Als je genealogisch onderzoek doet kom je de periode tegen waarin de Fransen ook in onze streken de republikeinse kalender invoerden. Er bestaan richtlijnen om die data om te vormen tot de Gregoriaanse kalender. Ik vond een artikel in een almanak uit het jaar 1899.
De Franse republikeinse kalender, ontworpen door de wiskundige Charles-Gilbert Romme en de schrijver, acteur en dichter Fabre d'Églantine, werd ingevoerd tijdens de Franse Revolutie als gevolg van de scheiding van Kerk en Staat. De tijd werd niet langer vanaf de geboorte van Christus gerekend, maar vanaf 22 september 1792, de geboorte van de Eerste Franse Republiek.
Tekst uit de Almanak van 1899 in overgang naar een nieuw millennium de 20e eeuw. Uit het Hoogduits vertaald. geschreven door pastoor L. Kist.
In Frankrijk werd tijdens de groote revolutie het moderne heidendom plechtig ingeleid met de afschaffing van den ouden, christelijke Almanak en de invoering van eenen materialistischen. Het Convent (naam dien de nationale vergadering in de Fransche revolutie na den 10en augustus 1792 aannam), sprak hieromtrent zijne bedoeling onverholen uit. Fabre d’Englantine, een ongeloovig, heet gebakerd toneeldichter, zei op den 6 october 1793 in het Convent:
“wij kunnen de jaren, tijdens welke de koningen ons verdrukten, niet beschouwen als eenen tijd waarin wij geleefd hebben. De vooroordeelen van den troon en van de Kerk bevlekten elke bladzijde van den almanak, waarvan wij ons bedienden. Dat is echter nog niet het ergste. Het langdurig gebruik van den gregoriaanschen kalender heeft het geheugen des volks met een aantal denkbeelden opgevuld, die het langen tijd heeft vereerd en welke nog altoos eene bron zijn van godsdienstige dwalingen (?). Het is dus meer dan tijd deze droomen van domheid (!) te vervangen door datgene, wat door de rede als waar is erkend, en in de plaats van priestervoordeelen de waarheid van de natuur te verkondigen, Gij moogt in zaken van onderwijs het volk geen andere denkbeelden onder het oog brengen, den die, welke geheel en al het karakter van algemeen nut hebben. Derhalve moet gij door den almanak, het meest gelezen volksboek, liefde tot den landbouw inprenten. Het landbouwbedrijf is voor een volk, dat door hemel en aarde met oveel voorliefde wordt betracht, eene hoogstbelangrijke zaak…… de priesters hebben op iederen dag eenen heiligen geplaatst. In deze lange rij is geen methode; zij heeft geen nut; het is veeleer eene aaneenschakeling van bedriegerijen. De Heiligen moeten uit den almanak verdwijnen en plaats maken voor essentiële, wezenlijk bestaande dingen, namelijk de nuttige voortbrengselen der aarde, de werktuigen, waarvan wij ons bij den akkerbouw bedienen, de huisdieren, deze trouwe helpers bij onzen arbeid. Deze huisdieren hebben veel meer waarde voor ons, dan de door Rome Heilig verklaarde geraamten uit de katakomben…. Daarom vermelden wij achter iederen dag: de zaden, de struikgewassen, de boomen, de knolgewassen, de bloemen en vruchten, welke de natuur ons dan juist oplevert, en achter ieder quintidi (vijfde dag der decade (week van 10 dagen). Het huisdier, hetwelk daarop betrekking heeft, en achter ieder decadi (tienden dag) het werktuig, dat de werkman in de volgende dagen noodig heeft. Daardoor zullen wij tevens verwijzen, dat de tijd gekomen is, dat de boer hooger staat dan alle koningen de aarde te zamen, en dat de akkerbouw als de eerste kunst der burgerlijke samenleving geldt. Op die manier zal ieder burger van Frankrijk weldra het noodzakelijkste van den akkerbouw verstaan, en weldra zullen de stedelingen leeren, wat de natuur op iederen tijd van het jaar voortbrengt”.
De christelijke feestkringen, de feest- en herinneringsdagen der heiligen, de tijd van advent en vasten de octaven van é h. Sacrament en Allerzielen werden afgeschaft.
Het eerste jaar en de eerste dag van den nieuwen republiekeinschen kalender begon op den 22 september 1792. Het jaar was verdeeld in 36 decades (weken van 10 dagen). De 12 maanden, ieder van 30 dagen, heetten; Vendémiare, (Wijnmaand van 22 september tot 21 october), brumaire, (Nevelmaand) frimaire ( rijp- of rijmmaand), Nivóse ((sneeuwmaand), ventóse (windmaand), pluvóse (regenmaand), Germinal (kiemmaand of spruitmaand), florial (weidemaand), messidor (oogstmaand), thermidor (hittemaand), fructidor (vrucht- of fruitmaand).
