.
Maar Jezus' training loopt op overwinning uit. Hij heeft van God de macht ontvangen om de Heilige geest uit te delen, (Hand 2 v 33). En wie onder de ruimere kring van zijn volgelingen bereid was om na bekering en wedergeboorte ook deel te krijgen aan de ' doop in de Heilige Geest', die stapte over van de kring van ' sympathisanten' naar de 'gemeente'. Hij werd en wordt steeds meer een ' agit-prop' voor Jezus. En zoals de Communistische partij indertijd zijn 'gestaalde kaders' overal had.... en wat heeft het achteraf weinig opgeleverd ....zo heeft Jezus in de gemeente ' zijn ' gestaalde kaders' .... en wat gaat dat véel opleveren, (onder andere : de demonen als een voetbank voor Jezus' voeten).
Zo is Jezus bezig om zich een loon te verwerven in zijn gemeente, die hij maar steeds blijft trainen, (Openb 22 v 12)
Van Jezus, het levenscentrum van de gemeente, gaan voortdurend impulsen uit naar ons, zijn lichaam. Hij wil door ons zijn gedachten uitvoeren. Hij wil ons instrueren door zijn Heilige Geest, die ons individueel, als levende leden van de gemeente, vervult.
In de gemeentre zie je de gerealiseerde genade, die ons in Jezus Christus geworden is.
En Jezus gaat maar door alles in allen te volmaken, ieder gemeentelid te vervullen, meer en meer.
Jullie, die dit leest, denkt misschien: "O....ik ben nog geen gestaald kader en zeker geen agit-prop van Jezus" . Maar wat niet is, kan komen.
In de tweede wereldoorlog zeiden de Engelsen tegen de Amerikanen: "Give us the tools and we' ll finish the job".
God geeft ons de uitrusting. maar denk erom ...als wij Gods zaak tot een goed einde brengen....: ook dat is:....genade.
Wij hebben de gemeente gezien als: - huisgezin van God - volk van God ....en daarna hebben wij gezien hoe de gemeente steeds meer 'de stad van God' wordt.
In het Oude Verbond trad als zodanig de aardse stad Jeruzalem op de voorgrond. Maar bij Paulus komen de trekken van 'een geestelijke stad' er al sterk uit.
En in Openbaring zien wij die stad in concreto. Want ook geestelijke zaken kunnen concreet worden en dat eeuwig blijven.
Laten we eens dat gedeelte lezen: Helemaal zou te lang worden. Maar ik haal enkele essentiële dingen eruit. .................... Toen zag ik de heilige stad, het nieuwe Jeruzalem , uit de hemel neerdalen, van God vandaan. Ze was als een bruid, die zich mooi gemaakt heeft voor haar man en hem opwacht. Ik hoorde een luide stem vanaf de troon, die uitriep: "Gods woonplaats is onder de mensen, hij zal bij hen wonen. Zij zullen zijn volken zijn en God zelf zal als hun God bij hen zijn. Hij zal alle tranen uiit hun ogen wissen. Er zal geen dood meer zijn, geen rouw, geen jammerklacht, geen pijn, want wat er eerst was, is voorbij". ....... v 10 en volgende:Een van de engelen nam mij mee naar een heel hoge berg en liet mij de heilige stad Jeruzalem zien. Ze had een grote, hoge muur met twaalf poorten en bij elke poort stond een engel.
22 e v.:Een tempel zag ik niet in de stad, want God de Heer, de Almachtige, is haar tempel met het lam.De stad heeft het licht van de zon en de maan niet nodig; over haar schijnt Gods luister, en het lam is haar licht.
22 v 1 v.:Hij liet mij een rivier zien met water dat leven geeft. De rivier was helder als kristal en ontsprong aan de troon van God en van het lam. In het midden van het plein van de stad en aan weerskanten van de rivier stond een levensboom, die twaalf vruchten gaf, elke maand zijn eigen vrucht. De bladeren van de boom brachten de volken genezing. Er zal niets meer zijn, waarop nog een vloek rust. De troon van God en van het lam zal daar in die stad staan.Zijn dienaren zullen hem vereren en hem met eigen ogen zien, en zijn naam zal staan op hun voorhoofd.
En zij zullen als koningen heersen tot in eeuwigheid. ........................ Dat is me toch even wat ! En dat Zacharia daarvan al iets mocht zien. Want hij scjhrijft in 2 v 9: "Jeruzalem zal een open stad blijven, niet ommuurd, vanwege het groote aantal mensen en dieren, dat er zal wonen.Ik zal zelf rondom die stad een muur van vuur zijn- spreekt de HEER- en haar met mijn luister vullen".
Naar die stad, zijn wij, gelovigen, op reis.
Wie zij allereerst de mensen, 'die zich mooi gemaakt hebben als een bruid voor haar man en hem opwacht'.
Dat zijn niet alle gelovigen, die waardig gekeurd worden om daar te wonen. Nee, alléen een bepaalde groep is al in die stad en heeft nog een heerlijke functie te verrichten. De gelovigen, die de volkomenheid hier op aarde al bereikt hebben..... - ik denk hier aan de helden van Openbaring 11, voorgesteld als tweemaal twee getuigen - en daarnaast denk ik aan degenen, die volgens 1 Thess 4 v 17 'de Heer tegemoetgaan in de lucht', ....die zijn al bij God in zijn onmiddellijke nabijheid, Zij zijn 'de woonplaats', de tent, de tabernakel, ( 3). Maar 'de volken', die nog genezen moeten worden van hun tranen, dood, rouw, jammerklacht en pijn, dat zijn al die dappere gelovigen, die de volmaaktheid niet konden bereiken, maar toch de Heere toegenegen waren.
En dan is daar dat geboomte van het leven, midden op het plein van de stad, aan weerszijden van de rivier van de Heilige Geest, Op het stadsplein, (te vergelijken met het aardse stadsplein, waar in de nu voorbije wereld de aardse tempel van Jeruzalem heeft gestaan), is nu als het paradijs, de 'kerngemeente', als bomen , die het hele jaar vrucht geven. En zij delen maar uit en al die gelovigen van alle tijden, die de uiterste volmaaktheid nooit konden bereiken, maar er wel naar gehunkerd hebben, gesmacht, ( ook die mensen uit Romeinen 2 v 14 v), ....die gelukkigen eten hun ellende, die er nog is als een herinnering aan het verleden, weg aan die heerlijke vruchten en genezende bladeren.
LIeve luisterenden, er is veel meer kans, dat wij ons verdringen om van die bladeren te eten dan dat wij tot de voorhoede horen, die al die heerlijkheden maar voor het uitdelen heeft. Maar ga nu niet zeggen: "O....als ik maar 'met mijn hakken over de sloot' in die heerlijke situatie kom, dan is het wel goed".
Ga niet voor een zes, beste luidjes, ik heb het al zo vaak gezegd: "Ik heb al zoveel zessen in een vijf of minder zien veranderen".
Ga voor een tien. Gods genade heeft die voor je gereed gelegd in de vervulling met de Heilige Geest, effectief werkzaam wordende in je blij, positief en opbouwend meewerken in een gemeente. Ga voor een tien, dan heb je speelruimte. Maar weet, dat grote vreugde ons wacht.
Hier op aarde is het niet. Ik heb net - na 62 jaar huwelijk- mijn vrouw naar een particulier verpleeghuis moeten brengen en zo sluit ik dan het oude jaar af. Maar dat hemelse perspectief....ik zou graag bij de vruchten- en blader-uitdelers horen. Maar als dat niet lukt.....gretig zal ik naar die genezing grijpen.
Zorg , meisjes en jongens, dat je erbij bent: als het geboomte des levens of als de door dat geboomte geheelden.
Vierde en laatste groep van zes teksten van een 24-tal teksten in het Nieuwe testament, die over V R E D E spreken; vrede , die ons direct of indirect doet denken aan vrede als deel van de vrucht van de Geest.
