20/08/14 Gisteren veel te laat gaan slapen. Goed geslapen maar niet uitgerust. Ik moet minder prioriteit aan de blog gaan geven. Het is hier s ’avonds meestal nog goed weer, ik blijf dan wat langer buiten met als gevolg dat ik rond 23 u nog aan de blog moet beginnen. Ben daar toch al snel anderhalf uur mee bezig dus wordt mijn nachtrust te kort. Ik blijf de blog wel aanhouden maar het is niet zeker dat ik een dagelijkse opvolging blijf doen.
Vandaag is het een ferry dag. Ik heb een rit van maar 100 km gepland, als je wat pech hebt met de aansluitingen van de ferry zou het anders wel eens een lange dag kunnen worden. De eerste ferry is er na 49 km. We rijden er door een mooi landschap naar toe in weer ideaal motorweer. Als we in de haven van Tjotta aankomen; waar de ferry naar Forvik vertrekt is het al zover. Een wachttijd van één uur en drie kwartier Het is er een gezellige boel, er staan in totaal 12 motors ik ben de enige die solo reist. Er worden reisverhalen uitgewisseld, foto’s getrokken en sigaren gerookt. De twee Triumphs staan naast elkaar, mijn tijdelijke Duitse reisgezel neem een foto van de nummerplaten. De tijd vliegt voorbij. Als de ferry er aan komt zijn we vertrokken voor overtocht van anderhalf uur, er zijn onderweg drie stopplaatsen. Het is zo iets als een bus maar dan over het water.
Zeventien km verder in Anndalsvagen is er een volgende ferry, die brengt ons naar Horn. Natuurlijk komt iedereen weer samen die op de vorige ferry zaten, het is rond de middag en de meesten onder ons gaan dan ook iets eten. Wachttijd, een uur. Rond 13 uur worden we in Horn terug aan wal gezet. Voor mij is het nu nog een 20 km rijden eer ik in Bronnoysund ben waar ik vandaag overnacht. Al de andere motorrijders gaan door naar Vennesund (70 km) om daar de ferry naar Holm te nemen. Mijn Duitse metgezel van de laatste drie dagen neemt die ferry ook en moet dan nog dik 200 km rijden om in Namsos aan te komen waar hij een overnachting heeft gereserveerd. Die gaat daar niet vroeg aankomen.
Na 80 km met de Tri en 40 km met de ferry’s komen we rond 13u30 in Bronnoysund aan. Het motel wordt snel gevonden, ben er niet erg gerust in ziet er wat aftands uit aan de buitenkant. Voorzichtig ga ik op verkenning om in te checken. Blijkt dat er pas van af 15u30 ingecheckt kan worden. Hier sta ik dan, nog twee uur met mijn vingers staan draaien zie ik niet zitten. Had ik dit geweten was ik ook doorgereden naar Namsos. Ik besluit om terug te starten en de omgeving te gaan verkennen. Het is raar, Twee uur motor rijden is en fluitje van een cent, maar als het uit een soort verplichting is duurt het ontzettend lang.
Om 15 u sta ik weeral terug bij het hotel en ga in de buurt van het hotel een koffie drinken. Om stipt 15u30 kan ik inchecken ik moet hier voor in een soort bar naast het motel zijn. Nog steeds vertrouw ik het niet, het zal toch niet waar zijn dat ik hier voor een pak geld in een krot van een kamer terecht kom. Neen dus, de kamer is perfect met uitzicht op de haven. De haven is trouwens het enige hier dat de moeite is om te zien. In het stadje zelf is geen bal te beleven.
Als ik nog maar juist op de kamer ben klinkt het bekende geluid van de scheepshoorn die de Hitigruten schepen gebruiken als ze een haven invaren. Om 15u45 ligt het schip aangemeerd en komen er horden toeristen als een kudde schapen snel van het schip af. En snel moet het wel, ze hebben een uurtje de tijd om het stadje te verkennen. Om 17 u klinkt de scheepshoorn 1 keer als teken van vertrek, Om 17u15 geeft de kapitein twee stoten met de scheepshoorn om dan onverwijld te vertrekken. Ik kijk het mooie schip na tot het onder de prachtige brug door vaart en uit het zicht verdwijnt.
Het is nog prachtig weer, ik kan dan ook het avondmaal nemen op een terras met zicht op de haven. Rond 20 u heb ik het wel gezien, naar de kamer en aan de blog gaan beginnen. Niet dus. Ik kan mijn gsm waar de foto’s op staan niet meer geconnecteerd krijgen met de laptop. Op de één of andere manier is het stuurprogramma verdwenen. Om een lang verhaal kort te houden; het is 23 uur wanneer ik na diverse updates en allerlei andere ups de boel terug aan het praten heb gekregen. Te laat om nog aan de blog te beginnen.
Morgen 21/08 vroeg op staan om de ferry van Vennesund naar Holm te nemen. We overnachten dan in Stiklestad.
18/08/14 Vandaag na een goede nachtrust de eerste aan het ontbijt. Alles is ingepakt, de zon schijnt en we gaan weer nieuwe wegen verkennen. Blijkbaar ben ik toch nog niet uitgeslapen, ik moet drie keer aanleggen om op de juiste weg naar de ferry te geraken. Het is amper anderhalve km rijden en dan drie keer verkeerd rijden dan zit je volgens mij nog met een slaperige kop. Om 07u30 kom ik uiteindelijk toch aan waar ik moet zijn. De Tri begint rare kuren te krijgen als we de parking oprijden. Ik schrik me rot, maar het is loos alarm, er staat een bloedmooie blauwe Triumph Trophy SE op de parking die hij gezien heeft. Om hem een plezier te doen parkeer ik naast die Triumph. Ik geraak in gesprek met het Duitse koppel, natuurlijk over onze motors. Ze zijn vanuit Dresden via Zweden naar Noorwegen gekomen. Een paar minuten later komt er een Nederlands koppel met een BMW GS aan. Het werd een gezellig onderonsje wat verder liep tijden de overtocht. Je komt altijd en overal wel iemand tegen waar je eens even me kunt kletsen.
