Geraardsbergen, waar ik 30 jaar onderwijzer was, heeft een interessante blog Klik op de foto voor méér.
Hieronder volgen enkele foto's van tekeningen die ik gemaakt heb. Ze zijn uitgevoerd in wasco, potlood, houtskool, oostindische inkt of kogelpen. Vraagje: wie herkent bepaalde portretten?
Gary Brooker (Procol Harum)
Robert Vaughn (Man from U.N.C.L.E. )
zelfportret uit 1966
Richard Wright (Pink Floyd)
Walt Disney
Sammy Davis Junior
Adam Cartwright (Bonanza)
Rik Van Looy
Gerry Marsden (Gerry and the Pacemakers)
Rudi Carrell & Guy Mortier
Adam Cartwright (Bonanza)
Leonard Cohen
Marleen De Smet heeft een blog die 'fotogedichten' heet. Een aanrader! Klik gewoon op de foto om een kijkje te nemen.
Frankies (eigen)zinnige poëzie aangevuld met eigen citaten
Frankies stof tot nadenken en meevoelen Denken en emotie sluiten elkaar niet uit, maar vullen elkaar aan
26-11-2009
Bij mijn kleuter in de klas 2.0
Kinderversje
Speel maar, meisje, met je pop! Heet ze Barbie of heet ze Fien? Zet je gekste bril maar op, en laat je overal eens zien!
Zit niet te treuren op de grond. Kijk gewoon eens in de kast, of kijk eens heel aandachtig rond naar het puzzelstuk dat past.
Verf je liever de goede sint? Neen, hij staat niet op een boot. Doe het samen met dat kind: hier is geel en daar staat rood.
We zingen samen nu een lied
en doen er graag een dansje bij. Ja, dat lukt wel, zoals je ziet, en zo zijn we allen blij.
Ik droog de leden van mijn ogen als ik naar de weke vloedlijn zie. Ik hoor de golven die niet drogen, sereen herhalend die melodie.
De branding kronkelt slijmend vooruit en ook de regen vreest de wind niet, maar verkleeft het zand vast op mijn huid, zodat nog niemand mijn beven ziet.
Ik troost de bomen die weer treuren als ik door de nieuwe plassen stap. Ik denk aan dingen die gebeuren voor jou of mezelf, en voor de grap.
Als ik onder woorden breng wat ik voel snapt de lezer niet steeds wat ik bedoel: Er zijn dagen dat ik het simpel houd, soms vind ik enk'le zinnen knap gebouwd. Soms heb ik er uren hard op gezwoegd en raak ik zelfs enigszins vergenoegd. Soms vloeit het zomaar gewoon uit mijn pen en zijn het situaties die zelfs ik herken. Dan weer staat het vol beelden en symbolen en zijn het bijna parelen voor de riolen. Maar, weet u, dat maakt mij het vaakste bang: ze lezen niet alles, ook dit wordt te lang. Dus zeg ik maar: houd het nu eens beknopt. Het is hoog tijd dat je nu maar eens stopt!
Morgen wordt het altijd beter, want de dagen worden heter: Minder werken voor ons geld, dat wordt op het nieuws verteld. Door reclame op tv kan je langer op 't wc, tijd voor joggen 's avonds laat wijl je met de buurvrouw praat. Spreid de roddels volop rond, ga dan wand'len met je hond. Leef je niet op grote voet, koop dan maar goedkoop fast food. Is een vakman soms te duur? Raak dan toch niet overstuur! Knutsel zelf en wees een zweter, morgen wordt het altijd beter. Vindt je zoon je soms te oud, Wees dan zelf een beetje stout. Wil je dochter 's avonds uit, Trek dan toch geen rare snuit. Breng ze naar die wilde keet Hou ze tot de ochtend heet! Beter wordt het immers morgen meer plezier en minder zorgen!
Je lijnen zijn zilver zo broos en je woorden groeien hoger, als de spaarzame strijd van een krokus in het onkruid.
Er is kristal in je handen en je ogen varen vol golven die klotsen in mijn armen als de zon op je zij rijdt.
De diepte van je haren zaait heilig een onrust binnen in mijn heupen. Je muziek regent een boog van vreugde en groen geschitter in een statige veer omhoog.
Een cirkel die verschijnt telkens de nacht verdwijnt: horizon die ik zie, stuk voor stuk, lijn na lijn als ik draai om mijn as die zich vormt in mijn blik, ruk na ruk, en ik vergeet vlug waar ik daarnet nog was.
Een tocht op de oceaan onder de sterren en de maan, een reis die begon mijn eerste dag jaar na jaar en seconde per seconde totdat de horizon krult, geheel overstag en de cirkel ontvlamt in een rokende wonde
Doorzichtige blanke slierten kil engelenhaar, verdwaald in struiken doelloos op gemaaide velden verrassend opduikend achter een bocht of een heuvelrug. Nooit gehaast, altijd onbeslist. Soms rillend rijmend op 't verkleumde gras wit schimmelend op dode blaren die onzeker wachtend rusten op zoek naar de novemberzon.
