Foto
foto's nieuwe evenementen GROOTLANAKEN klik hier op foto
Beoordeel dit blog
  Zeer goed
  Goed
  Voldoende
  Nog wat bijwerken
  Nog veel werk aan
 
Inhoud blog
  • genealogische bijdrage over Joseph Hollman de Hofcellist van Koning Willem III
  • Uitslag Hilarion Thans Poëziewedstrijd en WOI
  • De waanzin begon in 1914
  • in de oorlog van John Mc Crae april 1915
  • Schenking van Freule Riedi de Montagne, Kruisweg Jan Rosier 1898, een erfenis om trots op te zijn.
  • Van lente, pensioen, gepensioneerden en een bijna 106 jarige inwoner van Groot-Lanaken.
  • Teleurstelling en euforie bij gemeenteraadsverkiezingen Maastricht
  • Veel belangstelling voor historie Carnaval Smeermaas
  • Wat was de reden van De Caritat de Peruzzis om in het verzet te gaan tijdens de Groote Oorlog?
  • De Duitschers in Lanaken 1914
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Enkele fotos van de erfgoeddag in Veldwezelt
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto

    't peperménneke en zijn Kaatje

    Foto
    Foto
    Foto
    enkele vondsten van 'Erik de Viking'
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Hier nog enkele fotos van Nikkela Reynders
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Uit alle delen van Groot Lanaken
    Wat iedereen mag weten
    08-10-2015
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.genealogische bijdrage over Joseph Hollman de Hofcellist van Koning Willem III
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Hollman Joseph groot Maastrichts Cellist overleed op zijn 74e tijdens oudejaarsdag 1926 in Parijs.

    3-3-1912 Op den door het gemeentebestuur van Maastricht op 8 April a. s. aan te bieden eere-avond aan den wereldvermaarden cellist Joseph Hollman, die dien avond voor het laatst in het openbaar in zijn geboorteplaats zal optreden, zullen hunne medewerking verleenen het Stedelijk Orkest, onder directie van den heer O. Wolf, mevrouw Sytermans, alt, en Henri Hermans, pianist, beiden te Maastricht.
    Huldiging Holllman Huldiging van Joseph Hollman. De Tijd : godsdienstig-staatkundig dagblad
    10-04-1912
    In de oud-Dominicanenkerk te Maastricht werd op den avond van den tweeden Paaschdag hulde gebracht aan den heer J. Hollman, den met roem beladen, wijd en zijd bekenden, violoncellist, ter gelegenheid van zijn laatste optreden in het openbaar in de plaats zijner geboorte.
    Het ruime kerkgebouw was feestelijk versierd, en het feest, dat bijgewoond werd door honderden personen, onder wie de hoofden van het gewestelijk en het plaatselijk bestuur, had een zoo schitterend verloop, dat den heer Hollman wellicht nog nimmer zoon spontane en uit het hart gewelde hulde en eerebetoon is gebracht. Aan het concert, dat voor en na de pauze vier nummers bevatte, nam de heer Hollman rijkelijk deel. Ondanks zijn bijna 60-jarigen leeftijd, beschikt hij nog over een bewonderenswaardige techniek, en zijn zangerige volle toon, en zijn sentimenteele voordracht, zijn hem steeds eigen gebleven. De Suite Enomi, den cellist opgedragen door Widor, werd door den kunstenaar met warmte en gloed gespeeld. Doch vooral in de Variations Symphouiques van Boëllmann kwam zijn bewon-derenswaardige Fingerfertigkeit duidelijk naar voren; verder speelde de heer Hollman nog enkele zijner eigen werken als het Chanson d'amour voor zang en violoncel, en eene Romance Tarentelle en Le Rouet. Goede wijn behoeft geen krans, zoo ook hier; de heer Hollman heeft bewezen, dat hij ondanks het klimmen der jaren, nog eene eereplaats in de rij der cellisten inneemt. Wat verder het muzikale gedeelte van het concert betreft, mevrouw Systermans zong hoogst verdienstelijk, met een mooi geschoold geluid, dat voornamelijk in het hooge register glashelder klink, eenige liederen van Strauss; en Hollman; aan den vleugel zat Henri Hermans, een nog betrekkelijk jeugdig artist, laureaat van Luik, die na het concertstuk in mol van C. M. von Weber, (met begeleiding van het orkest), zóó werd toegejuicht, dat hij tot drie malen werd teruggeroepen. Mooie aanslag, en zeldzame techniek, stempelen den heer Hermans, die ook als organist een zeer goede reputatie geniet, — de bezoekers van het Maria-congres zullen van zijn artistiek orgelspel kunnen genieten in de O. L. Vrouwekerk - tot een artist, met veelzijdige talenten. Zijn spel bekoorde, had een benijdenswaardige hoogte. En ook het, stedelijk orkest, dat gedirigeerd werd door den heer O. Wolf, mag tevreden zijn. De begeleiding, eene lang niet gemakkelijke taak, deed zij zeer goed, terwijl de Jubel-ouverture van Von Weber en de bekende Inleiding van het derde bedrijf Lohengrin op eene wijze werden verklankt, die aller goedkeuring wegdroeg. En nu de hulde! Ze was grandioos, Hollman werd nagenoeg onder de levende bloemen bedolven; de burgemeester sprak het eerst in naam van het gemeentebestuur, en bood den heer Hollman een lauwerkrans aan ; achtereenvolgens werd Hollman toegesproken door de presidenten of bestuurderen van vele vereenigingen, als Momus, Staar, de Kon. Harmonie en Kunst door oefening, de zangvereenigingen Lauwerkransen Excelsior, het Oratorium-comité, de harmonieen zangverenigingen van de Sphinx en de Kon. Papierfabriek, Kunst en Vermaak, Avantikapel, namens alle vereenigingen werden| bloemstukken aangeboden; het stedelijk orkest en de stedelijke muziek boden ook een bloemstuk aan, _ nadat mr. Paulussen, voorzitter van de commissie van toezicht der muziekschool, den heer Hollman had gecomplimenteerd. Diep onder den indruk van al die eer en hulde dankte Joseph Hollman met enkele woorden waarna de heer E. Hollman, lid van den raad uit naam der familie dank zegde voor de hun bewezen eer. Zij nog vermeld, dat de regelingscommissie, die dit feestbetoon had voorbereid, bij monde van haar voorzitter, den heer L. Polis, bloemstukken vereerde èn aan den heer Hollman, èn aan mevrouw Systermans èn aan den heer Hermans. In den loop dezer week vertrekt Hollman naar Parijs; daar zal hij zich voornamelijk bezighouden met het vormen van leerlingen.
    De Maastrichtenaar Jos. Hollman in Amerika.
    De Tijd : godsdienstig-staatkundig dagblad
    21-02-1923 De Amerikaansche pers is vol lof over het concert in den loop der vorige maand door den thans 73-iarigen Joseph Hollman, uit Maastricht, met de philharmonle van New-York aldaar gegeven, „Het was een opvoering, die nog lang in de gedachte zal blijven door het helder, spontaan, schitterend en zuiver muzikaal gevoel. Bravo, Hollman!!" aldus de „New-York Post". ..Het meest belangrijke van dezen avond de verschijning van Joseph Hollman, ervaren. cellist," schrijft de ..New-York American". „Mr. Hollman's haren zijn wit, maar : blijft forsch," is het oordeel van de „New-York Herald".


    De cellist Hollman overleden.
    MAASTRICHT, 3 Jan.1927 — Nieuwjaarsnacht is de wereldbekende cellist Jozef Hollman te Parijs op 74-jarigen leeftijd overleden. Hollman werd te Maastricht geboren. Zijn lijk wordt Dinsdag naar hier overgebracht en waarschijnlijk Donderdag alhier bijgezet.
    Kunst en Letteren JOSEF HOLLMAN.

    Nieuwjaarsnacht is te Parijs 74-jarigen leeftijd overleden de beroemde cellist Josef Hollman, Maastrichtenaar van geboorte. Het lijk wordt, heden naar Maastricht overgebracht om daar begraven en in den familiegrafkelder te worden bijgezet. Naar wij vernemen, zal Donderdag a.s. de begrafenis plaats hebben, waarschijnlijk op kosten der gemeente. De Gemeenteraad zou daarover een beslissing nemen.
    J. Hollman. Nieuwjaarsnacht 1926/27Is de wereldbekende cellist Josef Hollman te Parijs op 74-jarigen leeftijd overleden. Holiman werd te Maastricht geboren. Zijn lijk wordt heden naar Maastricht overgebracht en waarschijnlijk Donderdag te Maastricht bijgezet In het familiegraf.

    MAASTRICHT, 7 Jan 1927 . — Niettegenstaande de druilerige regen was de belangstelling bij de plechtige begrafenis van den cellist Jozef Hollman buitengewoon groot Na den plechtigen zieledienst in de hoofdkerk van St. Servaas, waar de Maastrichter „Staar" het Beati Morti zong, werd de baar uit de kerk rondom het Hof en tusschen de. beide kerken door naar den hoofdingang van de St. Servaas gedragen en vandaar werd de baar in de lijkkoets geplaatst. Behalve de Stedelijke Orkesten en de Kon. Harmonie liepen zeer vele afgevaardigden van vereenigingen met omfloerste vaandels in den rouwstoet mee. De zeer lange stoet begaf zich naar de begraafplaats, waar het stoffelijke overschot in het familiegraf werd bijgezet.
    Zijn graf is naast het familiegraf van de familie Regout. Hij rust daar samen met zijn vader en zijn ongehuwde tante die de gezegende leeftijd van 95 haalde.

    ln memoriam Joseph Hollman cellist en levensgenieter.
    De Tijd : godsdienstig-staatkundig dagblad
    12-01-1927

    Men schrijft ons: Toen in Augustus van het jaar 1914 de wereldbrand ontlaaide, bevond de beroemde cellist Joseph Hollman zich in Aken, waar hij de baden gebruikte. Evenals zoovele anderen nam hij de wijk naar (het neutrale) Nederland.
    Dagelijks wandelde de keurig gesoigneerde cellist, die door zijn imponeerende verschijning, met zijn lange, grijze haargolven de aandacht trok van de vele wandelaars, die hem niet kenden (want slechts zelden kwam hij n.l. in Maastricht), op het Vrijthof, waar het hart van de de Sint Servaesstad klopt.
    Joseph Hollman had deze eigenschap met zoovele kunstenaars gemeen, dat hij geregeld court dargent was. Geld had, voor hem weinig of geen waarde. Hij liet het rollen en gaf het uit zooals hij het ontving, zoodat zelfs maatregelen getroffen waren om voor „Noonk Joseph" een lijfrente vast te leggen, voor het geval de thans ontslapene een leeftijd zou hebben bereikt, waarop hij niet meer zijn instrument in het openbaar zou kunnen bespelen.
    Joseph Hollman had een gevoelig hart, dat, door medelijden bevangen, veel goed deed. buiten de muziek trokken slechts weinige zaken zijne belangstelling. Hij speelde uitsluitend op zijn eigen instrument.
    Tijdens zijn verblijf te Maastricht weigerde hij als cellist op te treden met het orkest van het concertgebouw te Amsterdam, omdat zijn eigen instrument in Parijs was, en hij niet verkoos op een cello, die hij uit Aken had kunnen krijgen, te spelen.
    Joseph Hollman verdiepte zich niet in de oorlogsberichten. Couranten las hij zelden of nooit. Als hij des avonds in een der café's op het Vrijthof vertoefde, was hij aanstonds omringd door een groep vrienden en bekenden.
    Als men hem vertelde, dat de Zwitsersche vloot gemobiliseerd was, dat de straat der Dardanellen werd leeggepompt, — Hollmann geloofde het wel.
    Tijdens zijn noodgedwongen verblijf te Maastricht gaf Joseph Hollman enkele afscheidsvoorstellingen in de oude Dominicanenkerk. Dat waren vreugdedagen voor den grijzen kunstenaar en voor de opgetogen Maastrichtenaars. Toen de tijden wat de veiligheid van het verkeer betreft, wat secuurder werden, ging de groote kunstenaar naar Parijs terug (1916), van waar hij zijne groote roemvolle tournees hervatte. Wat tot groote vreugde stemt. Is, dat Joseph Hollman als katholiek is gestorven; dat hij de groote reis naar de eeuwigheid heeft gemaakt gesterkt door de Genademiddelen onzer Moeder de H. Kerk. Moge Hollman, die uit een door-en-door katholieke familie, waaraan de Sint Servaas-stad zoo rijk is, stamde, in God een barmhartigen Rechter hebben gevonden,- Die voor hem weldra de poorten der gelukzalige eeuwigheid zal ontsluiten. Joseph Hollmann was en bleef Maastrichtenaar in merg en been en het Maastrichtsche dialect was voor hem de mooiste taal. Hij ruste in vrede.

    Zo eindigde een hommage aan een groot Maastrichtse Cellist in het jaar 1927. Vijf dagen tevoren was de 74 jarige Joseph Hollman ten grave gedragen. Hij overleed op de oudejaarsnacht bij zijn vrienden in Parijs, waar hij een groot deel van zijn leven had doorgebracht.

    Biografie
    Opleiding

    Joseph Hollman werd geboren in de Spilstraat te Maastricht als zoon van de koopman Karel Lodewijk Hubert Hollman en zijn vrouw Maria Elisabeth Hubertina Theodora Rutten. Al op jonge leeftijd bleek hij over grote muzikale gaven te beschikken. Zijn eerste celloleraar was André Keller. Op 14-jarige leeftijd werd hij toegelaten tot het conservatorium van Brussel, waar hij korte tijd les kreeg van de beroemde cellist Adrien François Servais en later van Isidore Deswert. Daarnaast volgde hij compositielessen bij François-Joseph Fétis en Charles Bosselet. In 1870 sloot Hollman op 18-jarige leeftijd zijn Brusselse conservatoriumopleiding af met een eerste prijs. Daarna vervolgde hij zijn cellostudies in Parijs bij Léon Jean Jacquard en in Sint-Petersburg bij Karl Davidoff.
    Loopbaan

    Zijn eerste openbare concert vond in 1875 plaats in Parijs (Hij was toen 23 jaar). Daarna volgden succesvolle concerten in heel Europa en Amerika. In de jaren 1880 was Hollman enige tijd solocellist van de Meiniger Hofkapelle, in die tijd een gerenommeerd orkest onder leiding van Hans von Bülow. In 1887 keerde hij terug naar Parijs, waar hij kennis maakte met onder meer Jules Massenet, Edouard Lalo, Eugène Ysaÿe en Camille Saint-Saëns. Van 1916 tot zijn dood was Parijs zijn vaste woonplaats.
    Eerbetoon
    Hollman (2e van links) in 1923 in Japan

    De Nederlandse koning Willem III benoemde Hollman tot hofmusicus met als eretitel 'koninklijk violoncellist'. Ook gaf Hollman enige tijd les aan de zoon van de Japanse keizer. Verschillende composities zijn aan hem opgedragen. Zo droeg Camille Saint-Saëns in 1902 zijn tweede celloconcert in d klein, Opus 119, aan Hollman op, en in 1910 La Muse et le poète voor viool, cello en orkest, opus 132, aan Hollman en Ysaÿe samen. Joseph Hollman componeerde zelf ook, maar had daarmee minder succes.

    Hollman ontving diverse (internationale) onderscheidingen en titels, onder andere officier in de Orde van de Eikenkroon (Nederland), ridder van het Legioen van Eer (Frankrijk), ridder in de Huisorde van de Wendische Kroon (Mecklenburg-Strelitz) en officier in de Orde van de Rijzende Zon (Japan).
    Gedenkplaat op Geboortehuis in de Spilstraat.
    Joseph Hollman overleed in 1926 in Parijs, maar werd in zijn geboortestad Maastricht onder groot eerbetoon begraven op de Algemene Begraafplaats Tongerseweg.[1] In hetzelfde jaar werd een gedenkplaat aangebracht op zijn geboortehuis (Spilstraat 4). Het Bonnefantenmuseum bezit een geschilderd portret van hem; in het stadhuis van Maastricht staat een portretbuste. In de Maastrichtse wijk Brusselsepoort is een straat naar hem vernoemd.
    Van Hollman zijn meerdere grammofoonplaatopnamen bewaard gebleven, onder meer van Le Cygne van Saint-Saëns en van de Gavotte no. 2 van David Popper.