Als ik aan boord van de ferry rij doet de lader van dienst teken dat ik de motor moet vast sjorren. Ik trek losweg een spanriem over het zadel en denk dat dit wel genoeg is, tenslotte moeten we maar een fjord oversteken. Direct word ik er op gewezen dat de motor beter gesjord moet worden. Tijdens de overtocht zal blijken dat dit inderdaad nodig was. Jongens, wat ben ik blij dat ik deze morgen voor alle zekerheid een paar pilletjes (Touristil) ingenomen heb. Zodra we uit de beschutting van de haven komen wat het een geslinger en gestamp van jewelste. Er staat een vrij strakke wind die dwars door het fjord kwam gewaaid. Er zijn dan ook heel wat schuimkoppen op het water. Na drie kwartier varen is er een snelle stop in het haventje van het mooie eiland Skrova. De kapitein laveert de ferry tussen talloze kleine eilandjes door precies of hij rijdt met een taxi.
Na tweeëneenhalf uur zijn we in de haven van Skutvik, waar ik niet rauwig om ben. Laat mij maar met de Tri ronddalken. Het landschap is niet te vergelijken met de Lofoten. De bergen zijn kaler en niet zo ruw, er ligt ook meer sneeuw op de toppen. Ik ben niet zo enthousiast als de reisgidsen en vindt dat er hier redelijk wat saaie stukken moeten gereden worden. Natuurlijk ben ik de laatste dagen wel uitermate verwend. Was het dan een saaie rit? Zeker niet, we rijden langs en over ontelbare fjorden met regelmatig mooie vergezichten. De wegen zijn ook hier goed tot zeer goed. We weten nu zeker dat we in het land van de tunnelbouwers zitten. Ik denk dat we er vandaag een stuk of twintig gehad hebben. Alle soorten tunnels hebbe we gehad. Zoals bv. korte, lange, links draaiende, rechtsdraaiende, brede, smalle, droge, natte noem maar iets op en het is er.
Rond 15u30 komen we in Bodo aan. Garmien stuurt ons via de haven van Bodo rechtstreeks naar het hotel. Inchecken, douchen en een wandeling, ik heb er alle tijd voor. We hebben vandaag 225 km gereden en goed tot zeer goed weer. Wel is de bewolking na de middag flink toegenomen maar we hebben geen druppel regen gehad. Het avond eten is heer zeer eenvoudig maar overheerlijk en de kamer ruim en netjes. Het ziet er goed uit om weer van een heerlijke nachtrust te gaan genieten.
Nog even vermelden dat er met de gezondheid op dit ogenblik geen enkel probleem is, dat de weersvooruitzichten voor morgen goed zijn en dat we morgen een rit van 355 km hebben waar we onderweg redelijk wat ferry’s moeten nemen. We overnachten morgen in Sandnessjoen. De Poolcirkel is dan terug gepasseerd.
17/08/14 Na een zeer goede nachtrust word ik eindelijk wakker gemaakt door de zon. Vandaag staan er deze morgen eerst wat administratieve regelingen op het programma. Om een omweg van ongeveer 200 km te vermijden nemen we morgen de ferry naar Skutvik om zo weer op het vaste land terecht te komen. Een andere reden om deze ferry te nemen is dat de overtocht als één van de mooiste fjordenovertochten staat beschreven in de reisgids. De ferry vaart over het mooie Vestfjorden. De meest in het oog springende walvis rond de Lofoten is de orka of zwaardwalvis. s ’Winters jaagt hij de scholen haring achterna die hier komen paaien. Het fotogenieke dier werd jarenlang in de Vestfjord geobserveerd, maar het is sterk gebonden aan de altijd wijzigende koers van zijn prooi. Aangezien de haring steeds verder noordelijk trekt, duikt ook de orka nog slecht occasioneel voor de kust van de Lofoten op.
Het ticket bestel ik via internet, de betaling moet met Visa of Mastercard gebeuren. Geen probleem want ik heb mijn kaart bij. Het probleem is dat je tegenwoordig en kasje nodig hebt om een betaling via internet te verrichten. Dat heb ik natuurlijk niet bij. Gelukkig heb ik thuis nog een Mastercard liggen zodat ik telefonisch de gegevens aan mijn echtgenote kan geven die dan de verrichting kan uitvoeren. De betaling lukt en ik krijg een mail van de ferrymaatschappij met als bijlage het reisdocument dat ik nodig heb voor de overtocht. Natuurlijk heb ik geen printer bij, met laptop naar receptie en vragen of ik een print kan uitvoeren, dat gaat niet. Ik moet de mail die ik gekregen heb doorsturen en dan kunnen ze het document printen. Mail doorgestuurd en document is geprint. Na nog een paar knopen aan mijn hemd te hebben genaaid kan ik eindelijk vertrekken.
Mijn trouwe gezel den Tri heft vandaag een rustdag. Hij wordt net even wakker gemaakt om de tank te vullen. Het is heerlijk wandelweer, ik ga dan ook te voet Svinoya bezoeken. Dit stadsdeel ligt op een eilandje. Vanaf de steile brug die naar het eilandje leidt, krijg ik twee mooie fotomotieven voorgeschoteld. Het uitzicht aan de ene kant van de brug omvat de stad Svolvaer met alles er op en er aan. Aan de andere kant is het embleem van de stad te zien, de zogenaamde Svolvaergeita. In die rotsformatie valt duidelijk de kop van een geit te herkennen(met een beetje fantasie) De geit in kwestie werd volgens de legende een paar duizend jaar geleden door een geprikkelde trol tegen de bergen in Svolvaer gekwakt en lijkt sindsdien genoegen te nemen met haar versteende positie. De afstand tussen beide ‘horens’ bedraagt anderhalve meter. Alpinisten dagen elkaar uit om de sprong van de ene hoorn naar de andere te maken op een hoogte van 300 m.
Svinoya zelf komt met zijn vele dieprode rorbu of vissershuisjes nog het dichts in de buurt van een echt vissersdorp, ook al wordt de overgrote meerderheid ervan tegenwoordig door toeristen bewoond. Je ruikt hier de stokvis die opgeslagen ligt in een groot pakhuis. Grote ventilatoren draaien om de temperatuur op peil te houden. De houten droogrekken dienen nog steeds om kabeljauw tot stokvis te drogen. Op het uiterste zuidpunt van Svinoya staat Per Ungs beeldhouwwerk Fiskerkona (Vissersvrouw) de uitvarende vissers uit te zwaaien in de hoop op een behouden thuiskomst(wat vooral in vroegere, pre gemotoriseerde tijden niet evident was). Er is nog veel over het eilandje te vertellen maar hopelijk zeggen de foto’s meer dan woorden.
Toch nog even vertellen da er een getijde verschil is van 2 meter. Bij eb lopen dan ook veel inhammen leeg.
De bunker is een overblijdfsel uit de tweede wereldoorlog en gebouwd door de Duitse bezetter.