De laatste dag van deze maand was de 16e september van ons jaar. De vijf overige dagen (in een schrikkeljaar 6) van het republikeins jaar (jours complememtaires, aanvullingsdagen of sansculottides naar de sans culottes (broekloozen) tengellooze aanhangers der volkspartij genoemd) heetten: de eerste (17 september) jet feest van het genie, de tweede het feest van den arbeid, de derde het feest der daden, de vierde het feest der belooningen, en de vijfde het feest der meening. De 10 dagen van iedere decade (week) heette: primidi, duodi, tridi, quartidi, quintidi, sextidi, octidi, nonidi en decadi, de rustdag.
Buitendien had iedere dag van het jaar nog zijn bijzonderen naam. De namen der dagen van de eerste maand of vendémiaire werden aldus genoemd: a
1. Druif 2. Saffraan, 3. Kastanje, 4. Tijloos (in de herfst bloeiende krokusachtige bloem) , 5. Paard, 6. Balsemijn, 7. Gele knol of raap, 8. Duizendschoon, 9. Pastinaak (pinksterwortel), 10 kuip, 11. Aardappel, 12. Gele immortelle (helicryse of strobloem), 13. Paddestoel, 14. Breukkruid, 15. Ezel, 16. Nachtschoone (geurende bloem, latijnsMirabilis jalapa ), 17. Pompoen, 18. Boekweit, 19. Zonnebloem, 20. Wijnpers, 21. Hennep, 22. Perzik, 23. Pootraap, 24. Gort (gepelde gerst), 25. Os, 26. Melanzaanappel (aubergine), 27. Druivenkruid, 28. Gouden liefdesappel (tomaat, latijnse naam poma amoris) , 29. Gerst, 30. Vat, ( dat waren alzoo de moderne heiligen der eerste maand van den republikeinsche almanak).
Hoe edel, hartroerend, leerrijk en verdienstelijk een dag te beleven gewijd aan het paard, den ezel, den os, de kuip en het vat. Alle professoren, onderwijzers en onderwijzeressen, allen vaders en moeders, allen gouverneurs en gouvernantes werd ingescherpt hunnen leerlingen en kinderen den nieuwen almanak te verklaren, hun die in het geheugen te prenten en hen aan het gebruik te gewennen, Maar de Franschen bekreunden zich geenszins om de namen, die men aan de 365 dagen had gegeven: ze noemden ze met de getallen der 30 dagen. Zij noemden bijvoorbeeld de eerste dag des jaars 1 vendémaire.
De republikeinsche kalender was zeer ingewikkeld en wijl ook de indeeling der uren veranderd was, bracht hij eene groote verwarring te weeg met betrekking tot de bepaling van geboortedagen, de vervaldagen van rente en eindigen van contracten. Na een veertienjarig bestaan werd hij door een decreet van den 9 september 1805 door Napoleon afgeschaft en sedert den 1 januari 1906 houdt men zich in gansch Frankrijk aan den Gregoriaanschen almanak. Tot op den huidigen dag (geschreven in de almanak van 1899) ondervindt Frankrijk nog de nadelige gevolgen van dezen heillozen kalender. Het volk verleerde het vieren van de zon- en feestdagen: men werkte op die dagen openlijk: de godsdienst-uitoefeningen werden niet bijgewoond, en jaren achtereen naderde men niet tot de H. sacramenten. Dit was en is nog vaak het geval bij de mannen in de groote steden .
De beide opstellers van den eersten republikeinschen almanak, Gilbert Romme en Philippe françois Nizaire Fabre dÉglantine, twee verwoede voorvechters van de revolutie en hevige Jacobijnen stonden voor den dood van Lodewijk XVI: beiden werden later door de eigen partij van verraad beschuldigd en ter dood veroordeeld. Fabre werd den 5. April 1794 met Danton en Camille Desmouline op het schavot geguillotineerd. Romme, zijn doodvonnis vernemende, doorstak zich met eenen dolk, even als zijn vijf medemakkers, Duquesnoy, Gonjou, Bourbotte, Duroy, en Soubrany. Fabre en nog twee anderen waren onmiddellijk dood, 3 april 1794. De drie anderen werden bloedend naar het schavot gesleurd en onthoofd.
Tags:republikeinse kalender,frankrijk,decadi,almanak,
|