    Genealogische gegevens van de familie Hollman.


    Dominique Joseph Hollman apotheker geb. Gulpen maandag 13 januari 1783 ovl 80 jaar Gulpen dinsdag 19 mei 1863 zoon van Corneille Hollman papierfabrikant en van Antoinette Bauduin huwde 27 jaar 0p woensdag 25 juli 1810 met Catherine Sophie Isabelle Reintjens geb Maastricht zaterdag 28 februari 1784 ovl. Maastricht 63 jaar vrijdag 2 april 1847, 26 jaar. Dochter van Joseph Martin Reintjens secretaris generaal prefectuur en van Marie Antoinette Bauduin.

    Kinderen:
    1. Marie Antoinette Cornelie Hollman vrijdag 3 mei 1811ovl te Maastricht 20 jaar maandag 18 april 1831
    2. Antoinette Josephine Hubertine Hollman maandag 27 juli 1812 ovl Maastricht maandag 1 februari 1892 79 jaar.
    3. Charles Louis Hubert Hollman zondag 5 september 1813 ovl Maastricht 69 jaar zondag 23 juli 1882. (Zie verder ouders Joseph Hollman cellist )
    4. Clemens Jacobus Hubertus Hollman vrijdag 29 september 1815 ovl 8 mnd zondag 2 juni 1816
    5. Petrus Josephus Hubertus Hollman donderdag 6 januari 1820 ovl Maastricht 69 jaar op vrijdag 11 oktober 1889
    6. Antonius Clemens Hubertus Hollman zaterdag 17 februari 1821 ovl 69 jaar te Maastricht op donderdag 1 januari 1891
    7. Josef Lodewijk Hubert Hollman maandag 17 januari 1825 ovl Maastricht 84 jaar woensdag 14 april 1909 gehuwd met Sophia Elisabeth Hubertina Hollman
    8. Josef Lodewijk Hubert Hollman geb Maastricht maandag 17 januari 1825 zoon van Josephus Dominicus Hollman apotheker en Catharina Sophia Isabella Reintjens huwde34jaar op dinsdag 17 mei 1859 met Sophia Elisabeth Hubertina Hollman geb. te Heer maandag 31 mei 1824 dochter van Jan Simon Hollman rentenier en Maria Elisabeth Soiron huwelijksakte te Bemelen
    Ouders broers en zussen van Cellist Joseph Hollman.
    Karel Lodewijk Hubert Hollman Geb zondag 5 september 1813 Maastricht ovl 68 jaar Maastricht 23 juli 1882 zoon van Josephus Dominicus Hollman Apotheker en Catharina Sophia Isabella Reintjens huwt 27 jaar op 17 mei 1841 te Maastricht met Maria Elisabeth Hubetina Theodora Rutten 23 jaar geb. Maastricht zaterdag 11 april 1818 ovl. 59 jaar Maastricht 2 juli 1877 dochter van Petrus Henricus Rutten wijnkoper en slijter en Maria Gertrudis Henckelius.

    Kinderen uit dit huwelijk:
    1. Maria Josephina Hubertina Hollman geb. woensdag 24 april 1844- ovl Maastricht 24 dec 1924, huwt op 23 juni 1868 Gerard Marie Alphonse Hustinx Maastricht 26 jaar zoon van Henricus en Maria Theresia Becker bierbrouwster.

    Kinderen uit hun huwelijk:.
    i. Charles Marie Joseph Hubert Hustinx volgt VIa.
    ii. Emilie Marie Elise Hubertine Lambertine Hustinx geboren Maastricht 17 serptember 1871, trouwde Maastricht 7 april 1894 met Theodorus Alphonsus Josephus Maria Sweens, geboren Den Bosch, zoon van Gerardus Antonius Sweens en Maria Anna Francisca Verheyden..
    iii. Alphonse Marie Ernest Hubert Hustinx volgt VIb.
    iv. Leon Joseph Marie Hubert Hustinx volgt VIc.
    v. Maria Charlotte Josephine Hubertine Hustinx geboren Maastricht, 27 november 1882, overleden Maastricht 3 december 1882.
    vi. Marie Josèphe Valérie Hubertine Hustinx geboren Maastricht 6 juli 1885.

    2. Isabella Henrietta Hubertina Hollman vrijdag 20 maart 1846 ovl 95 jaar 7 mei 1941ongeh.
    3. Ernest Toussaint Hubert Hollman maandag 1 november 1847- ovl. 76 jaar Maastricht 16 juni 1924, Koopman in wijnen huwt 30 juni 1874 met Maria Catharina Hubertina Hustinx 28 jaar geboren Maastricht 29 sept. 1845, dochter van Henricus en Maria Theresia Becker bierbrouwster ( zus van Gerard Marie Alphonse Hustinx)
    4. Carolus Josephus Hubertus Hollman dinsdag 2 oktober 1849 huwt (1) 30 april 1874 met Maria Hubertina Josephina Becker 25 jaar geb Maastricht overleden …. Dochter van Gerardus Franciscus Becker en Maria Petronella Hubertina Hustinx. Huwt (2) Gabrielle Celestine Maria Leonie Stassen 20 jaar geboren Maastricht, dochter van Jean Hubert rentenier en Anne Marie Josephine Smets.
    5. Frederik Hubert Hollman vrijdag 25 april 1851
    6. Joseph Corneille Hubert Hollman Cellist zaterdag 16 oktober 1852 overleden Parijs 31 december 1926 ongehuwd.
    7. Edmond Napoleon Hubert Hollman zaterdag 11 maart 1854 wijnhandelaar, ovl. 59 jaar Maastricht 31 dec. 1913 huwt 24 okt 1881 met Antoinetta Maria Hubertina Hollman 20 jaar geb Oud Vroenhoven 29 januari 1861, dr van Maximilianus Hubertus Hollman landbouwer gondeigenaar en Maria Anna Isabella Martens.
    8. Alphons Marie Joseph Hubert Hollman donderdag 18 september 1856 overl 4 maanden oud 27 jan. 1957
    9. Clement Antoine Marie Hubert Hollman geb 18 september 1856 (Tweeling met Alphons) ovl 3 maanden oud op 26dec. 1856.
    10. Valerie Marie Josephine Hubertine Hollman woensdag 18 augustus 1858 huwt op 26 nov. 1883 met Joannes Henricus van Aelst 40 jaar, geb. Maastricht 4 jan. 1843 boekdrukker weduwnaar van Maria Rosa Lemmens, zoon van Bernardus Henricus van Aelst en Anna Elisabeth Bischerou.




















    Tags:Willem III, Joseph Hollman, Cellist, Roberts Arnold, Maastricht, Spilstraat, centrum,apothekers,brouwers
    24-10-2014
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Uitslag Hilarion Thans Poëziewedstrijd en WOI

    Lanaken - Afgelopen dinsdag 21 oktober vond de prijsuitreiking van de Hilarion Thans Poëziewedstrijd plaats in het Cultureel Centrum van Lanaken.
    De genodigden zaten, samen met een aantal prijswinnaars en hun familie, in de Jan Rosierzaal te wachten op te uitslag. Van 3 maart  t.e.m. 20 juni organiseerde het gemeentebestuur van Lanaken, in samenwerking met het Cultureel Centrum de zevende editie van de Hilarion Thans Poëziewedstrijd. Een wedstrijd die om de drie jaar gehouden wordt met deelnemers uit heel Vlaanderen.

    Het toeval wil, dat we in het 100ste jaar na de Groote Oorlog zijn beland en dat de naam van de wedstrijd ontleend is aan de Maaslandse dichter-schrijver Pater Hilarion Thans (1884-1963), kloosterling van de orde der Minderbroeders in Rekem. De dichter-schrijver, die in de 'Groote Oorlog' zijn vlucht moest nemen via het riool in Smeermaas, richting neutraal Nederland, om van daaruit tijdens de laatste 2 oorlogsjaren naar een oorlogshospitaal te gaan. Zijn schrijven tegen de Duitsers en hun zoektocht naar hem, deden hem de vlucht nemen. Een van zijn bekendste boeken is ‘Mijn oorlog’.
    De jury beraadslaagde op 14 september en koos de winnaars per categorie, uit de 73 deelnemers, met de meer dan 140 inzendingen. Iedere deelnemer mocht twee gedichten inzenden. De prijzen werden overhandigd door schepen Sofie Martens.

    De winnaar bij de volwassenen, Patrick Cornillie uit Lichtervelde, schreef zijn winnend gedicht, ‘Stuivekenskerke, bocht van Tervate’, geïnspireerd door de strijd aan de IJzer. Presentatrice Maren Lambrichts liet weten dat de jury unaniem was bij het toekennen van de eerste prijs en over hun lof voor de actualiteit van het gedicht, dat, volgens Maren, "van de winnaar een geducht concurrent maakt van de Canadees John Mccrae die het beroemde gedicht ‘in Flanders Fields’ schreef".
    De twee andere winnaars bij de volwassenen waren: Els van Haute uit Zwijndrecht en Rosa Olaerts uit Zonhoven (niet aanwezig door omstandigheden). Bij de 8- tot 12-jarigen was de eerste prijs met het gedicht ‘Het heeft geen naam’, voor Roos Philips uit Mortsel, tweede prijs voor Chayenne Malinowski uit Rekem, en derde prijs voor Rhea Deleux uit Zutendaal. Bij de 12- tot 18-jarigen tenslotte, was de eerste prijs met het gedicht ‘Maan’, voor Diedelinde Buffel uit Oostkamp, de tweede voor Sanne Kerckhoffs uit Lanaken en de derde voor Karlijn van Hout uit Mol.
    In de intermezzi speelden studenten van het conservatorium van Maastricht op viool en piano.De avond werd afgesloten met een receptie.




















    Tags:WOi, IJzer, 14-18, Groote Oorlog, waanzin,gedicht John Mc Crea
    23-10-2014
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De waanzin begon in 1914
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    in de oorlog van John McCrae april 1915 


    In Flanders Fields.
    In Flanders Fields the poppies blow Between the crosses, row on row, That mark our place;
    and in the sky The larks, still bravely singing, fly Scarce heard amid the guns below We are the Dead. Short days ago We lived, felt dawn, saw sunset glow, Loved, and were loved,
    and now we lie In Flanders Fields Take up our quarrel with the foe: To you from failing hands we throw The torch; be yours to hold it high.
    If ye break faith with us who die We shall not sleep, though poppies grow In Flanders Fields


    Tags:WOi, IJzer, 14-18, Groote Oorlog, waanzin,gedicht John Mc Crea
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.in de oorlog van John Mc Crae april 1915
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    in de oorlog van John McCrae april 1915 


    In Flanders Fields.
    In Flanders Fields the poppies blow Between the crosses, row on row, That mark our place;
    and in the sky The larks, still bravely singing, fly Scarce heard amid the guns below We are the Dead.
    Short days ago We lived, felt dawn, saw sunset glow, Loved, and were loved,
    and now we lie In Flanders Fields Take up our quarrel with the foe:
    To you from failing hands we throw The torch;
    be yours to hold it high.
    If ye break faith with us who die We shall not sleep, though poppies grow In Flanders Fields

    In Flanders Fields.
    Au Champ d'Honneur Au champ d'honneur, les coquelicots Sont parsemés de lot en lot Auprès des croix;
    et dans l'espace Les alouettes devenues lasses Mêlent leurs chants au sifflement Des obusiers.
    Nous sommes morts, Nous qui songions la veille encor'
    A nos parents, à nos amis, C'est nous qui reposons ici, Au champ d'honneur A vous jeunes désabusés,
    A vous de porter l'oriflamme Et de garder au fond de l'âme Le goût de vivre en liberté.
    Acceptez le défi, sinon Les coquelicots se faneront Au champ d'honneur Traduction
    en français door Major Jean Pariseau.


    In Flanders Fields.
    Geen Vlaamse klaproos of ze bloeit wel naast een kruis dat een verknoeid bestaan markeert;
    en in de lucht geen leeuwerik of zijn gerucht verijlt wanneer een vuurmond loeit. En wij zijn dood.
    Geen zon die gloeit, geen lief dat onze zinnen boeit;
    wij slaakten onze laatste zucht in Vlaanderen. De vijand die gij zo verfoeit:
    hij worde door het vuur verschroeid dat in u brandt.
    Maar als gij vlucht maakt gij van ons een kille klucht des doods,
    hoewel de klaproos groeit in Vlaanderen.
    Nederlandse vertaling door Benno Barnard



    Den Vijand



    de stroomdraad door Smeermaas



    Vluchtelingenhulp Nederland








    Tags:WOi, IJzer, 14-18, Groote Oorlog
    18-06-2014
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Schenking van Freule Riedi de Montagne, Kruisweg Jan Rosier 1898, een erfenis om trots op te zijn.

    Met de Kruisweg van de geboren Lanakenaar, Jan-Willem Rosier, bezit Lanaken een ongeëvenaarde kunstschat die waarschijnlijk toeristisch onvoldoende uitgespeeld wordt. We mogen met rede trots zijn op de nalatenschap van Freule Riedi de Montagne, in wiens opdracht de veertien staties van Jesus’ lijden op wonderbaarlijke wijze verbeeld werden door de schilder Jan WIllem Rosier. Hij schilderde aan de volledige opdracht met onderbrekingen 10 lange jaren, om hem met een feestelijke inzegening aan het grote publiek te schenken, waarbij heel wat hoogwaardigheidsbekleders uit de kerk, de adel en het burgerleven getuige waren. Die inzegening gebeurde op de 28 juni van het jaar 1898.

    Jan-Willem Rosier (Lanaken, 15 september 1858 - Antwerpen, 24 juli 1931) was een Belgisch kunstschilder. Hij schilderde portretten en 18e-eeuwse taferelen uit het dagelijkse leven maar ook godsdienstige taferelen.
    Omstreeks 1870 ontmoette Rosier Godfried Guffens toen deze in de Sint-Ursulakerk van Lanaken schilderde. In 1880-81 studeerde hij aan de École nationale supérieure des beaux-arts te Parijs en reisde in 1882 naar Engeland voor een opleiding portretschilderen. Even later vestigde hij zich in Antwerpen. Toen hij in 1885 tot leraar aan de Antwerpse academie werd benoemd had hij Rik Wouters als leerling.
    Hij werkte van 1888 tot 1898 aan het schilderen van de kruisweg . Op 28 juni 1898 werd de kruisweg in aanwezigheid van freule Elisabeth Riedi de Montaigne, die de kruisweg bekostigde, plechtig ingewijd. Aanwezig waren, naast de schenkster, mgr. Heylen, abt van Tongerlo en later bisschop van Namen, een schare monniken, mgr. Cartuyvels uit Leuven, leden van de Kamer en Senaat, Ruys de Beerenbroek, commissaris van Koningin Wilhelmina in Nl. Limburg, ridder van de Kewith Gellik, en meer andere adellijken, Pastoor Truyens en Jan Rosier zelf.
    Tijdens de wereldtentoonstelling van 1894 te Antwerpen mocht hij een werk exposeren. In 1886 kreeg hij de derde prijs op de "Prijs van Rome". Er volgde nog een Gouden Medaille op een tentoonstelling te München. Een Argentijnse president kocht in 1883 een schilderij van hem tijdens een tentoonstelling in Argentinië. Tijdens de Eerste Wereldoorlog week hij uit naar Engeland en gaf in Londen les aan de London School of Arts. Na de oorlog keerde Rosier terug naar België. In 1927 moest hij omwille van zijn verslechterende gezondheid stoppen met schilderen, vier jaar later overleed een Groot-Lanakenaar.