Vanavond inpakken, morgen slapen we in Bodo, nog altijd boven de Poolcirkel.
16/08/14 Goed uitgeslapen, om acht uur opgestaan. De buikpijn is veel minder maar ik neem toch nog een pijnstiller. Na het rijkelijk ontbijt wordt de Tri rond halftien gestart.
We zijn nog geen tien minuten aan het rijden of de regen is er weer. Nu kan ik veel verdragen en als ik met de Tri weg ben is er niets snel iets te veel. Maar nu is het toch wel iets te veel van het goede. Negen graden, een gure oostenwind en dan nog wat regen er bovenop. Ik volg een bord waarop een toeristische attractie is vermeld, ik weet niet wat voor iets wat het staat er enkel in het Noors op. Hopelijk is het binnen te doen. Binnen een paar minuten komen we op een parking en zie ik een soort wandelpad met uitkijktoren. Ik ga voorzichtig naar het kotje waar je tickets moet kopen en vraag wat ik moet betalen om verder te gaan. 105 NOK is het antwoordt. Wablief zeg ik voor een wandelingetje ga ik omgerekend toch geen € 12?50 betalen. Er is een bezoek aan het zee aquarium bij inbegrepen wordt me verteld. Betalen en binnen dan word ik in ieder geval niet nat. Geen ballen te zien, zes bakken met wat vis en dat is het. Een grote ruimte voor koffie en souvenirs en dat was het. Na drie keer hetzelfde rondje te hebben gedaan heb ik het wel gezien, dan nog liever nat worden op de Tri.
Het valt mee ondertussen is het droog geworden, maar de Gerbingsjas en handvatverwarming mogen gerust een standje hoger gezet worden. Rijden maar weer. Gisteren een prachtige rit over de Vesteralen (305 km)en het ziet er naar uit dat de rit van vandaag over de eilanden van de Lofoten er niet voor onder moet doen. We rijden naar het vissersdorp Henningsvaer (500 inw.)via een magnifieke acht km lange weg. Je moet hier gereden hebben om de woeste schoonheid te kunnen begrijpen. Ik weet niet hoe ik dat moet uitleggen. Het is een combinatie van bergen, eilandjes, de zee en prachtige bruggen. Hier komen we ook de houten constructies tegen waar in het seizoen de kabeljauw hangt te drogen. De constructies worden wel een de kerken van Lofoten genoemd. Aan de stokken hangt de kabeljauw te drogen(stokvis) Als we het dorp binnen rijden ruiken we de vis. Ik vind het niet bepaald een aangename geur. Vanaf de pier(die hier tegelijk als brug dienst doet)is er een prachtig uitzicht op de dicht bijeen staande huisjes, de veelkleurige vissershutten en de boten in de haven.
Na de verkenning van het dorpje dat op een eiland ligt moeten we over dezelfde prachtige weg terug. Als we in Borg aankomen is het al over twaalf uur en tijd voor een koffie en een sandwich. In de buurt van het Lofoter Vikingmuseum is er een gelegenheid waar dit kan gebeuren. Even later stopt er hier nog een koppel dat met de moto Noorwegen aan het verkennen is. Ze overnachten in hetzelfde hotel waar ik ook mijn onderkomen heb. Ook zij gaan op 26/08 de ferry in Oslo terug op. Na een gezellige babbel is het de hoogste tijd om verder te gaan toeren. We rijden via Eggum naar Leknes om via een prachtige kustweg terug naar in Svolvaer aan te komen.
We 255 fantastische kilometers gereden vandaag. De regen is al bij al nog meegevallen, de temperatuur had een graadje of tien meer mogen zijn. Zelfs voor hier is 10 graden rond deze tijd van het jaar te koud.
Morgen laatste dag Lofoten, aangezien ik nog redelijk wat op het programma heb staan zal het vroeg gaan slapen zijn om er morgen weer fris tegen aan te gaan.
15/08/14 Fantastisch geslapen in één ruk tot zeven uur. Maar blijkbaar niet genoeg voor mijn lichaam, begint zwaar tegen te pruttelen en ik moet dan ook aan de pijnstillers om het een beetje draaglijk te houden. Hopelijk is het morgen beter anders zal ik verplicht zijn om en rustdag te nemen. Maar dat zijn zorgen voor morgen.
We zitten dus in Svolvaer, dat gelegen is op het eiland Austvagoy, helemaal in het noordoosten van de Lofoten. In het noorden paalt het eiland aan de archipel Vesteralen(dat we vandaag gaan bezoeken) en in het oosten wordt het door de zee-engte Raftsund geflankeerd. (Waar we vandaag langs rijden) Dankzij de in december 2007 geopende wegverbinding is Austvagoy tegenwoordig zonder veerboot bereikbaar(tunnel van 3,2 km) Een indrukwekkend berglandschap beslaat het grootste deel van het eiland. De naam Svolvaer duikt voor het eerst op in 1.573 en wortelt in het Samische Suolovearra, wat betekent als ‘als vissersdorp op een eiland’ De grote doorbraak voor Svolvaer kwam aan het einde van de 19de eeuw toen de Noorse rederij Hitigruten uit de grond werd gestampt. De Hitigruten zorgde ervoor dat Svolvaer als mar grotere horden toeristen aantrok. Vandaag de dag telt Svolvaer ruim 4000 inwoners. (bron Odyssee Reisgidsen voor Bartho Hendriksen Lofoten)
We brengen eerst een bezoek aan het dorpje Digermulen (240 inw.) dat juist in Vesteralen ligt. Via een mooie brug over Raftsund rijden we de eilandengroep Vesteralen binnen waar Digermulen licht De bedoeling is dat we naar het kerkhof van Digermulen rijden omdat we van af daar een prachtig uitzicht hebben over de zee-engte Raftsund. Nadat we langs de pracht zee-engte zijn gereden komen we in Digermulen aan waar we zonder probleem het kerkhof vinden. Het grootste probleem daar was om de motor terug te draaien. Door de zware bewolking zijn de foto’s jammer genoeg tamelijk donker. Onderweg komen we talrijke grote zalmkwekerijen tegen. Het is deze zalm die bij ons verkocht wordt als zalm gevangen in de Atlantische oceaan.
