Verdomt
slecht geslapen vannacht. Het ligt zeker niet aan het bed, maar ik heb danig
last gehad van buikpijn. De oplettende blogvolger zal ondertussen wel begrepen
hebben dat mijn gezondheid hier en daar wat te wensen onverlaat. Om alles onder
controle te houden spuit ik drie keer per dag insuline en neem zn zeventig pillen
per week in. Verder ga ik hier niet over uitweiden.
Ik neem een
licht ontbijt, voor ik vertrek neem ik een paar pijnstillers en een Buscopan
in. Hopelijk is dit voldoende, als de buikpijn doorzet zou dit het einde van
mijn reis kunnen worden. Het is acht uur wanneer de poort opengegooid wordt en
we kunnen vertrekken voor wat later zal blijken weer een prachtige rit. Guz is
nog altijd in topvorm, buiten wat gerammel van het hitteschild rond de uitlaat
is er geen vuiltje aan de lucht. Ik krijg langs de oever van de Donau een stevige
zijwind, om niet te zeggen een zeer harde zijwind. Regelmatig krijgt Guz dan
ook flinke opdonders en moet ik zijdelings tegen de wind gaan hangen om het
spoor een beetje te kunnen houden. Ben weer blij dat ik toch al redelijk wat
motorervaring heb. Harder dan 70 km per uur zit er met deze wind niet in. Ik
laat het scherm van mijn helm naar beneden omdat er hier en daar wat afgewaaide
takken op de baan liggen. Ik zou bij toeval niet graag zon tak in mijn gezicht
krijgen zonder bescherming. (veiligheid op de eerste plaats he Mieke) Ik ontdek
weer een raar fenomeen. Door de harde wind die recht op de oever blaast drijven
er grote takken en wrakhout naar de oever. Tientallen mannen en vrouwen staan
dit hout uit de rivier te vissen. ZE leggen het in stapeltjes op een muurtje
dat naast de baan loopt om het te drogen. Geen kans gehad voor een foto wegens
niet kunnen parkeren. Het is een grote baan met weliswaar weinig verkeer mar ik
probeer in vreemde langden het contact met de arm der wet zo miniem mogelijk te
houden. Ook weeral geleerd door ervaringen die minder prettig waren. Na een twintigtal kilometers verlaat ik de
Donau, niet omdat ik deze rivier beu ben, gewoonweg omdat de weg zo loopt.
Reizen kan ook simpel zijn, gewoon de weg volgen. We rijden de hoogvlakte van Roemenië
in. En wat voor een hoogvlakte, prachtige vergezichten, en mooie kleurige
bermen. Bij ons is dit onkruid en wordt het weggespoten of gemaaid. Hier laten
ze het staan en het is prachtige. Regelmatig zie ik in de verte herders met
kudden schapen en/of geiten. Het ziet er allemaal zeer vredig uit en er is een
zalige stilte. Het vervoermiddel is hier overduidelijk paard en wagen. Hier ook
gen lijken van dieren op de weg. Je moet al een verschrikkelijk dom beest zijn
om je dood te laten rijden door een paard met wagen zou ik denken. Op het land
wordt nog echt de paarde kracht gebruikt, grote stukken grond worden geploegd
met het paard als trekmiddel. Het wieden van de eindeloze akkers gebeurd hier
met de hand. Zowel mannen als vrouwen zijn (meestal ouderen) in groepjes op de
schrale droge akkers bezig en dit onder een hete zon. Natuurlijk is er ook een
keerzijde aan deze charmante bezigheid (om als toerist er naar te kijken). De
tegenstelling is de bittere armoede die er is in de afgelegen dorpjes. Door
hard labeur op de akkers proberen deze mensen zich min of de kop boven water te
houden. Het is dan ook niet verwonderlijk dat er amper jonge mensen te zien
zijn. Volgens mij zijn het veel Romas die in de afgelegen dorpjes wonen. Ze leven
echt aan de onderkant van de maatschappij. Je hebt er drie soorten; een soort
met een kruiwagen, de betere met een ezel en kar en de beste met paard en
wagen. Ik wordt in deze afgelegen dorpjes argwanend na gekeken. Niet te
verwonderen natuurlijk als er één of andere Pipo op een zware motor met op zijn
helm een camera en microfoon voorbij komt. In één van de dorpjes roept er
iemand wat scheldwoorden naar mij. Ik reageer niet, kan hem zelfs begrijpen.
Alleen, ik kan er ook niets aan doen dat hij hier geboren is. Naar België komen
is volgens mij ook geen oplossing. Hij zal het er zeker niet beter hebben als
hier. DE Vlamingen en de Walen lusten elkaar rauw. Althans volgens de politiek
en ook wel een beetje door de stembus uitslag. Is mijn persoonlijke mening en
ik wens echt niet de politieke toer op te gaan. Ben er toch wel zeker van dat
die Roma bij ons niet welkom is. De Donau is vanaf de hoogvlakte nog regelmatig
in al zijn schoonheid te zien.
Terwijl ik
langs een kudde geiten rij zwaait de herder spontaan naar mij. Dit laat ik niet
liggen. Ik keer direct om en rij tot bij de herder. Een trotse herder mag ik
wel zeggen. Het enige wat ik van hem versta is dat hij een Roemeen is.
