Talen aan anderstaligen avsg,a.a.ac.zc.,kwaliteitsembleem
23-12-2008
178 Aggiornamente van Audiovisueel
178 Aggiornamente van Audiovisueel
In Psyche &Brein verscheen een samenbundeling van de laatste stand op het gebied van onderzoek in dit domein, specifiek over taalverwerving doorheen de evolutie.
De titel is In den beginne was de babbel van Jan Donges.(2008/6/108)
De taal is niet ontstaan als instrument voor het uitwisselen van kennis, maar door het onderhouden van sociale contacten op een efficiënte wijze.
De verdienste van antropologe Dean Falk (Florida State University) was baanbrekend, door de sociale functie van de taal bovenaan te plaatsen in het onderzoek. Maar dat wisten de practici met gezond verstaan al langer. Zij poogde echter het ontstaan van de taal te verklaren. De homo habilis moeder was in het voordeel omdat ze haar kinderen ook van op afstand kon gerust stellen. Het babytaaltje dat de moeders gebruikten was absoluut geen aan de kinderen aangepaste minimale code, maar een basis voor taalverwerving.
Hersenenonderzoek van veel vroeger wees al in die richting. De spiegelneuronen bij apen in het F5 gebied stemt overeen met het Broca centrum bij de mens dat voor de spraakproductie van belang is.
De linguïsten stonden op hun achterpoten en bleven zweren bij de heilige grammatica. Zij negeerden ook het feit dat ze ingebakken zit in het audiovisuele en dat men een onderscheid moet maken tussen de theoretische benadering die van belang is in de Moedertaal, maar veel minder in talenonderwijs aan anderstaligen, zeker op het 0 niveau..
De vloeiende overgang van de communicatie van onze dierlijke voorouders naar de mens kan spijtig genoeg moeilijk bewezen worden. De continuïteitshypothese stelt dat onze taalverwerving zich stapsgewijze heeft ontwikkeld uit primitieve vormen van communicatie.
Grappig, maar daarom niet minder interessant is de stelling van vocal grooming of verbaal vlooien.
177 De tien geboden van succesvol mensen te begeleiden
Hierin vergelijken wij het traditioneel onderwijs met ons didactisch profiel.
Via theoretische taalmodellen werd op een cognitieve wijze snel kennis bijgebracht. Wij bevelen daarentegen aan, didactisch te handelen, volgens een vastomlijnd leergedrag.
Men liep in nde tred van de traditie : dagonderwijs, de universiteit. Het is beter dat men een specifieke school creëert en uitbouwt.
Schooleconomie werd gerealiseerd door het leereffect te laten spelen. Het is beter nieuwe leereffecten te creëren door constante vernieuwing.
Het aantrekkelijk maken van wat men deed leverde kwantiteit. Kwaliteit primeert echter altijd.
Leerkrachten waren bureaucraten die verwachtten dat hen gezegd werd wat ze moesten doen en men moest het hun dus zeggen! Leerkrachten waarden bijbrengen en een beleidsvisie is beter. Ze moeten participanten worden en zullen zich dan gedragen als eigenaars, omdat ze eigenaars zijn.
Het was de taak van de school te zorgen voor het welzijn van de Inrichtende Macht. Maar nu is het de taak van de school een begrip te worden, een erfenis na te laten, net een ietsje anders zijn vooral beter!
Verbeter fouten werd gezegd. Voorkom de fouten is succesvoller.
Het leek de taak van de school om te zorgen voor het welzijn van de inrichtende overheid. Het is echter haar taak om een begrip te worden, een erfenis na te laten en net anders te zijn.
Een succesvolle leerkracht handelde cool, rationeel en professioneel. Hij moet echter geobsedeerd zijn door het onderwijs en heeft terecht even veel vertrouwen in haar eigen intuïtie, als in feiten en analyses.
Succesvolle klassen werden geleid door weinig consistente leerkrachten met onvoldoende aandacht voor organisatie en rechtlijnigheid. Ze moet echter geleid worden doorleerkrachten met wel omschreven prioriteiten, duidelijke waarden, strikte doelstellingen en een vaste greep op de onderwijscultuur.
2. Men volgt een strikt systeem, er is een ideologie.
3. Kwaliteit wordt gemeten (observatie in klas en practicum).
4. Kwaliteit wordt beloond.
5. Iedereen traint in technieken van kwaliteitsmanagement.
6. Vorming van multidisciplinaire teams.
7. Small is very beautiful.
8. Er is een constante stimulans.
9. Er is een parallele organisatiestructuur, uitsluitend gewijd aan verbetering: C.L.
10. Iedereen speelt een rol : niet alleen de directie, maar ook de administratie, leerkrachten en studenten moeten deel uitmaken van het kwaliteitsproces.