Het leukste aan onze liefde is te zwijgen als ik iets te zeggen heb, je dan even diep in je ogen te kijken dan te luisteren naar wat ik net zeggen wou, maar wel gezegd door jou.
Het leukste aan onze liefde is te aarzelen als je iets graag wilt doen, me dan verlangend in mijn ogen te kijken, en me te volgen waarheen je vertrekken wou en ik je niet verklappen zou.
Het leukste aan onze liefde is even samen onze adem in te houden om naar hetzelfde doel te blijven kijken en dat te volgen, hand in hand in gedachten zonder op elkaar te wachten.
van de branding die tot rust komt, van hoe mijn wilde golven klotsen, van hoe elk geruis ooit verstomt: hoe ik mijn adem in kan houden, en me met het zonlicht vermaken, met dijken die de mensen bouwden, en hoe ik brugpijlers doe kraken.
Ik weerspiegel Middellands blauw maar vuil verf ik de wolken groen. Van ijsschotsen weerkaats ik de kou en de vissers die laat ik maar doen. Ze zeggen dat ik hen niet wil voeden, al plunderen ze me net niet leeg, zonder me ervoor te vergoeden, alsof ik het ben die zelfmoord pleeg.
Ik ben de afvalput van de aarde en had toch zijn trots willen zijn, wie schat me naar mijn waarde en bespaart me zo de laatste pijn? De kanker doet mijn oevers zwellen, een beroerte verstikt alle leven. Wie doet meer dan alarmklok bellen, en zal me een toekomst geven?
Ik weet dat je kiest de straat te volgen waar geen bord staat Misschien omdat de weg zo vlak is? Als de asfalt maar tot die bocht gaat, zal je zien dat het niet alleen gemak is.
Ik hoor dat je kiest
een lied te zingen zonder tweede strofe, met telkens opnieuw dat angstig refrein: het is de melodie van de blinde dove, zoals er jammer genoeg zo velen zijn.
Ik zie dat je kiest
voor de glitter, de glans van een zeepbel, het vuurwerk van een dronken roes. Je vreest een zwetend zwoegend zeemvel en pronkt met een haute couture bloes.
Ik voel dat je kiest
voor de trage eindeloze lijdensweg, en putten vult door andere te graven: zo hoef je niet te springen over de heg en ook je standpunten niet te staven
Ik denk dat je kiest
voor geluk dat opeens uit de hemel valt, als de branding over een zandkasteel, zelfs als mijn pijn je nog overvalt, heel even maar, totdat ik je verveel.
Als je mooi valt, word je gefotografeerd. Als je eindelijk valt, dankt de boer de Heer. Als je toch valt, dan ben je een kwelling. Als je te veel valt, ben je een ramp. In mijn glas ben je een welkome gast, in mijn bad mag je me omhelzen. In mijn keuken mag je je met alles moeien. In mijn tuin mag je leven brengen. Als je stolt, ben je mijn incognito vriend: dan koel je het drankje op de tafel. Dan toon je de piste waarop ik glijd, dan stuur je zelf alles wat rijden kan. Als men je mist, ben je een redder. Als men je vreest, ben je een vijand. Als men je heeft, ben je de helper. Als men je roept, roept men om water.
Ik heb je niet verzonnen. Ik heb je niet gemaakt. Maar je hebt gewonnen, me hemeldiep geraakt.
Ik kan je niets meer geven: alles hoort je reeds toe. Wat je nodig hebt in 't leven is wat ik voor je doe. Je zult me overleven, dat weten maakt me moe.
Ik heb geen andere zonnen dan de zon in je lach, dus heb ik ook gewonnen vanaf onz' eerste dag.
Groen heeft me jong gehouden: het groen van de bladeren op de bomen, de sla, de appels, de prei en de rabarber, mijn eerste woordenboek en mijn eerste trein
Rood heeft me belet te slapen: het rood van de zon als ze ondergaat, radijzen, tomaten, kersen en aardbeienjam, de kleur van het bloed en mijn eerste fiets
Blauw heeft me steeds doen dromen: het blauw van de hemel in het Zuiden, de inkt die vloeide uit mijn flukse pen, en de kosmos verbond met mijn eerste gedicht.
Wit wordt het mij nu zowaar voor de ogen: groen verzwelgt rood, en borrelt blauw. Verblindend hel, tegelijk ophitsend heet, verlamt het Licht mijn hand als mijn eerste weldaad
Ik ben Roland Bourgoignie, en gebruik soms ook wel de schuilnaam Frankie ( eurocent op forum).
Ik ben een man en woon in Everbeek (Oost-Vlaanderen) (nog steeds België) en mijn beroep is toeterniemeertoe.
Ik ben geboren op 06/01/1948 en ben nu dus 76 jaar jong.
Mijn hobby's zijn: Schrijven en alles wat ik daarbij nodig vind...
Bob Dylan als inspiratie, (niet)publiceren mijn frustratie, mijn gezin is mijn gratie, eerste dorpsdichter Galmaarden (2007) worden was een prestatie, dat u komt lezen is een sensatie!