Natuurlijk wil ik een foto nemen, ik krijg het hem niet uitgelegd dus laat ik
hem mijn fototoestel zien. Hij keek er naar zoals vroeger volgens mij een
Indiaan naar Columbus heeft gekeken toen hij een spiegeltje kreeg. Nu begrijpt
hij dat ik een foto wil nemen, ik probeer hem bij zijn kudde te krijgen maar
dat wil hij niet. Zijn stok wil hij ook niet vasthouden. Het is dan ook wat het
is. Een fiere herder met opgeheven hoofd op de foto. Hij maakt van mij ook een
foto en vind het prachtig dat de fotos op het schermpje van het toestel komen.
Tussendoor stuurt hij regelmatig zijn hond naar de kudde om deze bij te sturen.
Na eindeloos handen geschud en schouderklopjes kan ik vertrekken. Toch nog maar
en foto genomen wanneer hij naar de kudde wandelde. Hij bleef me nazwaaien tot
ik in de bocht verdwenen was. Heb ik misschien een verkeerd beeld van armoede?
Deze mens kwam niet ongelukkig over, hij heeft volgens mij ook geen nood aan
allerlei technische rommel. Tevreden met zijn kudde en zijn hond het moet
kunnen.
De hoofdweg
waar we over rijden is matig tot goed van kwaliteit. De zijwegen zijn allemaal onverhard.
Ze liggen er echter zo uitnodigend bij dat ik het niet kan laten om een
onverhard weggetje mee te pikken. Na amper een kilometer begint Guz te zeuren.
Als je graag wilt gaan crossen, koop dan een motor om mee te crossen en laat
mij aan de kant staan. Is het nog niet genoeg dat mijn hitteschild helemaal
naar de bliksem is? Eigenlijk geen domme opmerking en ik besluit dan toch maar
om het asfalt terug op te zoeken. Na een paar kampen te zijn voorbij gereden
komen we aan bij een prachtige brug over de Donau. Ik een kotje zit een soort
bewaker die er op tie kijkt dat er geen fotos van de brug genomen worde.
Aangezien mijn helmcamera nog opstond heb ik wel beelden van de brug. Hij deed
echter teken om de camera onmiddellijk af te zetten, waar ik ook direct op in
ging. Met en kwade blik gaf hij me toegang tot de brug. Ik rij over de brug en
kom op en prachtig geasfalteerde weg die, je gelooft het nooit na tweehonderd
meter overging in onverharde weg. Volgens Garmien een kilometer of vier. Guz
begon waar te brommen maar deze keer gingen we niet terug. Eerst een stuk met
niet anders dan ribbels de vering kraakte en piepte van jewelste. Heel de dag
amper een auto tegengekomen, hier twee die in grote stofwolken op ons af
kwamen. Na de ribbels los zand en grind. Ik kan jullie vertellen dat door los
zand en grint rijden met een baanmotor geen sinecure is. De zijdelingse
rukwinden maakten het er zeker niet gemakkelijker op. Toch een voordeel, door
de uiterste concentratie had ik geen last meer van buikpijn. O f zouden het toch
de pillen geweest zijn? Nadat deze hindernis genomen is rijden we weer over
heerlijk asfalt. We komen prachtige tafereeltjes tegen, zoals de familie gans
dat op pad is. Ook de Donau laat zich hier weer op zijn mooiste zien. Als of
het nog niet genoeg is krijg ik ook nog een groepje ooievaars in het vizier.
Het was even een geklik van jewelste.
Ondertussen
was het twaalf uur geworden en zou de grens met Bulgarije in zicht moeten
komen. Ik viel dan ook bijna van Guz nadat Garmien mij wist te vertellen dat ik
binnen vijftienhonderd meter op de ferry moet rijden. Ferry, wat ferry, ik weet
van geen ferry. Volgens mij ligt er een prachtige brug over de Donau (Europese
pot weet je wel). Ik had onderweg al gezien dat de route op het scherm van
Garmien een stuk door het water ging. Geen paniek, dat gebeurt meer in dit
soort landen. De kaarten zijn namelijk niet zo nauwkeurig hier. Even her berekenen
als het zo ver is en klaar is Kees. Niet dus, opeens sta ik voor een bord Ferry
en een kantoor waar de tickets gekocht moeten worden. Ik heb geen enkele
Roemeense cent meer in mijn zak. Hopelijk brengt de creditcard een oplossing of
misschien eventueel euros. Met een klein hartje (ik heb nog eens aan een grens
gestaan zonder lokalen munt, Theo, mijn toenmalige reisgezel weet er alles van
het was namelijk in Syrië) stap ik naar het loket. Geen visa, geen Master Card
maar God zij geprezen wel euros. Dar gaan mijn laatste euros dacht ik. Met
zes euro was ik er van af. Een honderd meter verder staat een douanier mij op
te wachten, vriendelijk vraag hij om mijn paspoort en het doel van de reis. Ik
geef hem de nodige uitleg en kan zonder problemen verder rijden. Ik rij het
haventje op en zie twee rijen vrachtwagen staan en een lange rij personenwagens.