Na Digermulen rijden we via een prachtige route naar Myre. Een stadje met een grote haven voor de vissersschepen. Er staat een visverwerking fabriek die je al van kilometers afstand ruikt. Stokvis, ik vind het verschrikkelijk stinken en niet te vreten. Blijkbaar zijn er toch veel mensen dol op. Nu is het nog rustig in de haven. In januari wanneer de kabeljauw hier kuit komt schieten wordt de vangst op de kabeljauw gestart. Myre is ook de plaats waar walvisvaarten kunnen geboekt worden. De walvissen komen hier tot vlak onder de kust. Hier wordt er dus op walvissen gejaagd met fototoestellen. Ik heb dan ook een prachtige foto van een walvis. We rijden een doodlopende straat in en komen bij een mooie plek waar de picknick wordt gegeten. Ik vind het er zo mooi en rustig dat ik moeite heb om hier terug te vertrekken. Met het weer hebben we geluk vandaag, kom regelmatig over zeiknatte stukken wegdek maar zelf blijven we tussen de buien door rijden.
Op de terugweg nemen we in Stokmarknes de ferry terug naar Lofoten. Waar ik heel de dag bang voor ben geweest gebeurd hier. We varen regelrecht naar zware donkere wolken. Als we van de ferry rijden krijgen we dan ook de volle laag. Een bui is hier echt wel een bui, bakken regen valt er uit de hemel, gelukkig duurt het niet lang en zijn we terug opgedroogd als we in het hotel aankomen. Vlak voordat we aankomen nog een foto van een stukje regenboog en deze heerlijke dag zit er ook weer op.
Indien de gezondheid het toelaat staat er morgen een verkenning van Lofoten op het programma
14/08/14 Amai, de nachtrust was blijkbaar nodig. Het is zeven uur als ik met heel veel moeite een oog open kan krijgen. Heerlijk geslapen. Welgemutst gooi ik de gordijnen open en zie dat het pijpenstelen staat te regenen. Het kan me eigenlijk niet zo veel schelen, vandaag moeten er maar 205 km gereden worden dus ik kan het wat afwachten.
Na het al weer rijkelijk ontbijt vraag ik aan de vriendelijke dame van de receptie of ik wat langer op mijn kamer kan blijven in verband met die gietende regen. Geen enkel probleem, ik mag tot 12 uur blijven zonder dat er bij betaald moet worden. Mag zelfs heel de morgen gratis koffie komen halen. Hotel Bjerkvik in Bjerkvik dat is de max.
Terwijl ik met foto’s op de laptop bezig ben komt mijn echtgenote via Skype verontrust vragen of er problemen zijn, het is al halftien en ik ben nog niet vertrokken. Ik leg haar uit dat het eigenlijk niet bekwaam is om nu te gaan rijden. Ze heeft en fantastische oplossing. Kom toch naar huis, je rijd meer in de regen dan dat je fatsoenlijk weer hebt. Ik val bijna van mijn stoel van het verschieten. Er is geen plekje om mijn kale hoofd dat er nog maar 1 seconde aan gedacht heeft om deze reis af te breken omdat het wat regent. Ik heb tamelijk veel geld gestoken in motorkleren waarin ik in alle omstandigheden droog blijf, een gerbingsjas die ik elektrisch kan verwarmen en misschien wel het belangrijkste een pak rijervaring in deze weersomstandigheden. Dus de Kees gaat zeker niet vroeger naar huis komen. Integendeel, van het verschieten sluit ik de laptop af, gooi hem in mijn reistas en maak dat ik als de gesmeerde bliksem op mijne ongelooflijke, trouwe machtige Tri zit. Ook die trekt zich geen ballen aan van de regen. Een tikje tegen de startknop en alle paarden zijn direct van stal gehaald.
Zelfs in deze weersomstandigheden presteer ik het om toch een uurtje of vier over 205 km te doen. Ik kan het niet laten om regelmatig te stoppen, een fatsoenlijke foto proberen te nemen, een eind stappen om een beter beeld te krijgen wat klooien met de helmcamera en zo vliegt de tijd voorbij. Na een zestigtal km rijden we over en prachtige brug, met veel kunst en vliegwerk kan ik er volgens mij een redelijke foto van maken. Een eind verder maak ik een noodstop om een fantastisch koppel te fotograferen, aan de gezichten te zien zijn deze ook niet blij met dit weer. De route die we rijden is werkelijk fantastisch, ondanks de regen en mist is er nog veel te zien. Rond 14 uur komen we dan toch in het hotel aan, als bij wonder stopt het met regenen. Terwijl ik aan de receptie sta voor het inchecken loopt het water van mijn motorpak en sta ik zowaar in een plasje water. Ik verontschuldig me hier voor. Er wordt echter geen probleem van gemaakt er komen meerdere keren druipnatte motorrijders naar hier.
Voordat ik het stadje ga verkennen doe ik eerst en wasje. Ik blijf hier vier nachten dus heb ik de tijd om het te laten drogen. De was zal er spijt van hebben dat ze droog is hebben nog nooit met een dergelijk uitzicht te drogen gehangen. Een wandeling gedaan in het prachtige stadje, kleren gesorteerd, zitten klooien met de foto’s van vandaag en het is weer al etenstijd. Ik laat het rijkelijk buffet in het hotel voor wat het is en ga in het stadje eten. Het weer is zelfs zo aangenaam geworden dat ik de maaltijd op een verwarmd terras kan nemen. De maaltijd bestaat uit werkelijk overheerlijke mosselen met perfect gebakken frieten. Een knoert van een sigaar achterop en deze dag is ook weer fantastisch verlopen. Terwijl ik van mijn sigaar zit te genieten, vaart er één van de elf post en passagiersschepen van de Noorse rederij Hurtigruten de haven binnen.
We zitten dus eindelijk in Svolvaer. Het hotel ligt op een eilandee verbonden met een brug, van uit de kamer heb ik zicht op een haventje. Ik had me voorgenomen om een paar dagen te rusten maar daar zal niet veel van in huis komen. Integendeel, vroeg op staan en lange dagen zullen het hier worden want het is werkelijk een prachtige streek. Regen of geen regen morgen gaan we er weer op uit.
Na een tamelijk goede nachtrust en een fantastisch ontbijt wordt de Tri om stipt zeven uur gestart. Het doel vandaag is Bjerkvik een dorpje dat 40 km voorbij Narvik ligt. Weer een rit van 460 km. Ik snap zelf niet dat ik dit zo graag blijf doen. Op drie dagen 1.436 km rijden op bochtige tot zeer bochtige wegen begint best vermoeiend te worden voor deze oude baas. Het is dan ook met veel gekreun en gesteun dat ik mijn been over het zadel zwier en mijn trouwe Tri de sporen geef. De zon schijnt, de wegen zijn droog en de bochten vloeiend, wat zou een mens nog meer willen. Eerlijkheidshalve moet ik wel vermelden dat er de eerste 100 km geen bal te zien was. Voor iemand die achterop zou zitten zijn dit saaie kilometers. Voor de rijder valt het nog al mee, het goede wegdek en de talloze bochten maken veel goed.
