Onze familie werd extra beproefd tijdens de Groote Oorlog.
Antoon woont aan de Maaseikersteenwer in Smeermaas.
Als ik oude fotos heb dan loop ik bij hem binnen om te weten te komen of hij mensen op die fotos kent. Zo ook nu ik een aantal fotos op de kop heb kunnen tikken uit het album van Eerwaarde Heer Pastoor Meertens (Zaliger). Pastoor Meertens was tot 1966 de herder van de St Jozef parochie Smeermaas en heeft een groot aantal fotos van de bouw van de kerk verzameld. Deze fotos ga ik hier op Seniorenblog plaatsen.
Maar toch eerst het interessante verhaal dat ik van Antoon (Twain) vernam. Het handelt over zijn vader die in de Groote Oorlog precies drie dagen aan het fort Boncelles weerstand bood tegen de oprukkende Duitsers. Het regiment waartoe hij behoorde was alreeds verplaatst de fortbezetting bleef om de oprukkende Duitsers tegen te houden zodat het leger zich kon formeren.
Donderdag 6 augustus 1914.
(Omstreeks 03.00 uur in de ochtend van 6 augustus deed de Duitse infanterie een stormaanval op de ruimten tussen het fort Boncelles en de Ourthe.
In gesloten gelederen rukte, gedurende vijf uur,golf na golf op; zij werden echter door het hevige geschutvuur vernietigd. Overlevenden vielen ten prooi aan de moordende Belgische mitrailleurs. Er zijn toen heel veel Duitsers om het leven gekomen omdat ze bij de tocht naar Boncelles in wanorde waren geraakt. Per vergissing waren eenheden een verkenningsgroep gevolgd en kwamen zij vast te zitten in smalle wegen. Toen deze vergissing ontdekt werd was het voor hen te laat en werden zij door het geschutvuur weggemaaid.)
Het verhaal van Pa Croux vertelt door zijn jongste zoon Antoon.
In Lanaken vertrok de tram in het centrum bij de Providentia, daar stapten alle soldaten van Lanaken op richting mobilisatiebestemming.
Pa ging op de 1e augustus, de dag van de mobilisatie , binnen. Hij lag aan het fort van Boncelles toen de oorlog in alle hevigheid losbarstte.
(Het regiment waartoe hij behoorde had zich terug getrokken rond Leuven, de bezetting van de forten moesten achterblijven en de manschappen in de loopgraven tussen de forten om de Duitse inval te stuiten. Dapper maar met de nodige angst voldeden zij aan die opgelegde rol in de eerste dagen van de Groote Oorlog maar hun lot was bezegeld de Duitsers zouden over hen heen walsen. Velen zouden hier voor het vaderland sterven anderen werden krijgsgevangene).
Pa vertelde ons, meer dan eens, dat hij in een loopgraaf lag met zon 60 man. Rond de loopgraven lag een prikkeldraadversperring. Het geweer van de verdedigers lag boven op de borstwering, zij staken hun hoofden niet boven deze borstwering uit, maar vuurden zonder te kijken waar hun kogels terecht kwamen. Plots, zonder hem gezien te hebben, rolde zich een Duits officier in hun loopgraaf met getrokken revolver en hield hen onder schot.
Toen er van uit hun loopgraaf niet meer geschoten werd, kwamen Duitse soldaten van alle kanten, (met in de ene hand het geweer in de andere een fles jenever ze waren ladderzat), door de prikkeldraadversperring, met de bajonet op het geweer aanlopen en er zouden zeker doden gevallen zijn als de Duitse officier niet geroepen had dat het krijgsgevangenen waren. Pa zou op deze zesde augustus krijgsgevangene worden en weggevoerd worden naar het Duitse krijgsgevangenenkamp Soltau in Neder Saksen. (Dit was het grootste gevangenenkamp van Duitsland tijdens de Eerste Wereldoorlog en telde maar liefst 70 barakken waarin voornamelijk Franse, Russiche en Belgische soldaten waren ondergebracht).
In een beschrijving van Luc Klaps staat te lezen dat Croux aan het Fort Boncelles op de 8-8-1914 en dat zijn beroep Smid was. Zijn volledige voornamen staan vermeld als Jaques Walthery.