Niet met mij denk ik. Even spookrijder gespeeld om de rijen te passeren om me
als eerste in de rij te zetten. Ik heb Guz nog niet stil gezet of ik werd door
één of andere klakmans aan de kant gezet. Voor de eerste keer geen enkele moeite
om hier iemand te verstaan. Hij zegde namelijk niets. En woord, geen letter een
duister blik en een armzwaai. Daar staan ze dan, ondertussen komt er een
prutsbootje af met wat voetgangers, zes vrachtwagen en een stuk of tien
personenwagen. Met deze vracht was heet bootje barsten vol. Aan mijn kant
stonden er zeker een twintig vrachtwagens en zoveel personenwagens. Oei, denk
ik, als die klakmans me hier laat staan tot ik echt aan de beurd ben kan ik
maar best ergen een tentje gaan kopen. Het bootje is aangemeerd en de paar
wagens die er op staan rijden er af. Nu er af rijden is veel gezegd. Blijkbaar
is het waterpeil van de Donau met de tijd zover gezakt de helling te stijl is
geworden. Met balkjes en stukken hout wordt dit opgelost. Je moet he gezien
hebben om het te geloven. Een andere klakmans begint er werk van te maken om de
ferry te laden. Eerst helemaal rechts van de ferry tien personenwagens. Dan
moeten de vrachtwagens met hun lange trailers de ferry op. De bestuurders laten
de achterkant van de trailer omhoog gaan doormiddel van luchtdruk. Dit om te
vermijden dat ze met de achterkant van de trailer op het weg dek komen. Nu
blijkt dit bij een trailer niet te gaan. De trailers voor autotransporten
hebben een dergelijk systeem niet. De arme bestuurder rijdt heel het spel dan
ook hopeloos vast. Echt waar, een kwartier zijn ze met planken en balken bezig
geweest om die vrachtwagen op de ferry te krijgen. Er was nog plaats voor twee
vrachtwagens op de ferry. Na de eerste van de twee start ik Guz en maak ik aanstalten
om de ferry op te rijden na. Niet dus, eerst die tweede vrachtwagen nog, is er
dan nog een plaatsje zijn dan mag ik mee. Natuurlijk was er nog een plaatsje,
Guz staat weliswaar Bina met het achterwiel in het water maar we zijn mee. Er
worden de nodige fotos getrokken. Een vriendelijk bemanningslid vraagt of hij
en foto van mij moet maken. Natuurlijk wat had je gedacht. Op één van de fotos
is in de achtergrond een prachtige brug over de Donau te zien. (Europa weet je
nog) Er is echter en klein probleempje. ER LOOPT GEEN WEG NAAR TOE. Hoe kunnen
ze het verzinnen. Het bemanningslid vindt het prachtig, zolang er geen weg ligt
blijft hij zijn baan houden. Er waait een felle wind over de Donau, maar het
bootje vaart met een fikse snelheid van elf kilometer per uur naar de overkant.
Na een twintigtal minuten zijn we aan de overkant. Ook daar staan rijen autos
te wachten.
Aan de
grensovergang staat een mooi bord over de breedte van de weg met welkom in
Bulgarije en het wapenschild van Bulgarije. Een mooie foto dacht ik zo. De
douanier dacht er anders over, fototoestel terug in de tanktas. Dit was het enige
probleempje. Snel vertrekken we dan ook. Bij het volgende loket moet ik echter
een noodstop maken. Toeristische dienst mijnheer, of u even zes euro toeristenbelasting
wilt betalen. Omdat u met de motor bent hoeft u geen wegenvignet te kopen. Ik
krijg na betaling een bewijs met allerlei officieel uitziende stempels. Zolang
ik in Bulgarije aan he verkeer deelneem moet ik dit bewijs bijhebben om bij een
eventuele controle dit te laten zien.
De eerste
indruk van Bulgarije is weeral de alomwezige armoede. Het wegdek doet aan Syrië
denken. Geen enkele witte streep en ook als het droog os weinig grip. Als snel
ben ik het stadje uit en rij de bergen in. Mooi asfalt en heerlijke bochten die
enthousiast in duik. Iets te enthousiast volgens Guz. Hij laat het achterwiel
even schuiven zodat ik er aan herinnerd wordt dat de wegen hier weinig grip
hebben. Aangezien ik naar Guz een stuk beter luister als naar mijn echtgenote
neem ik direct gas terug om in een gezapig tempo de laatste dertig kilometer af
te haspelen.
Rond half
drie kom ik in het hotel Skalite aan gelegen in het stadje Belogradchik.
Prachtig is het hier. Ik zit midden in de bergen. Op de hoogste toppen is nog
sneeuw te zien. Het hotel is formidabel. Een portie brengt me tot aan de
receptie? Ik schaam me dood hoe ik hier sta. Vuil, bezweet en in motorkleren.
Ik excuseer me dan ook voor mijn kleding bij de vriendelijke jonge dame aan de
receptie die trouwen perfect Engels spreekt. Weer begin ik me te schamen, nu
over mijn brabbel Engels. Voor de jonge dame echter geen enkel probleem. Blij
dat u voor ons hotel heeft gekozen mijnheer. Ik wens u een aangenaam verblijf. Guz
staat geparkeerd op een afgesloten parking met bewaking. Ik zit in een kamer
met zicht op de bergen, een heerlijke regendouche, airco en tv natuurlijk.
Voordat iedereen gaat denken wat een rijke stinkerd is dat, de prijs voor een
overnachting in halfpension bedraagt 45.
Snel onder
de regendouche, de wandelschoenen aan en de bergen in voor de nodige fotos.
Als ik op het pleintje voor het hotel kom zie ik dat het hotel een dakterras
heeft. Beslissing is snel genomen. Het worden fotos genomen van het dakterras.
Zit hier heerlijk met het zonnetje op mijn bolletje en een lekker half litertje.
Zeg nu zelf, tocht beter dan thuis onkruid wieden.