11. Meer kwaliteit betekent minder kosten.
12. De zoektocht naar meer kwaliteit eindigt nooit !
Men werkt systemen uit in een wereld op zijn kop. Als men de ongebreidelde wildgroei van initiatieven aanschouwt is dit zeker hoog tijd. Er is nood aan een klaar organigram, zodat we de boen opnieuw zien in het bos. De belangrijkste richtlijn hierbij is meten wat belangrijk is. Statistische analyse, het meten van onze resultaten en het afwegen van onze efficiëntie horen hierin thuis. Controle en machtiging worden herzien : herzie de belangrijkste controlemiddelen en decentraliseer informatie, macht en beleidsplanning.
Via systemen schept men vertrouwen. Werk conservatieve doelstellingen uit en zorg voor totale integriteit.
Bij EOS zijn een aantal thematische blogs gestart, waaronder een dat ons zeker interesseert :
Verandering is in. Het was de slogan van Obama, waarmee hij de presidentsverkiezingen won.
Maar kwaliteitsrevolutie houdt leren houden van verandering in. Hiertoe moet men leren omgaan met paradoxale gegevens. Om effectief leiding te geven hanteert men drie beleidsmiddelen : 1. Men ontwikkelt een bezielende visie 2. Men geeft leiding door het voorbeeld te geven 3. Men is zichtbaar op de frontlijn
We zien vaak in organisaties dat de directie samen troept, vergadert en beslissingen neemt, zonder aanwezigheid op de werkvloer. Een bezielende en gedreven manager is overal te zien.
In het leiding geven hoort men ook macht te delegeren. Hiermee hebben velen het moeilijk. Dat moet men dan ook leren. Men luistert meer en is heel aandachtig. Men respecteert de mensen uit de frontlijn. Delegeer en streef naar horizontaal management door bureaucratie uit te roeien.
Leiding geven is voorliefde tonen voor verandering. Beoordeel dan ook iedereen volgens zijn of haar voorliefde voor verandering. Creëer bovendien een gevoel van hoogdringendheid.
Drie belemmeringen moeten weggenomen worden om dat te realiseren. De organisatie moet sterk vereenvoudigd worden en de structuren beperkt. De functie van het middenkader wordt herzien. Schaf bureaucratie en vernederende werkomstandigheden af. hieruit ontstond de opdeling in administratief - organisatorisch team o.l.v. de adnunct en het didactisch - pedagogisch team o.l.v. de directeur.
Na de naamswijziging op foute motivering en het afvoeren van het prachtige logo, verscheen een artikel in een politiek blad in Meise over het Audiovisueel Centrum. Daarom enige rechtzetting zodat de geschiedenis correct en volledig weergegeven wordt! Het logboek van het AVC dat bij het 25 jarig jubileum uitgedeeld werd bevat nauwkeurig, item per item, alle data over de school voor volwassenenonderwijs. Voor zover ik over gegevens kon beschikken, heb ik dat logboek bijgewerkt tot de verandering van naam. Het is bij mij beschikbaar. Vanaf de start werd door de wetgever een grondig onderscheid gemaakt tussen de materiële kwesties, die geregeld werden door de inrichtende macht en de pedagogische, die uitsluitend door de school zelf o.l.v. de bestuurscommissie waargenomen werden. Dat was maar goed ook, als men ziet tot wat politieke inmenging in didactische aangelegenheden leidt. De burgemeester was hoofd van de inrichtende macht in gemeentescholen en tekende alle stukken met de directeur. De schepen van onderwijs zorgde voor de materiële belangen : lokalen, aankopen e.a. Zo kregen we in 1967 Jules Van Campenhout, 1976 Armand Vanvuchelen, 1982 Frans Kerremans, 1995 Roger Heyvaert en 2007 Marcel Belgrado. De voorzitters van de bestuurscommissie (uitsluitend pedagogisch bevoegd tot en met het bijwonen van de eindexamen en het ondertekenen van de diploma's) waren 1968 Jan Vits +, 1985 Maria Vertessen, 1996 Jef De Cuyper (eredirecteur). De bestuurscommissie, later Adviescommissie werd niet meer samen geroepen sedert 29.11.2002 en eindigde de facto door