Het paard was nog
niet bejaard toen het in mijn bijzijn neerzeeg in een plotselinge dood. We
kenden mekaar amper twee dagen. De eigenaar had het afgestaan. Ik had het nog
niet bereden. Het was een wit paard dat lachend stierf.
Toen ik het wou
begraven belandde ik in een tempel met rotsachtige doolgangen .
Op sommige
plaatsen slenterden mensen rond die zwegen. Ze leken mijn aanwezigheid niet op
te merken. Plots veranderden ze in demonen die beurtelings op me af kwamen.
Sommigen spuwden scherven, anderen hadden een stekelvacht waarmee ze me bliksemsnel
trachtten te raken. Ik kon ontkomen aan hun aanvallen door me in spleten van
rotswanden te verschuilen maar steeds vonden ze me opnieuw. Net toen ik de
kille adem van een van hen in mijn nek voelde kwam ik in de buitenwereld
terecht, vlakbij een landingsbaan aan de luchthaven. Het was nacht. Het bleek
een landingsbaan voor vliegtuigen in nood te zijn. Ik zag een vliegtuig op en
neer duiken tot het in een spiraalvlucht te pletter viel. De brokstukken vlogen
over me heen. Ook daar bleef mijn lichaam ongeschonden.
Ik werd wakker en
keek of ze naast mij lag. In het zwakke schemer zag ik de contouren van haar
gelaat vol stekels en scherven die langzaam verdwenen. Er lag een engel naast
mij.
Reacties op bericht (0)
Over mijzelf
Ik ben warket, en gebruik soms ook wel de schuilnaam warket.
Ik ben een man en woon in de wereld (de wereld) en mijn beroep is zien bouwen.
Ik ben geboren op 11/09/1954 en ben nu dus 70 jaar jong.
Mijn hobby's zijn: vanalles.