verbruikte toekomst
Inhoud blog
  • droomwereld
  • spiegelscherven
  • voor een medemens
  • Lacjeaw
  • verkeerde ochtend
  • nietsnut
  • noma
  • bloemenvrouw
  • maart
  • nostalik
  • schemerschrift
  • vuur
  • zaterdag 21 maart
  • niksniksniks
  • zwerfvuil
  • luchtbelheiligen
  • coiffeur
  • hazenrug
  • speekselgeut
  • zondag vijftien februari tweeduizend en negen
  • wandelstok
  • vraag me af
  • straatsteenCé
  • vrijdag 16 januari 2009
  • lompenvrouw
  • brief
  • rugkeuvel
  • begin 2009
  • simpel
  • vrijdag 26 december 2008
  • ongetiteld
  • ouderschap
  • kil fluistert het weer
  • ongetiteld
  • Dinsdag 15 augustus 2006
  • dinsdag 2 december 2008
  • slapende mens
  • land in
  • amsterdam
  • 25 mei 2006
  • neushoorn
  • parijs
  • zwartwitteveetje
  • ongetiteld
  • zondag 9 november 2008
  • kijken
  • volrond
  • ma
  • heidenspraak
  • neig
  • donderdag 14 oktober 2004
  • dinsdag 11 april 2006
  • zondag 5 oktober 2008
  • blind
  • zondag 9 april 2006
  • zondag 28 september 2008
  • schuw
  • duimreuk
  • mountainbike
  • de laatste mens
  • konijnenvoer
  • demonen
  • bloedneus
  • in opgetroopte hemdsmouwen
  • helaas
  • geur
  • afscheid
  • litteraire droom
  • zondagnacht
  • ietwat verward
  • ze bijt
  • nachtvandaag
  • poken
  • nooit gestopt
  • hoe mijn leven begon
  • roi Albert
  • kilte dampt
  • windstoten
  • hoteldroom
  • flodder
  • papillon
  • tweeling
  • laatste dag
  • zwijg
  • piemonte
  • de lege uitgestrektheid der dingen
  • kostuum
  • onverzonden brief
  • regenboog
  • hoe- hoe ' erkoe
  • vrijheid
  • 1 juni 2008
  • aapneus
  • zeug
  • drie eigenzinnigen
  • katrien
  • ik en de wereld
  • nieuwjaar
  • italië
  • goulash
  • stalen vogels
  • fietstocht
  • ma
  • dertig april 2008
  • aardbei
  • repetitie
  • gele tulp
  • hommel
  • azuurblauwe morgen
  • roofvogel
  • zaterdag twaalf april 2008
  • Brussel
  • droomhuis
  • dampende mest
  • vrijdag 20 augustus 2004
  • schaduw
  • vraag me af
  • hapjetapje
  • bloemenvrouw
  • waterdame
  • caroline
  • mistig
  • donderdag 20 maart 2008
  • vreemd normaal
  • kijk
  • wanhoopsdaad
  • barman
  • dinsdag 4 maart 2008
  • ooit
  • vandaag
  • vandaag
  • verkoudheid
  • geboorte
  • gebroken spiegel
  • verzwegen
  • dinsdag 12 februari 2008
  • naartoe
  • sprekver...
  • sneeuw
  • aftakel
  • konijn
  • lichtwoorden
  • donderdag 24 januari 2008
  • toch
  • theo
  • weetik?
  • duet
  • striem
  • storm
  • geen hout meer
  • maandag 22 mei 2006
  • malschaduw
  • snolwijs
  • mal4
  • mal3
  • mal2
  • mal1
  • volkscafé
  • mosselfriet
  • verstotene
  • kerstavond2007
  • ontbijt
  • dialoog
  • sneeuw
  • vorst
  • evjeke
  • boerweg
  • 2late
  • frietketel
  • ik wil nog wel even
  • woestijnmensen
  • honds
  • onpoeet
  • onnozel
  • weeral hetzelfde
  • zondagsmarkt
  • poker
  • onzin
  • marcel
  • bouwvakkers
  • festijn
  • nog wat tijd
  • pint bier
  • jeke
  • droom1000
  • citeer
  • brunch
  • sjoukroet
  • schouwburg
  • onkruid
  • plvc
  • koeien
  • seizoen
  • witlicht
  • arlette
    Beoordeel dit blog
      Zeer goed
      Goed
      Voldoende
      Nog wat bijwerken
      Nog veel werk aan
     
    verbruikte toekomst
    19-04-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.azuurblauwe morgen

    Azuurblauwe morgen. De kraai vliegt in het gouden tegenlicht, samen met spurtende fazanten door dauw. Ik blijf staan en kijk naar het zonovergoten heuvellandschap. Van huiruit zie ik alle windstreken. In het Oosten hangen nog mistslierten in dalen. In het Westen ligt mijn schaduw op omgeploegde leemgrond. Ze roffelen de tijd. De dovenetels bloeien al.

