Foto
Zoeken in blog

Beoordeel dit blog
  Zeer goed
  Goed
  Voldoende
  Nog wat bijwerken
  Nog veel werk aan
 
Inhoud blog
  • praktisch
  • bloemen
  • vogel
  • de jonge
  • lied
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Altijd in beweging met van alles en nog wat...

    01-03-2014
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.jeugd
    Een gedicht van Aart van der Leeuw 1876-1931

    JEUGD

    De wakker-waakse haan.
    De dichtervlucht der zwaan,
    De zwerfse jager: reiger.
    De strijdbaar-sterke tijger.
    En het deemoedig schaap,
    Hen samen leidt de knaap
    Eendrachtig aan één band
    Door 't rein en eigen land
    Vol jonge bloesemsneeuw,
    Als in de gouden eeuw.

    Hij mijmert, zingt en speelt.
    Weidend zijn zinnebeeld;
    Zij kennen aan die toon
    Hun meester en hun zoon.
    En gaan naar 't hém geviel,
    De dieren van zijn ziel.

    Herscheppingen (1916)

    schrijver

    01-03-2014 om 21:28 geschreven door Dora


    >> Reageer (0)
    28-02-2014
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.lommertuin
    Een gedicht van J.H. Leopold 1802-1868

    Van uit de donkerte in de lommertuin

    Van uit de donkerte in de lommertuin
    zie in het binnenlicht ik haar bewegen,
    de stroken in het neergezegen
    borduurwerk openvouwen

    en plotsling voel ik mij zo diep alleen,
    zo star verlaten, dat met wild verdringen
    duizend verlangens in mij wakker springen
    en mij bevolken stormende dooreen,

    terwijl dat in de zijde tergend nijpt
    een blinde pijn. O, tevergeefs ontvlucht
    verbitteren, wanhopige ijverzucht
    en afgunst die zich zelve niet begrijpt!

    Gemengde gedichten

    schrijver

    28-02-2014 om 21:36 geschreven door Dora


    >> Reageer (0)
    27-02-2014
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.herinnering
    Een gedicht van Elisabeth Maria Post 1755-1812

    Herinnering.

    O! welk een schone lentenacht!
    De maan verlicht zoo zacht het trillend loof der bomen;
    Waar bosjes groenen klinkt het lied der nachtegaal;
    De koelte doet uit kruid en bloemen wierook stromen.

    Hoe veel verschilt dees middernacht
    Van al die nachten die we in Noordwijks duinen zagen!
    Mijn Overdorp! toen wij, met Pelgrims moed bezield,
    De kracht gevoelden zelfs der guurste wintervlagen!

    Hoe dikwijls bracht gij op dit uur
    Mij van uw gastvrij dorp, uit uwer vrienden woning,
    Door 't zware duinzand heen, naar 't eenzaam Zeedorp t'huis,
    Natuur onthaalde ons dan op wisling van vertoning.

    De kou viel soms ons vreeslijk wrang;
    Wij hadden samen, aan de gulle dis gezeten,
    Bij 't gloeien van de haard, de oord, het gure weer,
    En 't nachtlijk pelgrims reisje, al keuvlende vergeten.

    Doch ras verwarmde ons liefde en spoed;
    Ik stapte aan uwe arm, vol moeds, en lustig henen,
    Met u gerust, het weer mocht goed of stormig zijn,
    Al werd ons pad door maan of starrenlicht beschenen.

    Wij zworven door het woeste duin,
    't Lantarentje in de hand, geleid door zijn geflonker;
    Soms blies de wind het lang gezweepte lichtje uit,
    En eensklaps stonden wij in het verwarrend donker.

    Een kleine vrees beklemde ons dan,
    Hoe wij het rechte spoor half tastend zouden vinden;
    Doch liefde gaf ons moed, en licht en vrolijkheid,
    En bracht ons veilig aan de woning mijner vrinden.

    Soms viel de regen klettrend neer,
    Het pad was een moeras: de woeste zeewind blaasde
    Door 't kronklend duinpad guur en woedend op ons aan,
    Terwijl de zee van ver geweldig dondrend raasde.