In de zomer van 1920 werd dit kamp gesloten en werden de barakken en de gronden verkocht er staat enkel nog een gedenksteen op het gevangenenkerkhof..
Pa en zijn maten werden tijdens hun gevangenneming verplicht hun kleren uit te doen, die ze later wel terugkregen maar daardoor gebeurde het dat niet iedereen zijn eigen kleren terug kreeg. Toen Pa zijn kleren moest afgeven is hij zijn papieren ook kwijt geraakt en had hij geen documenten meer om aan te tonen wie hij was.
Pa werd op transport gezet naar Duitsland en zou daar de gehele verdere tijd van de oorlog in een krijgsgevangenschap verblijven.
In het krijgsgevangenenkamp ging hij na een tijdje werken bij een boer waarvan de zoon aan het front was ingedeeld. Met enkele paarden deed hij het nodige boerenwerk tussen zeven uur s morgens en zes uur s avonds. Na de arbeid keerde hij steeds terug naar het kamp.
Ik weet nog dat pa zei dat hij eens zwaar verkouden was (griep) en dat de boerin hem goed verzorgd heeft met medicamenten en na enkele dagen goed zweten er goed bovenop gekomen is. De boer en boerin waren goed voor pa maar toch haatte pa de Duitsers en dat is zo gebleven tot aan zijn laatste ademstoot.
Thuis wisten ze niet waar pa verbleef en was de onrust groot, zoals bij pa zelf ook de ongewisheid groot was over het welbevinden van zijn echtgenote waarmee hij op 23 mei 1914 getrouwd was en die in zwanger was.
Ma werd weduwe en beviel op 26 januari in 1915 van een tweeling, beiden stierven binnen een en drie maanden.
Thuis wist ma niet waar pa verbleef of hoe het met hem ging. Ma was in verwachting van een tweeling. Toen kwam op een kwade dag de tijding dat pa gesneuveld was in de slag van Luik samen met ene (Cauberg) van de Bessemerstraat. Je kunt je wel voorstellen wat dat voor indruk gemaakt heeft in de familie en zeker bij een zwangere vrouw. Vanaf die dag was haar man dood en zij officieel weduwe.
De Wijsvrouw van Smeermaas.
Mijn grootmoeder, de moeder van ma, was de Catharina Lemmens uit de Sapstraat nr. 5 in Smeermaas, vroedvrouw ( de wijsvrouw) van Smeermaas en een groot deel van Lanaken, Itteren, Borgharen en waar men haar nodig had.. Heel wat borelingen heeft zij op de wereld gebracht terwijl het ook wel eens misging. Ze deed alles te voet en ging zelfs tot Borgharen met het veer dat toen nog in Smeermaas lag. Als zij s nachts geroepen werd ging zij nooit met één man alleen er moesten minstens twee mannen zijn om haar te vergezellen. Soms deed zij een bevalling waarbij de kraamvrouw op de matras lag zonder lakens. Dan ging Bomma bij gegoede luiden vragen om lakens. Voor de bevalling en 9 dagen zorg kreeg Bomma welgeteld 9 frank en soms zelfs niets waar manlief meer in de herberg verbleef dan thuis bij vrouw en kinderen.
Toen de tweeling zich aankondigde heeft mijn Bomma de bevalling van ma gedaan doch de twee mannekes waren zwak en werden amper een en drie maanden oud van de eerste ging mijn grootmoederde bij de gemeente aangifte doen van het overlijden en van de tweede was het mijn moeder zelf . Ik heb vaak horen zeggen dat Bomma meteen gezegd had dat ze beiden geel geel uitzagen en doordat ma de dood van pa niet verwerken kon; had dat een invloed op haar gezondheid.. Kort voor de bevalling kreeg ze een brief uit Duitsland.
Een brief in de bus, Pa leeft! en ma was dus nooit weduwe.
Ik zou u dit verhaal niet kunnen vertellen als mijn vader werkelijk gesneuveld was. Hoe was men tot de vaststelling gekomen dat hem om Pa zou gaan? Hoe was men tot die bevinding gekomen?