Tri begint me uit te dagen om die heerlijke bochten eindelijk eens sneller te nemen dan 80 km per uur. Ik hou me echter aan de wettelijke snelheid denkend aan mijn processen die ik in Frankrijk aan mijn been had. Maar toch, na een kilometer of vijftig ben ik welgeteld één auto tegengekomen. Je zou denken dat je in niemandsland rijdt. Frankrijk even vergeten en gassen maar. Tri snort van plezier en we denken even dat we alleen op de wereld zijn. Natuurlijk worden er geen risico’s genomen op gebied van veiligheid we blijven ruim binnen onze limiet rijden.
Als we in de buurt van de poolcirkel komen wordt het landschap veel interessanter. We doen het hier dan ook terug aan een normale snelheid. Volgens mij hebben die Noren de poolcirkel een kilometer of vijftig verlegd. Volgens de landkaart ligt de Poolcirkel een dertigtal km boven Mo I Rana. Aangezien in die streek geen ballen te zien is en er zeker geen plaats is om een grote parking aan te leggen waarop ze de diverse toeristen kunnen opvangen hebben ze het Poolcirkel monument maar een tachtig km verder gezet. Gelijk hebben ze, toeristen trappen toch overal in.
Bij het verkeersbord dat aangeeft dat we nog 2 km van het magische punt verwijderd zijn stoppen we op een ruime parking om wat foto’s te trekken van het desolate landschap. Wat is mijn schaduw hier lang.
Eenmaal op het punt van de Poolcirkel aangekomen zitten we volgens Garmien op een hoogte van 625 m. Er is weinig volk en ik kan dan ook op mijn gemakje hier alles bekijken en een gratis certificaat bestellen. Ik moet daar een blad voor invullen met mijn gegevens, het certificaat wordt dan via e-mail bezorgd. Nog wat snuisterijen gekocht en natuurlijk een sticker waarop staat dat we de Poolcirkel gepasseerd zijn en rijden weer maar.
Van af hier is het weer aangenaam rijden met veel afwisseling. Bij de zoveelste tunnel staat er een brandweerwagen met zwaailichten aan. Het verkeer mag niet verder. Ik vraag aan de brandweerman of het niet mogelijk is om met de motor te passeren. Er is een ongeval gebeurd waarin een motorrijder en automobilist betrokken zijn. De helikopter heeft de volledige rijweg nodig om te kunnen landen. Als na een minuut of vijfenveertig de weg wordt vrijgegeven zie ik bij het passeren van de plaats van het ongeval een motor (zwaar beschadigd) in de sloot naast de weg liggen. Een moment om even bij stil te staan. Het gevaar loert altijd.
Na de middag slaat het weer ineens om. Zware bewolking en een temperatuur die van 22 graden naar 14 graden zakt. Het wegdek is kilometers aan een stuk nat maar zelf krijg ik amper een paar druppels te verwerken. Het landschap waar we doorrijden is weer prachtig we snorren dan ook goed gezind naar onze eerste binnenlandse ferry die we moeten nemen. Daar aangekomen moeten we weer een halfuurtje wachten dan een overtocht van 25 min.(NOK 61) Ik begin te vrezen dat we niet vroeg in het hotel zullen zijn. Na de overtocht is er nog 120 km af te leggen.
Op de ferry geraak ik met een Noorse motorrijder in gesprek, hij is onder weg naar Narvik. Als we de ferry verlaten blijven we nog 80 km samen rijden. Toch nog even een motormaat. Om 17 uur zijn we dan toch op onze bestemming. Het hotel is schitterend gelegen aan het fjord. Tri een plaatsje gegeven, inchecken, douchen en een heerlijk lamsbout eten. Als dessert wordt er een stuk taart geserveerd waar je met twee van kunt eten. Goed dat er insuline bestaat. Na het eten een flinke wandeling langs het fjord en deze vermoeiende maar o zo heerlijke dag zit er weer op.
Morgen een ritje van 204 km. We zitten dan eindelijk op de Lofoten en blijven vier nachten in Svolvaer.
12/08/14 Wakker gemaakt worden door de zon, daar wordt een mens blij van ook al is het nog maar vijf uur. Het ziet er dus goed uit voor vandaag. Om halfacht wordt de Tri van stal gehaald en vol goede moed beginnen we aan de 477 km voor vandaag. De start kon beter want we hebben al direct een omleiding aan ons been wegens wegenwerken. Garmien begint onmiddellijk te zeuren van kere weer, kere weer.
Na een goede vijf kilometer zitten we terug op de route. Een route die vandaag geen ogenblik verveelt. We rijden langs fjorden, meren en prachtige rivieren met hier en daar mooie stroomversnellingen. De tijd ontbreekt echter om naar de mooiste fotogenieke plekjes te zoeken. Er worden wel een paar sfeerbeelden getrokken.
We rijden over de E 6 bij ons zouden ze dit een provincieweg noemen. Er gelden vier snelheden die regelmatig door borden worden aangegeven, 69, 70, 80 en 90 km per uur. Het rare is dat ze hier precies de voorgeschreven snelheden hanteren. Af en toe komt er een wegpiraat voorbij die 75 km per uur rijdt. Langs het mooie Trondsheimfjorden rijden we naar Steinkjer. Nadat we Steinkjer gepasseerd zijn rijden we door het bergachtig gebeid naar Mosjoen.
De afstanden zijn absoluut niet te vergelijken met wat we bij ons gewend zijn. Ik krijg onderweg een bord waarop vermeld staat Narvik(waar ik nog moet passeren 845 km)Garmien zegt bij het afrijden van een rotonde; over 225 km neem rotonde eerste afslag rechts. Lap, 225 km rijden eer we aan een volgende afslag komen. Met ritjes van tweehonderd km per dag kun je hier niets komen doen als je geen 2 maanden tijd hebt (en geld).
Als we in Mosjoen aankomen, nemen we een foto van Vefsnfjorden waar de haven van dit stadje aan gelegen is. De zwarte wolk die in beeld zit heeft niets te betekenen er is geen druppel regen uitgekomen. We hebben nu constant 23 graden.