    Zijn kruisweg die in de kerk van Lanaken prijkt is een aantal malen gekopieerd en is daarom te bewonderen in meerdere kerken, maar er is maar een orgineel en dat hangt in de St. Ursullakerk te Lanaken.

    Gekopieerd met toestemming van de schilder en na vervaardiging met zijn goedkeuring, alvorens te leveren aan de opdrachtgevers, maar ook gekopieerd zonder zijn toestemming. Met zekerheid één kruisweg is vervaardigd zonder zijn toestemming en hangt ergens in Nederland. De schilder zakte meerdere malen af naar Lanaken om de schilderijen die hij ging kopiëren te bekijken en te fotograferen.

    De St. Hubertuskerk in Runkst is een van de kerken waar de kruisweg te bewonderen is die in opdracht van Karel Beyaerts vervaardigd werd . Beyaerts zelf is niet de schilder ,maar in zijn atelier werkten meerdere schilders voor het kopiëren van schilderijen De panelen waarop de kruiswegtaferelen te zien zijn, hebben een afmetingen van 70 x 110 cm. (die op doek in de St. Ursulakerk meet 100 x 60 cm)

    In Maastricht besloot het Armbestuur om eveneens een Kruisweg te laten maken, voor de kapel van Calvarieberg. Ook hier werd een prijsopgave gevraagd aan Karel Beyaerts die destijds woonde in de Rue Notre Dame in Brugge. Hij had, zo blijkt uit de vraag, vanuit Maastricht reeds eerder de kruisweg gekopieerd, zowel voor Mechelen als Runkst.
    De opdracht werd aanvaard. Het schilderen en de levering van de schilderijen werd voltooid in zes maanden. De levering van de kruisweg moest echter de goedkeuring van Jan Rosier krijgen alvorens te leveren, hetgeen overeengekomen was in het contract. Door ziekte van Jan Rosier liep daardoor de levering drie weken vertraging op. In februari 1905 was het eindelijk zover en kregen de schilderijen de goedkeuring mits enkele correcties. De kruisweg was geschilderd op acajou (Mahoniehout) panelen die net zoals de eerder vermelde kopieën de afmeting 70 x 110 cm hadden.
    De Kruisweg van Lanaken die door Jan Rosier op doek geschilderd werd vervaardigde hij met onderbrekingen en duurde 10 jaar. Op de achtste statie is zijn dochter afgebeeld als één van de wenende vrouwen. De kortere tijd voor de vervaardiging ligt in het gegeven dat Beyaerts een aantal schilders ten dienste had die de Kruisweg te schilderen.

    De kruisweg in de Kapel van Calvarieberg heeft in de daar gehangen tot het moment, dat Maastricht het nieuwe ziekenhuis St. Annadal bouwde en de kapel haar functie verloor. Op 14 meert 1968 werd de kruisweg dan in bruikleen, voor onbepaalde tijd, aan de St. Gulielmuskerk in de wijk Wittevrouwenveld te Maastricht.
    Toen voor de eerste maal een toestemming werd gevraagd door Karel Beyaerts aan Rosier om de Kruisweg te mogen kopiëren verkreeg hij de toestemming, uiteraard tegen betaling. Zijn opdrachtgeefster en schenkster aan de kerk van Lanaken freule Riedi de Montagne kreeg hier melding van en was daar zeer ontstemt over. Zij liet dat schriftelijk weten aan Rosier die zich in een schrijven aan haar gericht verontschuldigde voor het feit dat zij het had moeten vernemen van derden en niet van hm zelf te horen had gekregen. Hij liet daarbij meteen ook weten dat hij zelf nooit eenzelfde meesterwerk voor een andere opdrachtgever zou produceren. Mevrouw moest daarbij wel bedenken dat hij het aan zijn echtgenote en kinderen als een verplichting zag voor hun onderhoud in te staan. Het feit dat haar kruisweg meermaals gekopieerd werd moest gezien worden als een eer.




















    Tags:riedi de Mantagne,Jan Rosier,Lanaken,kruisweg, St Ursulakerk
    25-03-2014
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Van lente, pensioen, gepensioneerden en een bijna 106 jarige inwoner van Groot-Lanaken.

    Het is al een paar dagen officieel lente, maar dit jaar hadden we al vroeg in maart temperaturen van rond de 20 graden. Ongewoon en sinds de meting van de meteorologische instituten de vroegste warme dagen sinds mensenheugenis.

    Vandaag kwam het nieuws van de vindplaats van vlucht MH370; het vliegtuig dat drie weken geleden van de Radar verdween en nu gelokaliseerd werd in de Indische Oceaan. Ongeloof nog steeds in Peking bij de nabestaanden.

    Obama, de Amerikaanse president voor het eerst in Nederland en België voor de Nucleaire top en ingelaste G7 (ipv G8, maar Rusland is hiervan uitgesloten). De Nederlandse dag eindigde bij Koning en Koningin Alexander en Maxima voor een Diner. De tweede dag gaat richting Brussel.

    Maar al die bewegingen op de wereld worden niet meer zo gevolgd door de mensen die ik vandaag getroffen heb zij hebben wel heugenis.

    Nadat ik mijn pensioen ben gaan regelen, bij Miranda Kusters van het OCMW, besloot ik even binnen te wippen bij Hem. Ja Hem met een hoofdletter en dan bedoel ik Herman vuerstaek nu nog in de gezegende leeftijd van 105 jaar en die, bij leven en welzijn, binnenkort over de kaap van 106 zal gaan verblijft sedert afgelopen december in Rust- en verzorgingstehuis St. Anna. Het is tijd voor het middagmaal als ik er aan kom en Hem zit met enkele dames en een heer aan tafel. ‘Patat met wottele’ moot toch bekind zien in Wezent,  soep en een puddinkje, staat bij iedereen op tafel. Alleen Hem zal zijn eten van een verpleegster krijgen de rest van het gezelschap kan nog zelf overweg met het eten. Maar Hem schijnt geen trek te hebben en zegt op al het aangebodene, “ nei”! Op dat moment komt zoon Lucien binnen en zal ’t eten toch een andere wending nemen. Lucien begint met de pudding en Pa laat zich van zijn beste kant zien en begint te eten. Een half potje nam hij tot zich toen hij aangaf genoeg te hebben. We praten een beetje en ik merk dat het de zoon nu lukt om heel wat lepels soep binnen te spelen bij de eeuweling. Nu laat Hem weten er werkelijk genoeg van te hebben en naar zijn bed wil en daar geeft zijn zoon gehoor aan.

    Als Hem weggebracht wordt, raak ik in gesprek met de dame naast mij, die het menu van de dag  in de tussentijd verorberd heeft. “Lekker Mevrouw”? “’t Gäët “ is haar reactie. “Lös geer aoch spruutsjes” vraag ik haar. “Iech eet ze neet zoe gäëre, ’n spruutsje of dreij eet iech dan gewoenlik, ze koke ze väöl te weik, ze mote eigelik ’n bitsje knapperig zien” . Uit ons verder gesprek zegt ze van Lanaken te zijn en dat ze als laatste aan de Lepelvormweg woonde kort bij de Camping. Zo’n drie jaar geleden heeft ze besloten om naar het verzorgingshuis te verhuizen, waarvan ze in het begin spijt had, maar zich toch na een tijdje er bij neergelegd heeft, nu vindt ze haar draai wel in het huis. Mieke Hensels zo heet het meisje dat nu drieënnegentig lentes telt. Pa en ma hadden vroeger op de Stationsstraat tegenover de Ster, de eerste frituur van Lanaken en toen het huis te klein werd zijn ze verhuisd naar de café tegenover de school (in de Koning Albertlaan) waar nu café …… ze twijfelt en komt niet op de naam, ik help haar en noem de naam Chevaljee, ze bevestigd de naam en zegt dan “ ’t waos toen wel ‘ne gewoene cafë neet zoe Sjik, dei man wat de zaak gekoch häët, dei häét dao ‘ne sjoene cafë van gemaok”. Als ik zeg dat hij nu weer te koop staat is ze verbaasd.

    Als ik haar verlaat en naar de inkomhal ga om enkele namen te noteren omdat ik ze anders zou vergeten, komt er een mevrouw naast mij plaatsnemen. Haar bedrukt gezicht verraad dat ze zorgen heeft. “Good wäër hé medam” open ik het gesprek. “is ’t wërren genoog boete um met dit jëske nao boete te goon”? vraagt ze en wijst op een mooi  donker jasje dat ze aangetrokken heeft. Al gauw blijkt dat mijn nieuwe gesprekspartner  eveneens de gezegende leeftijd van 93 reeds bereikt heeft. “Ze koume miech seffens hole um nao ’t ziekehoes te goon want mien zuster is aan ’t sterve” , “neet zoe leuk”, is mijn reactie. “Geer zeet noe wel in ‘ne leeftied boe dat toch wel dékser gäët gebäöre, is 't neet?“. “Jao dat is zoe, mien zuster häët kanker”, zegt ze en haar ogen beginnen te tranen. Op dat moment, komt een grote kerel onze richting uit en gaat naast haar zitten. Het gesprek krijgt een andere wending, want in de stoel naast de vrouw zit op dat moment haar echtgenoot, de heer Hoebrechts Pierre, een bekende Lanakenaar zo blijkt uit ons gesprek en bij de herkenning van de man. Jarenlang is Pierre ‘de facteur’ geweest van Lanaken en daardoor kent Pierre heel wat mensen in Groot Lanaken bij naam en toenaam, hun besognes en hun talenten. We gaan hier niet in op de vele roepnamen alhoewel die een onderdeel van ons gesprek waren. Als ik zeg dat hij dan ook wel wat fooi heeft kunnen opstrijken bij de uitbetaling van de pensioenen, beaamt hij dat. “soms moos heer met miljoene op stap en dan euver dat brókske en dat tunnelke nao smeirmaos” zegt zijn vrouw. Iech höb heij in ’t röshoes aoch de pensioenen mote oetbetaole en dat waos miech ’n gedoons. D’n eine zaot bove op de zolder, de andere bij de keuij en d’n andere waos boete aon ’t wandele. Iederein moos toch oetbetaold weure. “t sjoenste waos dat ze allein geinterreseerd waore in de breefkes. ’t Zilvergeld interesseerde hun neet en waor fooi”.  Maar daar was Pierre het niet mee eens. Ik heb toen met de Zuster gesproken en gevraagd of ze mee wilde lopen met de uitbetaling en daarbij zou hij de deur op een kier zetten zodat de zuster mee kon luisteren en kijken. Hij heeft met de zuster een afspraak gemaakt en dat zonder dat zijn meerdere daarover ingelicht werden en de zuster moest het ook geheim houden. Pierre zou de cheques en het geld aan de zuster overhandigen die op haar beurt de uitbetaling zou verrichten. Later als Pierre de getekende cheques kwam ophalen zou de zuster dan de fooi die ze kreeg aan Pierre geven. Dat is zo lang goed gegaan totdat zijn meerderen bij  de Post op het lumineuze idee kwamen, om de cheques aan de directie te overhandigen, die tekenden voor ontvangst en de uitbetaling zou verrichtten, aan de gepensioneerden in het rusthuis.  Pierre vond dat een goed idee en heeft wijselijk maar niet gezegd dat dit al maanden gebeurde. Tijdens ons gesprek krijgt Pierre een kaartje aangereikt van het personeel. het blijkt een uitnodiging te zijn van twee nog in dienst zijnde collega's. Niet meer voor lang in dienst want Pierre en zijn echtgenote worden uitgenodigd op de afscheidsborrel door Alice en Jean Pierre die binnenkort met pensioen gaan.

    Als ik het Rusthuis verlaat ga ik richting Smeermaas via de koning Albertlaan en de brug van Tournebride. Daar op de brug, kijk ik richting Neerharen en zie een prachtige gele omzoming van het kanaal, op de plaats waar het jaagpad nog niet zo lang geleden een nieuwe verharding gekregen heeft. Ik sla dus links af en ga richting al dat schoons om dat op de gevoelige plaat vast te leggen.

    Als ik daar foto’s aan het schieten ben komt er een man aangewandeld die net nog de eenden aan het voeren was die in het kanaal rondzwemmen. Hij komt dat regelmatig doen en vandaag is het genieten in het zonnetje.

    Na een kort gesprek en de vraag of hij van Lanaken afkomstig is bevestigd hij dat. Mijn nieuwe gesprekspartner vandaag blijkt Lambert Aerts te zijn en voor zijn pensioen was hij, ja zeker, facteur en ook met hem ging het over de uitkering van pensioenen en de fooien en ook hij bevestigde dat hij soms miljoenen bij zich had bij de uitbetaling. “Ik reed toen zelfs ook met een auto naar Bilzen en ik kon maar heel langzaam rijden, een fietser stak mij destijds op gemak voorbij”. “zoveel post’?, was mijn vraag, “Ja ook post maar heel veel geld”. Repliceerde hij.

    De mannen hadden in feite een gevaarlijke job, die nu in onze tijd niet meer denkbaar is nu zijn de geldtransporten in handen van privé ondernemingen.

    Mijn pensioen komt op rekeningnummer. En waar men vroeger de deur openzette voor de facteur en hier en daar een borreltje, pintje of kopje koffie klaar stond, gaat moeders nu naar een ongezellige ruimte, waar zelfs geen man meer achter de balie zit, enkele nummers intikken en dan ’t commando geeft ok, en dat allemaal zonder een eurocent fooi.






    De 105jarige Hem met een van zijn zonen Lucien, in het rusthuis.

    De facteur Pierre met zijn verdrietige echtgenote vlak voor ze op bezoek gaat bij haar stervende zus.

    Nog een hele weg voor de boeg tot aan hun pensioen.

    De mooie omzoming van het kanaal, Lente!

    gepensioneerd facteur Lambert op de plaats waar hij vroeger speelde.

    AL vroeg er bij deze vlieg die in een bijenkleedje steekt.

    Hier bij de duiker speelden wij, nu bedenk hoe gevaarlijk dat wel was.

    Onder een mooi beeld richting Sluis Neerharen.


    Tags:pensioen,gepensioneerden,rusthuis,106jarige,105jarige,lanaken,veldwezelt
    20-03-2014
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Teleurstelling en euforie bij gemeenteraadsverkiezingen Maastricht

    ’n Avondje verkiezingsuitslagen volgen in Maastricht. Het was een aparte belevenis, de spanning was te snijden.  Bij de eerste bekendmaking van enkele kiesbureaus  (15 van de 63)klonk er een gejuich bij de SP zij sprongen  van 4.87 naar 14.8%  een toename van 10%. Het zou zo blijven evalueren totdat de 63 kiesbureaus geteld waren en leverde de partij vijf zetels op een winst van 3 zetels.

    Wethouder Aarts (VVD) had zijn positie ingenomen vlak bij de Secretaris’ kamer en bleef daar staan totdat de gehele uitslag bekend was. Zijn eerste daad in deze nieuwe legislatuur was daarna de handen schudden van de leden van de grootste partij de Seniorenpartij Maastricht.

    In het midden van de zaal had Wethouder Nuss (PVDA)  een vaste stek ingenomen en naargelang de avond vorderde en daarmee de uitslag steeds duidelijker werd werden ook de rimpels op zijn voorhoofd duidelijker.

    Verlies was er bij PVDA, CDA, VVD.

    Zonder meer kan de zittende bestuursploeg gewoon verder gaan met haar beleid tenzij er een partij afziet van deelname, maar dat moet de toekomst uitwijzen.

    De voorbije meerderheid met 22 zetels werd gevormd door . PVDA, SPM, VVD, Groen Links en D66.  Nu samen goed voor 23 zetels van de 39.