    19-04-2008, 12:35 Geschreven door warket
    Reageren (0)

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    15-04-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.roofvogel

    Er zit een roofvogel op een weidepaal. Hij vliegt weg als hij mij ziet. Ik bewonder zijn vlucht.

    Vanmorgen zag ik op een weidepaal een grote roofvogel uitrusten. We waren zo dicht bij elkaar dat ik zijn blik kon zien. Zijn bruine veren waren verward. Hij vloog weg toen hij me zag. Met bewondering keek ik naar zijn vleugelslag. We gingen onze eigen weg.
    Het einde van de dag nadert. Het verkeer raast nog door. De zon spuwt haar schoonste warm. Ik wacht op de merelzang.
    Ik hou van steen. Een heel klein beetje begraaf ik mezelf in zijn verleden. Stenen vertellen een oeroud verhaal over erosie en hun ontstaan.
    Als kind droomde ik vaak hoe ik naar de diepste krochten in de aarde trachtte af te dalen. Zou ik er de hel ontmoeten of juist niet?
    Stenen bewaren in hun binnenste hetzelfde geheim.
    De zon is onder. De hemel is naakt. Het wordt koud. Het lawaai is onuitstaanbaar. Ik doe mijn hoorapparaten uit.

    15-04-2008, 21:46 Geschreven door warket
    Reageren (1)

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    12-04-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.zaterdag twaalf april 2008
    Het blijft droog. Ik cementeer de achtergevel per vierkante centimeter. Tussen de mortel in knabbellen aan een varkenspens. Verdomde vleeseter. De wind blaast over mijn schouders. Ik presteer vandaag. Zijbijmij zal blij zijn vanavond met het resultaat. Tussentijds zie ik de spirea bloeien, kleurt de aankomende lente geel. De zoon komt thuis. Hij riekt naar zweet en tabak van een voorbije nacht. Mijn lijf riekt naar cement. Voor het schemert ga ik het gereedschap kuisen, me wassen en een maaltijd prepareren. Veel overschot van tijd is er niet.
    De vooravond is stabiel. Terwijl de gloed straalt worden stilaan de patatten gaar. In de keuken ruikt het naar waterdamp. Ik wacht op haar.
    Nu de maaltijd verteert ga ik weg langs een veldweg met mijn bejaarde hond en kijk naar haar niet aflatende speelsheid in licht dat strijkt. We spelen stokje gooi, ook al heb ik een zere rug. Geel word goud in men ogen. We schreeuwen een onverstaanbare taal. Dan wordt het donker in een restant van omgeploegd stoppelgraan. Witlicht schemert vanuit een halfbewolkte hemel. Langzaam, later in de nacht,  blijft de maan verscholen in joelende wind. De berk verliest zijn laatste najaarstakken. Hier, …elders schreeuwt de wereld een lied.Het wordt tijd om naar huis te gaan.

    12-04-2008, 21:44 Geschreven door warket
    Reageren (1)

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    09-04-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Brussel

    De milt van boestering staat in de oven te stoven. Het vriest, de hemel is wit. Rijm blijft aan takken hangen. Na een half uur beginnen blote vingers te tintelen van de kou. Het is de charme van de winter. Bij deze wens ik U in dit nieuw jaar hetzelfde dat ik mezelf zou toewensen. Ooit zien we elkaar nog wel eens, misschien op een fiets. Laten we daarover niet onzeker blijven. Zelf heb ik mij gedistantieerd als een vlierenfluiter die uw landschap probeert te versieren. Deze samenleving reguleert zichzelf wel zonder mij. Ga nu maar slapen en kruip weg in een droom die je zelf niet gekozen hebt. Misschien ga je wel vliegen over afgronden of opnieuw dingen doen die je heel lang geleden gedaan hebt of wilde doen.
    Slaap en droom, kameraad.