de naamsverandering op 5.8.2008. Schepenen van onderwijs : 1967 Jos Chabert (oprichter), 1973 Xavier Olbrechts +, 1976 Marcel Belgrado, 1982 Noël Catry + (die Jette erbij bracht en schepen Robert Garcia), 1988 Herwig Cornelis en 1995 Marcel Belgrado. Er werd vergeten dat wij in 1986 met de afdeling Informatica startten. Het grapje over de publiciteit i.v.m. Jette is ook onvolledig. De publiciteit in de wagens van alle personeel en studenten vermeldde : Audiovisueel Centrum Meise en Jette / Europese talen, ook Arabisch en Naaien. Voor de vestigingsplaatsen : 1967 Brusselsesteenweg 50 huis Janssens, 1969 + Chiroheem 2 lokalen Krogstraat 7, 1972 Willy Van den Berghecentrum Talenpracticum en 2 lokalen exclusief en de andere lokalen in polyvalent gebruik, 1972 gesplitste klassen op afstand in Strombeek C.C. met schepen Servotte, 1987 dagtaallessen met Cécile Chabert - Boon, lokalen van de muziekschool, 1980 drie lokalen op de eerste verdieping en bureau, 1983 lokalen in de Snipper, 1987 Jette op grond van een K.B. (want autonomie gemeenten), 1990 Internaat Kindje Jezus van de dochters van Maria en de dag van mijn pensioen 1996 Sancta Maria behalve de vleugel waar de kleuters in ondergebracht werden, 1998 G.C.Esseghem Jette (?), 2006 de vleugel voor Informatica.
We moeten enkele hulpmiddelen in acht nemen om dit doel te bereiken in ons streven naar kwaliteitsverbetering. Luisteren is zeer belangrijk. Dat mag niet vrijblijvend zijn, maar geëngageerd. We moeten daar werkelijk een prioriteit van maken en dat daadwerkelijk organiseren op alle niveaus. Door af en toe iets te vieren kan men ongedwongen kennis nemen van wat er leeft. Daarbij is erkenning van de persoon met zijn kleine en grote kanten, want iedereen is uniek, heel belangrijk. De medewerkers eens tegemoet treden in hun eigen milieu, in andere dan de werkomstandigheden, werkt dikwijls verrijkend en verreikend. Verrassingen liggen voor u. Preventief is het logisch dat men aan het recruteringsproces zeer veel tijd besteed. Want eens binnen, kan het al te laat zijn. De mensen die het meeste kans maken om in het kwaliteitsverbeteringsproces een rol te spelen, zijn op hun plaats. We zoeken naar verbeteringsionnen, die op hun plaats het kwaliteitsproces in de goede richting stuwen. Eens ingeschakeld is vorming en voortdurende bijscholing, ook over kwaliteit op zich en de processen die ermee gepaard gaan, uitzonderlijk belangrijk. De bijscholingsstaten van het personeel krijgen onze volle aandacht. Dit geldt zowel voor de top als voor de basis en al wat ertussen ligt. De stimulerende vergoeding hebben wij helaas niet in de hand in het onderwijs. De inrichtende macht kan hier echter een stimulerende rol spelen. Dat is niet het belangrijkste, maar af en toe een materieel en immaterieel schouderklopje is meegenomen. Garantie op blijvende tewerkstelling is een must. Hierin past de drang naar vaste benoemingen. Een doorzichtige politiek op dit vlak is nodig. Zo moeten de personeelsleden permanent toegang krijgen tot de personeelslijst, waarin zij objectief kunnen constateren, wie aan de orde is en was. Ze moeten kunnen vaststellen dat de benoemingspolitiek minitieus opgevolgd wordt en bebaseerd is op objectieve criteria. Zo ben ik de klagers en mijn schepen van destijds dankbaar, dat hij mij hierop vastpinde en dat ik de gelegenheid kreeg om aan te tonen dat er geen speld tussen te krijgen was. Dat leidde tot een personeelstabel, waarin iedereen kon vaststellen dat de regels minutieus opgevolgd werden. Voor het nieuwe decreet was de bestuurscommissie hierin de bepalende factor. Want als dat zo niet was, lag het veld open voor politieke bevoordeling, wat bij ons nooit het geval geweest is. Ook de kwaliteitsverbetering van de bestuur(d)(st)ers en de lei(st)ers, en het samenspel ertussen is van uitzonderlijk belang.