Morgen 15/05
een zware rit van 298 kilometer binnenwegen naar Svihtov. We verblijven dan in
hotel Pri Popa
0
1
2
3
4
5
- Gemiddelde waardering: 5/5 - (1 Stemmen) Categorie:2013 05 Donau van bron tot monding
Uitstekend geslapen.
Het is droog maar zwaar bewolkt en zeer fris. Elf graden. De zomerkledij blijft
in de koffers en de verwarming van de jas wordt aangestoken. Om negen uur
starten we met de wijnroute, althans volgens de borden. Als ik aan wijnroute denk,
denk ik ook aan: druiven, bergen, wijnboeren en eventueel een paar kastelen.
Niet in Servië, niets van dit alles. Wel een verschrikkelijk slecht wegdek,
maar het moet gezegd, met mooie vergezichten. Na een kilometer of tien is het
echter gedaan met de pret. Ik rij een onooglijk dorpje uit met krotten van
woningen en een mooi kerkje, plots sta ik voor een slagboom. Einde weg. Awel,
Garmien hoe zit dat? Volgens Garmien loopt de weg gewoon verder zelfs door een
natuurgebied. Kaart van Servië er bijgenomen, ook daar staat de weg op vermeld.
Dan maar op onderzoek. Het blijkt dat er hier al jaren grote wegenwerken bezig
zijn (steun uit de pot van Europa) Dorpsbewoners zijn razend, moeten kilometers
om rijden door dit project dat waarschijnlijk nooit beëindigd zal worden. Ik
zet een via punt in Garmien en we zijn terug vertrokken. Na enkele kilometers
kom ik op een godsverlaten weg die langs enorme afgravingen loopt. Kilometers
lopende band door het landschap. Een landschap dat echt surrealistisch is
geworden. Ik parkeer Guzen ga wat
fotos nemen. Eerlijk gezegd ben ik er niet gerust in. Mag hier gefotografeerd
worden vraag ik me af. Mijn fantasie slaat op hol en ik zie me al opgepakt
worden als spion. Belachelijk natuurlijk, maar als je daar zo in een soort niemandsland
staat kun je het je gemakkelijk voorstellen. Ben al in meer landen geweest waar
ze niet konden lachen met een fototoestel. Zelfs in Griekenland, waar ik met
Armin ben geweest was het op een bepaalde plaats verboden om te fotograferen.
Een militair kwam ons dit uitdrukkelijk zeggen. Als ik aan de rand van die
ongelooflijk grote put sta voel ik me toch wel klein en eenzaam. Moet aan mijn
reis naar Finland denken, stond daar ook moederziel alleen in een zeer verlaten
streek. Toch maar een paar fotos genomen de rare gedachten uit mijn hoofd
gezet en snorren maar. Guz kreunt en steunt terwijl we putten van zon twintig
centimeter diep proberen te ontwijken. Ondanks dat het wegdek overal bar slecht
is ligt er hier en daar nog een gemene drempel. Een snelheidsovertreding is
hier niet te halen. Voordat ik een natuurpark in rij ga ik eerst tanken. Ja, ja
ik leer bij. Omdat ik deze morgen weer aan het sukkelen ben geweest met en te
lage suikerwaarde vliegen de pakjes druivensuiker nog harder de deur uit dan
mijn sigaartjes. Ik koop in het tankstation voor alle zekerheid vier marsen en
twee dubbele twix plus een halve liter water voor de prijs van 2,75.Na een
tiental kilometer kom ik terug langs de oevers van de Donau. Prachtig is het
hier om te rijden. In de overstromingsgebieden zitten talrijke vogels. De
zwaluwen scheren langs mn helm. Er zitten talrijke aalscholvers, witte
reigers, meerkoeten en ik heb zelfs twee visarenden gezien. Zolang je blijft
rijden blijven de reigers zitten, zodra je stopt om een foto te nemen zijn de
vogels gevlogen. Gelijk hebben ze. Ik moet me verplichten om door te rijden het
is twaalf uur en er staan nog maar vijftig kilometer op de teller. Er staat nog
honderdtachtig kilometer weg te wachten die constant langs de Donau blijft
kronkelen. Het asfalt is bijna perfect en de bochten heerlijk. De Donau perst
zich hier letterlijk door de bergen. Op het smalste punt, bekend in de
scheepvaart als zeer gevaarlijk wegens de ongelooflijk sterke stroming stop ik
voor de zoveelste keer om het te aanschouwen. Ik kan niet anders zeggen dan dat
het van ongelooflijk schoonheid is. Hier doe ik het dus voor, vergeten de
regen, vergeten de saaie stukken, vergeten het slechte eten, vergeten de
eenzaamheid. Dit wil ik zolang mogelijk blijven doen. Op reis gaan en van de
ene verbazing in de andere vallen. Dit is prachtig. De dorpjes aan de Donau
zijn een stuk aangenamer dan waar ik voordien ben doorgereden. Het valt hier op
hoe groot het verschil is tussen arm en rijk zelfs van dorp tot dorp. Ik ben
voorbij bewoonde huisjes gereden die wij nog niet als schuur zouden gebruiken.
Ik durfde er uit pure schaamte geen fotos van te nemen. Grote miserie is het
hier voor die mensen. In andere dorpen staan dan weer kasten van villas. Heel
raar allemaal.