De teksten:
Efeze 6 v 15: "Houd stand ( in de wapenrusting) met de inzet voor het evangelie van de VREDE als sandalen aan uw voeten"
Colossenzen 3 v 15. "Laat in uw harten de VREDE van Christus heersen, want daartoe bent u ook geroepen als de leden van éen lichaam
2 Timotheus 2 v 22. "Mijd de begeerten van de jeugd. Streef naar rechtvaardigheid, geloof, liefde en VREDE met hen die de Heer met een zuiver hart aanroepen".
Jacobus 3 v 18. "Waar in vrede wordt gezaaid, brengt gerechtigheid haar vruchten voort voor hen die VREDE stichten".
2 Petrus 3 v 14. "Omdat u naar (een nieuwe hemel en een aarde , waar gerechtigheid woont,) uitziet, moet u zich inspannen om smetteloos, onberispelijk en in VREDE door God te worden aangetroffen".
Judas 2. "Barmhartigheid zij u, VREDE en liefde in overvloed".
Commentaar:
Efeze 6 v 15. De discipelen bij die eerste uitzending trokken er op uit met een zo voor het oog weinig volledige uitrusting, (Marcus 6 v 8 en 9). Maar ze hebben wel sandalen aan. En de zo uitgeruste leerlingen zijn toch zo krachtig, dat onder die 'sandalen' demonen worden verpletterd. Voor de duivel zijn ook nu de sandalen van de er op uit trekkende evangelist zware 'soldaten-kistjes', die bij een lange mars over moeilijk terrein nodig zijn.
Maar jegens de mensen die elke Christen... want als het goed is zijn we allemaal evangelist ....ontmoet, betoont hij altijd vriendelijkheid , geduld, verdraagzaamheid , opgeruimdheid, innerlijke beschaving en rust, door de VREDE, die als deel van de Geestesvrucht in hem woont. En het resultaat wordt zichtbaar in bevrijde en genezen mensen, die door het evangelie aangeraakt worden tot herstel. Jullie, jonge, verse Christenen van nu; leef volgens die profetie van Jesaja (52 v 7): "Hoe welkom is de vreugdebode die over de bergen (van moeilijkheid) komt aangesneld ( op zijn VREDE sandalen) die vrede aankondigt en goed nieuws brengt".
Colossenzen 3 v 15. De vrede van Chrstus regeert in onze harten, als het allemaal goed met ons is. En de Heilige Geest grijpt elke dag in zijn onderwijs weer op die vrede van Christus terug. Hij maakt ons duidelijk dat wij tot vrede geroepen zijn en niet tot onvrede met wat dan ook in onze situatie. Wij zijn leden van éen lichaam en het is zo nodig om in al onze contacten die innerlijke vrede uit te stralen en anderen daarmee te bemoedigen. Doe deze dingen in de gemeente, waartoe je behoort. Bid aan het eind van de dienst: "Heer...straks komen- voor het weggaan- de gesprekken nog. Wilt u mij leiden, Geest van God, om tegen de mensen, die dat nodig hebben, de goede dingen te zeggen". Vroeger, in je 'doenerige' tijd was het nog wel eens zo, dat je tegen mensen, die helemaal niets van jou nodig hadden, dan ook nog eens de verkeerde dingen zei. Maar die groeipijnen zijn over...toch ?!
2 Timotheus 2 v 22. Timotheus was nog een jonge man. En jonge mensen van de wat zachte gemoedsgesteldheid van Timotheus lopen nog wel eens het gevaar, dat zij zich laten overbluffen door sterke figuren in de gemeente, die 'de voorganger, de door God met gezag beklede' wel eens even 'bij het handje zullen nemen om hem te leiden, waarheen zij wilen'. Maar Paulus waarschuwt dat deze weg van 'iedereen te vriend willen houden'niet goed is. Rechtvaardigheid, geloof, liefde en vrede behoren beleefd te worden samen met de uiteindelijke kernleden van de gemeente, die ook door de genade van de Heer bescheidenheid hebben geleerd en arrogantie hebben afgelegd.
Wanneer je de vrede als partje van de Geestesvrucht in je hart hebt, zul je je aangetrokken gaan voelen tot al die anderen, die uit een zuiver hart streven naar rechtvaardigheid, geloof en liefde.
Jullie, lieve, jonge medegelovigen, hebben misschien met heel andere 'begeerten van de jeugd' te maken dan de ietsjes 'softe' Timo. Misschien worstelen jullie meer met impulsiviteit en ongeduld, die op de duur uit zouden kunnen groeien tot 'gewelddadige veranderingen willen aanbrengen' en revolutionaire ideeén aan gaan hangen, die de gemeente in een gezagscrisis kunnen storten. Pas ook daarvoor op. Nu ja....dat doen jullie al. En overigens is het evangelie ook geen 'leer van oppassen geblazen', maar het is een blijde boodschap.
Jacobus 3 v 18. Wie is in deze tekst de zaaier ? Dat is de wijsheid van God, die hier als een persoon wordt voorgesteld. Deze wijsheid is op zoek naar goede grond, vredige harten, waar de gerechtigheid ontkiemt en tot een prachtige plant ogroeit. Word vredestichters, dat komt voort uit een hart dat al een begin van vrede kent. En die vrede wordt alsmaar groter door dat vrede stichten. En wanneer Gods wijsheid jouw levensakker bereikt dan ligt daat 'goede grond' te wachten. En jij, vredestichter, proeft de zoete vrucht van de gerechtigheid, het in volkomen harmonie met God zijn, steeds rijker en voller. Voorbij zijn voor jullie de tijden, dat je een ruzievuurtje nog eens extra aanblies. Nu laat je de regen van je innerlijke vrede neerdalen. Het is toch heerlijk, wanneer je bij een hevige ruzie geroepen wordt en je komt dan daar binnen met die innerlijke rust, die al uitgaat van je relativerende eerste woorden: "Waar is de brand?!" O...ik houd van jullie, wanneer je weer zo bezig bent.
2 Petrus 3 v 14. Jullie verlangen toch ook naar die nieuwe hemel en die nieuwe aarde, waarop gerechtigheid woont ? Dat houdt verband met ons 'hopen' in het algemeen, verlangen naar de eeuwige toekomst met de Heer in zijn tempel, volledig mens zijnde, eindelijk in staat om steeds meer door te groeien in het kennen van hem, de Oneindige. Wel....wanneer die hoop je leven bezielt en je niet zoveel meer van deze aarde verwacht, waar de duivel nog zo'n grote mond kan opzetten, dan is hier een aanbeveling voor een geschikte conditie om die hoop verwezenlijkt te zien. Ja...het is mogelijk om smetteloos, onberispelijk en in vrede door God te worden aangetroffen. Jezus Christus wil volledig in ons wonen, wanneer wij ons geheel openstellen voor de Heilige Geest met al zijn vrucht, waarvan wij dan nu de VREDE behandelen. En dat is maar geen hobby. De dag nadert, waarop de Heer ons inspecteert. Stel je niet tevreden met een zesje, zoals de cultuur bij sommige studenten in de wereld-van-alle-dag is. Zesjes veranderen o zo gauw in vijfjes. Lui, ga ... in vertrouwen op de genade van God, die er is voor alle strevers naar het volmaakte ...ga voor een tien, dan heb je altijd nog wat ruimte om terug te vallen tot een negen.
Judas 2.
En dan wil ik eindigen met deze serie over VREDE, door aan jullie allen toe te wensen: Barmhartigheid zij jullie , VREDE en liefde in overvloed.
Derde groep van zes teksten van een 24-tal teksten in het Nieuwe testament, die over V R E D E spreken; vrede , die ons direct of indirect doet denken als vrede als deel van de vrucht van de Geest.