    Hij is in slaap gevallen en niet meer wakker geworden. Hij was een merkwaardig figuur.  Eigenzinnig overleefde hij de nachten in koude seizoenen buiten. Hij was een stille. Nooit grootse dingen van zichzelf verwacht, in de krochten van de geest geleefd, zichzelf afvragend waar de zin eindigt en de waan begint.
    Het is drie februari tweeduizend en zes, namiddag tegen het avonduur. Ze hunkert. We vertrekken.
    De omgeving is met vorst bedekt. Er vallen sneeuwvlokken heel even maar. Het wordt donker. Het gaat nog harder vriezen.
    De ochtend daarna is de omgeving ontdooid. Voorlopig geen vodden aan deurkieren meer leggen, geen vorstbril tegen tranende ogen meer, handschoenen uit. De strijd tegen de vrieskou is daarom nog niet gestreden. De winter ligt nog altijd op de loer.
    De boenwas is op.  Ik fiets langs het Zoniënwoud naar de Hoogstraat in Brussel om een nieuwe pot. Het verkeer loeit de stilte weg en teert de longen. De Franklin Rooseveltlaan, langs beide zijden geflankeerd door appartement- en bureelgebouwen met onbelopen voetpaden, heb ik lang niet meer bereden. Dan de chique avenue Louise. Ik ben Brussel binnen gereden. Van hieruit gaat het naar de Marollen. Langs het Zuid strand ik in Anderlecht in stegen waar het zwerfvuil zich opgestapeld heeft. Er is een kapperszaak. Voor de vitrine hangt een poster van Jacques Dutrong en Jonny Halliday. Ertussenin een blad papier met handschrift beschreven: cinq euro la coup. Het zit er stampensvol. Het haar wordt hier geknipt zonder onderscheid van gestalte, ouderdom of afkomst. Iedereen is er gelijk. De tondeuze wordt met de hand bediend. Als kind ondervond ik dat het soms pijnlijk kan zijn. In het café op de hoek, chez Sharif, zitten ouderlingen getooid in lichtbruine wollen puien, broederlijk te slurpen aan in limonadeglazen uitgeschonken thee. Hun ogen zijn helder, hun lippen spreken welgemeend. Die Arabische taal heeft iets heftigs en zangerigs. Marokkanen en Algerijnen  zullen me hier niet omver rijden. De Afrikanen wonen aan het Zuid. Daar zijn de reisbureaus die je voor een appel en een ei met een minibusje naar verre oorden brengen. Moslims, zatlappen, schooiers, brabbelaars met een pruik op hun kop. Hier hoeft men zich voor niets te schamen.
    Aan de rivier onder de spoorwegbrug zitten twee eenden mekaars veren te schikken. De loodsen aan de overkant lijken verlaten. Toch spuwen schouwen witte rook. Er rijdt een goederentrein voorbij. De pilaren van de brug zijn met graffiti beschilderd. Een rood hartje met een pijl doorkliefd en daarnaast de namen van Gert en Fien.
    Het wordt tijd voor een dronk uit de trog. Wat bent u mooi, lieg ik veel later tegen het oprukkende donker.

    09-04-2008, 20:20 Geschreven door warket
    Reageren (1)

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.droomhuis
    Dan komt de droom als een bloot lijf… naakt laat geen verbeelding meer toe.
    Er is een huis met ruimten die me toebehoren. Ik ben niet alleen. In het huis is een kleine stoffige ruimte vol spinnenwebben. Alleen ik ga daarbinnen. In het huis bevinden zich plaatsen waar verondersteld wordt dat ik die niet betreed. Weelderige ruimten die ik stiekem verken. Verlaten ruimten die onaangeroerd horen te blijven. Onbewoond. Toch is er iemand als ik er niet ben.

    Onverwacht schuiven zwarte turbulente wolken over daken, loeit de wind. De sterren aan de hemel bewegen snel in flitsende explosies.
    Na de storm fiets ik langs grauwe straten met smeltende sneeuw.
    In een vlaag van helderziendheid zie ik een kind omkomen.