Nog 91 km en we zitten in Mo I Rana. We rijden door de provincie Rana vandaar de naam. Rond 16 uur komen we in het hotel aan, juist dan begint het toch wel te regenen zeker. De bagage uitladen en Tri op slot leggen duurt net lang genoeg om toch nog nat te worden. Als ik eenmaal op mijn kamer ben geïnstalleerd stopt het ook met regenen. Raar maar waar.
De zon schijnt weer dus een wandeling gaan doen door het stadje. Een wandeling is hier niet simpel als je wilt vermijden om bergop te gaan. De schrik die ik opgelopen heb tijdens een zware inspanning op de laatste reis in Frankrijk zit er nog stevig in. Ik wandel dan ook op mijn gemakje over een tamelijk vlak gelegen straat naar het mooie Ranfjorden. Ook hier staan aan de waterkant mooie goed onderhouden houten huizen. Een schilder moet in Noorwegen volgens mij goed aan de kost kunnen komen. Nadat ik me zelf heb verwend met heerlijke gerookte zalm als voorgerecht en rendierbiefstuk als hoofdgerecht zit deze heerlijke dag er weer op.
Morgen een rit van weer 460 km naar Bjervik we passeren dan de Poolcirkel. Ben benieuwd of ze er hier ook een toeristische attractie van gemaakt hebben zoals in Finland. Indien wel, ga ik hier natuurlijk ook een certificaat halen voor het overschrijden van de Poolcirkel.
11/08/14
Ondanks de zalige cabine en een fantastisch bed een zeer slechte nacht gehad. Mijn gezondheid laat me weer even in de steek ik heb dan ook redelijk wat pijnstillers moeten nemen om de buikpijn onder controle te krijgen. Het gevolg van dit feit is dat ik om vijf uur in de morgen weeral rond aan het dalken ben op de ferry.
Veel wind en uit de zware bewolking klettert de regen op het dek. Daar word ik nu niet direct heel gelukkig van. Gelukkig heb ik geen buikpijn meer, dat maakt veel goed.
Om zeven uur is het tijd voor het ontbijt, letterlijk alles wat je maar wenst voor een goed ontbijt is te verkrijgen aan het ontbijtbuffet. Na het ontbijt zo rond een uur of acht zijn we het Oslofjord ingevaren. Nog een uurtje of twee en we zitten in Noorwegen. We dat zijn natuurlijk de Tri en ik. Aangezien ik solo aan het reizen ben zaag en zever ik maar tegen de Tri. Hij trekt er zich geen ballen van aan en snort maar door.
Om kwart voor tien sta ik in het garagedek, deze keer heb ik dit dek eindelijk eens gevonden zonder me rot te zoeken. Heb zelfs nog de tijd gehad om een foto van de talrijke motors te maken en een internationaal gesprekje in het Duits en Engels. Amai, ikke met Duits en Engels heeeel veel haar staat er op. Maar we verstaan elkaar en meer hoeft dat niet te zijn.
Eerst op de ferry en eerst er af, daar word ik dus wel gelukkig van. Je staat je namelijk rot te zweten in de buik van die ferry. Toch is er wat oponthoud. Er is een motorrijder die nogal enthousiast in de remmen gaat als hij naar beneden rijdt. Aangezien je over stalen platen moet rijden was dit geen goed idee, hij remde zich er dan ook finaal onderuit. Buiten wat schade aan de BMW GS was er volgens dat ik kon zien niets aan de hand. Ze stonden alle twee recht en waren bezig om de motor terug op zijn pootjes te zetten.
Het is weer zo, we rijden van de ferry af bonk de regen in. Een vuile vieze motregen met tamelijk veel wind. Na een paar eindeloze tunnels zijn we om elf uur eindelijk Oslo uit. Nog 490 km te gaan, amai moet er nog zand zijn.
Het blijft onophoudelijk regenen en van de omgeving is niet veel te zien vanwege de mist die rond de bergtoppen hangt. Volgens de reisgids rijden we door een prachtige streek. Ik kan er echter geen fatsoenlijke foto van nemen, alles is donker en grijs.
Het stikt van de wegen werken met het nodige oponthoud als gevolg. Om twaalf uur hebben we amper 100 km gereden. De motregen is overgegaan naar echte regen en regelmatig naar kletterende regen. We hebben een temperatuur die schommelt tussen elf en dertien graden. Dit is zelfs voor hier in deze tijd van het jaar en graad of tien te weinig. Wat ben ik weer blij met mijn verwarmde Gerbings jas.
Rond een uur of vijf is de regen en bewolking van het enen moment op het andere verdwenen. De temperatuur stijgt in een tik en een wip naar een graad of twintig. Vol verbazing zit ik rond te kijken. Hoe is dit nu mogelijk, er zijn nog amper wolken te zien. Toch nog tachtig kilometer genieten van dit prachtige land.
Steendood van moeheid ben ik rond zes uur op mijn bestemming. De Tri staat op een goed plekje en ik heb een fantastische kamer met zicht op een fjord. Jammer dat er onder mijn raam acht treinsporen lopen die druk bezet zijn.
Ik kan het zelf amper geloven maar na een lange verkwikkende douche voel ik meer weer als herboren. De zon schijnt, het is een graad of tweeëntwintig en misschien wel tegen beter weten in besluit ik om nog een flinke wandeling langs de haven en in Trondheim te gaan doen. Prachtige houten huizen langs de kade.
Theo zegt altijd dat het aan de cortisonen ligt dat ik zo snel recupereer, ik denk dat het aan mijn ijzersterk gestel ligt. (haha ha) Het weer is zo danig goed dat ik in de stad op een terras mijn heerlijk avondmaal kan eten. Na een lekkere pot bier een heerlijke koffie en een fantastische sigaar is de regen van vandaag weeral vergeten. De genieter staat dan ook weer wagenwijd open, komt ook wel een beetje door de fantastische mooie vrouwen die hier lopen te flaneren. O ja, ik heb me geen seconde eenzaam meer gevoeld.
Morgen overnachten we in Mo I Rana, weer een ritje van 477 km.
10/08/14 Deze morgen stipt om vijf uur de Tri gestart voor en ritje van 650 km. Het is droog en windstil bij een temperatuur van 15 graden. Als dit zo blijft zal ik wreed content zijn. Aangezien ik op mijn laatste reis naar Frankrijk twee keer geflitst ben(2 x € 45) heb ik me voorgenomen om me deze reis precies aan de wettelijke snelheden te houden.