De teksten:
1 Corinthe 7 v 15. "Bedenk echter dat u door God geroepen bent om in vrede te leven"
1 Cor. 14 v 33. "God is niet een God van wanorde, maar van vrede".
Galaten 5 v 22. "De vrucht van de Geest is: - liefde, vreugde en VREDE - geduld en vriendelijkheid - geloof en zachtmoedigheid - zelfbeheersing en goedheid"
Galaten 6 v 16. "Laat er vrede en barmhartigheid zijn voor allen, die bij deze maatstaf blijven"... (te weten : het tonen dat men een 'nieuwe schepping' is). "...en voor het Israel van God".
Efeze 2 v 14. "Want hij is onze vrede, hij die met zijn dood de twee werelden éen gemaakt heeft, de muur van vijandschap ertussen afgebroken".
Efeze 4 v 3. "Span u in om door de samenbindende kracht van de VREDE de eenheid te bewaren die de Geest u geeft".
Commentaar: 1 Corinthe 7 v 15. Deze tekst is een voortborduren op het eerder behandelde geval, dat een ongelovige man zijn gelovige vrouw verlaat, een situatie, waarin die gelovige vrouw scheiden mag. De verlaten vrouw blijft dan soms trachten haar man terug te winnen met gebed of dergelijke. Maar Paulus raadt aan om daarmee te stoppen. Als die man niet veranderd is, bekeerd dus, begint de narigheid weer, komt de twist en onvrede terug.. Ware vrede vindt een Christen tussen zijn geestelijke broers en zussen en niet door het innerlijk dwingerig continueren van een band, die door de andere partij is verbroken, doordat hij zijn partner verlaten heeft. Dit geldt spiegelbeeldig ook voor een ' verlaten man' . De vrucht van de Geest is vrede. Velen onder ons kennen het verschijnsel, dat de kinderen zich van het geloof afkeren. Dan wint men die kinderen niet terug door eindeloos min of meer drammerig er op aan te dringen, dat zij terugkeren tot het geloof. Dat schept onvrede. Wanneer ze zo echt licht geirriteerd zeggen: "Hè pa !...nou even niet", dan is het beter om te zwijgen.Houd het goed met zulke kinderen in een innerlijke geest van bidden voor hun behoud, maar blijf niet zeuren, want dat is geen vrede maar onvrede.
1 Corinthe 14 v 33. De achtergrond van deze vermaning is weer, dat in de gemeente van Corinthe, een levendige gemeente, maar wél met een tendens aldaar tot verwarring, wetteloosheid, losbandigheid , disharmonie en regel- overtreding. En die begrippen haat God. Hij is een God van vrede. En waar fatsoensnormen worden overtreden, bedroeft dat de Heer. De leiding van de gemeente dient te worden erkend en niet in de wielen gereden door gelovigen, die - soms heel terecht- menen dat zij deze of die gave hebben en dan- onterecht- 'hun haan koning willen laten kraaien'. Normen en waarden zijn gevleugelde woorden vandaag de dag, maar men kan dit ook zo omschrijven, dat alles wat met de welvoegelijkheid strijdt, uitgebannen dient te worden. - geen ongepaste opmerkingen - maar wel zelfbeheersing. Buitenstaanders moeten getroffen worden door de sfeer van harmonie, ordelijkheid, rust , vrede en zelfbeheersing. Misschien zeg je: "Maar ik doe die slechte dingen nooit". Maar ga ook in gebed, wanneer in de gemeente zulke dingen verhuld of onverhuld voorkomen. Spreek een vermanend woord, op zo'n manier verpakt, dat het de wrevel op een geestelijke manier bestrijdt, Want Spreuken 15 v 1 zegt: " Een vriendelijk antwoord doet woede bedaren, krenkende woorden wakkeren toorn aan". Maar soms zal je ook fel in de geestelijke strijd moeten gaan en demonen bestraffen.
Galaten 5 v 22. Die tekst komt telkens weer terug, bij elk onderdeel van de vrucht van de Geest.Wat een kostbare schat is aan ons gegeven met deze negen begrippen. Goed...wij hebben deze schat in 'aarden vaten'. Wij mensen zijn zo broos en poreus van denken. Maar wanneer wij ons helemaal in de armen van Gods genade werpen en tegen hem zeggen: "Laat uw genade het werk maar doen dat ik zélf niet aankan. Ik wil meewerken, maar het hoofdwerk is toch voor u in uw genade, die zich het heerlijkst betoond heeft, toen u ons Onze Heer en Heiland, Jezus Chrisus, gaf ....dan legt de Heilige Geest zijn laag glazuur over dat broze aardewerk en komt er kracht en bestandheid tegen invloeden van buiten en ook tegen invloeden van binnen, die Gods vrede laten wegsijpelen.
Galaten 6 v 16. Er is ' een Israel van God'. Dat is ' het geestelijke Israel', een volk van Godlovers, het ware Israel, in tegenstelling tot het Israel, dat besnijdenis enz vasthield , maar de Christus verwierp, zodat het niet langer Israel van God, volk van God, zijn gemeente kon heten. In de tegenwoordige tijd kunnen mensen, die hardnekkig vasthouden aan allerlei dode vormen, zonder een aasje leven erin, niet als deel van Gods gemeente worden aangemerkt. Maar voor wie wel deel wil hebben aan de strijd in de geestelijke gewesten...die wél streeft naar de gaven van de Geest en dat vanuit een brandende liefde voor God....die kan rekenen op vrede en barmhartigheid., vrede reeds nu en barmhartigheid, vooral in de oordeelsdag.
Efeze 2 v 14: Vrede is een wezenseigenschap van Onze Heer Jezus. Wie bij hem hoort, krijgt steeds meer rust en afwezigheid van levensstoornis in eigen leven. Kalmte en heil, van God afkomstig, vloeien naar binnen in 'de aarden kruik'. Alle muren gaan omver voor degenen, die in Christus zijn en in zijn vrede delen. Muren, die hen van andere Christenen scheiden, gaan omver. Er komt een einde aan het onderscheid tussen arm en rijk. Allen, die zich uitstrekken naar de vervulling van de Heilige Geest, die ook inhoudt als vruchtdeel: vrede, delen in dit komende heil, en ze doen dat in steeds toenemende mate reeds in dit leven.
Efeze 4 v 3. Ben je in een gemeente, streef gezamenlijk naar de vervulling met de Heilige Geest, dan gaan, overdrachtelijk, net als in een gezond lichaam, alle spieren, zenuwen en gewrichten samenwerken om er een goede beweging in te houden. Dat staat haaks op alle 'met geeestelijk geweld' regeren en alle scherpe tongen. Alles wat het leven bedreigt of beschadigt, onvrede dus, wordt minder. En er is een gezonde geestelijke gemeenschap met de andere leden van de gemeente. Samen jaag je immers naar vrede. Steeef daar, mensen van God, bewust naar. Niet geisoleerd staan temidden van de anderen, maar werp je in de heilstroom. Het Koninkrijk van God resulteert in vrede. Heb deel aan die vrede.
Eerst de tekst maar. Ik zie het al aankomen; bij die ene tekst zal het wel blijven. Zeg nu niet: "Ger....wat doe je nou ? Zo kom je toch nooit klaar ?!". Moet dat dan; ik weet het : ik ben 85, maar in de eeuwigheid, die komt, wil ik met mijn bijbelstudies ,in aangepaste vorm uiteraard, doorgaan. En of ik dan klaarkom ?
Goed dan: de tekst Galaten 4 v 21 -26). ............... 'Vertelt u eens, u wilt u onderwerpen aan de wet, maar....luistert u wel naar ' de wet' ? Er staat geschreven, dat Abraham twee zonen had : - een van zijn slavin -......en een van zijn vrijgeboren vrouw. De zoon van de slavin dankte zijn geboorte aan de loop van de natuur - maar die van de vrijgeboren vrouw aan de belofte.