    De onderhandelingen kunnen beginnen De Senioren als grootste partij zijn als eerste aan zet.

     




















    Tags:gemeenteraadsverkiezing Maastricht,Seniorenpartij,Verlies Landelijke partijen,Winst SP Maastricht
    28-01-2014
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Veel belangstelling voor historie Carnaval Smeermaas

    Jean Marie Haesen is een verwoed verzamelaar van carnavalsattributen, meer bepaald medailles, pins en afbeeldingen. Niet alleen van Smeermaa, Groot-Lanaken en het Maasland, de verzamelaar gaat ook elk jaar naar Keulen en Aken, waar hij een enorme hoeveelheid medailles heeft kunnen strikken. 

    De verzameldrift nam een aanvang toen Jean Marie zelf in 1998 prins werd bij de Grenspumpelére. Op verplaatsingen krijgt de residerend prins dan steeds pins,of medailles omgehangen van zijn vele collega-prinsen en prinsessen, en in een prinsenjaar zijn er dat heel wat.

    Jean Marie wilde wel eens weten hoe het carnaval gevierd werd in het Rijnland en trok in zijn eentje na zijn prinsdom, op de 11e van de 11e naar Keulen. Ook Aken is een vaste plaats om te bezoeken, waardoor er van beide plaatsen een groot aantal medailles prijken in zijn verzameling. Vanaf die eerste bezoeken is hij daar elk jaar te vinden en werd daar besmet met ‘het medaillevirus’, waaraan hij lijdende is tot op de dag van vandaag. “In het begin kwam alles in een vitrinekast in de living maar op een gegeven moment heeft Janine (zijn echtgenote) mij naar de zolder verwezen, waar mijn verzameling een vaste plaats heeft gekregen” zegt de trotse verzamelaar.

     Voorzitter Servé, ex-prins Dominique en andere leden van het bestuur van de carnavalsvereniging ‘Nit te geluive’ opperden het idee om deze geweldige verzameling aan het grote publiek te tonen. En dat idee werd uitgebreid met kleding en foto’s die nog in bezit zijn van oud-leden en aanhangers van het carnaval in het grensgehucht Smeermaas en het kostuum van ex-prins Carlo van de Raod van Laon tot Aoke. Afgelopen weekend was het zover en mocht de verzameling voor één keer naar het ontmoetingscentrum van Smeermaas, waar het door heel wat mensen bekeken werd.

    “In begin dachten we de tentoonstelling hier in huis te houden, maar met het aanbrengen van kostuums van oud-prinsen en –prinsessen hebben we geopteerd voor een tentoonstelling in het O.C.”, laat Jean Marie nog weten “en dat is een goede oplossing gebleken." 

    Heel wat bezoekers haalden herinneringen op uit de rijke geschiedenis van het carnaval in Smeermaas, die begon met de eerste raad van elf, ‘de Pumpelérs’ in 1956. Zij installeerden als eerste Hooglustigheid ‘Jefke Huismans’ de bakker van Smeermaas. De vereniging ging echter al na een vijftal jaren teloor en er volgde een soort van interbellum. De idee voor een nieuwe raad van elf werd weer opgepikt in begin jaren '70, precies 11 jaar later.

    Op Aswoensdag na het carnaval 1971 zaten toen enkele vaste klanten aan de tap in café Corona, bij waard en waardin Renee en Paula in Smeermaas. Zij keuvelden over het afgelopen carnaval.

    “ ’t waos merk l…, bove de brögk zoate ze met vastelaovend ’n pötsje te kaorte” zei de witte Giel, “dao moot toch veraandering in kaome”. Hoe meer de waard zijn geestverruimende vocht aan de man bracht, hoe meer de idee gestalte kreeg, om een nieuwe raad van elf in het leven te roepen. Op die bewuste Aswoensdag werd door De witte Giel (+) grootvader van de verzamelaar, Juul de Backér (+), Jeng Simons (+) alias Puk, Nick Hendriks (+), en de toenmalige waard René Heemskerk (+), de basis gelegd voor een nieuwe raad van elf, die de toepasselijke naam ‘de Grenspumpelére’ toebedeeld kreeg een verwijzing naar de eerste raad en naar hun hobby, pintelieren. Hun eerste prins was, zijne hooglustigheid, Prins Bartho I. De Grenspumpelére hielden het 3 x 11, plus 2 jaren vol waarna de, nieuw gevormde, carnavalsvereniging ‘Nit te Geluive’, in 2007 de scepter overnam tot op de dag van vandaag,

    Het begon met prins Johnny Penders van Nit te geluive en enige tijd geleden werd de 43e prins van Smeermaas gekozen, Prins Michaël de eerste resideert nu over Smeermaas. 

    De dag na de tentoonstelling ligt de woonkamer en de gang bij de familie Haesen vol met de spullen die dienden tijdens de geslaagde dag in het ontmoetingscentrum van Smeermaas.

    Er was maar een minpuntje, iemand heeft zich ontfermd over een medaille van Keulen. Ik hoop dat hij er veel plezier aan beleefd”, besluit Jean Marie, “Maar hij kan ze nog altijd terugbezorgen en in mijn brievenbus steken aan de Maaseikersteenweg 95 in Smeermaas”.

    A"ls er mensen zijn die medailles of pins hebben van carnaval en ze aan mij willen afstaan zal ik ze persoonlijk komen ophalen”, laat de verzamelaar nog weten. Zijn gsm-nummer is 0472/873918.



















    Bijlagen:
    _DSC0268.JPG (192.9 KB)   


    Tags:carnaval,smeermaas,grenspumpelére,pumpelers,Nit te geluive.
    25-01-2014
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Wat was de reden van De Caritat de Peruzzis om in het verzet te gaan tijdens de Groote Oorlog?
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    In het begin van de 1e wereldoorlog, kreeg Lanaken te kampen met grote geldnood. Een 40 tal huizen waaronder het huidige Alicebourg, werden, even als de schoolgebouwen, gendarmerie, Pastorij en kapelanij in brand gestoken, op 4 oktober 1914, bij de beschieting van Lanaken, door de Duitse Troepen, in gevecht met de groep vrijwilligers van Burgemeester Edgard De Caritat de Peruzzis 1879-1914.

    De weder opbouw van de overheidsgebouwen kostte aan de gemeente handen vol geld, dat niet aanwezig was en waarvoor leningen opgehaald werden, met toestemming van de bevoegde overheid.  
    Naast deze enorme schadeposten en de ontstane grote werkeloosheid, doordat de grens met Nederland was afgezet met een elektrische prikkeldraadversperring. Door deze versperring konden de mannen niet meer op hun werk geraken, in de Maastrichtse fabrieken. Tevens kreeg Lanaken, doordat het een grensgemeente was, hogere inkwartieringskosten voor de Duitse troepen te betalen, dan andere gemeenten.
    Kwam daar nog eens boven op, dat de Duitse overheid een aantal gemeenten, waaronder Lanaken, belastte met de kosten, voor het vernielen van een huis in Vroenhoven, dat toebehoorde aan een Nederlands onderdaan.

    De gepensioneerde officier, uit het Nederlands leger, Waldema Fresow, woonde in Vroenhoven (grenzend aan Maastricht) en werd al snel door de bevolking ervan beticht, al te goede relaties te onderhouden met de Duitse bezetters. Om die reden, werd hij op een dag opgewacht door een aantal Belgen, die hem bij thuiskomst ontvoerden en per militair voertuig afvoerden naar Antwerpen, om daar te verschijnen voor de krijgsraad. Door deze Antwerpse krijgsraad werd de man echter vrijgelaten.  

    Wie waren de mannen die de man ontvoerden en naar Antwerpen brachten. Waren daar mannen van de verzetsgroep van de Caritat de Peruzzis bij?

    Waarom ging de Caritat de peruzzis overigens in het verzet? Hij was burgemeester van Lanaken, gehuwd en vader van drie (twee) kleine kinderen. De toekomst van het jonge gezin, werd onderbroken op de 4e augustus met de inval van de Duitsers. In de beginperiode van de Groote Oorlog, had Edgard, als Burgemeester, aan de oproep voldaan, om de klas van 14 op te roepen en ze zelfs naar het kamp van Beverloo te brengen met kar en paard. Het daarvoor gerekwireerde paard, van limonademaker Willems, sneuvelde daar zelfs bij, waarvoor later aan de gemeenteraad een vergoeding werd gevraagd van 1000 franken.

    Uit de zitting van april 1916 blijkt het volgende: “Aangaande de schadeloosstelling van het gestorven paard, toebehoorende aan Joseph Willems-Gelissen, limonaden-fabrikant alhier, dat voor het Belgisch Gouvernement gerekwireerd geworden is voor het vervoer der militianen der lichting 1914 naar het kamp van Beverloo en dat tijdens het transport bezweken is, beslist de raad de noodige maatregelen te nemen opdat den eigenaar ten minste eene som van 400 franken nu konde bekomen in afkorting op de waarde van zijn gestorven paard, aangezien hij oogenblikkelijk geld nodig heeft”.

    Andere burgemeesters in zijn omgeving werden opgepakt en gevankelijk weggevoerd, omdat zij de klas van 14 opgeroepen hadden en in sommige gevallen eveneens naar het kamp hadden gebracht.

    Naar de Limb. Koerier verneemt, zijn de Heren. “Victor Marres, burgemeester, en M Schiepers, secretaris, van de nabij Maastricht gelegen gemeente Vroenhoven (Montenaken), door Duitsche Dragonders gevangen genomen en meegevoerd. Eveneens is dit het geval met dhr M. Scholberg', burgemeester van de iets verder gelegen gemeente Sichen-Sussen-Bolre Deze aanhoudingen zijn geschied naar aanleiding van het door de Duitschers uitgevaardigde bevel dat de Belgische gemeentehoofden niet de bij kon. Besluit  voorschreven oproeping  voor manschappen  der jongste lichting mochten uitvoeren, of voor hun vervoer zorgen. De Duitschers stellen zich nl. op het standpunt  het bezette deel van België thans Duitsch grondgebied geworden is en dat er geen orders van een vreemden  Soeverein (in casu den koning der Belgen) mogen worden uitgevoerd”. Bron: Tilburgsche courant 28-09-1914.

    Was dat voor de Caritatde Peruzzis de aanleiding om een aanhouding te ontlopen en in het verzet te gaan? Stond een arrestatie ook hem te wachten? Het is aannemelijk, dat dit zijn feitelijke beweegreden was, om in het verzet te gaan. Hij had namelijk in opvolging van het Koninklijk Besluit, de lichting van 14 opgeroepen en zelfs vervoerd naar het kamp van Beverloo.

    Zijn aangehouden collega burgemeesters kwamen voor de krijgsraad.

    Men schrijft ons uit Maastricht:”Gisteren is te Tongeren in hooger beroep het geding behandeld tegen de burgemeesters en secretarissen der gemeenten Vroenhoven, Sichem, Sussen Bolre, Fall-Mheer, Millen, Groot Spouwen en Klein Spouwen, ter zake van het oproepen der lichtingen 1914. Weer werden de beklaagden vrij gesproken. Nog altijd weigert echter de majoor Sterzel uit Tongeren de vrijgesprokenen in vrijheid te stellen. Hij zegt ze te willen houden tot het einde van den oorlog”. Bron: Het nieuws van den dag: kleine courant 16-10-1914. 

    Het verhaal van Waldemar Fresow, de Nederlandse gepensioneerd militair die in Vroenhoven woonde in het begin van de Groote Oorlog en die bij regelmaat aangehaald wordt in de gemeenteraadsverslagen van Lanaken i.v.m. de oorlogsschatting van 4.000 frank.

    MAASTRICHT, 10 Oct 1914. (Van onzen Maastrichtschen correspondent).

    De te Vroenhoven (Belgisch-Limburg) bij Maastricht wonende W. Fresow, gepensionneerd onderofficier van het Nederlandsche leger, werd in de tweede helft der vorige maand (midden augustus dus) door de Belgen gearresteerd. Toen Fresow met zijn wagen uit Maastricht arriveerde, werd hij nabij zijne woning, in een Belgischen militairen auto gezet. Ofschoon Fresow heftig protesteerde, het hielp hem niet, en de man werd naar Antwerpen gebracht. Daar heeft hij moeten terechtstaan voor den krijgsraad en zich moeten verantwoorden voor de opvallende vriendelijkheden, welke hij voor de Duitschers betoonde. De krijgsraad heeft Fresow vrijgesproken en hij is in zijn dorp teruggekeerd”. Bron: De Tijd,  godsdienstig-staatkundig dagblad 10-10-1914

    Tijdens zijn afwezigheid, rond 15 augustus, kort na de inval van de Duitsers, had men zijn huis zodanig vernield, dat de Duitse overheid zich genoodzaakt voelde om de dorpen: Veldwezelt, Vlijtingen, Vroenhoven en Lanaken verantwoordelijk te stellen en een oorlogsschatting op te leggen als schadevergoeding. Elk aangeduid dorp moest bijdragen voor het lenigen van de schade aan het huis, welke schade in totaal geschat werd op 12.000 frank en waarbij Lanaken alleen al, voor een derde belast werd.

    Op de 19e october  1914, kwam dit als eerste punt op de agenda van de gemeenteraad in Lanaken.  (de raad werd voorgezeten door 1e Schepen Mathijs Winten 1841-1929. Burgemeester de Caritat de Peruzzis, die de raad als burgemeester voor het laatst had voorgezeten op 21 juli, was toen reeds overleden in Hamont, tijdens een gevecht met de Duitsers op 7 oktober)

    De som van 4000 frank moest voor vrijdag 23 oktober, op last van de heer Arrondissement Commissaris, gestort zijn, anders zouden de schepenen en secretaris in het gevang belanden.
    De raad besloot nu in de zitting van 19 oktober: “om aan de Geldersche Krediet vereeniging te Maastricht, de som van 4.000 franken te ontleenen; het schepen college te verzoeken de regeling dezer leening, het in ontvangst nemen en betaling dier som naar behoore te doen”.

    De toestemming werd verkregen en de geleende som werd in bewaring gesteld, op de Bank Schaetzen en Cie te Tongeren, waar het in beslag werd genomen door de Duitse Overheid. (Bank Schaetzen werd opgericht in 1881, door Bankier Oscar Joseph Schaetzen, 1836-1907,  die tot 1881, provincieraadslid was voor de katholieke partij)

    In de gemeenteraadsvergadering van zaterdag 25 april 1915 wordt de gestorte som teruggeëist en besluit de raad:

    “Met eenparigheid van stemmen, het schepencollege te machtigen in recht te handelen om de teruggave der gestorte som van 4.000 fr te bekomen. Ten dien einde hetzij eischer, hetzij als verweerder voor alle rechtbanken te verschijnen; gevende buitendien volstrekte macht om de gemeente Lanaeken voor het gerecht en elders waar het noodig kan zijn te vertegenwoordigen en hare belangen te verdedigen. Aan de Heeren Bellefroid, advokaat te Hasselt en Meijers, advokaat te Tongeren”.

    Uit de gemeenteraadsvergadering, , van 28 augustus 1916, waarbij Dr Alfred Lejeune, voor het eerst als dienstdoend Burgemeester-voorzitter de raad voorgaat blijkt: dat aan de gemeente deze som terug is betaald, maar dat ze integraal aangewend werd, voor de inkwartieringskosten van de Duitse troepen. “Gezien onze beraadslaging van 1914, houdende aanvraag om eene leening van 4.000 franken te mogen aangaan bij de Geldersche Krediet Vereeniging te Maastricht en bestemd als contributie in de zaak Frésow;  Gezien dat voormelde som, ons is terugbetaald geworden en het zelve is moeten gebruikt worden tot voldoening van inkwartieringskosten, bij gebrek aan andere geldmiddelen;
    Besluit de Raad, aan de bevoegde overheid de goedkeuring dezer beslissing te vragen en deze geldleening na den Oorlog terug te betalen”.