    Soms deed de kou op 't schoon azuur,
    Het flonkrend starrenheir met dubble luister gloeien;
    Soms scheen de maan zo zacht, op 't grootse duintoneel,
    En deed ook in ons hart een tedre kalmte groeien.

    De weg was meestal doods en stil;
    't Was zeldzaam zelfs dat mens of duin-raaf ons ontmoette;
    De lampen waren meest bij al de vissers uit,
    De klok sloeg dikwijls één, bij onze laatste groete.

    Dan keerdet gij alleen terug;
    Na een herhaald ‘Genacht!’ bleef ik nog op u staren;
    Al konde ik niets meer zien: ik bad dat 's Hemels zorg
    De lievn zwerver mocht behoeden voor gevaren.

    Wij zagen hier Natuur al meest,
    In statige ernst, maar soms een lachje op haar wezen;
    Doch mijnentwege mocht zij blijde of droevig zien,
    Ik was voldaan met u en kende zorg noch vrezen.

    Geen winternacht was me ooit zo naar,
    Of uw gezelschap gaf voor mij hem meerder leven,
    Dan al de lentevreugd aan deze schone nacht,
    Mij verre van u, in mijne eenzaamheid kan geven.

    schrijver

    27-02-2014 om 19:22 geschreven door Dora


    >> Reageer (0)
    26-02-2014
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.zee
    Een gedicht van Herman de Gorter 1864-1924

    De zee is één schuim.

    De zee is één schuim. Kokend van woede.
    Zij vliegt voort door zich zelf heen. Dolle koppen
    doelloos krulle' over zich. Zij wordt niet moede
    holten te maken en holten te stoppen.

    Tot bergen zet zij om het hoge floppen
    van water, tot een berg wordt in het licht
    een flop van water, met glooiingen, zicht
    van licht schijnt daarin, maar het vlakt tot soppen.

    De storm, d' orkaan loeit. De lucht, even wild
    als de zee, is grijslicht, stort er van boven
    pakken van wolken op die ijlings vliegen.

    Het licht is parel, het licht is geschild,
    de zee en de lucht zijn broers. Door lichtgloven
    snelt de storm henen. Weg is alle wiegen.

    Nagelaten werken.

    schrijver

    26-02-2014 om 19:40 geschreven door Dora


    >> Reageer (0)
    25-02-2014
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.koor
    Een gedicht van Johannes Klinker 1764-1845

    De nagedachtenis van Joseph Haydn, in de maatschappij Felix Meritis den 25 van sprokkelmaand 1810 gevierd.

    koor.

    Stemming der heiligste smart,
    ô Beziel, ô beziel onze zangen!
    Doe het weeklagende hart
    Kwijnend verlangen! -

    Grijp smachtend naar de toon, die Haydns geest gebiedt!
    Verhef, van de zaligste aandoeningen zwanger,
    Germanjes onvergelijklijke zanger,
    En prijs de Godlijke bard in uw lied.

    Voer ons, ô Heilige toonkunst!
    In uwe trillende wolk van geluiden,
    Van tonen, die beurtlings elkander vervangen,
    Naar 't oord, waar Haydns lied
    In zuiverder' luchtstroom klinkt!

    vier Stemmen.

    Doe ons, van daar, zijn vroegste liedren horen,
    Een eerste poging zijner kracht!
    Vroeg was hem reeds de onsterflijkheid beschoren,
    En de eerste stap naar de eer weldra volbracht.
    Hij voelt zich ras, die voor de kunst geboren,
    Naar grootser doel, naar hoger stemming tracht!
    Wat edel is kan slechts zijn ziel bekoren.

    recitatief.

    Hij sprak de taal, die overal verstaanbaar,
    Voor 't menslijk hart een hoger leven schildert,
    En 't vrij gemoed, door zuiver vuur aan blaken,
    Het oord der Godheid kennen doet.

    (eerste deel van deze Cantate)

    schrijver

    25-02-2014 om 21:50 geschreven door Dora


    >> Reageer (0)
    24-02-2014
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.felice
    Een gedicht van Eduard Brom 1862-1935

    Felice (1)

    IK heb gesmacht zo lange, grauwe dagen,
    Gesmacht zo meen'ge sterren-loze nacht,
    En zucht op zucht, en zieleklacht- op klacht
    Steeg droevig op, met twijfels bange vragen!