Dit is een beeld : de vrouwen staan voor twee verbonden. - Hagar staat voor het verbond van de berg Sinai in Arabie, dat slaven baart. - Als beeld van dat verbond belichaamt Hagar het huidige Jeruzalem, dat met zijn kinderen in slavernij leeft. - Maar het hemelse Jeruzalem is vrij ...en dat is onze moeder". ........... Er was een tijd in de heilsgeschiedenis, dat alles draaide om 'het aardse Jeruzalem'. En dat was ook wel terecht. Daar behaagde het God eeuwen lang om zijn voortgang met de mensheid een uitvalsbasis te geven, waarvan eens het grote heil zou starten in zijn zoon, Jezus Christus.
Maar toen Christus zijn werk voltooid had, door uit te roepen: - "Het is volbracht" - en de Heilige Geest achter te laten als groot, blijvend cadeau daarnevens, was de bedoeling, dat het nieuwe Jeruzalem , het geestelijke Jeruzalem, zich zou baanbreken en dat alle gelovigen 'het aardse Jeruzalem' achter zich zouden laten.
Even een grapje trussendoor: ik heb eens een heel kromme beeldspraak gehoord: "Met zijn ene been stond hij nog vastgezogen in de modder van een voorbije traditie...met zijn andere been begroette hij juichend een 'blijde toekomst'. Nu niet te lang blijven grinniken hoor, we moeten door. Deze 'mislukte vergelijking' had trouwens betrekking op iets heel anders.
En toch kunnen wij hier iets mee. Die Galaten he¨... die lieten 'hun ene been' door de 'Judaiserende broers' weer vastzuigen in de modder van een oude traditie, die ze niet eens zelf gekend hadden. De 'Joden uit de besnijdenis' hadden ze al ' naar het verleden teruggepraat' en zouden ze zelfs er toe brengen om zich te laten besnijden, (5 v 2), als dat ene been niet vrij kwam uit de modder van het verleden. Want de oude wet van Mozes had door Jezus' tussenkomst nu nieuwe eeuwige glans en een nieuwe geestelijke inhoud gekregen .Het oude was voorbijgegaan, nu het nieuwe gekomen was. En wat voorbij is en toch wordt gekoesterd, wordt zuigende modder.
En zo als het vroeger ten tijde van Abraham was: Abraham had Ismael bij Hagar verwekt uit ongelovige, tegen Gods belote ingaande motieven. En al die aardse motieven: - het is Gods tijd nog niet, als het wel Gods tijd is, (Haggai 1 v 2) - Het is God tijd, terwijl het Gods tijd nog niet is, ( zoals bij Abraham), brengen alleen maar ellende teweeg, (Haggai 1 v 6)
En de Galaten, al zo goed bezig, (3 v 3)...bijna met twee benen uit de modder en veilig op de stevige grond, lieten éen been weer zakken. .... "O...o...o...o...o daar komt narigheid van", zong Wim Sonneveld al eens.
De mensen, nog met hun gedachte bij het aardse Jeruzalem, die 'zwoeren' bij de berg Sinai, waar de wet in de oude vorm vandaan kwam.... ( die berg Sinai heet trouwens bij de Arabieren 'Hagar', -Chadsjar-) .... deden eigenlijk niets meer of minder dan de Christus en zijn eeuwige zaligheid-brengen verwerpen.
En de ware gemeente is een stad, een hemels Jeruzalem, vol gelukkigen,die in Jezus hun zaligheid verwachten. De gemeente is hemels, omdat zij door genade die van boven komt, leeft. De gelovige kiest voor de 'vrije'Sara' , tegenover de slavin Hagar. (Stoor je nu niet aan die woorden, die tegenwoordig wat ergernis kunnen verwekken).
Wat wil dat nu voor jullie zeggen. Julle steunen al met éen voet op de vaste rots van ons behoud, Jezus. Maar die andere voet, dat andere been. ..... wonderlijk dat een mislukte beeldspraak soms in ander verband toch weer bruikbaar is ..... wordt door satan en zijn trawanten beetgepakt om het zo mogelijk teug te zuigen.
Een voorbeeld uit oude tijden, nu ja: 1970. Ik was ergens in een zeer conservatief gezelschap, waar mij de vraag werd gesteld: "Zou u- eventueel- op zondag met de trein willen reizen". Toen ik bevestigend antwoord gaf, wendde de ondervrager zich triomfantelijk tot de overige aanwezigen, zeggende: "Nu horen jullie het toch ook; het is onverbloemd 'de geest uit de afgrond' die hier spreekt".
Dat is iets, wat tegenwoordig nog maar heel weinig zal voorkomen. Maar wat zijn de Judaiserende werkingen bij jullie. Laatst dacht ik wat tegen te komen: - mag een Christen roken - mag een Christen zich laten cremeren - mag een Christen naar de film 'Narnia'gaan. Er komt daarin een jongen met een panfluit voor, een soort Griekse god. En daarbij komt nu weer een nieuwe, zelf bedachte: - mag een Christen in een ernstige bijbelstudie verwijzen naar...Wim Sonneveld Maar laat ik een grote lijn proberen te vinden. Alles, wat je tegenhoudt om in de gemeente de onzienlijke wereld te beleven met : - de vervulling met Gods Geest met al zijn gaven en vrucht - de waarde van gebed als 'vertrouwelijke omgang met God', (Job 29 v 4). - en al die verrukkelijk, hemelse, 'nieuw-Jeruzalem dingen' meer ...en wat je terugbrengt naar een soort hoogmoed: "Wij van het Volle Evangelie", ( nare term eigenlijk, straks komt er iemand met een 'voller' of 'volst'....zou gewoon : Nieuw Testamentische gemeente niet beter zijn?) ...is een stap terug : naar het aardse , afgedane 'Jeruzalem-verwachten'
En dan is het al weer: slot. Want het mag niet zo lang worden, dat jullie aandacht gaat verslappen.
De gemeente als 'stad van God'. De vorige keer sprake we over de gemeente als 'stad van David'; zoals het in het oude Testament tot de begrippenwereld behoorde.
Maar nu komen er nieuw-testamentische geluiden:
Matth 5 v 35. "Je moet helemaal niet zweren: - noch bij de hemel , want dat is de troon van God - noch bij de aarde, want dat is zijn voetenbank - noch bij Jeruzalem, want dat is de stad van 'de grote Koning'."
Laten we eerst deze tekst maar eens doen. De bijbelstudies worden door de overvloed van teksten veel te lang.
Even voor algemene onderbouw. Jezus verbood hier niet elke eed, die mensen afleggen, ook tegenwoordig nog. Hij had het alleen over een bepaalde eedspractijk die in zwang was gekomen en die zo pietepeuterig was, dat men zich kan afvragen: "Hoe halen ze dit nu in hun hoofd". In Leviticus 19 v 12 werd gezegd: "Gij zult de HERE uw eden houden". En nu waren allerlei mensen op het idee gekomen om te zeggen: " Als in een eed de naam van de Heer niet voorkomt, dan mag je die eed ontrouw worden. Dan heb je wat speelruimte om krachtige uitspraken te doen, die je toch niet zo binden als een eed bij de Heer.
Je moet er maar opkomen.
En zo had zich een hele 'pseudo-eden-structuur' ontwikkeld, waar dan weer eindeloze discussies over konden ontstaan, in hoeverre die pseudo- eden dan meer of minder zwaar waren. En zo verbeuzelden mensen hun tijd , terwijl hun kostbare zielen in groot gevaar van 'verloren gaan'waren.
En een van die eden was: " Ik zweer bij Jeruzalem". En Jezus zegt: "Jeruzalem is de stad van 'de grote koning".