In deze week van de taal doen we nog eens een oproept tot het vastleggen van het éénvormig standaard gesproken Nederlands, dat zo belangrijk is voor de anderstaligen en da t een respect inhoudt voor zij die de inspanning willen of moeten leveren, om onze taal te leren! Kwaliteitsrevolutie : Flexibiliteit bereiken we door macht te delegeren aan onze medewerkers. Dat mag niet blijven hangen op het niveau van de directie of het administratief organisatorisch team. Het moet doordringen tot alle facetten van de school.
Hiertoe nemen we twee richtlijnen ernstig. Iedereen wordt bij alles betrokken en men maakt gebruik van autonome teams. Bij ons noemden wij die kwaliteitskringen, die de vakwerkgroepen vervingen, en alles bespraken. Deze werden zelf flexibel, door ze regelmatig om te vormen en te hergroeperen, volgens het thema dat aan de orde was.
Wij moeten streven naar een uitbouw van product service in teamvorm. Het product is het resultaat bij de student. De service wordt gegeven door alle actoren, eensgezind. Naar de studenten toe moet de teamgeest gevoeld worden. Er heerst een cultuur van kwaliteitsverbeterende service. Daarom worden vele pilootprojecten opgezet en uitgevoerd. Om die te voeden doet men aan creatief stelen d.w.z. dat men zijn (haar) ogen en oren openhoudt, overal waar men komt, om nieuwe ideeën op te doen. De geest van kwaliteitsverbetering die in de school hangt, moet naar buiten gedragen worden; Dit gebeurt spontaan door mond to oor marketing. Iedereen propageert bij zijn achterban de meerwaarde van het syteem. Hiertoe moet de school regelmatig ge-restyled worden zonder de verworvenheden van het verleden, die de meerwaarden bevatten, te verwaarlozen. Er wordt een vernieuwingsvermogen gecreëerd doorheen heel de school. Iedereeen, op alle niveaus, participeert hieraan en dit niet alleen in ideeën, of woorden, maar in onmiddellijk resultaat in het werkveld.
Bij het streven naar snelle innovatie moeten wij belangrijke richtlijnen in acht nemen. Wij investeren best in een toepassingsgericht en bescheiden begin. Dus wij steken onze energie niet in holle theorieën zonder toepassing. Onze plannen zijn best klein, maar efficiënt en onmiddellijk toepasbaar. De resultaten moeten onmiddellijk gevoeld worden op alle échelons d.w.z. bij de studenten en het personeel. In het onderwijs gaat het om administratief organisatorische en didactisch - pedagogische doelen. Wij zullen dit verder uitdiepen. Maar over het didactische aspect hebben wij het in de vorige afleveringen al uitvoerig gehad. Bij het a.o. aspect kunnen wij beginnen met een gedetailleerd organigram, waarin wij alle medespelers situeren. Een lid van het directieteam houdt zich hiermee specifiek bezig. Als de luxe van een kwaliteitsmanager zou aanwezig zijn zitten wij nog beter. Alle medespelers moeten afgestemd worden op mekaar en krijgen inspraak en informatie. Dit moet leiden tot onmiddellijke implementatie (zoals men dat zo mooi verwoordt) in het werkveld en leiden tot zichtbaar en voelbaar resultaat.
De school is er voor en door de studenten. Alles moet dus uitgaan van de student. De belangrijkste richtlijnen zijn : specialiseren, een hogere toegevoegde waarde creëren en differentiëren. Hiertoe zijn er vijf fundamentele strategieën voor toegevoegde waarde : 1. Topkwaliteit leveren, gebaseerd op de perceptie van de student. 2. Zorgen voor uitstekende service en de nadruk leggen op het immateriële. 3. Buitengewone flexibiliteit bereiken. 4. Internationaal gericht zijn. 5. Iets unieks afleveren. Hiervoor zijn vier vaardigheden vereist om dit waar te maken : 1. Zeer veel tijd besteden aan luisteren. 2. Ons werk tot een marketing troef maken. 3. Elke student uniek vinden 4. Naar snelle innovatie streven Er wordt een studentgerichte revolutie ontketend. De School is in evolutie.