    Soms werd verlangen mij zoet welbehagen,
    Een stille weelde, als droomrig maanlicht zacht...
    In ziele-lach heb 'k mijn lief heil verwacht,
    Na lijdzaam wachten nieuwe smart gedragen!

    Dwaas, dat ik niet begreep mijns harten leed,
    Dwaas, dat mijn weelde niet vermoeden deed,
    Wat groot mysterie 't àl in mij verwekte....

    Tot eindlijk 't leeg verlangen werd gevuld,
    Uw teder-lichtend englenbeeld onthuld,
    'k Uw heilge schoonheid sidderend ontdekte!

    schrijver

    24-02-2014 om 21:18 geschreven door Dora


    >> Reageer (0)
    23-02-2014
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.tempel
    Een gedicht van Jan Celliers 1865-1940

    De tempel der reinheid.

    Ik droomde mij in wolken-landen;
    het blindend blank der zonnewanden
    al zwevend in 't rein azuur,
    als lenig marmer reuze-krullend,
    de dalen schaduw-purper vullend,
    - en goud-gekopt de stapel-muur

    En 'k zag 'n zaal vol schone vrouwen,
    het blank en blauw, in lange vouwen
    omhangend los de slanke le'en,
    in nauwe lijne-sluiting kozend
    om malse vormen rose-blozend,
    - en blanke voet op marmersteen.

    'k Hoor stemmen als kristallen klokjes,
    in 't ruim gestrooid als wolken-vlokjes,
    bij scherts en blij-zang ongetoomd;
    waar vol-geteugd de boezems zwellen,
    in 't levend blauw der ether-wellen
    - door wijde ramen ingestroomd.

    Bij 't voorhang, plots op-zij gegleden,
    zie 'k mannen in de zaal getreden,
    in 't licht gewaad van 't wolkenland;
    en vlug in 't gaan zijn fijne voeten
    al spoedend tot een blij ontmoeten,
    - van ver gereikt de vrienden-hand.

    En durvend-klaar in reine weten
    zie 'k oog met oog zich lachend meten,
    bij handen-druk van welle-kom.
    En los als 't kleed van lange vouwen
    valt gul de lach van 't vol vertrouwen
    - herhaald van wand tot wand alom.

    En 'k vond mij biddend neergezegen:
    ‘Verlicht, O God, mijn aardse wegen,
    en aan Uw hand, ach, voere mij,
    dat ik, genaakt tot reinheids-tempel,
    een hand gestrekt vind aan de drempel
    en blije stem: ‘Wees welkom, gij!’

    schrijver

    23-02-2014 om 18:16 geschreven door Dora


    >> Reageer (0)
    22-02-2014
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.madame
    Een gedicht van Johan van 't Lindernhout 1893-1916

    Madame la Marquise

    Een lied ruist ijl en rank; een vrouw speelt aan 't spinet
    En neurt heel zacht de wijs; de blanke toetsen schreien
    Hun zoet en simpel leed door 't schemerend salet.

    Maar wie haar gratie won nijgt aarz'lend haar bezijen
    En zoekt haar need're blik. Een stille geur verbloeit
    Van onvervulde drome' en teed're specerijen...

    Ze heft 't gedoft gelaat; het zoet geneur vervloeit
    Tot lage fluistering; haar smalle vingers roeren
    Het laatst akkoord. Dan schâuwen, bleek en teer gegroeid.

    Op 't matte gobelijn, de bevende contouren
    Van een versmolten beeld.... Een schucht're hand bewoog
    Een toets; de snaar vertrilt.... Reeds welkt de peerlemoeren

    Tot bleker avondlucht. Zij talmen aan de toog
    Van 't open venster, waar de donk're olmen lijnen.
    Zij schertsen, maar een weemoed schemert in hun oog;

    Krank van verteerden lust en delicate pijnen
    Paren de woordjes zich aan heus en lucht gebaar,
    En de mimosa kwijnt, roerloos in 't porseleinen

    Geraad, vóór 't spiegelglas van 't duisterend boudoir.

    schrijver

    22-02-2014 om 19:13 geschreven door Dora


    >> Reageer (0)
    21-02-2014
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.kerkhof
    Een gedicht van Victor A. dela Montagne 1854-1915

    OP 'T KERKHOF.