Bij de
zoveelste stop komt er een wagen op de parking gereden met, jawel, een
Nederlandse nummerplaat. Ik kan eindelijk nog eens een fatsoenlijk gesprek
voeren. De bestuurder zit alleen in wagen, hij komt van Roemenië en is op weg
naar huis. Zijn twee maten volgen op de fiets, hij zorgt voor de bagage. Gelijk
heeft hij, want fietsen is hier volgens mij geen pretje. Er waait een strakke
wind door het dal en het is constant stijgen en dalen. Regelmatig zit je meer
dan driehonderd meter oven de Donau. Ik laat de Nederlander niet vertrekken
alvorens hij een foto van mij heeft getrokken. Zoals jullie zullen zien heeft
hij niet veel fantasie gebruikt voor de achtergrond van de foto. Nadat ik door
diverse onverlichte bochtige tunnels ben gereden komt de grens van Roemenië in
zicht. Om aan de grens te komen moet ik over een spectaculaire stuwdam. Er
staat een flinke rij vrachtwagen te wachten en een stuk of dertig
personenwagens. Het is ondertussen 14 uur geworden. Voorzichtig passeer ik de
vracht en personenwagens tot ik aan de grens ben. Wat en verschil met de
grensovergang naar Servië. Beligica, Belgica wordt er langs verschillende
kanten geroepen. Ze verwijzen me naar een leeg baanvak. Bij de douanier
aangekomen vraagt deze vriendelijk mijn paspoort, geen commentaar op de
stempels die er al in staan en na een korte blijk krijg ik het terug. Ik durf
zelfs te vragen of ik hier geen stempel krijg. Naar zijn zeggen is het al zon
dertig jaar geleden dat ze nog stempels hebben gebruikt. Bij de volgende douanier
moet ik nog een paar vragen beantwoorden; of ik alcohol bij heb en meer dan
duizend Euro. Ik bekijk hem en laat een fles water zien. Als ik hem vertel dat
ik nog nooit duizend euro heb gezien en moest ik die wel hebben dat ik dan
zeker hier niet met een motor zou staan maar met een BMW. Hij kon er om lachen,
en ik reed zonder probleem Roemenië binnen. Naast mij was een Nederlander onder
toezicht zijn caravan uit aan het laden.
Roemenië,
wat een verschil. Heerlijke wegen vriendelijke mensen en de zon is terug van de
partij. Ik moet nu met Lei betalen. De prijzen delen door vier om het in euros
te berekenen. Rond 15 uur ben ik op mijn overnachtingsbestemming in Dobreta.
Aan de receptie van het hotel zit een mooie vriendelijke jonge dame met
prachtige borsten. Ze schrijft me in en opent een poort zodat ik Guz achter een
gesloten poort kan parkeren. Aangezien het mooi weer is met een redelijk windje
besluit ik eerst een wasje te doen voor ik onder een welverdiende douche neem.
Ondanks dat het stadje best de moeite is beslis ik op mijn kamer te blijven. Ik
begin een zekere vermoeidheid waar te nemen. Uit ervaring weet ik dat daar niet
tegen gevochten moet worden. Op tijd rusten is het enige medicijn. Toch zeker
omdat er deze week nog een rit op het programma staat van 298 kilometer.
Het avond
eten is goed, anders dan in Servië. Zoete aardappelen (best lekker) en twee
stukken heerlijk gegrild lamsvlees. De ober wilde een Heineken inschenken, is
niet aan mij besteed geef mij maar in elk land het plaatselijk bier. Hier is
het Silva, het half litertje liep er gesmeerd in.
De
weersberichten voor morgen zijn uitstekend, waarschijnlijk in zomerkledij naar
Bulgarije. Ik overnacht in Belogradechik een ritje van 213 kilometer.
Morgen naar
Bulgarije om te overnachten in Belogradechik een ritje van 213 kilometer.
Beste blogvrienden, ik wordt overstelpt met mails waarvoor mijn dank natuurlijk. Mag ik jullie vragen om te reageren via de blog. Onder elk artikel staat rechtsonder reageer, als u daar op klikt komt uw commentaar rechtstreeks op de blog. Voor mij minder administratie en voor de blog in het algemeen leuker. Ik kijk uit naar uw reacties.
0
1
2
3
4
5
- Gemiddelde waardering: 5/5 - (2 Stemmen) Categorie:2013 05 Donau van bron tot monding
Bij de eerste blik door het raam weten we al hoe
laat het is. De regen klettert op de daken. Blijf nog een beetje in bed liggen,
dit is geen weer om door te rijden. Alles op het gemakje er is tijd genoeg. Een
ritje van 137 kilometer kan zelfs zonder probleem na de middag gestart worden.
Na het ontbijt, het is nu half tien valt de regen nog met bakken uit de hemel.
Dan maar wat kruiswoordpuzzels invullen. Het wachten is niet bevorderlijk voor
mijn voorraad sigaartjes. Ik zal dringend minder moeten gaan roken wil ik toe
komen tot op het einde van de maand. De manager van het hotel ruikt geld. Blijf
nog een nacht stelt hij voor, ik bel de gereserveerde hotels wel om ze een dag
te verzetten. Geen haar op mijn hoofd dat hier aan denkt. Onder het motto; slecht
weer bestaat niet, enkel slechte kledij vertrek ik rond elf uur in de gietende
regen. Ik verrek het om over de autosnelweg te rijden. Ben nu hier en ik zal de
toer rijden zoals gepland. Zomerkleding terug opgeborgen en de warmste kleren
aangedaan die ik bij heb. Het is een schrale 12 graden. Waarom, vraag ik mezelf
voor de zoveelste keer af terwijl ik door de gietende regen rij, waarom doe ik
dit zo graag? Waarom niet gelijk elke oude man een beetje in de hof klooien,
koers kijken op tv, en slaapje in de zetel enz. Neen, ik moet met alle geweld
in de gietende regen rijden, over spekgladde wegen met putten en kuilen om u
tegen te zeggen. Ik moet de hele rit aan de reis naar het Midden-Oosten denken
het begint er aardig op te lijken. Voordat we Belgrado bereiken rijden we ook
hier door eindeloos landbouwgebied over bar slechte wegen.