1.Management geobsedeerd door kwaliteit. 2.Men volgt een strikt systeem, er is een ideologie. 3.Kwaliteit wordt gemeten (observatie klas en practicum). 4.Kwaliteit wordt beloond. 5.Iedereen traint in technieken van kwaliteitsmanagement. 6.Vorming van multidisciplinaire teams. 7.Small is very beautiful. 8.Er is een constante stimulans. 9.Er is een parallele organisatiestructuur, uitsluitend gewijd aan verbetering. (CL) 10.Iedereen speelt een rol : niet alleen de directie, maar ook het secretariaat, leerkrachten en studenten moeten deel uitmaken van het kwaliteitsproces. 11.Meer kwaliteit betekent minder kosten. 12.De zoektocht naar meer kwaliteit eindigt nooit.
Wij gaan deze reeks eens trachten structuur te geven. In nr. 34, 102 en 150 had ik het reeds over management in het onderwijs. In het volwassenenonderwijs kan men spreken van schoolmanagent d.i. het beheer van de school door de directie. Maar er is ook het klasmanagement, want in een CVO zijn er zoveel instellingen als er klassen zijn. Elke klas kan men als een eiland beschouwen, geleid door de leerkracht klasmanager. Er werden in de loop der jaren evenveel theorieën over management ontwikkeld als er universiteiten en goeroes zijn. Dat werd ook een wildgroei, waarin men de bomen niet meer uit het bos kan onderscheiden. Wat moet onze keuze bepalen ? Niet het toeval, omdat men toevallig eens een sessie bijwoonde, kan de drijfveer zijn. We kiezen een systeem waarin we onszelf vinden en waar we met hart en ziel kunnen achter staan. Onze keuze werd bepaald door het indringend karaker ervan en omdat na empirisch onderzoek bleek dat het er al ingebakken zat. Dat is de reden waarom ik de Kwaliteitsrevolutie van Tom Peters koos en waarom ik de ideeën die uit de bedrijfswereld komen, toepaste op mijn school : het AVCvo!
Het Audiovisueel Centrum voor Volwassenenonderwijs veranderde recent twee maal van naam. Het gekende logo, waarin de objectieve meerwaarde vervat lag, werd afgevoerd. Doordat het gemeentebestuur de naam veranderde en niets voorzag voor de Adviescommissie in de beslissing, is die niet meer bevoegd voor de huidige school. De naam zou beter C.V.O. N.W.Brabant Meise worden, met de drie netten onder één vlag. Het logo riep ik reeds uit tot kwaliteitslabel voor Talenonderwijs aan Anderstaligen e.a. die ons didactisch profiel , waarvan het AVCvo cl Meise de bakermat en de voortrekker was, toepassen. Voor de oorspronkelijke oprichters wil ik het didactisch pedagogische luik, scheiden van het administratief pedagogische. We zullen het didactisch profiel verder promoten voor iedereen.
Bij het doornemen van het aanbod van de CVOs (GLTT Rode heb ik opgevraagd) vielen twee tendenzen op. De eerste noemde ik bijspijkercursussen. Tot nu toe moest je bijvoorbeeld in Informatica een hele module hernemen, als het besturingsysteem of een programma wijzigt. Met korte sessies, waarbij men de veranderingen (liefst verbeteringen) doorneemt zijn we beter gediend. Dat geldt voor Vista en voor Office 2007. Anders zijn we aangewezen op een computerclub of op de vragenrubriek van het Seniorennet. Een tweede, blijvende nood, zijn wat ik onderhoudscursussen noem. Dat komt aan bod in talen en in gidsopleidingen. Als men niet regelmatig bezig is treedt snel verval op. In de Open Leercentra ligt misschien de oplossing voor talen. Anders zijn de studenten weer aangewezen op conversatieclugbs, al dan niet geleid door vrijwilligers. Vele scholen keren ook terug naar specialisering of zogezegde gerichte cursussen o.a. voor doelpubliek senioren. Als de eindtermen dezelfde zijn als in de gewone cursussen, klopt dat niet! Specialiseren is verengen! Hou het eenvoudig en algemeen. Dan bereik je een zo groot mogelijk publiek.