    Enkele  opvallende berichten over Fresow, verschijnen in verschillende kranten na de Oorlog, als de grond in Vroenhoven onder zijn voeten te warm wordt en de man zich weer gevestigd heeft in Maastricht.

    De Tijd : godsdienstig-staatkundig dagblad 16-03-1922

    Waldemar Fresow, een Duitscher van geboorte en oud-onderofficier van het Nederl. Leger, woonde in 1914 te Montenaken (België). Bij de bezetting door de Duitschers werd hij tot burgemeester benoemd. Dezer dagen heeft het Assisenhof te Tongeren, onder voorzitterschap van den Luikschen raadsheer Neven, hem veroordeeld tot 20 jaar dwangarbeid. Fresow woont inmiddels te Maastricht”.

    En de Limburgse Koerier

    MAASTRICHT. 20 Jaren dwangarbeid.

    Waldemar Fresow, een Duitscher van geboorte, welke als onderofficier van het Nederlandsche leger, jaren lang te Maastricht in garnizoen heeft gelegen, woonde bij het uitbreken van den oorlog te Montenaken. even over de Hollandsche grenzen Toen de Duitschers daar hun intrede deden werd hij door hen als burgemeester van Montenaken benoemd. Op een nacht werd hij door een afdeeling van het Belgische leger gevangen genomen en naar Antwerpen gebracht. Hij werd echter door de Duitschers ontzet en werd naar zijn woonplaats teruggevoerd. Toen de macht van de Duitschers ten einde liep, ging hij weer naar Hollandsen gebied terug. Thans is hij door het Assisenhof van Tongeren onder voorzitterschap van den raadsheer van liet Luiksche Gerechtshof Neven, bij verstek tot 20 jaren dwangarbeid veroordeeld, wegens het bewijzen van diensten aan den vijand”. Bron: Limburgse koerier 16 mrt 1922

    Uit de Rechtszaal. Twintig jaar dwangarbeid.

    “Waldemar Tresow, Duitscher van geboorte, die langen tjjd in het Nederlandsche leger gediend had, woonde in het begin van den oorlog in Montenaken (België.) Door de Duitschers werd hij, om de diensten hun bewezen door het requireeren van paarden, enz., benoemd tot burgemeester van Montenaken.Een Belgische patrouille, hem beschouwend als heulend met den vijand ontvoerde hem én zou korte metten met hem gemaakt hebben;'indien de Duitschers hem niet ontzet hadden. Toen hij de kans schoon zag, trok hij naar Nederland (Maastricht).  Door het Assisenhof te Tongeren, voorgezeten door den Luikschen raadsheer Neven, werd hij dezer dagen veroordeeld tot 20 jaar dwangarbeid”. Bron dagblad voor de Arbeiderspartij 16-03-1922

    20 JAAR DWANGARBEID.

    De Duitscher Waldema  Fresow die lang als onderofficier in Nederlandschen dienst bij Maastricht in garnizoen had gelegen, woonde bij het uitbreken van den oorlog even over  de grens in Montenaken. De Duitschers benoemden hem tot burgemeester dezer gemeente. Op een nacht lichtte een sterke Belgische patrouille hem op en ontvoerden hem naar Antwerpen. Daar zouden korte metten met hem zijn gemaakt, ware hij niet door de Duitschers ontzet geworden. Toen het voor de Duitschers begon mis te loopen, maakte hij zich tijdig uit de voeten en vestigde zich weder te Maastricht. Thans heeft het Assistenhof te Tongeren hem tot 20 jaren dwangarbeid veroordeeld, wegens het bewijzen van diensten aan den vijand. Bron Het Vaderland” : staat- en letterkundig nieuwsblad 16-03-1922

    Na de Groote Oorlog is de Nederlander van Duitse afkomst naar Nederland gevlucht en komt hij in opspraak als blijkt, dat hij vijf jaren lang een huis dat eigendom is van de gemeente, bewoond heeft zonder een gulden huur te betalen en zich zelfs verrijkt aan gemeentegrond.

    Uit den Raad van Maastricht. Een exploitant van gemeente-eigendommen.

    “Bij een voorstel van een woningbouwvereniging tot aankoop van een aan de gemeente toebehoorend terrein met huis gelegen aan de Bleekerij No. 8, waarvoor fl.3.000,00 was geboden en waarvoor aan den raad goedkeuring werd gevraagd, kwam een eigenaardige zaak aan het licht. klauwen (S.D.A.P.) maakte B. en W.' er een heftig verwijt van, dat van 1920 af ,dus bijna vijf jaar lang, iemand in dat huis van de gemeente heeft gewoond,, zekere Waldema Fresow, zonder daarvoor ook maar een cent huur te betalen, terwijl hij zich bovendien, een in de nabijheid liggend stuk terrein van de gemeente had toegeëigend, en weer aan een ander had verhuurd voor fl. 27,00 per maand. - Ruim vier jaar lang, woonde hij daar dus voor niets en trok elk jaar nog: fl. 324,00 aan huur op. Spreker begrijpt niet hoe zoo iets mogelijk is. en wijt dit in hoofdzaak aan het slordig beheer van B en W, vooral  van het vorige kollege. De voorzitter zegt dat in deze zaak reeds een onderzoek is ingesteld. Toen de gemeente in 1920. dat pand kocht, behoorde Fresow niet onder de huurders. Klauwen deed het voorstel een nauwkeurig onderzoek in te stellen, Opdat zeer duidelijk uitkome, aan wie de schuld ligt, en die meneer Fresow bovendien te vervolgen wegens inbraak en oplichting”. Bron:Het volk : dagblad voor de Arbeiderspartij 24-09-1925.

    Uit dit alles blijkt dat de Belgen die Fresow, in het begin van de oorlog ontvoerden om hem te berechten voor heulen met de vijand, het bij het rechte eind hadden.


    Tags:woi,oorlogsschatting,vroenhoven,lanaken,veldwezelt,vlijtingen,maastricht,1914,groote oorlog
    10-01-2014
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De Duitschers in Lanaken 1914
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Een verslaggever van de Graafschapbode maakte het volgende verslag dat op 1september 1914 verscheen.

    De bedoelde zondag viel op 30 augustus toen de feiten zich afspeelden.

    De toestand in en om Maastricht.

    Zondag (30 augustus) begaven zich zoowel 's morgens als 's middags, een groot aantal wandelaars in de richting van Smeermaes en Lanaeken, een paar grensdorpjes op een half uur afstand van Maastricht, waar sedert Donderdag Duitschers waren ingekwartierd. Door onze grenswacht werd echter niemand doorgelaten, die geen behoorlijke pas kon toonen. Tegen 12 uur werd vanuit de richting Tongeren schieten gehoord en tegen hallf twee waren toen al de aanwezige Duitsche troepen overhaast in die richting afgetrokken. In de boerderij van Kallen tegenover het station was een sterk detachement cavalerie Ingekwartierd, een koe was geslacht en een groot aantal kippen, eenden en konijnen hadden eveneens het leven moeten laten. De binnenplaats lag als bezaaid met afgeslagen kippenkoppen en veeren Ook hadden zij nog een paard meegenomen. De boer had een zoogenaamd bonnetje, een eenvoudig uit een notitieboekje gescheurd blaadje, daarvoor in betaling gekregen. Op de keukendeur was met krijt geschreven :„Wachtstube 3e Komp.' Ook op andere, plaatsen waren nog paarden meegenomen, in 't geheel een 15-tal en allen hadden bonnetjes gekregen. Bij Amedée Martens, een café, kreeg ik er een te zien. Het luidde: „1 Pferd an die 3e Comp. Landw. inf. Rgt 20 afgegeben. Lanaeken 23-8-1914. SÜNGER, Landw. Unterofficler".

    De Burgemeester (Edgard de Caritat de Peruzzis toen nog in leven) toonde mij voor een bedrag van 6000 Mark van die bons. Hij had zes paarden moeten afgeven en had op zijn landgoed Peterheim gedurende eenige dagen een aantal Duitsche officieren Ingekwartierd gehad. Zaterdagavond was een soldaat van het 20e landweer regt., geboeid. Op aanwijzing van een burger, bij wien hij 60 francs uit de kast had gehaald, werd hij met een touw vastgebonden, in een kamertje opgesloten en door twee gewapende manschappen bewaakt. Toen de troep vertrok, werd hij of zijn paard vastgebonden meegevoerd. In de Gendarmerie, waar een aantal gehuwde gendarmen woonden, Is op werkelijk vandalistische' wijze huisgehouden. Alies Is daar kort en klein geslagen Met woest geweld zijn de kleederen en beddegoed vernield, kachels en fornuis omvergegooid, spiegels en schilderijen stuk geslagen en de boeken en papieren door elkaar geworpen en vertapt. Op de markt werd de Belgische vlag van het raadhuis gehaald en verbrand en op een in aanbouw zijnd hoekhuis de Duitsche vlag uitgestoken. In den winkel van Delzaine werd alles wat voor het venster stond, de straat opgegooid Van andere molestaties hoorde ik echter niets Op alle plaatsen waar zij in de café's waren geweest, hadden zij ruimschoots betaald. Bij eer boer op de Smeermaes, waar er zes waren geweest, gaven zij aan het dochtertje bij hun verrek ieder 20 pfennig. Er zullen, evenals overal elders in de maatschappij, ook in het Duitsche leger goede en kwade elementen zijn.

    De burgemeester van lanaken zal daarna aan het hoofd van een groep vrijwilligers de Duitsers regelmatig bestoken. De groep de Caritat verplaatst zich op motoren. Zo is er een aanval op Duitse soldaten in het dorp Mopertingen bekend

    Den 27e september had eene schermutseling plaats in de parochie (Mopertingen), tusschen Belgische vrijwilligers, die te Lanaken verbleven en Duitsche patroeljes: twee Duitsche soldaten werden nog al ernstig gekwetst, Daarop volgden eenige angs(t)volle dagen voor de gemeente, De Duitschers kwamen met versterking terug: De vrijwilligers trokken zich terug in de richting van Lanaken achtervolgd door den vijand, De Duitschers schoten op de vluchtende burgerbevolking: het is als een wonder dat niemand geraakt werd, de Burgemeester, zijn broeder Lambert Jans, zijn schoonbroeder Arthur Meyers, Hendrik Parthoens en andere burgers werden gevangen genomen, Hendrik Parthoens wed mishandeld zoodanig dat hem het bloed langs het aangezicht drupte, Zij werden verantwoordelijk gesteld voor het optreden der Belgische vrijwilligers, Indien er door deze nog geschoten werd op het grondgebied Mopertingen, dan zouden zij allen worden doodgeschoten en de gemeente zou worden afgebrand, Dewijl er gedurende eenige dagen niets meer was voorgevallen werden de hogergenoemden in vrijheid gelaten, doch gedurende vele dagen moesten de leden van de gemeenteraad zich beurtelings als gijzelaar stellen te Bilzen. Enkele dagen later zijn dan de hier onder vermelde feiten voorgevallen. 

    Edgard zal in oktober van 1914 als enige van die groepvrijwilligers het leven laten te Hamont eveneens bij een gevecht met de Duitse troepen die hen vanaf 4 oktober na een aanval op Lanaken, waarbij de Duitsers heel wat openbare huizen en burgerwoningen in brand staken, doen vluchten richting Hamont. Na de dood van De Caritat werd zijn lichaam naar Maastricht getransporteerd en gaven zijn mannen zich over aan de nederlandse Grenswacht, die hen arresteerden en interneerden.


    Tags:WOI , Lanaken, Burgemeester de Caritat de Perruzis,Duitsers.
    20-12-2013
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.republikeinse kalender

    Als je genealogisch onderzoek doet kom je de periode tegen waarin de Fransen ook in onze streken de republikeinse kalender invoerden. Er bestaan richtlijnen om die data om te vormen tot de Gregoriaanse kalender. Ik vond een artikel in een almanak uit het jaar 1899.

    De Franse republikeinse kalender, ontworpen door de wiskundige Charles-Gilbert Romme en de schrijver, acteur en dichter Fabre d'Églantine, werd ingevoerd tijdens de Franse Revolutie als gevolg van de scheiding van Kerk en Staat. De tijd werd niet langer vanaf de geboorte van Christus gerekend, maar vanaf 22 september 1792, de geboorte van de Eerste Franse Republiek.

    Tekst uit de Almanak van 1899 in overgang naar een nieuw millennium de 20e eeuw. Uit het Hoogduits vertaald. geschreven door  pastoor L. Kist.

    In Frankrijk werd tijdens de groote revolutie het moderne heidendom plechtig ingeleid met de afschaffing van den ouden, christelijke Almanak en de invoering van eenen materialistischen. Het Convent (naam dien de nationale vergadering in de Fransche revolutie na den 10en augustus 1792 aannam), sprak hieromtrent zijne bedoeling onverholen uit. Fabre d’Englantine, een ongeloovig, heet gebakerd toneeldichter, zei op den 6 october 1793 in het Convent:

     “wij kunnen de jaren, tijdens welke de koningen ons verdrukten, niet beschouwen als eenen tijd waarin wij geleefd hebben. De vooroordeelen van den troon en van de Kerk bevlekten elke bladzijde van den almanak, waarvan wij ons bedienden. Dat is echter nog niet het ergste. Het langdurig gebruik van den gregoriaanschen kalender heeft het geheugen des volks met een aantal denkbeelden opgevuld, die het langen tijd heeft vereerd en welke nog altoos eene bron zijn van godsdienstige dwalingen (?). Het is dus meer dan tijd deze droomen van domheid (!) te vervangen door datgene, wat door de rede als waar is erkend, en in de plaats van priestervoordeelen de waarheid van de natuur te verkondigen, Gij moogt in zaken  van onderwijs het volk geen andere denkbeelden onder het oog brengen, den die, welke geheel en al het karakter van algemeen nut hebben. Derhalve moet gij door den almanak, het meest gelezen volksboek, liefde tot den landbouw inprenten. Het landbouwbedrijf is voor een volk, dat door hemel en aarde met oveel voorliefde wordt betracht, eene hoogstbelangrijke zaak…… de priesters hebben op iederen dag eenen heiligen geplaatst. In deze lange rij is geen methode; zij heeft geen nut; het is veeleer eene aaneenschakeling van bedriegerijen. De Heiligen moeten uit den almanak verdwijnen en plaats maken voor essentiële, wezenlijk bestaande dingen, namelijk de nuttige voortbrengselen der aarde, de werktuigen, waarvan wij ons bij den akkerbouw bedienen, de huisdieren, deze trouwe helpers bij onzen arbeid.  Deze huisdieren hebben veel meer waarde voor ons, dan de door Rome Heilig verklaarde geraamten uit de katakomben…. Daarom vermelden wij achter iederen dag: de zaden, de struikgewassen, de boomen, de knolgewassen, de bloemen en vruchten, welke de natuur ons dan juist oplevert, en achter ieder quintidi (vijfde dag der decade (week van 10 dagen). Het huisdier, hetwelk daarop betrekking heeft, en achter ieder decadi (tienden dag) het werktuig, dat de werkman in de volgende dagen noodig heeft. Daardoor zullen wij tevens verwijzen, dat de tijd gekomen is, dat de boer hooger staat dan alle koningen de aarde te zamen, en dat de akkerbouw als de eerste kunst der burgerlijke samenleving geldt. Op die manier zal ieder burger van Frankrijk weldra het noodzakelijkste van  den akkerbouw verstaan, en weldra zullen de stedelingen leeren, wat de natuur op iederen tijd van het jaar voortbrengt”.

    De christelijke feestkringen, de feest- en herinneringsdagen der heiligen, de tijd van advent en vasten de octaven van é h. Sacrament en Allerzielen werden afgeschaft.