Heb er af en toe serieus voor op mijn tanden moeten bijten. In Nederland rij ik kilometers aan een stuk op een lege snelweg met drie rijvakken aan een maximum snelheid van 100 km per uur. Het is hier dat ik ongelooflijk hard op mijn tanden heb gebeten maar ik ben geen streep over de maximum snelheid gegaan. Na een uurtje of twee blijkt toch dat 15 graden net iets te fris is en stop ik om mijn elektrische verwarming van mijn Gerbings jas in te pluggen. Natuurlijk wordt ook het onvermijdelijke sigaartje opgestoken. Ik heb er al een goeie tweehonderd km op zitten. Het is toch even wennen om weer alleen op reis te gaan. Ik mis de koplamp in mijn spiegels van mijn reisgezellen. Terwijl ik op de verlaten parking sta komt er zelfs een gevoel van eenzaamheid opzetten.
Rap de Tri starten en rijden maar. Om negen uur neem ik een tweede stop. Aangezien ik om vier uur ben opgestaan zit ik een beetje overhoop met het inspuiten van de insuline, deze morgen was het te vroeg om al een inspuiting te nemen. Ik kan me zeker vandaag geen hypo permitteren. Na controle blijkt het peil van de suiker in orde te zijn. Ik ga dan ook insuline nemen bij de middagmaaltijd. Ondertussen heb ik een temperatuur van 22 graden. Het is ideaal motorweer. Als ik dit prachtig weer allemaal te danken heb aan die paar eieren die Theo naar de Clarissen gebracht heeft mag hij er van mij vandaag nog een paar honderd brengen. Dus Theo hou je niet in hé man, bedelf die nonnen maar met eieren.
0m 11u45 rij ik de haven van Kiel binnen. Het lijkt wel of half Nederland en Duitsland vandaag naar Noorwegen gaat. Rijen auto’s staan in vier vakken aan te schuiven om in te checken. Om 12u45 ben ik aan de beurt, op een tik en een wip heb ik de nodige papieren om aan boord te gaan. De vriendelijke douanedame laat me met een sensueel knikje passeren. Bij het inchecken heb ik baan vijf toegezegd gekregen. Deze baan is compleet vrij en bedoeld om de motors eerst aan boord te krijgen. Met en brede smile rij ik voorbij een paar honderd wachtende personenwagens en zit ik rond 13 uur in mijn prachtige hut. De douche valt ook goed mee, geen geklooi meer met een plakkerig plastic gordijntje maar een fatsoenlijke douchecabine met schuifdeurtjes die perfect afsluiten. Ik neem dan ook een douche voordat we vertrekken.
Om stipt 14 uur loeit de scheepshoorn, er wordt flink wat power gegeven en langzaam verlaten we de kade. Aangezien ik vroeg aan boord ben heb ik een fantastisch plekje op het zonnedek kunnen bemachtigen om alles goed gade te slaan. De verschillende strandjes waar we voorbij varen zijn goed bezet en er wordt naar harte lust gezwommen. De MS Color Magic van de Color Line is nog maar en par jaar oud. Het is er aan te zien. Een prachtig schip met alles er op en er aan. Zelfs een winkelstraat waar je je op de Meir in Antwerpen waant. Om 17 uur word ik aan het diner verwacht, de tafel is bij het boeken van het ticket gereserveerd. Een jonge dame zorgt tijdens het heerlijke diner voor aangename muziek op de piano. Ik ben de eenzaamheid allang vergeten en ga een heerlijke nachtrust tegemoet om morgen fris mijn eerst rit in Noorwegen aan te vangen.
Morgen 11/08/14 is de overnachting in Trondheim een rit van 500 km.
Bagage zit in de koffers . Tank is gevuld , routes staan in de gps dus eigenlijk kan ik vertrekken. Deze keer nog eens solo. Het doel van de reis is de Lofoten in Noorwegen. Het weerbericht voor morgen is weer ongelooflijk slecht. Ik ga daar niet over zagen want ik ben het ondertussen gewoon geworden dat ik in de regen zal rijden.
Op 10/08/2014 is om vijf uur in de morgen het vertrek gepland. Er staat dan een rit naar Kiel op het programma ongeveer 650 km. Tussen twaalf en één uur hoop ik in Kiel aan te komen. Daar inchecken op de ferry naar Oslo die om twee uur vertrekt. 11/08/2014 ben ik rond 10 uur in de morgen in Oslo. Aangezien ik al twee keer in het zuiden van Noorwegen ben geweest rij ik vanuit Oslo rechtstreeks naar Trondheim voor de eerste overnachting in Noorwegen. (500 km)
Na Trondheim overnacht ik vervolgens in; Mo I Rana, Bjervik, Svolvaer, Bodo,Sandnessjoen, Bronnosyund, Verdal, Kristiansund, Innvik, Al I Hallingdal en Oslo. In totaal zal ik ongeveer 5.500 km rijden.
Natuurlijk zijn de reacties weer welkom op de blog of via mail.
Gisterenavond in Granrieu terecht gekomen. Je zult een detail kaart van de streek moeten raadplegen om dit uitstervend dorpje in de bergen te vinden. We zitten hier nu echt wel op den buiten in Frankrijk waar de weelde ver te zoeken is. Veel leegstand en slecht onderhouden woningen. In het eenvoudige hotelletje(hotel Laurant) doen de al wat oudere uitbaters echter hun uiterste best om het ons naar onze zin te maken. We krijgen voor weinig geld een eerlijk eenvoudig avondmaal en bij het ontbijt heerlijk gebakken eitjes. Dat is al een klein wonder in Frankrijk.
Na een redelijke nachtrust in een krakend bed (ik lag er echt alleen in) zijn we weer op tijd opgestaan. De afstand die we vandaag moeten afleggen is ongeveer 450 km. Een rit naar Auxerre, we laten, de binnenwegen dan ook links liggen en rijden zoveel mogelijk over de N wegen. Tolwegen zijn niet aan ons besteed. Na het ontbijt vertrekken met een schamele temperatuur van 10 gaden. Het is toch niet te geloven dat we half juli onze elektrisch verwarmde jas nog moeten inpluggen. Ook vandaag houden we het niet droog. Regelmatig een bui maar niet van lange duur. Na de middag wordt de temperatuur zelfs aangenaam. De rit is goed verlopen en we zijn op en redelijk uur in Auxerre, een mooi stadje waar we weinig van hebben gezien wegens heel de avond regen. Er is om 23 uur een vuurwerk voorzien in verband met de nationale feestdag maar wegens de regen zijn we ook daar niet naar toe geweest. Dan maar naar de finale van het wereldkampioenschap voetbal gekeken.