    In 't lover van der doden rustplaats,
    bij 't zerkje van het arme wicht,
    heeft zich een eenzaam vogelijn
    het donzig liefdenest gesticht.

    De zoele lentewinden,
    ze koestren, onder feestgeruis,
    de zanger in zijn groene woon,
    het kindje, sluimrend onder 't kruis.

    Zo brengt ze, de milde nature,
    vreugde nevens bittre nood ;
    het schaatrend nest bij 't zwijgend graf,
    opbloeiend leven naast de dood.

    schrijver

    21-02-2014 om 21:40 geschreven door Dora


    >> Reageer (0)
    19-02-2014
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.zusjes
    Een gedicht van Cornelis Honigh 1846-1896

    Vijf Zusjes.

    Hier zijn we met ons vijven,
    Vijf zusjes op een rij.
    Zo wandlen we elke morgen
    Gezellig zij aan zij.

    We hebben lichtbruine ogen
    En allen goudblond haar,
    Daarom staat er voor ieder
    Een mooie goudsbloem daar.

    We hebben eender kleren,
    Eén kleur en één fatsoen,
    Dezelfde mof en mantel,
    En strik op hoed en schoen.

    We lijken, zeggen velen,
    Elkander op een haar.
    Maar Moeder zegt: ‘Ik ken je
    Toch heel goed uit elkaar.’

    Oom Willem deed nog gistren,
    Maar - o, zo'n plager is 't -
    Of hij in onze namen
    Zich altijd nog vergist.

    Maar als hij onze namen
    Nog éne keer vergeet,
    Dan zingen we in een versje,
    Hoe ieder van ons heet.

    Hoor maar, één,
    Dat is de kleine Leen.
    Zo'n vrolijk snappertje is dat,
    En ook zo vlug ter been.

    Dan een, twee,
    ‘Ben ik,’ zegt zusje Kee,
    Die, o zo veel van wandlen houdt,
    Ze moet ook altijd mee.

    Een, twee, drie,
    De middelste is Marie,
    En als ze niet in 't midden staat,
    Dan heet ze nog Marie.

    Twee, drie, vier,
    Johanna volgt nu hier,
    Je kunt wel aan haar ogen zien,
    Ze heeft altijd plezier.

    Drie, vier, vijf,
    ‘En waar of ik nu blijf?
    Ik hoor er ook bij,’ roept Kato,
    ‘Al ben ik nummer vijf.’

    Een, twee, drie,
    Zo heten wij en wie
    Die namen weer vergeten kan,
    Die noemen we ook geen ‘oom’ meer dan.

    Nieuwe kijkjes in 't rond (1882)

    schrijver

    19-02-2014 om 13:34 geschreven door Dora


    >> Reageer (0)
    18-02-2014
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.helmkruid

    Een gedicht van J.P. Heije 1809-1876

    Helmkruid.

    In 't gloeiend zand
    Der hoge duinen
    Geplant,

    Kwijnt ge... verdorrend op haar kruinen,
    Aan 't eenzaam strand.

    Schoon 't koele nat
    Uw dorre sprieten
    Omspat;
    Moogt gij geen laafnis toch genieten,
    Verschrompeld blad!

    Vaak sterven wij
    In hooploos smachten,
    Als Gij: -
    En 't doel van hopen en van trachten
    Lag zo nabij!

    schrijver

    18-02-2014 om 19:44 geschreven door Dora


    >> Reageer (0)
    17-02-2014
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.bomen
    Een gedicht van René de Clercq 1877-1932

    Kom niet onder hoge bomen....

    Kom niet onder hoge bomen,
    die klein zijt en niet groeien kunt,
    wie alleen een haastig dromen
    een ontrouw denken is gegund.