     Het eerste jaar en de eerste dag van den nieuwen republiekeinschen kalender begon op den 22 september 1792. Het jaar was verdeeld in 36 decades (weken van 10 dagen). De 12 maanden, ieder van 30 dagen, heetten; Vendémiare, (Wijnmaand van 22 september tot 21 october), brumaire, (Nevelmaand) frimaire ( rijp- of rijmmaand), Nivóse ((sneeuwmaand), ventóse (windmaand), pluvóse (regenmaand), Germinal (kiemmaand of spruitmaand), florial (weidemaand), messidor (oogstmaand), thermidor (hittemaand), fructidor (vrucht- of fruitmaand).

    De laatste dag van deze maand was de 16e september van ons jaar. De vijf overige dagen (in een schrikkeljaar 6) van het republikeins jaar (jours complememtaires, aanvullingsdagen of sansculottides naar de sans culottes (broekloozen) tengellooze aanhangers der volkspartij genoemd) heetten: de eerste (17 september) jet feest van het genie, de tweede het feest van den arbeid, de derde het feest der daden, de vierde het feest der belooningen, en de vijfde het feest der meening. De 10 dagen van iedere decade (week) heette: primidi, duodi, tridi, quartidi, quintidi, sextidi, octidi, nonidi en decadi, de rustdag.

    Buitendien had iedere dag van het jaar nog zijn bijzonderen naam. De namen der dagen van de eerste maand of vendémiaire werden aldus genoemd: a

    1. Druif 2. Saffraan, 3. Kastanje, 4. Tijloos (in de herfst bloeiende krokusachtige bloem) , 5. Paard, 6. Balsemijn, 7. Gele knol of raap, 8. Duizendschoon, 9. Pastinaak (pinksterwortel), 10 kuip, 11. Aardappel, 12. Gele immortelle (helicryse of strobloem), 13. Paddestoel, 14. Breukkruid, 15. Ezel, 16. Nachtschoone (geurende bloem, latijnsMirabilis jalapa ), 17. Pompoen, 18. Boekweit, 19. Zonnebloem, 20. Wijnpers, 21. Hennep, 22. Perzik, 23. Pootraap, 24. Gort (gepelde gerst), 25. Os, 26. Melanzaanappel (aubergine), 27. Druivenkruid, 28. Gouden liefdesappel (tomaat, latijnse naam poma amoris) , 29. Gerst, 30. Vat, ( dat waren alzoo de moderne heiligen der eerste maand van den republikeinsche almanak).

    Hoe edel, hartroerend, leerrijk en verdienstelijk een dag te beleven gewijd aan het paard, den ezel, den os, de kuip en het vat. Alle professoren, onderwijzers en onderwijzeressen, allen vaders en moeders, allen gouverneurs en gouvernantes werd ingescherpt hunnen leerlingen en kinderen den nieuwen almanak te verklaren, hun die in het geheugen te prenten en hen aan het gebruik te gewennen, Maar de Franschen bekreunden zich geenszins om de namen, die men aan de 365 dagen had gegeven: ze noemden ze met de getallen der 30 dagen. Zij noemden bijvoorbeeld de eerste dag des jaars 1 vendémaire.

    De republikeinsche kalender was zeer ingewikkeld en wijl ook de indeeling der uren veranderd was, bracht hij eene groote verwarring te weeg met betrekking tot de bepaling van geboortedagen, de vervaldagen van rente en eindigen van contracten. Na een veertienjarig bestaan werd hij door een decreet van den 9 september 1805 door Napoleon afgeschaft en sedert den 1 januari 1906 houdt men zich in gansch Frankrijk aan den Gregoriaanschen almanak. Tot op den huidigen dag (geschreven in de almanak van 1899) ondervindt Frankrijk nog de nadelige gevolgen van dezen heillozen kalender. Het volk verleerde het vieren van de zon- en feestdagen: men werkte op die dagen openlijk: de godsdienst-uitoefeningen werden niet bijgewoond, en jaren achtereen naderde men niet tot de H. sacramenten. Dit was en is nog vaak het geval bij de mannen in de groote steden .

    De beide opstellers van den eersten republikeinschen almanak, Gilbert Romme en Philippe françois Nizaire Fabre dÉglantine, twee verwoede voorvechters van de revolutie en hevige Jacobijnen stonden voor den dood van Lodewijk XVI: beiden werden later door de eigen partij van verraad beschuldigd en ter dood veroordeeld. Fabre werd den 5. April 1794 met Danton en Camille Desmouline op het schavot geguillotineerd. Romme, zijn doodvonnis vernemende, doorstak zich met eenen dolk, even als zijn vijf medemakkers, Duquesnoy, Gonjou, Bourbotte, Duroy, en Soubrany. Fabre en nog twee anderen waren onmiddellijk dood, 3 april 1794. De drie anderen werden bloedend naar het schavot gesleurd en onthoofd.


    Tags:republikeinse kalender,frankrijk,decadi,almanak,
    13-12-2013
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Paardenskelet (Joep) terug in Borgharen rustend in hoeve Hartelstein.

    Het massagraf van paarden ten noorden van Borgharen (Nl), aan de andere zijde van de Maas bij Smeermaas, dat ontdekt werd in 2010 tijdens de werken in de Grensmaas, werd na 3 jaar onderzoek gedateerd.

    Door de archeologen die onderzoek deden naar dit voor Europa unieke en grootste paardengraf tot nu toe, werd er het jaartal 1794 op geplakt. Het paardengraf werd in 2010 gevonden tijdens opgravingen voorafgaand aan de Maaswerken.
    Toen men het massagraf destijds vond in een sleuf, die waarschijnlijk gediend heeft ter bescherming van de belegeraars, was men totaal verrast, want tijdens de boringen, die gedaan werden vóór de werken in de Grensmaas een aanvang namen, werd die plaats niet aangeboord. In totaal zouden hier 65 paardenskeletten gevonden Alhoewel men in het begin dacht, met een begraafplaats te doen te hebben uit de 80 jarige oorlog, hebben de archeologen het graf nu gedateerd, door de aanwezigheid van bewijsmateriaal in de vindplaats.

    Volgens archeoloog Willem-Simon van de Graaf, waren de vondst van een pijpenkop, een bronzen gesp en Engels aardewerk doorslaggevend voor de datering (na 1750) van de dierlijke resten. Voor het onderzoek werd in totaal 630 kilogram aan paardenbotten minutieus onderzocht. In het graf trof men tussen de botten ook nog 20 kogels, 188 hoefijzers en een aantal gespen aan en in sommige skeletten waren kogelgaten die er op wezen dat ze in een veldslag waren opgelopen. Een aantal had geen kogelgaten, van die wordt verondersteld dat ze aan een ziekte overleden zijn.

    De samenwerking tussen de Gemeente Maastricht en uitvoerder van de werken 'het Consortium Grensmaas', heeft er toe geleid dat ze de zorg zullen dragen voor de permanente expositie van één van de skeletten in Borgharen. 
    Afgelopen woensdag was het zover en werd het skelet, dat in een vitrine liggend, in de Hoeve Hartelstein in aanwezigheid van Wethouder Gerdo Grootheest voor de verzamelde pers en genodigden onthuld. 
    Dit is het tweede skelet uit het graf dat geëxposeerd wordt, want reeds eerder werd dit gedaan te Leiden. het eerste geconserveerde skelet maakt namelijk deel uit van de vaste collectie van het Rijksmuseum van Oudheden te Leiden.

    Voor een derde expositie is er vraag vanuit Lanaken om ook daar een van de 65 paarden te exposeren, er van uit gaande dat alle belegeringen van Maastricht steeds plaats vonden van op Lanakens grondgebied, van Kesselt tot Rekem, waarbij Pietersheim en Hocht steeds ingenomen werden als hoofdkwartier voor de belegeraars. Over de haalbaarheid van deze vraag zullen op korte termijn onderhandelingen starten. Het resterende deel van de skeletten gaat naar het archeologisch van de gemeente Maastricht.
    Er is overigens heel wat meer gevonden tijdens de werkzaamheden in de uiterwaarden van de Maas. Romeinse en Merovingse vondsten werden gedaan maar ook uit de steentijd, zo’n 10.000 jaar, werden bewerkte vuurstenen gevonden. Een gave zilveren oorhanger uit de vijfde of zesde eeuw na Chr. werd door een dame, uitgedost in kledij uit die periode, getoond aan de aanwezigen.

     


















    Onder een  Neoliticus, een Merovingenvrouw en twee Fransmannen verenigd in de Hoeve Hartelstein.


    Tags:borgharen,massagraf paarden,smeermaas,paardenskelet,hoeve hartelstein, gerdo Grootheest
    28-08-2013
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Van Schaapherder tot wonderdokter 'Ménneke van Spouwe'.

    Onze grootouders weten er nog van mee te spreken. Als ze een kwaaltje hadden dan werd veel naar Spouwen gegaan voor een zalfje of een kruidenextract. “ De moos nao ’t ménneke van Spawwe goon dei wét dao wel raod mét’, werd hen vaak gezegd als ze behept waren met de een of andere kwaal.

    Het bedoelde ménneke van Spouwen, Fransicus Vangronsveld en zijn echtgenote,  Anna Maria Cuenen  stierven kort na elkaar in 1939 respectievelijk 58 en 47 jaar oud . Zij overleden beiden in de winter van 1939. Zij lieten één weeskind (Frans geboren 16/12/1921) achter in de leeftijd van 17 jaar. Deze wees Frans Vangronsveld zou later in de politiek gaan en het schoppen tot Senator. Het echtpaar had nog een zoontje dat echter overleed op 8 jarige leeftijd ten gevolge van hersenvliesontsteking. Zo zie je maar dat je ondanks dat Fransiscus aangezien werd als wonderdokter hijzelf, zijn echtgenote en een zoontje overleed aan virale ziektes. De Griep (Spaanse griep?) en hersenvliesontsteking.

    Fransiscus, die begon als schaapherder zoals zijn vader (eveneens Fransiscus genaamd, geboren te Kleine Spouwen gehuwd met  Elisabeth Vanroij van Grote Spouwen), kon van een Maastrichtenaar het bereidingsrecept overnemen voor de bestrijding van Reuma. Door het verkrijgen van dit recept en het verzamelen van verschillende kruiden, kreeg Fransiscus steeds meer kennis van hun werking. Zijn thee, drankjes en wonderzalfjes kregen dan ook steeds meer bekendheid. Men noemde hem ofwel de wonderdokter van-, of  het ‘Mënneke van Spouwe’. In de Walen was dat ‘Monsieur le Berger’ verwijzend naar schaapherder.  Doordat de zaken zo evalueerden, dat Fransiscus het niet langer alleen aan kon, werd zijn jongere broer Hermanus opgenomen in de zaak om hem bij te staan. Omdat het steeds beter ging met de zaak, werd ezel en ezelkar aan de kant gezet, voor een vrachtwagen om de kruiden te vervoeren die ze grotendeels zelf verzamelden. Later kwam daar nog een 16 jarige jongeling bij die hielp met plukken en tevens de vrachtwagen bestuurde.

    De zaken bleven in stijgende lijn gaan en mede hierdoor kwamen er reclamaties van dokters en apothekers. Hun klacht was dat Het manneke van Spouwen onwettig geneeskunde  bedreef, zonder de nodige kennis van de geneeskunde.  Om zijn zaken voort te zetten was hij genoodzaakt, nadat hij in eerste instantie er af kwam met een geldboete en een tweede keer met een strenge veroordeling, om een gediplomeerd geneesheer (Dokter Louis Castelain uit Brussel),  in dienst te nemen. Deze bleef vanaf 1933 tot aan de dood van Fransicus in dienst. Intussen had de handel Fransiscus in staat gesteld om een statig landhuis te laten optrekken op de kruising, Tongeren-Mopertingen en Riemst Bilzen.

    Zijn zoon –Frans- werd later de stichter en bedrijfsleider van het autocarbedrijf “De MORGENSTOND”. Voor CVP werd hij, Burgemeester van Spouwen en Kleine Spouwen en Senator. Geboren in 1921 overleed hij op 5 september 2004 hij werd 83 jaar oud. Zijn echtgenote José Vandersande overleed in 2009.

    Hun zoon Alex stapte eveneens in de politiek voor CVP later CD&V, onder burgemeester Jules Gobijn en werd in Lanaken in zijn tweede legislatuur burgemeester en volksvertegenwoordiger in de Vlaamse Raad voor de kieskring Tongeren Hasselt. Alex  is tegenwoordig nog altijd lid van de gemeenteraad Lanaken als raadslid en ereburgemeester.

    In 2006 wijdde Jean Maenen voorzitter Kon. GOSSU een artikel in GOSSU Tijdinge, aan het ménneke van Spouwen


    Fransiscus Vangronsveld vooraan, Op de fiets Hermanus voor het huis van Fransisus.
    Fransiscus en zijn echtgenote Anna Cuenen

    Tags:Kon. GOSSU,Lanaken,Vangronsveld,Wonderdokter,Kruiden
    18-08-2013
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Leon Lemmens vertelt: Bombardement in Maastricht op 18 augustus 1944
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Het was nog  een van die warme dagen afgelopen maand en al  vroeg in de morgen te zien dat heteen dag werd om te plukken. Aan de Maas in Smeermaas gaan de mannen met de Dumpers en graafmachines weer aan de slag. Aan Nederlandse zijde is dat de weerdverlaging, die op grote schaal wordt aangepakt. Aan Belgische zijde zijn ze bezig met de afwerking van de oever en de afrastering.

    Op het vlakke deel langs de Maas, op de grens tussen Lanaken en Maastricht, bij de Kajakavaartplaats zit Leon Lemmens uit Maastricht te vissen .

    ”Ze biete neet vandaog, iech höb nog geine beet gehat"zegt Leon. "'t water is ouch väöl te klaor, dat heet de vès neet zoe gere".

     

    We raken met Leon in gesprek en van het een komt het ander.

    De 78 jarige Leon Lemmens, gepensioneerd rangeerder bij de Spoorwegen,  vist al bijna een mensenleven lang langs de Maas. "Geen enkele vis gaat mee naar huis want ik heb nog nooit een vis gegeten zelfs niet uit de winkel zegt Leon".

    Leon heeft ook een tijd lang in Smeermaas gewoond. Hij was toen een buurman van Aloïs beter bekend als  ’t  ‘Pepermenneke’. Daar heeft hij mooie herinneringen aan. 

    Zijn bijzonderste herinnering ligt in het oorlogsverleden van Maastricht en wel op een dag dat hij weer eens zat te vissen aan de Maas. Het was in de zomer van 1944 op een dag dat de temperaturen net als de dag van dit gesprek opliepen tot 30 graden. Op die memorabele dag, om precies te zijn vrijdag 18 augustus vond een bombardement plaats door Amerikaanse vliegtuigen die de opdracht hadden de spoorbrug te bombarderen, om het Duitse leger te verhinderen terug te trekken via het spoor.

    Leon vertelde zijn verhaal over de raid op de spoorbrug in Maastricht op 18 augustus 1944. Toen was hij 11 en zoals gewoonlijk aan de Maaskant, in de omgeving van de Blekerij (Sint Pieter) aan het vissen. Hij was er niet alleen maar met enkele andere vissers, waaronder volwassenen.

    Plots zagen zij een groep vliegtuigen overkomen die vlak over de huizen en de Maas scheerden, gevolgd door nog een andere groep van dezelfde grootte en type. De oudere vissers vluchtten toen naar boven roepende, “die goon de brögk aonvalle weg heij!". Leon vluchtte toen ook weg  naar een veilige plaats. Even later waren er zware slagen te horen en daverden de huizen op hun grondvesten. De mensen waren ervan overtuigd dat de spoorbrug in de lucht gevlogen zou zijn. Maar niets was minder waar. Niet de brug, maar de twee Maastrichtse woonwijken  ‘Kreije- en ’t roed dörrep’ waren getroffen met een massa slachtoffers tot gevolg.