14/07/14
Om negen uur staan we klaar om aan de laatste rit te beginnen (600 km) Vroeger kan niet want het ontbijt dat goed was naar Franse normen stond pas om acht uur klaar. Ook vandaag laten we de tolwegen links liggen. We vertrekken onder een stralende hemel maar het weer aan de frisse kant. We komen vandaag trouwens niet boven de 21 graden maar het is droog dus we klagen niet.
De rit verloopt voorspoedig ondanks de hevige buikpijn die ik de eerste uren heb. Mijn gezondheid blijft me af en toe toch parten spelen. Ik heb ook op deze reis weer regelmatig pijnstillers moeten nemen. Maar zolang ik het met pijnstillers onder controle kan houden ga ik zeker niet klagen en zeker niet stoppen met reizen.
We kunnen goed doorrijden, zeer weinig verkeer op deze nationale feestdag dus dat geeft ons de gelegenheid om regelmatig even een terrasje mee te pikken. Het is wel oppassen voor de talrijke flitsbakken die hier staan, gelukkig zijn ze zo groot dat je er amper naast kunt kijken.
Na de lunch en laatste tankbeurt onder het alziende oog van een reusachtig everzwijn zitten we al tegen de Belgische grens. We stoppen in België nog een keer om een sigaar te roken en nemen afscheid van elkaar. Theo rijdt namelijk via Luik en ik via Brussel. Het zit er weer op, naar mijn gevoel een geslaagde vakantie ondanks dat we wat pech gehad hebben met het weer. De taken waren goed verdeeld, Kees de routes en Theo de toeristische informatie voor herhaling vatbaar.
Als de gezondheid het toelaat vertrek ik 10/08/14 voor een laatste reis dit jaar. Ik ben van plan om de Lofoten in Noorwegen te gaan verkennen. Deze keer zal het weer solo zijn.
Ook deze reis zal natuurlijk op de blog te volgen zijn
Vandaag vroeg opgestaan. Er staat een bergrit op het programma van 300 km. Om 08 uur zijn we dan ook aan het rijden. Bergen en Kees is zoals gewoonlijk regen. Ook in het zuiden ontkom ik er niet aan. Het is niet zoals in de Vogezen en Alpen waar we letterlijk heel de dag regen kregen te verwerken. Vandaag zijn het buien, ik heb ze niet geteld maar een twintigtal buien hebben we toch wel moeten verwerken. Gelukkig dragen we kleren die perfect waterbestendig zijn zodat we niet bij elke bui moeten stoppen om en regenpak aan te trekken. Dat is juist het vervelende hier, tijdens een bui zakt de temperatuur behoorlijk. Eens de zon er terug door komt loopt de temperatuur op tot een aangename 22 graden. Als je dan een regenpak draagt loopt het zweet binnen de kortste keer met straaltjes onder je helm uit. Dus regenpak terug uit. Als je dat zo’n twintig keer per dag moet doen kun je nog moeilijk spreken dat je op verlof bent. Je werkt je dan heel de dag te pletter met het omkleden.
Rond de middag komen we in Millau aan een dorpje dat in het dal van de Tarn ligt. We rijden onder de prachtige brug door die over het dal ligt en bij mijn weten de hoogst gebouwde brug in Europa is. De uitgebreide smakelijk lunch wordt genomen met zicht op de brug. Over brede goede mooie wegen rijden we in het zonnetje door het mooie dal. Het schiet goed op en het ziet er naar uit dat we goed op tijd in het hotel zullen aankomen.
Garmien stuurt ons echter nog over een colletje met een verschrikkelijk slecht en smal wegdek. Die van hierboven houdt me waarschijnlijk nog goed in de gaten. We rijden namelijk kilometers aan een stuk op mooie brede wegen in de zon en geen spatje regen. Geloof het of niet maar zodra we op het slechte wegdek komen begint het bij de eerste bocht te regenen. Geen beetje motregen, neen direct weer de volle laag. Na een kwartiertje is er waarschijnlijk genoeg met ons gespeeld, zo onverwachts het ging regen zo onverwachts was het weer droog. Na de beklimming van de col blijven we over smalle kronkelige wegen naar onze bestemming rijden. Rond 17 u komen we in Saint-Denis-En-Margeride aan waar het hotel is gereserveerd. Een onooglijk dorpje midden in de bergen dat op een hoogte van 1.385 m ligt.
Het hotel Auberge des Bouviers ligt een paar kilometer buiten het dorp tot onze verbazing is er geen kat te zien bii het hotel. Het ziet er zelfs onbewoond uit. Wat zeg ik, het ziet er niet onbewoond uit het is onbewoond . Nergens iets te zien, ook geen mededeling waarop je kunt uitmaken wat er aan de hand is. Hier staan we dan, na een zware rit geen onderdak. Er staat in de buurt een soort jeugdhuis met ongeveer dezelfde naam als het hotel dat geboekt is. Misschien staan we gewoonweg bij het verkeerde hotel. Vol goede moed starten we de motors en rijden naar het andere hotel. Na wat geroep en gebel komt er een oud mevrouwtje aangesloft. We laten de reservering zien en vragen naar onze kamers. Het mevrouwtje kijkt ons aan met ogen zo groot als theeschotels en zegt niets van een reservering te weten. Ze kijkt in het grote dikke boek en kan niets van reservering vinden. Theo staat met de bevestiging te zwaaien en begint stilletjes aan zijn bekende kleur te krijgen die we nog kennen van de reis naar het Midden-Oosten. Het mevrouwtje pakt de telefoon en belt een college, de Kees gaat een stapje opzij want die verstaat toch geen bal van heel de discussie die nu op gang is gekomen. Binnen een paar minuten staat de dochter van het mevrouwtje er. Ze bekijkt aandachtig de bevestiging van de reservering die ze van Theo krijgt en komt tot de conclusie dat we bij het verkeerde hotel staan te mekkeren. We moeten aan het hotel zijn waar we vandaan komen. Nu begint de Kees toch wel van kleur te veranderen, onmogelijk zeg ik. Toch is het zo, er wordt ons verteld dat er de laatste maanden regelmatig gasten aankomen die zelfs al een voorschot hebben betaal voor een hotel dat al zeker drie maanden gesloten is.
Waar we nu staan kunnen ze ons geen onderdak geven maar ze geeft ons wel een telefoonnummer van een hotel dat elf kilometer verder in een gehucht ligt. Na telefonisch contact krijgen we bevestiging dat er twee kamers vrij zijn. Er is avondeten voorzien en ontbijt.