De Belgen worden steeds dikker. Dat blijkt uit de jongste,
vierjaarlijkse enquête van het Wetenschappelijk Instituut voor
Volksgezondheid (WIV). Het gemiddelde van de Body Mass Index (BMI), de
verhouding tussen lengte en gewicht, steeg vorig jaar tot 25,3. Alles
boven de 25 wordt als overgewicht bestempeld.
"In 1997 hebben we vastgesteld dat 41 procent van de bevolking aan
overgewicht leed. In 2008 was dat opgelopen tot 47 procent en dat is een
zeer significante stijging", zegt Johan Van der Heyden, dokter bij het
WIV. Ook het overgewicht neemt in omvang toe. Veertien procent is zelfs
echt zwaarlijvig. Bovendien doet het probleem zich ook bij minderjarigen
voor. Daar zou 18 procent met overgewicht kampen.
Die cijfers
zijn ook zorgwekkend, omdat uit overgewicht verschillende ziektes kunnen
voortkomen. "Het percentage van Belgen met diabetes bijvoorbeeld neemt
sterk toe en het verband met overgewicht is toch zeer duidelijk", aldus
Van der Heyden.
Uit de enquête blijkt ook dat bijna een kwart
van de Belgen (23 procent) zegt in slechte gezondheid te verkeren, een
cijfer dat de voorbije tien jaar min of meer stabiel is gebleven.
Chronische
aandoeningen Het aantal chronische aandoeningen neemt
echter wel toe. Volgens de enquête heeft nu al 31% van de Belgen daar
last van. Daarbij wordt vooral melding gemaakt van lage rugproblemen
(15% van de mannen en 19% van de vrouwen), artrose (17% van de vrouwen,
9% van de mannen), allergieën (14% van de vrouwen, 12% van de mannen),
hoge bloeddruk (14% van de vrouwen, 11% van de mannen) en nekproblemen
(12% van de vrouwen, 7% van de mannen). De stijging wordt deels
verklaard door de veroudering van de bevolking.
Voorts blijven
ook de psychische problemen zich regelmatig voordoen. Veertien procent
van de bevolking geeft aan daardoor getergd te worden.
Tot slot
is er ook goed nieuws te vinden in de gezondheidsenquête. Zo zou vooral
de mondhygiëne er de voorbij tien jaar duidelijk op vooruit zijn
gegaan.
Voor de vierde gezondheidsenquête werden tussen mei 2008
en juni 2009 meer dan 11.000 mensen ondervraagd. (sps/belga)
Er zijn al 1.093 Mexicanen gestorven aan het nieuwe griepvirus dat
één jaar geleden opdook in Mexico. De aanvankelijke paniek bleek
overdreven, maar Mexico blijft op grote schaal mensen vaccineren.
Wereldwijd zijn er volgens de laatste cijfers van de
Wereldgezondheidsorganisatie 16.455 mensen gestorven aan het
A/H1N1-virus. Het dook in maart vorig jaar op in Mexico en verspreidde
zich daarna over de rest van de wereld. Tussen 19 april 2009 en 20
februari van dit jaar raakten ruim 400.000 mensen besmet door de
Mexicaanse griep.
Volgens de Wereldgezondheidsorganisatie blijft
het virus zich verspreiden in Noord-Amerika ¿ waartoe ook Mexico
behoort. Dat gebeurt wel traag, en de activiteit van de ziekteverwekker
lijkt verder af te nemen. Maar Mexico is beducht voor mutaties die
gevaarlijker kunnen uitvallen of resistent blijken voor de klassieke
behandelingen.
Resistentie In de
Noord-Mexicaanse deelstaat Sonoro stierf een meisje van drie ongeveer
twee weken nadat het was ingeënt. Mexico telt ook ruim 400 gevallen van
patiënten waarbij antivirale middelen niet lijken te werken.
De
Mexicaans overheid is van plan nog tot juni mensen te blijven inenten
tegen het A/H1N1-virus. De regering heeft 30 miljoen vaccins aangekocht,
en daarvan zijn er nu nog maar acht miljoen gebruikt.