In Belgrado begint de miserie pas echt.
Ongelooflijk slecht wegdek, spekgladde zebrapaden, grote geschilderde pijlen en
gladde tramrails die op diverse manieren moeten gekruist worden. Regelmatig heb
ik moeite om Guz recht te houden. Voornamelijk op de geschilderde toestanden voel
ik Guz af en toe goed tegenpruttelen. Grote oude stinkende bussen rijden kris
kras door het verkeer. Het is een nachtmerrie om op deze wijze door Boekarest
te geraken. Van de stad heb ik weinig gezien, aangedampt scherm van Guz,
aangedampte bril van Kees. Door de lage snelheid worden de druppels ook niet
van het scherm van mijn helm weggeblazen. Geen fotos genomen onderweg, mijn
zogezegde waterdichte handschoenen zijn drijfnat, niet bepaald bevorderlijk om
ze uit te doen om een foto te nemen. Het heeft trouwens geen zin om fotos te
nemen. De mist en regen maken het onmogelijk om een fatsoenlijke foto te maken.
Eindelijk geraak ik zonder kleerscheuren Boekarest uit. We hebben dan twee uur
gereden voor een afstand van amper honderd kilometer. Het weer wordt beter
zodra we Boekarest achter ons gelaten hebben.
Het is nu eigenlijk nog een lange afdaling van
ongeveer 37 kilometer naar Smederevo. Hoe lager we in het dal komen hoe
aangenamer de temperatuur wordt. De omgeving wordt mooier de regen minder. Af
en toe is de Donau te zien.
Om klokslag 14 uur zijn we op onze bestemming.
Stasea Appartement in Smederevo.
Drie volle uren en drie snelheidscontroles op een stukje van
honderdzevenendertig kilometer. Ik meld me aan bij de receptie. Een zeer
vriendelijke meneer geeft me al direct de raad om Guz op de koer te zetten
achter een gesloten hek. Na het inschrijven van mn paspoort wordt ik naar de
kamer gebracht. Opeens is alle miserie vergeten. Ik heb een volledig ingericht
appartement tot mijn beschikking. Als ik het raam open zet kan ik de schepen op
de Donau horen varen. Twintig meter verder ligt er een behoorlijk restaurant
waar ik mijn avondmaaltijd kan eten.
Ik kleed me als de weerlicht om en ga een ferme
wandeling langs de Donau maken. De Donau is intussen uitgegroeid tot een
stevige rivier. De rivier is zo breed geworden dat ik met moeite de zwaar
geladen schepen die stapvoets tegen de sterke stroom varen op de foto te
krijgen. Het is hier prachtig wandelen. Daar doe ik het dus voor. Toch maar
liever hier zitten en van alles beleven dan thuis in den hof grassprietjes
uittrekken.
Na de wandeling ga ik op verkenning in de
douchecabine. Het is zon ding met allerlei kranen, het water spuit langs alle
kanten op je body.
Vergeet alles wat ik hier boven geschreven heb. Kom
juist terug uit het restaurant. Heerlijk, vriendelijk personeel en een prachtig
zicht op de Donau. De maaltijd inclusief koffie en soep kost me 12,75. Laat
de grassprieten thuis nog maar een beetje groeien.
O ja, de uitlaatpijp. Het was niet met en bout. De
klusjesman had het gelast. Trots wist hij me te vertellen dat het nu nooit meer
los kwam. De foto staat op de blog.
Ik krijg diverse reacties via mail. Daarvoor dank
natuurlijk. Ik vraag me af, of een mail sturen gemakkelijker gaat dan rechtstreeks
op de blog te reageren. Laat iets weten a.u.b.
Morgen
13/05 naar Roemenië. Ik overnacht in Dobreta in het Pensiona Turistica. We starten
aan een wijnroute. Ben benieuwd wat het gaat worden. Het weer is een stuk
verbeterd dus dat ziet er goed uit voor morgen.