Dat stond ook al in Psalm 48 v 2 en 3: " Groot is de HEER, hem komt alle lof toe. In de stad van onze God , op zijn heilige berg - schone hoogte, vreugde van heel de aarde, Sionsberg, flank op het noorden, zetel van de grote koning- in haar vesting weet men: God is onze burcht". (De Sionsberg vormt de noorderflank van Jeruzalem). Iedereen dacht toen bij 'de stad' aan het aardse Jeruzalem. Maar Jezus tilt direct de gedachten naar een hoger niveau. Nee, daar gaat het niet allereerst om. Dat aardse Jeruzalem is de voorafbeelding van iets veel heerlijkers dat komen gaat: het hemels Jeruzalem, waarin Gods eeuwige tempel staat, die niet als de aardse tempel kwetsbaar is, welk laatste ook gebleken is in het jaar 70. Toen ging die aardse tempel in vlammen op en werd het aardse Jeruzalem vernietigd. En wij weten, dat ' het nieuwe Jeruzalem' samenvalt met de gemeente van Christus, zoals die zich steeds heerlijker gaat openbaren.
Ja, we beginnen een sprong te maken van 'de stad van David' naar ' het nieuwe Jeruzalem' , dat in de volgende bijbelstudies steeds heerlijker naar voren gaat komen. En tot dat nieuwe Jeruzalem mogen jullie behoren. Als je echt volhoudt met Jezus en met hem doorgaat, mag je door Gods genade zelfs een pilaar worden in de tempel,(Openbaring 3 v 12), middelpunt van 'het nieuwe Jeruzalem', of eigenlijk daarmee samenvallend, (Openb 21 v 22)
Voor ditmaal genoeg. Lokt het jullie aan om eenmaal in dat ' Nieuwe Jeruzalem' te staan en je vol te drinken met opengesperde ogen : - aan die schone hoogte, die heiligheid - die vreugdebrenger, die veiligheidverschaffer.
Ga dan maar moedig door met de Heer Jesus. En voor allerlei beuzelarijen, zoals hiervoor door mij omschreven, hebben jullie geen tijd en interesse, neem ik aan.
Tweede groep van zes teksten van een 24-tal teksten in het Nieuwe testament, die over V R E D E spreken; vrede , die ons direct of indirect doet denken als vrede als deel van de vrucht van de Geest.
De teksten:
Romeinen 1 v 7. "Genade zij u en vrede van God onze Vader, en van de Heer Jezus Christus"
Romeinen 2 v 10. Iedereen die het goede doet wacht glorie, eer en vrede. de Joden in de eerste plaats, maar ook de andere volken"
Romeinen 8 v 6. "Wat onze eigen natuur wil brengt de dood, maar wat de Geest wil brengt leven en vrede".
Romeinen 14 v 17. "Het koninkrijk van God is geen zaak van eten en drinken maar van - gerechtigheid - vrede en vreugde door de Heilige Geest.
Romeinen 14 v 19.
"Laten we daarom streven naar wat de vrede bevordert en naar wat opbouwend is voor elkaar".
Romeinen 15 v 13. "Moge God, die ons hoop geeft, u in het geloof geheel en al vervullen met vreugde en vrede, zodat uw hoop overvloedig zal zijn door de kracht van de Heilige geest".
En nu : de toepassing.
Romeinen 1 v 7. Genade van God, zijn 'schuldvergevende gunst', daar is eigenlijk alles mee gezegd. Met genade geeft God ook vrede in het hart. Die vrede is wel een deel van de vrucht van de Geest, maar laten wij nooit vergeten dat God de Heer is van het grote herstelplan. Hij heeft ons Christus gestuurd om dat herstelplan mogelijk te maken en op te starten. Jacobus 1 v 17 zegt: "Elke goede gave , elk volmaakt geschenk komt van boven, van de Vader van de hemellichten. Bij hem is nooit enige verandering of verduistering waar te nemen". Zo'n adembenemend , alle perken te buiiten en te boven gaande God hebben wij. En die genade van God brengt ons niet alleen vrede in ons innerlijk, maar ook alles, waarvoor wij zo strijden soms.
Even een zijsprongetje: een Christin uit mijn kennissenkring had zo'n moeite met haar driftbuien. Zij realiseerde zich, dat "Gods genade is verschenen, heilbrengend voor alle mensen", (Titus 2 v 11). Zij bad: "Heer...ik strijd zo tegen die drift. Maar wil u mij helpen door uw genade om dit gebrek aan zelfbeheersing kwijt te raken". Zij heeft het al wel honderdmaal aan God gevraagd en 'het gaat al een stuk beter'. Dat klinkt nu wat laf, maar zo is de practijk: vraag maar en houd vol met vragen. De karakterverandering komt ongemerkt, op kousenvoeten soms, binnen in je leven. Dus ook de overwinning over alle onvrede.
Romeinen 2 v 10. Zoek niet te veel achter die woorden:'de Joden in de eerste plaats maar ook de andere volken'. Paulus bedoelt alleen maar te zeggen: "De Joden maakten het eerst met dit heerlijke nieuwe kennis. Maar alle volken beginnen er deel aan te krijgen". En wij mogen Gods lof verkondigen, omdat er vrijwel geen volk is op dit ogenblik, dat niet wordt aangeraakt door het evangelie. Wat is nu eigenlijk: 'glorie'. Die glorie dat is de volkomen gave en ontplooide mens. Als wij vervuld zijn met de Heilige geest en met die Geest voorzichtig en eerbiedig omgaan, hem niet bedroeven, dan zal God de Heilige Geest ons omvormen tot het beeld en de gelijkenis van de eersteling onder de volkomen gave en ontplooide mensen, Jezus Christus. En wat is: 'de eer'. Vers 7 leert ons dat dit het eeuwige leven is, nu reeds begonnen en steeds heerlijker openbaar wordend in de toekomstige ontplooiing van ons leven in de eeuwigheid. En wat is de vrede: de vrede Gods die alle verstand te boven gaat, omdat de oorsprong van die vrede zich in de onzienlijke wereld bevindt. Die vrede is een deel van de vrucht van de Heilige Geest. De onverdiende gunst van God werkt alle goede dingen in u, als u uw eigen gepoog met een zucht van verlichting aan God overgeeft, aan zijn genade overgeeft.
Romeinen 8 v 6. Wat zijn wij toch gelukkige en begenadigde mensen, wanneer wij de genade van God in Jezus Christus goed doorproefd hebben. De mens is zo door aardse dingen omringd dat zijn gezindheid al heel gauw geneigd is tot het bedenken van allerlei zaken, die met het leven-van-alle-dag te maken hebben. Dat hoeft niet eens zoiets te zijn van: 'hoe vermaak ik mij nu eens het meeste, hoe haal ik de meeste gelukseenheden uit het leven hier en nu' . De meeste mensen worden in de tegenwoordige tijd al genoeg bezig gehouden met de ingewikkeldheden van allelei instanties, die langs elkaar heenwerken en steeds wisselende richtlijnen uitvaardigen. En wanneer je gezindheid niet verder gaat dan al de complicaties van het huidige leven, kom je door die gezindheid in de onzienlijke wereld. En daar wachten satan en de zijnen op een seintje, net zoals ze dat de allereerste keer van Kain opvingen. ( Nu ja; dit is even een gedachtenflits, laat dat nu maar). En de satan weet met die aardsgerichte seintjes wel raad. Hij wijst de weg naar zorgengeesten, die uiteindelijk leiden tot verlies van perspectief op alle dingen hierboven. En het uiteindelijke lot is 'de eeuwige dood'. Nu is dat wel erg somber. Het laat zich denken, dat iemand de Heer Jezus van harte liefheeft, maar toch 'die gezindheid van de wereld' niet goed kwijt kan. Dan komt alles uiteindelijk wel goed. Maar het is zo' n blijde zaak om vervuld te zijn met Gods Geest . Daarmee heb je gelijk de Goddelijke volkomenheid in huis en dwars door de zorgen van deze tijd, die aan jou niet voorbijgaan, heb je toch een ander perpectief, waardoor je over de bergen van ingewikkeldheden heen kunt kijken en ze in hun ware aard zien: molshopen. En dan komt er als vrucht van die samenwerking met de Heilige Geest zo´n vrede in je hart. Je vertrouwt al je tobberijen aan de genade van God toe en je bidt tot Gods genade: "Wilt u mij maar over dat gemiezemaus heenzetten en mij uw vrede laten zien.".