    Zo wie loopt op losse voeten
    heeft lichte last van hart en hoofd.
    Taaigewrongen wortlen moeten
    hem binden die in kracht gelooft.

    Zie, de bomen ruisen, leven,
    slaan streng hun zware schoonheid uit.
    Blijf daar weg zo gij maar even
    wat lispelspeelt met half geluid.

    Heilig zijn de sterke stromen,
    een hart dat scheurt, een pijn die gilt.....
    Kom niet onder hoge bomen,
    kleintrotse, die niet lijden wilt.

    De Noordhoorn (1916)

    schrijver

    17-02-2014 om 19:33 geschreven door Dora


    >> Reageer (0)
    16-02-2014
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Tempus
    Een gedicht van Guido Gezelle 1830-1899

    Tempus edax...

    't Is stille! Neerstig tikt het ongedurig
    hangend wezen,
    waarop de weg naar 't eeuwige, in
    twaalf stappen, staat te lezen.

    't Is stille en middernacht! Alsof
    ik blind ware, om mij henen,
    in donkere diepten schijnt het al
    verduisterd en verdwenen.

    't Is stille! Niets te zien en niets
    te horen, 't doet mij beven!
    als 't altijd neerstig bijten van
    den tijdworm aan ons leven!


    1890

    schrijver

    16-02-2014 om 20:54 geschreven door Dora


    >> Reageer (0)
    15-02-2014
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.balkon

    Een gedicht van Jan Campert 1902-1943

    Op een balkon

    Wolken in maanlicht trekken hun schemerende sporen
    over en langs het hoog balkon waar ik heb postgevat,
    uitziende op het land, dat aan de rand der stad
    tot een verzonken werelddeel lijkt te behoren.

    Sluim'ren de duizenden nu in ene slaap verloren,
    vervoerd en opgenomen in deze bitter-zoete rust,
    ontdaan van hopen, vrezen, liefde en al de lust,
    die overdag de waakse lijven komt verstoren?

    Schuift over ogen, de welhaast brekende, de helle,
    van wimper en van lid 't beschuttend, teder schild;
    ontspant der handen kramp; wordt eindelijk gestild
    de drift, die 't bloed tot ene stroom doet zwellen?

    Roepen zij thans elkaar niet meer bij namen,
    vrouwen en vrienden, vijanden en volk,
    vergeefs en vluchtig als een spoorloos-snelle wolk;
    werd waardeloos het sluw en dagelijks beramen?

    Zij liggen altezamen in ene groten slaap gebed
    achter de blinde vensters in dorpen en in steden,
    ontkomen aan het jachten, het moeizaam overreden,
    meedogend naar de vrede dezer vergetelheid gered.

    schrijver

    15-02-2014 om 13:58 geschreven door Dora


    >> Reageer (0)
    14-02-2014
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.macht

    Een gedicht van Guido Gezelle 1830-1899

    De macht ontvalt de mense aleer hij 't weet

    De macht ontvalt de mense aleer hij 't weet;
    wat baat hem dat hij werkt, en leeft, en eet?
    Het leven zelf doet 't leven dood, en 't is
    dat wij geen duur en hebben, 't grootst gemis
    van al dat ons ontbreekt. o Duurzaamheid
    oneindig, al omvattend, uitgebreid,
    die, onbegonnen, nimmer sterven zult;
    die 't wezen van het wezen heel vervult,
    u ken ik, ja, heb dank; u ben ik? Neen:
    want duurzaamheid, o God, zijt Gij alleen!

    13-2-1871

    schrijver

    14-02-2014 om 21:19 geschreven door Dora


    >> Reageer (0)
    13-02-2014
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.mandje

    Een gedicht van Henriëtte Roland Holst-van der Schalk

    'T MANDJE.

    Nu is het nestje warm bereid
    het blanke lichte zachte nestje,
    'n stuk van buurvrouw en van 't bestje
    van tante en die overmeid.

    Strikjes, lintjes, zachte wolletjes
    liggen knus en dottig dolletjes
    in het witte zijden mandje,
    't mandje met het witte kantje.

    Wat al hemdkens, wat al broeken
    al die zachte luierdoeken,
    wat al lichts en blanks en teer
    't lijkt voor 't kleintje van 'n Heer.