0
1
2
3
4
5
- Gemiddelde waardering: 5/5 - (2 Stemmen) Categorie:2013 05 Donau van bron tot monding
Zoals ik in het vorig verslag heb geschreven was het avondeten benden alle peil. Het bed en het ontbijt maken echter alles goed. Ik heb geslapen als was ik Doornroosje. Het ontbijt was zeer uitgebreid met allerlei verschillende soorten, toespijs de alom aanwezige paprika's en gebakken, gekookte en roerei. Na een ferm ontbijt starten we dan ook welgemutst rond negen uur. De donkere wolken zijn uit het zicht verdwenen maar het is nog redelijk fris in de zomerkledij (17 graden) Na een tiental kilometer rijden we het Nemziti park in. Aan de rechterkant rijden we langs de Donau terwijl we aan de linkerkant door een soort Bokrijk rijden maar dan in het groot. Je struikelt er bijna over de hazen, konijnen en reeën. Van de hazen heb ik een foto, de reeën waren me telkens te vlug af. Na 35 kilometer is het tijd om de Donau met een ferry over te steken. Het is verdacht stil op de baan die naar de ferry gaat. Garmien (de gps) wist te vertellen dat het nog 3 kilometer was, geen levende ziel te bespeuren op die 3 kilometer. Als we de aanlegplaats voor de ferry oprijden is het daar zo stil als in mijn broekzak. Ook aan de overkant is er geen levende ziel te bekennen. Plots komt er een roeibootje aan, het zal toch niet waar zijn zeker? Ik krijg van zijn leven Guz niet op een dergelijk bootje. Het bootje legt aan waar normaal de ferry moet liggen, er stapt een visser uit en het bootje tuft verder. Visser snapt niets van mijn taal en ik niet van die van hem. Zo geraken we niet veel verder. Terug keren staat niet in Kees zijn woordenboek dus geduldig gaat hij aan de kant zitten wachten. De zon schijnt, het sigaartje is lekker geen reden om zenuwachtig te worden. Na een tiental minuten komt er een gastje van een jaar of twaalf vol belangstelling naar Guz kijken. Hij begint een heel verhaal in het Hongaars af te steken waar ik maar drie woorden van heb verstaan namelijk; TODAY NO BOOT. Oei, dan toch maar terug keren. Guz weigert echter pertinent te starten tot ik beloofd heb om zeker terug te keren en niet zal proberen om de Donau over te steken zonder boot. Volgens de reisgids is de laatste brug over de Donau in Baja! Juist, daar kom ik net vandaan ik heb dan ook niet veel zin om daar terug naar toe rijden. Ik laat Garmien een nieuwe toer berekenen met uitschakeling van veerponten. Ik wordt inderdaad terug gestuurd naar Baja. Starten en weg wezen. Na enkele kilometers kom ik op een kruispunt, Garmien zegt naar rechts, een verkeersbord zegt echter als we linksaf gaan een brug tegenkomen. Ik kon mijn ogen bijna niet geloven, heb er dan ook een foto van gemaakt. Hallo reisgids geen bruggen meer? Natuurlijk kan ik het niet laten om linksaf te gaan, we zien wel waar we uitkomen. Kerewere bleef Garmien maar roepen, tot ik het ding uitzette en het rustig werd onder mijn helm. De borden die de brug aangaven waren goed te volgen, moeilijk was het dus niet. Op een gegeven moment maakt de weg een redelijk scherpe bocht. Toen ik de bocht uitkwam viel ik bijna van mijne Guz. Inderdaad op een driehonderd meter verder lag er een ferry die aan het laden was. Blijkbaar is een bootje op een verkeersbord tekenen hier te moeilijk. Ik geef een beetje gas en kan mooi aansluiten bij de laatste die op de ferry rijdt, niet dus. Op kordate wijze wordt ik terug gestuurd. Eerst ticket kopen aan het ticketkantoortje. Ik spring van Guz loop als een haas naar een onooglijk kantoortje dat verstopt is naast het terras van een café. Een oud vrouwtje verkoopt mij twee tickets, neen zeg ik één is genoeg ik kom niet terug, geen retour. Ze begint driftig gebaren te maken waaruit ik begreep dat dit niet kon. Oké, zeg ik, wat kan mij het schelen kost amper twee euro. Het vrouwtje geeft me twee tickets. Wat blijkt nu, er is een ticket voor Guz en een ticket voor Kees. Ondanks dat er maar twee man en een paardenkop op de ferry waren besloten ze om net voor mijn neus weg te varen. Geen probleem, koffietje gedronken de temperatuur was intussen aangenaam genoeg om op het terras te zitten.
Aan de overkant aangekomen is het tijd om te tanken. 355 kilometer gereden voor achtentwintig euro. We rijden nu het Donaupark in. Ik stop om een foto te maken van een koppel ooievaars die zitten/staan te zonnen.
Jammer genoeg loopt de rit na enkele kilometers uit het park. We komen terecht in een ongelooflijk groot landbouw gebied. Kilometers rijden we op kaarsrechte wegen langs onmenselijk grote maisvelden, koren en graslanden. Tientallen grote tractoren zijn duizenden liters onkruidverdelgers aan het sproeien. Dit is pas stilte, maar dan wel een stilte van de dood. Er zijn kilometers aan een stuk geen vogels te zien, geen roofvogels in de lucht zelfs geen kraaien. Uren door dit soort landschap gereden, zelfs geen vlieg op het scherm van Guz gespat. Geef mij de stilte van de Poesta maar. Na dit eentonig stuk komen we aan de grens van Kroatië. Om de douanier niet te veel uit te dagen laat ik het fototoestel in de tanktas zitten en zet ik de helmcamera af. Een vriendelijke meneer heeft meer oog voor Guz dan voor mijn paspoort. Hij bladert er wat door om een plaats te vinden om een stempel in het paspoort te zetten. Veel plaats is er niet meer, er staan redelijk wat stempels in die ik samen met Theo heb vergaard tijdens de reis naar het Midden-Oosten. Op een terras in Vukovar, met uitzicht op de Donau stoppen we voor de middagpauze. Vukovar, oorlog en aan flarden geschoten huizen en gebouwen. Hier moet met Kuna's betaald worden. De prijzen delen door 7,5 om in euro te berekenen. Eerst wordt er een smerige oorlog uitgevochten, natuurlijk met zo veel mogelijk doden, ze gaan geen monumenten zetten voor een paar oorlogsslachtoffers natuurlijk. Als er genoeg doden zijn gevallen worden er grote monumentale monumenten gebouwd. Het zal nooit meer gebeuren enz.enz. Als de toeristenstroom op gang is gekomen om de monumenten te komen bekijken mogen de oorlogsinvaliden aan deze monumenten souvenirs verkopen. Grote borden leiden naar massagraven, het één zogezegd nog mooier dan het andere. Ik heb er geen bezocht, ik word er namelijk kotsmisselijk van. Heb bij een oorlogsinvalide in alle stilte een onnozel souvenirtje gekocht en een snijdend verhaal ten gehore gekregen. In Aleppo worden binnenkort de volgende monumenten ontworpen. Het zal nooit meer gebeuren enz. enz.