Verveeld Net
als andere landen zitten de Mexicaanse autoriteiten wat verveeld met de
ingrijpende maatregelen waarmee ze vorig jaar reageerden op het begin
van de epidemie. In april en mei van vorig jaar, toen het virus aan een
snelle opmars begon in het land, liet de Mexicaanse regering scholen en
winkels sluiten en werden er ook massaal publieke evenementen als
optredens en missen afgezegd. Nu blijkt dat het virus veel minder
kwaadaardig is dan toen werd gevreesd.
Voorlopig blijft Mexico
wel extra waakzaam. Ook de gezondheidsdiensten van de VS vinden het te
vroeg om over te gaan tot de orde van de dag. De
Wereldgezondheidsorganisatie zegt dat de epidemie haar hoogtepunt nog
niet heeft bereikt. (ips/mvl)
Niet opdagen bij tandarts kost patiënt 90 euro per uur
Niet opdagen bij tandarts kost patiënt 90 euro per uur
Een patiënt die niet komt opdagen voor een afspraak bij de tandarts
en daarvoor niet verwittigd heeft, kan een boete opgelegd krijgen. De
rechtbank van eerste aanleg heeft daartoe voor het eerst een patiënt
veroordeeld. In het verleden gaven sommige ziekenfondsen al toe dat
tandartsen recht hebben op een vergoeding als patiënten onrechtmatig
afwezig blijven. Dat staat te lezen in de Artsenkrant.
Het gaat om dispuut tussen een Antwerpse tandarts en zijn patiënt. De
tandarts had in zijn praktijk duidelijk geafficheerd dat de patiënt een
compensatie verschuldigd is als een afspraak later dan 24 uur op
voorhand afgezegd wordt, inclusief de prijzen van de vergoeding.
16
uur gebitsbehandeling De patiënt had afspraken vastgelegd
voor vier langdurige gebitsbehandelingen van telkens vier uur, maar kwam
niet opdagen. Na twee opeenvolgende afwezigheden stelde de tandarts de
patiënt in gebreke met een voorstel tot minnelijke schikking. Hij vroeg
daarvoor 90 euro per uur.
720 euro De
Antwerpse rechtbank van eerste aanleg kon zich vinden in die vergoeding.
Voor de eerste twee afspraken werd de patiënt verplicht de vergoeding
op te hoesten, wat hem dus 720 euro kost.
Niet helemaal
gelijk De tandarts kreeg niet over de hele lijn gelijk van
de rechter. Alleen de eerste twee afspraken van vier uur mocht hij
aanrekenen. Nadien stelde hij zijn patiënt immers in gebreke en mocht de
overeenkomst als beëindigd worden beschouwd.
Ook de prijs van
de behandeling, verscheidene duizenden euro's, hoeft de patiënt niet te
betalen. (belga/edp)
Minder dan 1 procent van ons genetisch materiaal is van menselijke aard
Minder dan 1 procent van ons genetisch materiaal is van
menselijke aard
Van het genetisch materiaal dat we met ons meedragen, is nog geen 1
procent van menselijke aard. De rest is voornamelijk afkomstig van de
bacteriën die massaal in onze darmen leven. Dat blijkt uit een studie
van een internationaal team van wetenschappers en de Vrije Universiteit
Brussel.
Onbekende bacteriën in lichaam Het
onderzoek, dat in het wetenschappelijk tijdschrift 'Nature' gepubliceerd
werd, toont aan dat de menselijke darmen tot 1.150 verschillende
soorten bacteriën herbergen, waarvan vele nog onbekend voor de
wetenschap. In het menselijk lichaam leven er ongeveer 100.000 miljard
bacteriën, tien keer meer dan het aantal menselijke cellen.
De
darmflora speelt een cruciale rol in de bescherming van de gezondheid.
Bacteriën helpen mee om voedsel om te zetten in energie en beschermen
ons tegen aanvallen van ziekteverwekkers.
Inzicht
krijgen in obesitas Uit de studie blijkt dat de menselijke
darmflora uit twee delen bestaat. Eerst is er de zogenaamde kern. Die is
bij iedereen gelijk en staat in voor het goed functioneren van de darm.