O ja; ik schrijf tegenoordig wat meer over ' volwassen moeilijkheden'. Ik heb in Amerika een wat ouder lezersbestand.
Romeinen 14 v 17. In deze brief was ' eten en drinken' een heet hangijzer. Er was veel discussie over of je 'aan de afgoden geofferd vlees' nu wél mocht eten of niet. Maar we kunnen dit oude gegeven nu als volgt vertalen naar onze tijd: de innerlijke gemeenschap met de Heer is niet afhankelijk van wat men in het leven-van-alle-dag zoal tegenkomt. De Geestvervulde gelovige richt zich in alles op het koninkrijk van God en zoekt dat koninkrijk voortdurend in zijn gebeden, dé manier om contact ermee te krijgen.
En wat blijkt dan ...heel ontspannen en geleidelijk: door de schuldvergeving in Jezus Christus wordt het mogelijk een nieuw leven te beginnen. De wetten voor lichaam, ziel en geest worden door de volmaakte Geest van God, die in ons huist, weer in gedachten gebracht, ingeschreven in hart en verstand. De Heilige Geest geeft ook kracht om rechtvaardig te leven. De rechte verhouding met God leidt tot vrede met God en de naaste. En dan komt er zo'n aardig gevolg. Net zoals een mecanicien met tevredenheid kijkt naar een goed lopende machine, zo kunnen God en mensen ook kijken naar onze levens : "Je hoort ze eenvoudig niet "
De vrede, die alle verstand te boven gaat, is bezig zijn weg te vinden naar ons innerlijk. Ik zeg ' is bezig' om u niet schichtig te maken. Want ik weet het....uw machine loopt nog niet helemaal 'lekker zoemend' van ' innerrlijke gezondheid'. Maar wat niet is, zal zeker komen als u volhoudt. En dan komt ook de vreugde,. die het bewijs is van het functioneren van het leven naar Gods wil. Religie moet culmineren in blijdschap.
Dan is er -volgens 1 Petrus 1 v 8- : " die onuitsprekelijke en verheerlijkte vreugde", die los staat van de situatie , waarin u verkeert. U gaat dit ontdekken en het is geen nieuwe ontdekking. Habakuk deed die al en getuigde ervan in 3 v 17- 19: " Al zou de vijgeboom niet bloeien....enz....(allerlei tegenslagen)...toch zal ik juichen voor de HEER".
Wat Habakuk toen kon, dat kuint u nu zeker. Want hij leefde van genade...wij ook.
Romeinen 14 v 19. Kijk de samenkomstzaal eens door en gebruik uw gave van 'onderscheiden van geesten'. Ziet u dat echtpaar voor u: ze zitten niet goed in hun vel. U merkt het aan allerlei symptonen, waarop uw gave u opmerkzaam maakt. Er is bij deze lieve, jonge mensen zo'n onvrede. En u gunt hun, met dat schattige peutertje, waarmee ze zo lief omgaan, alle vrede in God. U wilt ze zo graag opbouwen. En voorlopig doet u dat met uw gebed. U bidt telkens even voor die twee. En u vraagt aan God of er wellicht aan het eind van de sam gelegenheid is van zijnentwege om even met hen te spreken en ze iets van uw vrede in Christus te laten zien.
Zo kunnen er zovele situaties zijn. Wees een zegen, bouw anderen op , bevorder de vrede, niet alleen in eigen hart, maar ook in de harten van anderen.
Romeinen 15 v 13. Wat is nu eigenlijk de hoop, die God geeft ? Dat is onuitsprekelijk veel: - 1 Thess 5 v 23 en 24 zeggen, dat het hier gaat over de onberispelijkheid naar lichaam, ziel en geest. - wij - gelovigen- mogen openbaar worden als 'de zonen van God', waarop de zuchtende schepping wacht. Rom 8 v 19. - wij -gelovigen, die volhouden door de genade van God en de bijstand van de Heilige Geest- mogen ,- volgens Openbaring 3 v 21...: met Christus op de troon van God zijn om te heersen over al de werken van Gods handen.
Als dat vooruitzicht geen vreugde en geen vrede geeft ! Weg met het klimaat van de boze : angst , onrust , depressieve gevoelens. De vlag uit voor het klimaat van ' onuitsprekelijke en verheerlijke vreugde' , (1 Petrus 1 v 8) en 'een vrede van God, die alle verstand te boven gaat', (Fil . 4 v 7).
Nu denken jullie misschien: "Woorden...woorden...dit halen we nooit. ".
Maar ik zeg nogmaals: Gods hand vasthouden, hem zoeken in het gebed....en je moet eens zien, hoe ver je door ziin liefdevolle begeleiding komt. God droomt een droom over jullie. Hij ziet jullie nu al, zoals je zou kunnen worden. En hij zal er alles aan doen om die droom te verwezenlijken. En daarvoor hoeven jullie alleen maar mee te werken.
Eerste groep van zes teksten van een 24-tal teksten in het Nieuwe testament, die over V R E D E spreken; vrede , die ons direct of indirect doet denken als vrede als deel van de vrucht van de Geest.
Matth 10 v 11- 13. In elke stad en elk dorp waar je komt, moet je uitzoeken, wie het waard is je te ontvangen., blijf daar dan tot je weer verder gaat. 12: Groet de bewoners van het huis dat je binnengaat. 19 Laat jullie VREDE over dat huis komen als het dat waard is, maar als het dat niet waard is, laat die VREDE naar je terugkeren.
Lucas 1 v 79: Dank zij de liefdevolle barmhartigheid van onze God zal het stralende licht uit de hemel over ons opgaan 79: ...en verschijnen aan allen die leven in duisternis en verkeren in de schaduw van de dood . zodat we onze voeten kunnen zetten op de weg van de VREDE
Lucas 2 v 14. Eer aan God in de hoogste hemel en VREDE op aarde voor alle mensen die hij liefheeft.
Johannes 14 v 27. Ik laat jullie VREDE na ; mijn VREDE geef ik jullie, zoals de wereld die niet geven kan
Johannes 16 v 33. Ik heb dit gezegd opdat jullie VREDE vinden bij mij.
Johannes 20 v 19, 21 . Op de avond van die eerste dag van de week, waren de leerlingen bij elkaar; ze hadden de deuren afgesloten, omdat ze bang waren voor de Joden. Jezus kwam in hun midden staan en zei: "Ik wens jullie VREDE". ... Nog eens zei Jezus: "Ik wens jullie VREDE".
Is er een verband in deze teksten met 'de VREDE als vrucht van de Heilige Geest'. Is er in ieder geval een opbouwende gedachte uit te putten. We zullen zien
Matth 10 v 11 -13.
De regels van die tijd zijn ook heden nog van toepassing. Overal waar wij komen als kinderen van God, is het goed om onze gaven van 'kennis' en van 'het onderscheiden van geesten' te gebruiken om te zien of er werkelijk heilbegeerte is. Er zijn altijd mensen, die- naar het woord van de profetes Anna, (Lucas 2 v 38)- snákken naar: heil voor 'Jeruzalem', voor de gemeente. En voor zover je zegt: "Ik heb deze nu met name genoemde gaven van de Heilige Geest nog nooit gebruikt, ik profeteer wel, maar deze gaven...nou neu...", doe het dan nu. Neem er de tijd voor. Bid de Heer om inzicht. En heb ook een beetje idee, wie je bént in Christus. Allereerst: een hunkerende naar het heil van de Heer behoort het een voorrecht te vinden om een gezant van Jezus te ontvangen. En wanneer je dan bij zo iemand te gast bent, zijn huis als uitvalsbasis gebruikt... of hoe de feitelijke toestand in deze geest verklaard kan worden .... ...als voorbeeld: in 2006 wilde ik mijn arbeidsveld op Internet verruimen met een 'engels, christelijk forum'. Ik vroeg aan 'Google' om ideetjes en hij gaf in een onderdeel van een sekonde ELF bladzijden vol sites. Ja ....zoek dan maar eens 'een zoon van de vrede' op. Ik liet het maar aan de Heer over, 'At random' koos ik maar een website, die een beetje toegankelijk was. Ik ben ook in 'dat huis' gebleven en jullie weten, dat ik daar nu vaste voet heb met een 'kloon' van Nederland, 'Ask Ger'. Tot zover, hoe het in de practijk kan gaan. ..... ...ga je vandaaruit op verkenning. En gewone woorden, de gewone groet destijds, krijgen in de mond van Gods discipelen een ' meerwaarde'. Echter : sommige mensen blijven ontoegankelijk voor dat heerlijke, de vrede van het koninkrijks- evangelie, waarvan jij de boodschapper bent en de zegen van jullie bezoek blijft hun vreemd.