    Achttien augustus 1944 staat dan ook in zijn geheugen gegriefd als de dag dat meer dan honderd bewoners van de twee Maasdorpen het leven lieten.

    "Toen de mensen, na een bijzondere plechtigheid in de Sint Servaas en de Sint Jan, begraven zouden worden op het kerkhof aan de Tongerseweg, waren de kisten o.a. “geladen op wagens van Drankhandel Beiten”, weet Leon nog te vertellen.

     

    “Met de neus dicht geknepen stonden mensen rijendik langs de kant de lange stoet gade te slaan. Een doordringende geur verspreidden de slecht gekiste slachtoffers van het Amerikaanse bombardement“. 

    Met als doel de terugtocht van de Duitse bezetter te bemoeilijken, hebben de geallieerden, op die 18e augustus 1944, de spoorbrug in Maastricht willen verwoesten. 26 Amerikaanse B17 bommenwerpers hebben toe een tapijt van 156 bommen afgeworpen. Slechts één bom trof het beoogde doel, zonder veel schade.De rest kwam met verschrikkelijke gevolgen terecht in de twee woonwijken die op de linker en rechter Maasoever gelegen waren, zoals te zien is op de foto hieronder na het bombardement en de foto daaronder zoals het er uitzag in 1939.

    Wrang als we weten dat nog geen maand na het bombardement   de bevrijders via Eisden Maastricht kwamen bevrijden.



    Tags:bombardement 1944 maastricht,woii,burgerslachtoffers
    14-08-2013
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Frans Huygelen beeldhouwer oorlogsmonument St Pieter Oud Rekem
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Ik schreef dit artikel in maart 2008. Het wordt nu weer actueel nu Minister Bourgeois het Oorlogsmonument van Rekem  in 2012 op een voorlopige lijst zette met nog 24 andere monumenten. 

    25 herdenkingsmonumenten in Limburg voorlopig beschermd.

    31 december 2012

    Vlaams minister van Onroerend Erfgoed Geert Bourgeois heeft de voorlopige bescherming van 25 oorlogsgedenktekens van WO I en WO II in Limburg ondertekend. De gedenktekens, opgericht ter herinnering aan de gesneuvelde soldaten en burgerslachtoffers van de lokale gemeenschap, zijn verbonden met een belangrijke veldslag of locatie, of zijn opgedragen aan een binnen – of buitenlandse militaire eenheid. In principe volgt, na het doorlopen van de procedure met onder meer een openbaar onderzoek, binnen het jaar de definitieve bescherming.

    “Oorlogsmonumenten van WO I en II herinneren niet alleen aan de krijgsverrichtingen,” verduidelijkt minister Bourgeois, “maar ook aan de traumatische gebeurtenissen in een streek of gemeente

    Het gaat om oorlogsgedenktekens in de provincie Limburg, voorgedragen wegens hun artistieke, historische en/of sociaal-culturele waarde:


    Oorlogsmonument voor gesneuvelden 14-18 te Oud Rekem

     

    In Rekem op St Pieter staat een prachtig monument van een soldaat met vlag en Geweer.

    Onder dit monument is een grafkelder waarin drie Rekemmenaren begraven liggen die sneuvelden voor het vaderland. Het kunstwerk is van de hand van Huygelen Frans geboren te Antwerpen 1878 en te Ukkel overleden in 1940.

    Er is niet zo heel veel geschreven over het leven van de kunstenaar.

    In het Biografisch woordenboek kunnen wij over hem het volgende vernemen.

    HUYGELEN Frans

    Antwerpen 1878 - Ukkel 1940   

    Beeldhouwer, medaillist en schilder. Opleiding aan de Antwerpse Academie (vanaf 1892) en het NHISKA (1907, T. Vinçotte). Leraar aan de Academie van Antwerpen (1920) en tien jaar later aan het NHISKA. Trekt in 1896 naar Parijs en ontdekt er de antieke beeldhouwkunst. Maakt in 1899 een studiereis naar Londen. Behaalt in 1900 de Romeprijs en reist over Duitsland en Zwitserland naar Italië. Vestigt zich in 1904 definitief in Ukkel. Brengt WO I in Londen door. Tijdens de naoorlogsjaren wordt hij overstelpt met opdrachten. Hij beeldhouwt gedenktekens voor Peruwelz, Rossignol, Dinant en Rekem en krijgt talrijke opdrachten voor standbeelden in Brussel (Brialmont, C. Woeste, Generaal Thys...). Hij blijft verder werken in de geest van zijn leermeester, creëert harmonisch gemodelleerde beelden in een traditionele vormgeving en bewerkt bij voorkeur het Carrara-marmer, soms ook ivoor (1912-13). Tijdens de economische crisis gaat hij opnieuw schilderen. Hij is zeer productief: een tiental standbeelden, meer dan 180 beelden en een tiental medailles naast tal van tekeningen en schilderijen. Hij neemt tijdens zijn kunstenaarsloopbaan aan ongeveer honderd tentoonstellingen deel, een twintigtal daarvan in het buitenland. Retrospectieve in Antwerpen

     

    Enkele van zijn werken zijn:
    u Congrès   PLace de Louvain

    Alexis Brialmont '1821-1903) par Frans Huygelen '(1878-1940)

     

    Quartier Nord-Est   Parc du Cinquantenaire

    Général Albert Thyl (1849-1915) par Frans Huyghelen (1878-1940)

     

    Parc et palais   Place du Trône

    Léopold II (1835-1909) par Thomas Vinçotte (1950-1925) et Frans Huygelen (1878-1940) (arch. François Malfait)

     

    Schaerbeek   Parc Josaphat

    1924 Nestor de Tière (1856-1920) par Frans Huygelen (1878-1940)

     

    Quartier-Louise   Avenue Franklin Roosevelt

    1932 Baron Lemonnier (1860-1930) par Thomas Vinçotte (1950-1925) et Frans Huygelen (1878-1940)




















    13-08-2013
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Jaak Croux en St Theunis

    Onze familie werd extra beproefd tijdens de ‘Groote Oorlog’.

    Antoon woont aan de Maaseikersteenwer in Smeermaas.

    Als ik oude foto’s heb dan loop ik bij hem binnen om te weten te komen of hij mensen op die foto’s kent. Zo ook nu ik een aantal foto’s op de kop heb kunnen tikken uit het album van Eerwaarde Heer Pastoor Meertens (Zaliger). Pastoor Meertens was tot 1966 de herder van de St Jozef parochie Smeermaas en heeft een groot aantal foto’s van de bouw van de kerk verzameld.  Deze foto’s ga ik hier op Seniorenblog  plaatsen.

    Maar toch eerst het interessante verhaal dat ik van Antoon (Twain) vernam. Het handelt over zijn vader die in de ‘Groote Oorlog’ precies drie dagen aan het fort Boncelles weerstand bood tegen de oprukkende Duitsers. Het regiment waartoe hij behoorde was alreeds verplaatst  de fortbezetting bleef om de oprukkende Duitsers tegen te houden zodat het leger zich kon formeren.

     

    Donderdag 6 augustus 1914.

     

    (Omstreeks 03.00 uur in de ochtend van 6 augustus deed de Duitse infanterie een stormaanval op de ruimten tussen het fort Boncelles en de Ourthe.

    In gesloten gelederen rukte, gedurende vijf uur,golf na golf op; zij werden echter door het hevige geschutvuur vernietigd. Overlevenden vielen ten prooi aan de moordende Belgische mitrailleurs. Er zijn toen heel veel Duitsers om het leven gekomen omdat ze bij de tocht naar Boncelles in wanorde waren geraakt. Per vergissing waren eenheden een verkenningsgroep gevolgd en kwamen zij vast te zitten in smalle wegen. Toen deze vergissing ontdekt werd was het voor hen te laat en werden zij door het geschutvuur weggemaaid.)

     

    Het verhaal van Pa Croux vertelt door zijn jongste zoon Antoon.

     

    In Lanaken vertrok de tram in het centrum bij de Providentia, daar stapten alle soldaten van Lanaken op richting mobilisatiebestemming.

    Pa ging  op de 1e augustus, de dag van de mobilisatie , binnen. Hij  lag aan het fort van Boncelles toen de oorlog in alle hevigheid losbarstte.

     

    (Het regiment waartoe hij behoorde had zich terug getrokken rond Leuven, de bezetting van de forten moesten achterblijven en de manschappen in de loopgraven tussen de forten om de Duitse inval te stuiten. Dapper maar met de nodige angst voldeden zij aan die opgelegde rol in de eerste dagen van ‘de Groote Oorlog’ maar hun lot was bezegeld de Duitsers zouden over hen heen walsen. Velen zouden hier voor het vaderland sterven anderen werden krijgsgevangene).

     

    Pa vertelde ons, meer dan eens, dat hij in een loopgraaf lag met zo’n 60 man. Rond de loopgraven lag een prikkeldraadversperring. Het geweer van de verdedigers lag boven op de borstwering, zij staken hun hoofden niet boven deze borstwering uit, maar vuurden zonder te kijken waar hun kogels terecht kwamen. Plots, zonder hem gezien te hebben, rolde zich een Duits officier in hun loopgraaf met getrokken revolver en hield hen onder schot.

    Toen er van uit hun loopgraaf niet meer geschoten werd, kwamen Duitse soldaten van alle kanten, (met  in de ene hand het geweer in de andere een fles jenever ze waren ladderzat), door de prikkeldraadversperring, met de bajonet op het geweer aanlopen en er zouden zeker doden gevallen zijn als de Duitse officier niet geroepen had dat het krijgsgevangenen waren. Pa zou op deze zesde augustus krijgsgevangene worden en weggevoerd worden naar het Duitse krijgsgevangenenkamp Soltau in Neder Saksen. (Dit was het grootste gevangenenkamp van Duitsland tijdens de Eerste Wereldoorlog en telde maar liefst 70 barakken waarin voornamelijk Franse, Russiche en Belgische soldaten waren ondergebracht). 

    In een beschrijving van Luc Klaps staat te lezen dat Croux aan het Fort Boncelles op de 8-8-1914 en dat zijn beroep Smid was. Zijn volledige voornamen staan vermeld als Jaques Walthery.

    In de zomer van 1920 werd dit kamp gesloten en werden de barakken en de gronden verkocht  er staat enkel nog een gedenksteen op het gevangenenkerkhof..

    Pa en zijn maten werden tijdens hun gevangenneming verplicht hun kleren uit te doen, die ze later wel terugkregen maar daardoor gebeurde het dat niet iedereen zijn eigen kleren terug kreeg. Toen Pa zijn kleren moest afgeven is hij zijn papieren ook kwijt geraakt en had hij geen documenten meer om aan  te tonen wie hij was.

    Pa werd op transport gezet naar Duitsland en zou daar de gehele verdere tijd van de oorlog in een krijgsgevangenschap verblijven.

    In het krijgsgevangenenkamp ging hij na een tijdje werken bij een boer waarvan de zoon aan het front was ingedeeld. Met enkele paarden deed hij het nodige boerenwerk tussen zeven uur ’s morgens en zes uur ’s avonds. Na de arbeid keerde hij  steeds  terug naar het kamp.

     

    Ik weet nog dat pa zei dat hij eens zwaar verkouden was (griep) en dat de boerin hem goed verzorgd heeft met medicamenten en na enkele dagen goed zweten er goed bovenop gekomen is. De boer en boerin waren goed voor pa maar toch haatte pa de Duitsers en dat is zo gebleven tot aan zijn laatste ademstoot.

     

    Thuis wisten ze niet waar pa verbleef en was de onrust groot, zoals bij pa zelf ook de ongewisheid groot was over het welbevinden van zijn echtgenote waarmee hij op 23 mei 1914 getrouwd was en die in zwanger was.

     

    Ma werd ‘weduwe’ en beviel op 26 januari in 1915 van een tweeling, beiden stierven binnen een en drie maanden.

     

     

    Thuis wist ma niet waar pa verbleef of hoe het met hem ging. Ma was in verwachting van een tweeling. Toen kwam op een kwade dag de tijding dat pa gesneuveld was in de slag van Luik samen met ene (Cauberg) van de Bessemerstraat. Je kunt je wel voorstellen wat dat voor indruk gemaakt heeft in de familie en zeker bij een zwangere vrouw. Vanaf die dag  was haar man dood en zij officieel weduwe.

     

    De Wijsvrouw van Smeermaas.

     

    Mijn grootmoeder, de moeder van ma, was de Catharina Lemmens uit de Sapstraat nr. 5 in Smeermaas, vroedvrouw ( de wijsvrouw) van Smeermaas en een groot deel van Lanaken, Itteren, Borgharen en waar men haar nodig had.. Heel wat borelingen heeft zij op de wereld gebracht terwijl het ook wel eens misging. Ze deed alles te voet en ging zelfs tot Borgharen met het veer dat toen nog in Smeermaas lag. Als zij ’s nachts geroepen werd ging zij nooit met één man alleen er moesten minstens twee mannen zijn om haar te vergezellen. Soms deed zij een bevalling waarbij de kraamvrouw op de matras lag zonder lakens. Dan ging Bomma bij gegoede luiden vragen om lakens. Voor de bevalling en 9 dagen zorg kreeg Bomma  welgeteld 9 frank en soms zelfs niets waar manlief meer in de herberg verbleef dan thuis bij vrouw en kinderen.

    Toen de tweeling zich aankondigde heeft mijn Bomma de bevalling van ma gedaan doch de twee mannekes waren zwak en werden amper een en drie  maanden oud van de eerste ging mijn grootmoederde bij de gemeente aangifte  doen van het overlijden en van de tweede was het mijn moeder zelf . Ik heb vaak horen zeggen dat Bomma meteen gezegd had dat ze beiden geel geel uitzagen en doordat ma de dood van pa niet verwerken kon; had dat een invloed op haar gezondheid.. Kort voor de bevalling kreeg ze een brief uit Duitsland.  

     

    Een brief in de bus, Pa leeft!  en ma was dus nooit weduwe.

     

    Ik zou u dit verhaal niet kunnen vertellen als mijn vader werkelijk gesneuveld was. Hoe was men tot de vaststelling gekomen dat hem om Pa zou gaan? Hoe was men tot die bevinding gekomen?

    Op de een of andere manier werden de papieren van pa op een gedode soldaat gevonden en werd er aangenomen dat die soldaat mijne pa was. Hierdoor werd de naam van pa samen met de naam van (Cauberg) van Lanaken, die wel gesneuveld was in één brief vermeld, als zijnde gesneuveld en doorgestuurd naar de gemeente Lanaken die de mensen op de hoogte stelde. En een vraag die zich opdringt is wie die gesneuvelde soldaat was en hoe kwam hij aan de papieren van pa. Het antwoord zal wel nooit boven water komen denk ik.

     

    Dan opeens een brief van Pa uit Duitsland.

     

    Op een ‘goede dag’ lag er plots een brief in de bus van pa waarin hij schreef dat hij krijgsgevangene was en gevangen zat in een krijgsgevangenenkamp in Soltau. Dit gevangenenkamp was het grootste tijdens de eerste wereldoorlog en telde maar liefst 70 barakken waar voornamelijk Franse, Russische en Belgische soldaten waren ondergebracht.

    In de zomer van 1920 werd dit kamp gesloten en werden barakken en de gronden verkocht en staat er enkel nog een gedenksteen op het gevangenenkerkhof.

     

    In dat kamp zat Pa en vandaar schreef hij zijn eerste brief na enkele maanden gevangenschap in het ongewisse van zijn overlijdensbericht.  Ondanks dat hij gevangen zat was dit onbevattelijk maar wel goed nieuws.