Maar er is ook een deel dat sterk verschilt tussen mensen, aldus Jeroen
Raes, een van de onderzoekers . "Het is uit dat variabel deel dat we
hopen de verklaring te vinden waarom sommige mensen darmziekten krijgen
of aanleg hebben tot obesitas. We hopen dat dit onderzoek kan leiden tot
een verbeterd inzicht in darmziekten, of tot de ontwikkeling van nieuwe
behandelingen." (belga/tw)
Sterrenstelsels zijn normaal gesproken vrij "sociaal" want ze hangen
rond in groepen en gaan ook vaak in interactie met elkaar. Maar sommige
sterrenstelsels lijken daar niet - of niet meer - aan mee te doen, zo
blijkt uit een foto van de Hubble Ruimtetelescoop en is meegedeeld door
het Hubble Informatiecentrum in Garching.
De Amerikaans-Europese Hubble zoomde in op het enorme en heldere
elliptisch sterrenstelsel ESO 306-17 dat zich op 500 miljoen lichtjaar
van ons bevindt. Er zijn ook tal van andere sterrenstelsels te zien,
maar die bevinden zich ver op de voor- of achtergrond. ESO 306-17 lijkt
eigenwijs te zijn.
Zijn eenzaamheid heeft hij waarschijnlijk aan
zichzelf te danken: in de loop van miljarden jaren heeft hij alle
kleinere stelsels die te dicht in zijn buurt kwamen, opgeslokt.
Wetenschappers
gebruiken de foto onder meer om te zoeken naar de eventuele nabije
aanwezigheid van ultracompacte dwergstelsels, de schamele restanten van
stelsels die het slachtoffer zijn geworden van deze kosmische bullebak.
Overigens
zijn er ook aanwijzingen dat onze eigen Melkweg talrijke kleinere
sterrenstelsels die zich te dichtbij waagden, heeft verorberd.
(belga/jv)
Tien procent Britse jongeren denkt dat Buzz Lightyear eerste man op de maan was
Tien procent Britse jongeren denkt dat Buzz Lightyear
eerste man op de maan was
Vergeet Neil Armstrong. De eerste mens die voet zette op de maan was
niet die Amerikaanse astronaut, maar een land- en vakgenoot die Buzz
Lightyear heet. Dat denkt in elk geval één op de tien Britse scholieren,
zo meldt de Sunday Telegraph, niet gehinderd door het feit dat
Lightyear eigenlijk een figuur is uit een animatiefilm.
In de meeste landen maken opvoerders zich al lang zorgen over het gebrek
aan belangstelling dat scholieren hebben voor de wetenschappen. En een
nieuw voorbeeld daarvan komt nu uit Engeland, waar men door middel van
de 'Nationale wetenschapsweek' probeert die interesse te vergroten. In
het kader daarvan werd aan een duizendtal scholieren uit het lager en
middelbaar onderwijs een vragenlijst voorgelegd over figuren uit de
wetenschappelijke wereld.
Luke Skywalker Eén
van die vragen luidde: wie was de eerste mens die een 'grote stap voor
de mensheid' zette op de maan. Tien procent van de jongeren koos voor
Buzz Lightyear, de astronaut uit de vijftien jaar oude Disneyhitfilm 'A
toy story'. Die hyperactieve Buzz droeg inderdaad een astronautenpak,
maar het probleem was wel dat het niet ging om een mens van vlees en
bloed maar om de ster uit een animatiefilm. Ook Luke Skywalker (een held
uit de Star Warsfilms) werd genoemd net als luchtvaartmagnaat Richard
Branson en Lance Armstrong, maar die deelt tenminste nog zijn achternaam
met die van de echte maanreiziger.
Andere blunders Ook
over de uitvinder van de telefoon (in werkelijkheid Alexander Graham
Bell, volgens veel scholieren Charles Darwin) of van de zwaartekracht
(in het echt Isaac Newton, volgens ondervraagden het internet of zelfs
het vuur) bleken trouwens verrassende ideeën te bestaan.
Volgens
onderzoeksleidster dr. Pam Waddell "kunnen we hierom glimlachen, maar
bewijst het dat onze scholieren inderdaad te weinig belangstelling
hebben voor de wetenschappelijke helden, veel minder in elk geval dan
voor sporticonen of muzieklegendes". Een conclusie die bevestigt lijkt
te worden door het feit dat op de middelbare school slechts 33 procent
van de jongeren liever een Nobelprijs zou winnen dan een Oscar.
(belga/gb)