    Zoveel nachten, zoveel dagen,
    heb ik moetje horen klagen
    „waar, waar komt dat al vandaan?"
    zie nu eens dat nestje staan.

    't Nestje zacht en warm bereid
    't blanke lichte zachte nestje,
    'n stuk van buurvrouw en van 't bestje
    van tante en die overmeid..

    Een bonte vlucht

    schrijver

    13-02-2014 om 21:36 geschreven door Dora


    >> Reageer (0)
    12-02-2014
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.tijd
    Een gedicht van P.N. van Eyck 1887-1954

    Wat deert me nieuwe liefdes-tijd

    Wat deert me nieuwe liefdes-tijd;
    wat deren waan'ge dagen?
    'k Heb mij in bedden neer-geleid
    waar vreemde doden lagen...

    Wat schade aan hergenoten waan?
    Misschien zal ik vergeten
    hoe doornen langs een liefde-laan
    mijn lede' aan stukken reten...

    - Ik ben zo blij, ik ben vreemd blij,
    te kunnen stil geloven
    in nieuw-aanblazend min-getij
    door oud-gekende hoven.

    schrijver

    12-02-2014 om 16:39 geschreven door Dora


    >> Reageer (0)
    11-02-2014
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.ochtendgloren

    Een gedicht van Carel Vosmaer 1826-1888

    OCHTENDGLOREN.

            Langzaam sleept de heilge nacht haar sluier, 
            IJler, doorschijnend aan d' uiterste slippen,
            Weg van de aard', en de laatste sterre
            Dooft hare glans.
            Zacht ontwaakt uit de sluimer het leven,
            't Windeken suizelt,
            Licht als een zucht in de morgen;
            Over het groenige bleek van de lucht
            Glimmert een gelige tint,
            En het eerste wolkje met rozenvlerkjes
            Zweeft van de diepten omhoog. 
            Fjoe-fjoe-fjoe! tsio-tsio-tsio-io!
            Fluiten de vroegst ontwaakte gevleugelde zangstertjes blijde,
            Nu zij van boven, de morgen al onder de kimmen ontwaren.

                Klapwiekend stijgt op de vleugelen
                Druipend van 't vloeiende goud aan de kim
                d' Ochtend in 't kleed van saffraangeel,
                Maagdlijke bode des daags;
                En de gloed op haar blozende wangen
                Kondigt het rijzen des lichtgods.

               Nu heft in voile majesteit de albezieler
               Boven de blauwende zee
               't Hoofd met de gouddiadeem;
               't Zilveren schuim verguldt zich,
               Goudstof wemelt in 't kustzand,
               Bruinrood tinten de stralen de rotsen;
               En de kronen der pijnen
               Verkonden aan mirten, olijven, cipressen,
               Dat de daggod naakt, en zij brengen het over           
               En verder en verder aan lagere struiken.
               En verder en verder aan lagere struiken.
               't Aardrijk lacht, in het leven herboren,
               Iedere bloemkelk plengt
               Aan de rijzende god zijne dauwdrop.

    Nanno (1882)

    schrijver

    11-02-2014 om 21:38 geschreven door Dora


    >> Reageer (0)
    09-02-2014
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.avondliedeke
    Een gedicht van Alison Nahon 1896-1933

    Avondliedeke

    't Is goed in 't eigen hart te kijken
        Nog even vóór het slapen gaan,
    Of ik van dageraad tot avond
        Geen enkel hart heb zeer gedaan;

    Of ik geen ogen heb doen schreien,
        Geen weemoed op een wezen lei;
    Of ik aan liefdeloze mensen
        Een woordeke van liefde zei.

    En vind ik, in het huis mijns harten,
        Dat ik één droefenis genas,
    Dat ik mijn armen heb gewonden
        Rondom één hoofd, dat eenzaam was...

    Dan voel ik, op mijn jonge lippen,
        Die goedheid lijk een avondzoen...
    't Is goed in 't eigen hart te kijken
        En zó z'n ogen toe te doen.

    schrijver

    09-02-2014 om 21:55 geschreven door Dora


    >> Reageer (0)
    08-02-2014
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Rubens

    Een gedicht van Prudens van Duyse 1804-1859

    RUBENS.