Vrede...vredebrenger...kostbare vrede...maar het is goed, dat die vrede dan ook werkelijk in jullie innerlijk woont. Zeker; er kunnen stormen woeden, waarbij golven van 20 meter zich brullend verheffen in jullie levens. Maar daaronder is die oceaan van vrede, die niet beroerd wordt. Ga dat nu maar geloven en er de Heer voor prijzen, dan wijst hij jou opnieuw de weg, (Psalm 50 v 23) naar die vrede, die je als kind van God hebt, maar die je even je niet bewust was.
Lucas 1 v 79. Het kan niet genoeg gezegd worden: God is goed en liefdevol en barmhartig , al zijn de omstandigheden soms zó³, dat de duivel er zijn giftige pijlen aan kan scherpen, en je toesissen dat God al die heerlijke eigenschappen niet zou hebben. Het stralende licht van Jezus IS over ons opgegaan en het heeft ons duister bestaan beschenen. De schaduwen van de dood zijn steeds meer ingekort, toen wij kwamen te staan recht onder dat licht. En nu kunnen onze voeten de weg van Gods vrede, die volkomen harmonie onder alle golvengewoel, betreden. Ben je vervuld met Gods Geest, dan wordt ook in de loop van de jaren dit deel van de vrucht jouw eigendom.
Lucas 2 v 14. "Eer aan God", dat blijft een middelpuntswoord. om zijn eer, om zijn majesteit zijn wij geschapen. Maar alleen de mensen, die God liefhebben en hem danken voor zijn onuitsprekelijke gave in Jezus Christus, hebben deel aan de vrede, die met Jezus gekomen is. Zoek die vrede niet ergens anders: in goede, zelfbedachte werken, maar vraag God: "Wilt u mij de weg naar uw vrede doen kennen".
Johannes 14 v 17. Zoals Jezus vrede kan nalaten, zo kan niemand dat. In mensenmonden-zonder-meer is de vredegroet.... te vergelijken met ons: "Goede morgen" ...een krachteloos iets. Maar Jezus laat zijn vrede na, die volgens Jesaja 9 v 5 eindeloos is en die ons in harmonie brengt met God, (Romeinen 5 v 1). Alles van het Konkrijk van God is heerlijke, werkelijke macht, werkelijke realiteit. Bij Jezus is het een werkelijk géven'. En die zegen van Jezus kunnen jullie doorgeven, staande in zijn kracht.
Johannes 16 v 33. Eigenlijk een heel bijzonder moment. Reeds eerder had Jezus de vredegroet gegeven. Maar er zijn daarna toch weer belangrijke uitspraken gevolgd. Maar nu is het echt úit. Jezus heeft zijn spreek-arbeid voltooid. Het volle heil is nu uitgezegd, ook al mogen later de discipelen daar nog op doorgaan en sommige heerlijkheden verder uitdiepen. Jongens en meisjes. Zoals Jezus hier nog eens die vredegroet geeft, en zoals alles , wat in de bijbel verder geschreven is, op de door Jezus gesproken woorden alleen een 'verder bouwen' is, zo mogen jullie ook de wereld rondom jullie zegenen en vrede verkondigen, de vrede, die jullie door Gods genade hebt ontvangen, maar die voor de hele mensheid bedoeld is. En jullie zijn de discipelen van nú in de dorpen van nú, bij de ontvankelijken van nú
Johannes 20 v 19 en 21: En een ontroerend aspect van die vrede laat Jezus hier zien. Er kon aan de discipelen best een verwijt gemaakt worden voor hun 'volstrekt niet ondersteunen' tijdens de worsteling van Gethsemane tot en met Golgotha. Maar inplaats daarvan is er tot twee maal toe die vredegroet. Zo ook jullie. Heb je een terechte grief tegen anderen, die je in de steek gelaten hebben; begin toch altrijd positief, wens ze de vrede van Jezus toe. Bij verwijten klappen ze dicht. Bij bemoediging bloeien ze open.
Vrede; om al de heerlijke dingen, hierboven genoemd, ook werkelijk in eigen leven te ervaren, is het zo goed om de Heilige Geest toe te staan alle kamers van jullie huis te openen, of daar nog onvrede wordt gevonden. Geef de sleuitels maar in gebed af. De Heer weet zelf wel, op welke deur elke sleutel past. David vertrouwde hem daarvoor: In Psalm 139 v 23 en 24 zegt hij zo vertrouwend: "Doorgrond mij Heer en ken mijn hart. peil mij, weet wat mij kwelt, zie of ik geen verkeerde weg ga, en leid mij over de weg ( van vrede) die eeuwig is".
Die stad van God ontwikkelt zich gaande weg van: - de stad van David,(Jesaja 1 v 26, Daniël 9 v 19; Zacharia 2 v 5 en 6. - Stad van Jezus: Matth 5 v 36, stad van de grote koning. - Stad van het hemels Jeruzalem, gespiegeld aan het aards Jeruzalem, Galaten 4 v 25, 26. - Het nieuwe, eeuwige Jeruzalem, het hemelse Jeruzalem, Openb. 21 v 2.
Mensen zoeken zekerheid in menselijke structuren, muren en poorten. Maar de gelovige zoekt naar structuren van hoger orde, naar een stad , waarvan God zelf de muur is, Zacharia 2 v 5.
Alles begon dus met 'de stad van David.'
Jesaja 1 v 26 zegt: "(O Jeruzalem, stad van David), ik breng je rechters en raadgevers tot inkeer, het zal weer worden als voorheen. Dan zul jij, (stad van David), deze naam dragen: 'Stad van gerechtigheid', 'stad van trouw'. "
Daniel 9 v 19: "Heer...luister naar ons! Heer....vergeef ons ! Heer...verhoor ons gebed ! Wacht niet langer en grijp in, mijn God, ook omwille van uzelf, want uw naam is verbonden aan uw stad en aan uw volk".
Zacharia 2 v 5: "Weer sloeg ik mijn ogen op , en daar zag ik een man met een meetlint in zijn hand. (6):' 'Waar gaat u heen' vroeg ik en hij antwoordde: 'Ik ga opmeten hoe groot Jeruzalem moet worden' ".
In deze bijbelstudie wilde ik het maar bij deze drie teksten laten. Anders wordt de bijbelstudie te groot. Jullie zouden kunnen zeggen: "Maar het duurt allemaal zo lang". Wel; we hebben toch tijd!
Jesaja 1 v 26: In het oude testament draait alles nog om Jeruzalen, de stad, waaraan Davids naam zozeer verbonden is. En alle profetieen , de vreugdevolle en de strenge, worden aan deze aardse stad verbonden. - die stad is door David veroverd - in die stad speelde heel dat felbewogen leven van Juda zich af - daar stond de tempel en toen Jerobeam met de eredienst daar brak, wachtte het tienstammenrijk, dat Jerobeam volgde, alleen nog maar rampspoed. - en die rampspoed kwam ook over de stad Jeruzalem, de stad van David, toen ook zij de tempeldienst, de dienst aan God, ontrouw werd.