    Met de brief van Pa is Bomma toen naar de burgemeester van Lanaken gestapt en heeft daar ‘flink van haar tes gaan geven’. De burgemeester kon het niet meteen geloven en zei aan Bomma dat ze aan pa moest schrijven dat hij de burgemeester zelf een brief zou schrijven. Maar Pa leefde en in 1927 mocht ik na  de tweeling die overleed en  drie broers het levenslicht aanschouwen.  

     

    Geloof in oorlogstijd en St Anthonius.

     

    O ja! dit nog, Pa vertelde ons zo vaak als wij het horen wilden dat hij steeds gebeden heeft tot St Anthonius tijdens zijn gevangenschap. Voor dat hij gemobiliseerd werd was hij er steeds bij tijdens de St Anthoniusprocessie in Smeermaas. En het is daarom verwonderlijk dat op 17 januari 1919, op de dag van het patroonsfeest van St Anthonius, pa terug thuis arriveerde na viereneenhalf jaar gevangenschap. Op die dag lag ma in bed met de griep maar dan kon de blijdschap niet drukken.

     

    Ma overleed in 1960  in haar 70e  en pa overleed ‘voor de tweede maal’ in 1963.in de leeftijd van 72 jaar.

     

    een heel interessante site over de slag van Luik en de strijdende mannen rond Boncelles waar Jaak Croux krijgsgevangene werd, vindt u hier http://www.geocities.com/~brialmont/battle1.html



    Het fort Boncelles waar Jaak Croux in de loopgraven lag en waar hij krijgsgevangene werd gemaakt


    Keizer Wilhelm hij zou na de oorlog naar Nederland vluchten waar hij kasteel Doorn ging bewonen. En er ontstonden republieken.


    Belgische Krijgsgevangenen in Soltau 'Walsrode' 1915

    De klas 9 waartoe Jaak Croux behoorde 1909

    Ondanks de prikkeldraadversperring konden de Duitsers de stellingen der Belgen nemen. Er vielen heel wat slachtoffers onder de Duitsers die in de prikkeldraad bleven hangen. De volgende aanvallers kropen over hun gedode maten verder richting verdedigers.

    Pa en ma voor hun huis op hun oude dag

    Pa met een gehuurd kostuum voor een foto in Soltau die hij naar huis stuurde in januari 1915 vlak voordat de tweeling geboren werd. Ma ging werken bij een hooggeplaatst persoon in Hasselt. In dat huis was een deel in beslag genomen door de Duitsers. Ma kon het niet zo goed vinden met hen.

    Waltherus Veugen (1856-1930) en Catharina Lemmens (1859-1931) zij haalden voor die tijd een hoge ouderdom. Catharina geboren in Boorsem was de 'wijsvrouw'. Zij had daarvoor een cursus gevolgd in Hasselt. Heel wat Smeermasenaren, Lanakenaren en kinderen uit alle buurgemeentes hielp zij op de wereld zetten. Voor 9 dagen bijstand en verzorging ontving zij een bedrag van 9 frank. (en soms niets).

    De koning die bij zijn manschappen bleef aan de IJzer Hij werd de held van deze oorlog.


    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Foto uit de oude doos
    Klik op de afbeelding om de link te volgen Op hiernaaststaande foto zijn een aantal kajotters uit Smeermaas te zien uit de jaren direct voor de oorlog . In de oorlog was er geen Kajotterswerking door een verbod van Duitsland. Heeft u een verhaal over deze periode bij de kajotters laat het dan gewoon weten. Niet enkel van verhalen of gebeurtenissen van Smeermaas maar van heel grootlanaken zijn welkom.
    Klik op de foto voor vergroting.

    11-08-2013
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Bij beiden kanker vastgesteld en kankervrij verklaard na operaties

    De wielertoeristen passeren in massa de maasboord bij Smeermaas. Heel wat auto’s staan geparkeerd langs de Maas, de meeste met fietsenrekken  aan de achterzijde.

    Er staan een aantal rustbanken langs dit deel opgesteld die regelmatig gebruikt worden om  uit te rusten of om te genieten van het mooie uitzicht. Op de rustbank bij de St. Antoniuskapel, aan de begraafplaats, zitten twee senioren te genieten van het uitzicht, het zijn 75plussers.

    Als we tot een gesprek komen blijkt het om Marie Meuleberg uit Sittard en haar echtgenoot Wagemans te gaan, ze noemen hem wel eens Sjef.  Aldus Maria en Jozef bij de kapel van Smeermaas. Het paar is al vijftig jaar gehuwd. Ons gesprek gaat plots over de gezondheid van beiden. Sjef zegt dat zijn vrouw niet voor niets het mutsje draagt. Marie heeft sinds kort een pruik en de aanleiding daarvoor is een operatie aan haar schedel. Op een gegeven moment werd er huidkanker geconstateerd en dat moest verwijderd worden. Na eerst in Sittard onder het mes te zijn gegaan, kon ze meteen na de operatie mee naar huis. Thuis toen ze in de keuken stond zag Sjef dat het verband verschoven was en de wonde open lag. Hij zei “doe je jas maar aan we gaan terug naar het ziekenhuis”. Het ziekenhuis was nu het Universiteitsziekenuis in Maastricht. Hier werd na onderzoek een Mosh chirurg ingeschakeld die met zijn team weer een operatie uitvoerde. Marie is een tijdje na deze laatste operatie kankervrij verklaard.

    Maar toen was het de beurt aan Sjef. Sjef constateerde dat hij bij het fietsen snel buiten adem was en besloot om een onderzoek te laten uitvoeren. Toen werd bij hem longkanker vastgesteld. Een deel van een van zijn longen werd voor veertig procent verwijderd en bestralingen werden toegepast uitzaaiingen werden niet geconstateerd.

    Deze operaties op het echtpaar vonden plaats tussen 2010 (Het jaar dat ze stopten met hun schilderszaak) en verleden jaar. Beiden hebben nu te horen gekregen dat ze kankervrij zijn.

    Hun hobby is nu fietsen en veel in het "fietsparadijs". En ze willen nog lang genieten van al die bewonderenswaardige en kleine dingen die ze dagelijks tegenkomen.

     


















    Tags:kankervrij,huidkanker,longkanker,Sittard,Geleen,fietsroutenetwerk
    09-08-2013
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.86 jarige neemt mantelzorg op zichh voor 88jarige zus
    86jarige is mantelzorgdraagster van haar 88jarige zus en verdiend 'een pluim'.

    In een bushokje ‘Oppe Berg’ bij het ziekenhuis St. Barbara te Lanaken, zitten twee oudere dames. De 88jarige Marie José zit in een rolstoel de 86jarige José Marie is nog behoorlijk mobiel. Ze zitten niet op de bus te wachten. Uit ons gesprek dat volgt, blijkt de 86jarige de mantelzorg op zich genomen te hebben voor haar twee jaar oudere zus. Het zijn de zussen Wampers uit Opgrimby, waarvan de oudste sedert een jaar opgenomen is in het nieuwe rust en verzorgingstehuis naast het ziekenhuis.
    “Ik heb mijn zuster overal gevolgd waar ze naar toe ging i.v.m. haar ziekte, in de ziekenhuizen van Genk en Lanaken waar ze verbleef, het laatst voor een heupoperatie. Maar in het ziekenhuis kan je niet blijven en toen er een plaats vrijkwam in het rusthuis hebben WE die kans met beide handen aangegrepen. Ik wijk niet van haar zijde”.
    Marie José heeft geluk dat zij haar zus José Marie heeft want anders zou ze niet in het bos rond het rusthuis kunnen komen, althans dat is de mening van de jongste van de twee. Er zijn heel wat mensen die in de rust en verzorgingstehuizen verblijven, die geen 86jarige zus hebben om eens buiten de vier muren te komen. Jose lijkt wel een beetje bezorgd voor het wel en wee van haar zus. "Ik heb op tv gezien dat in juni toen het nog niet zo warm was dat er 700 mensen meer zijn gestorven dan verleden jaar in de zelfde periode, ik ben benieuwd wat dat voor juli zal zijn, toen het zo warm was" zegt ze.
    Laat ons hopen dat de twee zussen nog lang van elkaars gezelschap mogen genieten.

    José Marie verdiend dan ook een pluim voor haar zusterliefde.







    Tags:mantelzorgdrager,bejaarden passen op elkaar,zusterliefde,St Anna urust en verzzorgingstehuis lanaken.Wampers
    08-08-2013
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Oud Caberg ooit Pietersheims/Lanakens grondgebied.
    Een tochtje met de fiets door het Lanakerveld (Zouwdal) levert mooie plaatjes op. Door het eeuwenoude landbouwgebied met de meest vruchtbare akkers kom je via landwegen in het gehucht Oud Caberg. Dit gehucht maakte vroeger deel uit van Pietersheim-Lanaken. tot aan de Napoleontischt tijd (1794).In de periode dat Nederland en België na een periode van zo'n 15 jaar samen onder een koning hadden geleefd (1815-1830) kwam De opstand, aangewakkerd door de Franse revolutionairen. Het begon met een toneelstuk 'de Stomme van Portici' in Brussel. Uiteindelijk werd het de aanleiding om een grens te trekken tussen beide landen. Bij de grensbepaling viel een stuk van Caberg ten deel aan de nieuw gevormde gemeente Oud Vroenhoven.

    De belangrijkste straat in Oud Caberg voor wat betreft de Lanakense huizen en hoeves is de Van Akenweg.Via de website van Oud Caberg kunnen we het volgende vernemen.De Van Akenweg loopt langs de rand van de overgang tussen laagterras en middenterras van het Maasdal en deze locatie was een ideale plek voor de vestiging van boerderijen, die vanaf deze positie zowel nabij de laaggelegen natte graslanden en vlakbij de hoger gelegen akkerlanden lagen. Tot het eind van de achttiende eeuw behoorde een deel van Caberg tot de heerlijkheid van Pietersheim, bij Lanaken (B.). In 1609 was het leengoed Caudenborgh (Caberg) in bezit van Anne van Herckenrode.De hoeve bestaat uit een negentiende eeuws herenhuis aan de Van Akenweg met op het achterterrein een lange hooischuur, die aan de zuidzijde door een dwars geplaatste schuur met het herenhuis verbonden is. Ten zuiden van de boerderij ligt een ommuurde huisweide. Het herenhuis omvat drie bouwblokken. In het hoog oprijzende middengedeelte bevindt zich nog een fragment van de ontlastingsboog van een vroegere inrijpoort. Links staat een breed bouwblok met twee bouwlagen dat met een schilddak is gedekt en rechts van het middendeel ligt een lager bouwdeel van een bouwlaag onder een zadeldak. De lange schuur op het achterterrein heeft aan weerszijden grote ronde inrijpoorten die over de volle hoogte van de gevels zijn geplaatst.

    Er zijn meer gebouwen in Oud Caberg die eveneens bezienswaardig zijn.


    Tractoren op weg om het stro binnen te halen in de oogstmaand

    Landmarks in het Zouwdal













    Tags:Grootlanaken,lanaken,pietersheim,oud-caberg,landbouw,1830-1839,WillemI,opstand


    Foto

    Mijn favorieten
  • kerkschatten Sint Ursula Lanaken
  • Lanakenaren op de vlucht in WOII
  • hbvl nieuws lanaken
  • Jpaf informatie
  • waarnemingen.be

  • Zoeken in blog


    Klik op de foto boven voor de actuele foto's
    klik hier voor http://www.lanakencdenv.be/
    Films van Lanaken op YOU TUBE
    twee missionarissen uit het begin van de 20e eeuw uit Smeermaas


    Blog als favoriet !

    Mail sturen naar Grootlanaken

    Mail hier


    Rondvraag / Poll
    GEEN KOFFIESHOPS VERPLAATSEN NAAR DE GRENS MET LANAKEN
    JUIST
    ONJUIST
    Bekijk resultaat


    Archief per maand
  • 10-2015
  • 10-2014
  • 06-2014
  • 03-2014
  • 01-2014
  • 12-2013
  • 08-2013
  • 01-2013
  • 12-2012
  • 08-2012
  • 06-2012
  • 05-2012
  • 04-2012
  • 03-2012
  • 02-2012
  • 01-2012
  • 12-2011
  • 11-2011
  • 10-2011
  • 09-2011
  • 08-2011
  • 07-2011
  • 06-2011
  • 05-2011
  • 04-2011
  • 03-2011
  • 02-2011
  • 01-2011
  • 12-2010
  • 11-2010
  • 10-2010
  • 09-2010
  • 08-2010
  • 07-2010
  • 06-2010
  • 05-2010
  • 04-2010
  • 03-2010
  • 02-2010
  • 01-2010
  • 12-2009
  • 11-2009
  • 10-2009
  • 09-2009
  • 08-2009
  • 07-2009
  • 06-2009
  • 05-2009
  • 04-2009
  • 03-2009
  • 02-2009
  • 01-2009
  • 12-2008
  • 11-2008
  • 10-2008
  • 09-2008
  • 08-2008
  • 07-2008
  • 06-2008
  • 04-2008
  • 03-2008
  • 02-2008
  • 01-2008
  • 12-2007
  • 11-2007
  • 10-2007
  • 09-2007
  • 08-2007
  • 07-2007
  • 06-2007
  • 05-2007
  • 04-2007

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Welkom op mijn blog! Bedankt voor Uw bezoek en kom eens regelmatig piepen voor nieuws uit Groot Lanaken.
    Hieronder enkele fotos van Vlaanderendag OPZ
    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Enkele werken van patienten
    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto


    Nog enkele fotos van ploeg Quick Step
    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Inhoud blog
  • genealogische bijdrage over Joseph Hollman de Hofcellist van Koning Willem III
  • Uitslag Hilarion Thans Poëziewedstrijd en WOI
  • De waanzin begon in 1914
  • in de oorlog van John Mc Crae april 1915
  • Schenking van Freule Riedi de Montagne, Kruisweg Jan Rosier 1898, een erfenis om trots op te zijn.
  • Van lente, pensioen, gepensioneerden en een bijna 106 jarige inwoner van Groot-Lanaken.
  • Teleurstelling en euforie bij gemeenteraadsverkiezingen Maastricht
  • Veel belangstelling voor historie Carnaval Smeermaas
  • Wat was de reden van De Caritat de Peruzzis om in het verzet te gaan tijdens de Groote Oorlog?
  • De Duitschers in Lanaken 1914
  • republikeinse kalender
  • Paardenskelet (Joep) terug in Borgharen rustend in hoeve Hartelstein.
  • Van Schaapherder tot wonderdokter 'Ménneke van Spouwe'.
  • Leon Lemmens vertelt: Bombardement in Maastricht op 18 augustus 1944
  • Frans Huygelen beeldhouwer oorlogsmonument St Pieter Oud Rekem
  • Jaak Croux en St Theunis
  • Foto uit de oude doos
  • Bij beiden kanker vastgesteld en kankervrij verklaard na operaties
  • 86 jarige neemt mantelzorg op zichh voor 88jarige zus
  • Oud Caberg ooit Pietersheims/Lanakens grondgebied.
  • herstelling van namen van de Missienaaikrans Smeermaas
  • Pastoor Rutten en de Missienaaikrans Smeermaas in crisisjaren 30'.
  • Beroepsbevolking Lanaken 1796
  • Wespenspin neemt als prooi een ander soort spin
  • De kleine zuster met een groot hart Francise Meyers ten grave gedragen
  • Fietsroutenetwerk Lanaken en Maasland zeer in trek bij wielertouristen
  • Kasteel Pietersheim een dag voor Summer Fair terug open
  • Memorial day Margraten 2012 and the missing man Kight.
  • Pierre en Marie Jeanne vieren hun 50 jarig huwelijksjubileum
  • Heilig Hartcollege van Strafste van Limburg in run naar strafste van Vlaanderen



    Blog tegen de regels? Meld het ons!
    Gratis blog op http://blog.seniorennet.be - SeniorenNet Blogs, eenvoudig, gratis en snel jouw eigen blog!