Het Opleidinggscentrum Merchtem was eerst. Ik kreeg in mijn bus een volledig programma en een persoonlijke brief. Wat eruit sprong is de nieuwe opleiding Werken met Windows Vista, een bijspijkercursus van 8 u. in twee weken. De razend snelle veranderingen in de besturingssystemen van onze P.C. worden hierdoor opgevangen. Directeur De Rijck speelt kort op de bal! Van het CVO Meise kreeg ik een kleine circulaire met Maak kennis met onze 13de taal : Vlaamse gebarentaal. De nieuwe naam van de school is niet conform aan de beslissing van de gemeenteraad van 29.5.2008. Ondertussen viel er ook een uitnodiging in de bus voor de feestelijke opening van het schooljaar met receptie. Op de omslag stond de originele benaming met het oorspronkelijke logo, dat het origineeldidactisch profiel van vroeger dekt. De uitnodiging droeg de niet conforme benaming. Wat wordt het nu ? Mijn persoonlijke voorkeur voor een nieuwe benaming luidt : CVO N.W.Brabant 1861 Meise. De website heet nu www.cvomj.be en het logo doet denken aan het decor van De Laatste Show op Eén. De link met het algemeen logo van de CVOs ontbreekt. In het logo van Groene Rand Consortium Volwassenenonderwijs is dat nochtans aanwezig. Maar die benaming past eerder bij Natuurpunt en had beter Consortium Halle Vilvoorde gebleven. De Taalleergangen Strombeek blijven trouw aan hun roots. Zij pakken bovendien uit met een gloednieuw talenpracticum. Ik ben benieuwd, als mede oprichter, of de A.A.AC.ZC.- interactie zal beoefend worden. Op de leermarkt in Grimbergen, tijdens de jaarmarkt, ga ik daar alvast naar vragen. Er viel ook een circulaire in de bus van het Huis van het Nederlands en van de Syntra opleidingen. Het aanbod is groot en gevarieerd, maar blijft helaas versnipperd qua initiatiefnemers.
Onze grote pedagoog in dit kader is prof. Dr. A. De Block. In zijn systeem integreert hij alle andere, zelfs op internationaal niveau. Zijn kubus behoort dan ook tot de basisopleiding in de aggregaties. Het is belangrijk operationele doelstellingen te formuleren. De leerkracht leert hierdoor grondiger na te denken over zijn (haar) werk. Alles wordt efficiënter en de aanpak pragmatischer. Voor talen is de algemene doelstelling : een taal te leren beluisteren en spreken. Daarna pas komt schrijven en lezen. Het is belangrijk de taal te leren die men nodig heeft en zal gebruiken d.w.z. leren begrijpen en spreken van wat in normale situaties gezegd wordt. Deze situaties zijn de dag dagelijkse : in de bus, in de winkel, op straat, op reis, in het restaurant Deze onderwerpen vindt men in de betere leerplannen. Hierbij is de basiswoordenlijst van de gesproken taal (dialogen) van belang; wij stelden deze samen na vergelijking van alle toen bestaande in NE cl 800 woorden in een 12 tal talen. Als deze niet geïntegreerd zijn (terminologie van A. De Block) zal men nooit vlot spreken. Het is ontstellend hoe weinig hiervan gerealiseerd wordt na jaren opleiding.
Een leerkracht moet geloven in wat hij of zij doet, met gedrevenheid. Enthousiasme kan men dat noemen. En dat moet uitstralen naar de studenten toe. Dat maakt veelal het verschil. In het management van Tom Peters Kwaliteitsrevolutie noemt men dat bezetenheid tot kwaliteitsverbetering. Met de voeten op de grond en het hoofd in de wolken begin je eraan. Blijven geloven in wat onmogelijk lijkt, houdt ons jong. Ik noemde dat eerder didactische utopie. Maar dat is realistische utopie. Het is een vorm van grenzen verleggen, eruit halen wat erin zit ten volle! Veel leerkrachten vertonen burn out verschijnselen van voor ze eraan beginnen. Dat zijn de dragers van een T-shirt Why did I become a teacher? July, august, september ! Maar de witte raven zetten de toon! Gelukkig bevestigen de uitzonderingen de regel. Scholen leggen de lat vaak te laag. Bij ons lag de lat zeer hoog! Studenten verdienen het beste van onszelf. De meerwaarde van een school betekent het succes ervan. De middelmaat mag niet de norm zijn!
De beste leerkracht is deze, die op elk ogenblik van elk van zijn leerlingen precies weet, hoe en wat hij zich als doelstelling voornam overkomt en wat er het resultaat van is, niet alleen op het moment zelf, maar ook later. Deze leerkracht is de regelaar. Hij regelt de wisselwerking van de gedachten. Hij stuurt bij waar nodig, maar wordt op zijn beurt door de partners van het gebeuren gestuurd. Dat is levend onderwijs, dynamisch : wisselwerking, wisselend werken, als een wissel werken. De leerkracht is de spil, de hals van de zandloper, de wissel, die onophoudelijk draait in alle richtingen. Niet de as, maar het vliegwiel.