Maar ook de 'aardse- stad- gebonden profetiee«n' van die tijd laten iets doorschemeren van toekomstige hemelse heerlijkheid. De rechters en raadgevers in het aardse Jeruzalem zijn nooit meer ' als voor heen'geworden. In de dagen van Jezus gingen ze verschrikkelijker in de fout dan ooit voordien. En ook in de tegenwoordige tijd kan je niet spreken van Jeruzalem als van 'een stad van gerechtigheid en trouw'.
Nee, hier in het Oude testament schemert er al iets door van 'trouwe rechters en raadgevers' die nog moeten komen in een - voor Jesaja- verre toekomst. En die toekomst is nu begonnen. Jullie, mijn lezers, jullie die door Gods genade bekeerd zijn en wedergeboren en gedoopt met de Heilige Geest van God, jullie, die daarbij willen blijven, kunnen die toekomstige rechters en raadgevers in een nieuw, hemels Jeruzalem worden.
Daniel 9 v 19: Na zeventig jaar ballingschap kan Daniel ook nog maar alleen denken aan het aards Jeruzalem, dat op dat ogenblik nog in puin ligt als aan 'het grote item'. Die stad van David moet herbouwd worden en hij bidt daarover een indrukwekkend gebed. En weer is het antwoord van de Heer zodanig, dat het ons brengt naar een verre toekomst. Daniel denkt in zeventig mensenjaren, maar de Heer denkt in zeventig weken-van-God. En aan het eind van die laatste, extra lange week, na 69 , ook al lange weken, dan pas is het zover. Dan zal Jeruzalem werkelijk bevrijd zijn. En God richt ons oog op het hemelse Jeruzalem, dat nu , in deze dagen, komende is. En in dat hemelse Jeruzalem, daar zullen de werkelijk bevrijde gelovigen wonen. En weer: daar mogen wij bij behoren, wanneer wij de hand van onze Heer Jezus Christus vast blijven houden en ons blijvend laten leiden door zijn Geest.
Zacharia 2 v 5 en 6. God heeft met zijn hemels Jeruzalem zulke grote plannen. Die man met dat meetlint heeft zo'n groot meetlint bij zich. En weer wordt voor de ogen van een oud-testamentische gelovige getekend, hoe Jeruzalem, op dat moment een klein, verdrukt plaatsje net na het eind van de ballingschap, in de toekomst gaat worden . Iedereen denkt ervan: "Kan dit ooit nog iets worden". Maar Zacharia mag het zeggen: "Gods bouwplannen liggen al klaar. Je zult eens zien, hoe groot deze stad wordt". Maar wij, Nieuw-testamentische gelovigen, door Gods genade al weer van zoveel meer van Gods plannen op de hoogte, weten, dat onze toekomstige hoofdstad, onze hemelse hoofdstad, alleen met 'hemelse' ogen is te zien in al zijn wonderbaarheid. En jullie zijn bezig, al volhoudende, om van die 'hemelse ogen' te krijgen.
De gemeente, volk van God; als burgers van zijn Koninkrijk vol ontzag, aanbidding, gehoorzaamheid en discipelschap voor de grote Koning.
Filippenzen 3 v 20. "Wij hebben ons burgerrecht in de hemel. Vandaar verwachten wij onze Redder, de Here Jezus Christus".
Matth 21 v 5. "Zeg tegen Zion: 'Kijk...je koning is in aantocht, hij is zachtmoedig en rijdt op een ezelin en op een veulen, het jong van een lastdier' "
Colossenzen 1 v 13. "(God) heeft ons gered uit de macht van de duisternis en ons overgebracht naar het rijk van zijn geliefde Zoon, die ons de verlossing heeft gebracht, de vergeving van onze zonden".
Welke lieflijke gedachten kunnen wij aan deze drie teksten verbinden ?
Filippenzen 3 v 20.
Jullie, bekeerde, wedergeboren, Geestvervulde gelukkigen kunnen een hemels paspoort tonen. Wat zouden er veel mensen op de wereld gelukkig zijn met een Nederlands paspoort. Maar een hemels paspoort: dan spreek je nog wel over iets anders. En al zijn wij nu nog in het rijk van de duivel met ons lichaam en onze ziel....en al kan hij ons kwaad doen naar lichaam en ziel....onze menselijke geest ziet vol verlangen uit naar Jezus Christus onze Heer, de Koning van ons hemels vaderland, die ons telkens en telkens weer te hulp kan snellen, wanneer wij ons benard voelen. Hij komt maar niet eenmaal, aan het eind van ons leven. Nee, hij is elk ogenblik tot onze hukp bereid, wanneer wij daarom vragen. Vorige week schreef ik julli over de val van de trap, die mijn vrouw maakte. Ik heb de Heer Jezus uit zijn hemels koninkrijk te hulp geroepen en nu ligt mijn vrouw in een bedje van de 'Kort durende opvang' en wordt beter verzorgd dan ik het zou kunnen . En nu kan iemand zeggen:"Nou, dat lukt toch iedereen". Maar dan antwoord ik weer, dat in mijn beleving Jesus de weg wees, toen ik hem, naar psalm 50 v z3 in mijn lofoffers eer bewees. Een Christen ziet altijd weer Koning Jezus te hulp snellen. Een niet-gelovie wordt ook vaak door Jezus geholpen, maar die ziet het niet. Ik ben vol ontzag en aanbidding voor onze koning.
Matth 21 v 5. Een koning op een ezel. Zacharia had het al voorspeld. Maar zeer velen van de Joden, die zo stonden te juichen bij de intocht in Jeruzalem, kenden die schriftplaats helemaal niet. En toen ze later de zaak nog eens overdachten, zullen ze wel eens overlegd hebben: " Ik ben toch eigenlijk gek ook.De kinderen op het tempelplein zingen nog zijn lof, (Matth 21 v 9), maar ik als volwassene voel me gewoon beschaamd, dat ik mij gisteren zo raar heb aangesteld. Ik krijg gewoon een hekel aan die kerel". En zo werd het : "Hosanna...kruis hem".
Maar toen ze later Zacharia ontdekten met zijn desbetreffende profetie, zullen ze wel nadenkend voor zich uitgekeken hebben.
Maar jullie, mijn lieve jongens en meisjes...jullie weten veel meer, hoe de vork in de steel zit. Hoe Jezus vanaf die ezel al die oppervlakkige enthousiastelingen in de ogen heeft gezien en gepeild, zoals hij dat heel zijn leven had gedaan, hoe in nood de 'dwalende schapen van Israel' waren, (Matth 9 v 36). Niet van een paard op de mensen neerzien, zoals drieste overwinnaars. Maar vanaf een ezel, met deze boodschap: - alles heb ik voor jullie over en ik ga het offer brengen.
Jullie ....willen jullie van deze zachtmoedige, nederige man de discipelen zijn. Niet hoog te paard, maar mens onder de mensen, gered om te redden.
Colossenzen 1 v 13. Nederig, zoals jullie koning, discipelen van jullie koning. Vol aanbidding en ontzag voor jullie koning. Maar dan toch ook; wetend, dat deze ontzagwekkende koning in zijn zachtmoedige nederigheid groter is dan wie ook. En achter hem zie je de contouren van God. Hij is het die ons, dwalende schapen, geroepen heeft uit de duisternis, waar wij herderloos ronddwaalden. God HEEFT ons overgebracht in het lichtrijk. Nog staan wij te knipperen met onze ogen voor dat licht van Gods zon, die ons in dat rijk, waar we al zijn binnengetreden, zo heerlijk wil beschijnen.
Zeg "Ja Heer" tegen hem, onze God, die al deze goede dingen gedaan heeft en gereed staat om nog meer goede dingen aan jullie geest, ziel en lichaam te doen.