    Beheerser van 't palet, wiens goddelijke verwen
    Akkoorden zijn vol gloed, een zang vol majesteit,
    Gij, die een baan betrad met palmen overspreid,
    Wat liefling van 't penseel mocht mildere eer verwerven ?

    Al moest het nageslacht uw meesterstukken derven,
    De gloriestarre waakt op uw onsterfelijkheid.
    Geen heeft er stouter vlerk dan Rubens uitgebreid,
    Een schepper in de kunst (gij wist het) kan niet sterven.

    Geschapen was uw ziel uit zuiver starrenvuur
    Gij waart verscheiden, groots, oorspronklijk, als natuur
    En zelfs verheven in uw schittrende gebreken.

    Berispe 't dwergenkroost, ontzagbre Schildervorst,
    Wat, als ondwingbre gloed, u stroomde uit hand en borst,
    Wie volgt uw aadlaarsvlucht in onbezochte streken?

    schrijver

    08-02-2014 om 21:55 geschreven door Dora


    >> Reageer (0)


    E-mail mij

    Druk op onderstaande knop om mij te e-mailen.


    Gastenboek

    Druk op onderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek


    Blog als favoriet !

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Archief per maand
  • 09-2020
  • 08-2020
  • 01-2019
  • 12-2018
  • 11-2018
  • 10-2018
  • 09-2018
  • 08-2018
  • 07-2018
  • 06-2018
  • 05-2018
  • 04-2018
  • 03-2018
  • 02-2018
  • 01-2018
  • 12-2017
  • 11-2017
  • 10-2017
  • 09-2017
  • 08-2017
  • 07-2017
  • 06-2017
  • 05-2017
  • 04-2017
  • 03-2017
  • 02-2017
  • 01-2017
  • 12-2016
  • 11-2016
  • 10-2016
  • 09-2016
  • 08-2016
  • 07-2016
  • 06-2016
  • 05-2016
  • 04-2016
  • 03-2016
  • 02-2016
  • 01-2016
  • 12-2015
  • 11-2015
  • 10-2015
  • 09-2015
  • 08-2015
  • 07-2015
  • 06-2015
  • 05-2015
  • 04-2015
  • 03-2015
  • 02-2015
  • 01-2015
  • 12-2014
  • 11-2014
  • 10-2014
  • 09-2014
  • 08-2014
  • 07-2014
  • 06-2014
  • 05-2014
  • 04-2014
  • 03-2014
  • 02-2014
  • 01-2014
  • 12-2013
  • 11-2013
  • 10-2013
  • 09-2013
  • 08-2013
  • 07-2013
  • 06-2013
  • 05-2013
  • 04-2013
  • 03-2013
  • 02-2013
  • 01-2013
  • 12-2012
  • 11-2012
  • 10-2012
  • 09-2012
  • 08-2012
  • 07-2012
  • 06-2012
  • 05-2012
  • 04-2012
  • 03-2012
  • 02-2012
  • 01-2012
  • 12-2011
  • 11-2011
  • 10-2011
  • 09-2011
  • 08-2011
  • 07-2011
  • 06-2011
  • 05-2011
  • 04-2011
  • 03-2011
  • 02-2011
  • 01-2011
  • 12-2010
  • 11-2010
  • 10-2010
  • 09-2010
  • 08-2010
  • 07-2010
  • 06-2010
  • 05-2010
  • 04-2010
  • 03-2010
  • 02-2010
  • 01-2010
  • 12-2009
  • 11-2009
  • 10-2009
  • 09-2009
  • 08-2009
  • 07-2009
  • 06-2009
  • 05-2009
  • 04-2009
  • 03-2009
  • 01-2009
  • 12-2008
  • 11-2008
  • 10-2008
  • 09-2008
  • 08-2008
  • 07-2008
  • 06-2008
  • 05-2006


    Blog tegen de regels? Meld het ons!
    Gratis blog op http://blog.seniorennet.be - SeniorenNet Blogs, eenvoudig, gratis en snel jouw eigen blog!