Op de een of andere manier werden de papieren van pa op een gedode soldaat gevonden en werd er aangenomen dat die soldaat mijne pa was. Hierdoor werd de naam van pa samen met de naam van (Cauberg) van Lanaken, die wel gesneuveld was in één brief vermeld, als zijnde gesneuveld en doorgestuurd naar de gemeente Lanaken die de mensen op de hoogte stelde. En een vraag die zich opdringt is wie die gesneuvelde soldaat was en hoe kwam hij aan de papieren van pa. Het antwoord zal wel nooit boven water komen denk ik.
Dan opeens een brief van Pa uit Duitsland.
Op een goede dag lag er plots een brief in de bus van pa waarin hij schreef dat hij krijgsgevangene was en gevangen zat in een krijgsgevangenenkamp in Soltau. Dit gevangenenkamp was het grootste tijdens de eerste wereldoorlog en telde maar liefst 70 barakken waar voornamelijk Franse, Russische en Belgische soldaten waren ondergebracht.
In de zomer van 1920 werd dit kamp gesloten en werden barakken en de gronden verkocht en staat er enkel nog een gedenksteen op het gevangenenkerkhof.
In dat kamp zat Pa en vandaar schreef hij zijn eerste brief na enkele maanden gevangenschap in het ongewisse van zijn overlijdensbericht. Ondanks dat hij gevangen zat was dit onbevattelijk maar wel goed nieuws.
Met de brief van Pa is Bomma toen naar de burgemeester van Lanaken gestapt en heeft daar flink van haar tes gaan geven. De burgemeester kon het niet meteen geloven en zei aan Bomma dat ze aan pa moest schrijven dat hij de burgemeester zelf een brief zou schrijven. Maar Pa leefde en in 1927 mocht ik na de tweeling die overleed en drie broers het levenslicht aanschouwen.
Geloof in oorlogstijd en St Anthonius.
O ja! dit nog, Pa vertelde ons zo vaak als wij het horen wilden dat hij steeds gebeden heeft tot St Anthonius tijdens zijn gevangenschap. Voor dat hij gemobiliseerd werd was hij er steeds bij tijdens de St Anthoniusprocessie in Smeermaas. En het is daarom verwonderlijk dat op 17 januari 1919, op de dag van het patroonsfeest van St Anthonius, pa terug thuis arriveerde na viereneenhalf jaar gevangenschap. Op die dag lag ma in bed met de griep maar dan kon de blijdschap niet drukken.
Ma overleed in 1960 in haar 70e en pa overleed voor de tweede maal in 1963.in de leeftijd van 72 jaar.
een heel interessante site over de slag van Luik en de strijdende mannen rond Boncelles waar Jaak Croux krijgsgevangene werd, vindt u hier http://www.geocities.com/~brialmont/battle1.html
Het fort Boncelles waar Jaak Croux in de loopgraven lag en waar hij krijgsgevangene werd gemaakt
Keizer Wilhelm hij zou na de oorlog naar Nederland vluchten waar hij kasteel Doorn ging bewonen. En er ontstonden republieken.
Belgische Krijgsgevangenen in Soltau 'Walsrode' 1915
De klas 9 waartoe Jaak Croux behoorde 1909
Ondanks de prikkeldraadversperring konden de Duitsers de stellingen der Belgen nemen. Er vielen heel wat slachtoffers onder de Duitsers die in de prikkeldraad bleven hangen. De volgende aanvallers kropen over hun gedode maten verder richting verdedigers.
Pa en ma voor hun huis op hun oude dag
Pa met een gehuurd kostuum voor een foto in Soltau die hij naar huis stuurde in januari 1915 vlak voordat de tweeling geboren werd. Ma ging werken bij een hooggeplaatst persoon in Hasselt. In dat huis was een deel in beslag genomen door de Duitsers. Ma kon het niet zo goed vinden met hen.
Waltherus Veugen (1856-1930) en Catharina Lemmens (1859-1931) zij haalden voor die tijd een hoge ouderdom. Catharina geboren in Boorsem was de 'wijsvrouw'. Zij had daarvoor een cursus gevolgd in Hasselt. Heel wat Smeermasenaren, Lanakenaren en kinderen uit alle buurgemeentes hielp zij op de wereld zetten. Voor 9 dagen bijstand en verzorging ontving zij een bedrag van 9 frank. (en soms niets).
De koning die bij zijn manschappen bleef aan de IJzer Hij werd de held van deze oorlog.
|