0
1
2
3
4
5
- Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen) Categorie:2013 05 Donau van bron tot monding
Kilometers voorbij
Vukovar staan er in de afgelegen velden nog steeds aan flarden geschoten
huizen. Geen monumenten, geen wegwijzers voor de toeristen, niets alleen de in
puin geschoten huisjes. Waar zijn de oorspronkelijke bewoners? Niet terug
gekeerd? De juiste personen niet gekend om de wederopbouw te betalen? Stof om
toch even bij na te denken.
Het
landschap gaat over van grootschalige landbouw naar wijngaarden. Het wordt ook
heuvelachtiger met hier en daar zelfs een haarspeldbocht. De gedachten aan
Vukovar uit het hoofd gezet en terug genieten van de omgeving. Om 14 uur
meld ik me aan bij een Servische douanier. Wat een verschil met de vorige
grenspost. Een degoutante snotneus vraagt op een zeer onvriendelijke toon om
mijn paspoort. Hij bestudeert nauwkeurig de stempels die er in staan van de
reis naar het Midden-Oosten. Hij begint vragen te stellen in een taal waar ik
geen bal van versta. Uit ervaring weet ik dat dergelijke machtsmisbruikers meestal
vragen; Waar naar toe, hoe lang is het verblijf en voor welke doeleinden kom je
naar hier. Ik antwoord op goed geluk in het Nederlands: naar Novi Sad, één
nacht, vakantie, op weg naar Tulcea. Blijkbaar volstaat het. Met een chagrijnig
gebaar knalt hij een stempel in mijn paspoort. Het is raar maar bij elke
grensoverschrijding voel je en zie je dat je in een ander land bent. In Kroatië
zijn de wegen een stuk beter dan in Hongarije, er ligt veel minder vuil langs
de wegen, en de huizen zijn veel beter onderhouden. In Servië is de landbouw
veel kleinschaliger dan in Kroatië, meer natuur, terug slechtere wegen en meer
armoede. Het wordt heuvelachtiger en ik krijg weer heerlijke bochten. Uit het
verleden weet ik dat er nog al wat corruptie is bij de arm der wet, ik blijf
dan ook steevast een kilometer of vijf onder het toegelaten maximum snelheid. Weer
een andere munteenheid, de Dinar. De prijzen delen door 111 om in euro te
rekenen. In Kroatië moesten de prijzen door 7,5 gedeeld worden. Ik heb vakjes
te weinig in mijn portefeuille. Euros, Kunas en Dinars. Om 15 uur ben ik in
hotel Fontana, een vriendelijke manager wijst me direct de weg naar de
ondergrondse parking van het hotel. Er is in de garage een klusjesman aan het
lassen. Nadat ik Guz geparkeerd heb vraag ik een hamer aan de klusjesman. Door
de slechte staat van het wegdek is de hittebeschermer van de uitlaat los
gekomen. Niet erg hij kan er niet afvallen omdat het rond de uitlaat zit. Het
moet gewoon op zijn plaats worden geschoven. De klusjesman bekijkt het even en
zegt dat hij het wel zal oplossen. Hij is van plan om heel de uitlaat af te breken
om het te regelen. Ik verzoek hem vriendelijk om het maar te laten zoals het
is, ik rij heel de dag al zo en heb er geen last van. Klusjesman gaat terug met
zijn eigen werk verder. De manager, die alles vertaald had neemt de helft van
mijn bagage mee naar boven. Aan de receptie de nodige documenten ingevuld en
mijn bagage wordt naar mijn kamer gebracht. En wat voor kamer, een appartement
groot met een terras. Vanop het terras heb ik een redelijk uitzicht over de
stad. Aangezien ik hier een terras heb e het goed weer is doe ik eerst een
wasje voor ik onder de douche kruip. Na de douche ga ik naar Guz om mijn laptop
te halen. Ik kon mijn ogen niet geloven toen ik bij Guz aankwam. De klusjesman
had het hitteschild toch gerepareerd. Maar hoe, dat wil je niet weten. Een gat
geboord in mijn amper twee jaar oude Guzzi en met een grote bout het
hitteschild aan de uitlaat bevestigd. Ik was een hartinfarct nabij. Morgen maak
ik er een foto van.
Geen fotos
van Novi Sad wegens hevig onweer en kletterende regen.
Morgen blijf
ik nog in Servië. Overnachting in Smederevo.
0
1
2
3
4
5
- Gemiddelde waardering: 4/5 - (1 Stemmen) Categorie:2013 05 Donau van bron tot monding