    Ik spoed me naar de plaats waar het ongeluk gaat gebeuren en zie het kind aan de straatkant onbedachtzaam spelen. Het loopt nog onstabiel met de handjes graaiend in de lucht.
    De weg is glad. Er komt razendsnel een motor zigzag aangereden. Ik ken die motor. De bestuurder is een vriend van mij. Ik snap niet wat hem bezielt. Ik sta als aan de grond genageld en kan niets doen.
    Vooraleer er verder iets gebeurt sta ik bij dageraad in een verlaten straat. Ook hier ligt smeltende sneeuw. Het is de straat waar ik opgegroeid ben.
    Het licht schijnt beneden in het ouderhuis. Ik zie mijn moeder in kamerjas ronddwalen.

    Verder dan de voortuin kom ik niet. Ik ben om een of andere reden bang om met haar geconfronteerd te worden, ook al weet ik dat ze ongerust is omdat ik al twee dagen weggebleven ben.
    Dan word ik wakker met mijn vingers in haar haren gedompeld.
    Ze slaapt verder.
    Ik sta op in wakende dagelijksheid, zit nu het beeld van mijn droom te boetseren in een opkomende zon. Ik rook een sigaret en blijf  maar zitten. De droomnevel trekt langzaam weg.


    09-04-2008, 05:49 Geschreven door warket
    Reageren (1)

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    07-04-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.dampende mest

    Vanmorgen onderweg

    keek ik naar dampende mest.

    En nu…

    is er veel verkeer op de brug

    met graffiti op haar peilers.

     

    Hoogspanningsmasten grijpen verbonden

    in een wolkenloze hemel.

    Zonlicht schijnt over lentebloesem

    vingerschaduw op dit blad.

     

    Aan een oorlogsbunker blijf ik staan

    en kijk naar de voorbijrazende trein op een verhoogde berm.


    De pisbloemen bloeien al dood.

     



    07-04-2008, 00:00 Geschreven door warket
    Reageren (0)

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    06-04-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.vrijdag 20 augustus 2004

    Het heeft vannacht geregend. Op het nat wegdek weerkaatst de oostengloed. Het is nog vroeg met onopgeschrikt wild. Fazanten lopen  wanordelijk voor me heen. Pas als ik dichtbij kom vliegen ze als logge overbeladen vliegers weg. In de dalen heeft de  regenval het slijk over de weg gespoeld. De ochtendwind is licht. Straks priemt de zon zich een weg door de nevels.
    Nu, vier uur later, is het beginnen te regenen langs oude platanen aan voortuinen van statige herenhuizen , weliswaar verkommerd door vergane glorie. Op de brug waar de boulevard aansluit met de avenue blijf ik staan, leunend tegen een monumentale arduinen balustrade die gebouwd werd in de tijd toen de tweede koning nog regeerde. Vanop dit plateau zie je door de bomen heen een kerk en een lager gelegen park. Ik kan me de kokette dames voorstellen die hier een eeuw geleden in paardenkoetsen paradeerden tussen het centrum van de stad en zijn voorbuurten. Besnorde heren, getooid met strakke hoge zwarte buishoeden , te paard, voorbij de spelende kinderen op de brede trottoirs. De vogelzang moet hier concertaal geweest zijn. Nu razen er slierten auto’s voorbij en passeert er zelden nog een voetganger. Ik fiets verder tot in de Marollen waar ik aan een kraam vlakbij de kapel op het eind van de rue Blaes een met andalousesaus overgoten pitta uit de vuist eet. Tijdens de rit is het overwegend droog gebleven. Er breken nu zelfs blauwe gaten door het wolkendek.

    06-04-2008, 22:07 Geschreven door warket
    Reageren (0)

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    31-03-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.schaduw

    Nooit aflatend gekolk van golven op de rand van water en land

    waar geen schaduwen van bomen zijn

    alleen een schaduw in glinsterend zand

    Schaduwen zijn nooit vermoeid noch verminkt,

    ik kijk ernaar.

    Een onweer drijft de wolken uiteen

    bombastisch geweld

    dat een kind doet schrikken,

    maar ik ben volwassen nu.

    Kijk naar die dikke regendruppels waarin het zonlicht weerkaatst
    op een wijnvlek van plezier.

    31-03-2008, 12:06 Geschreven door warket
    Reageren (0)

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.vraag me af

     

    Het kaarslicht danst met vlagen, laat lange schaduwen leven,
    verdrinken nachtvlinders in een halfvol glas wijn
    er is leven in de nacht.

    Ik raak je aan met een handdruk nu

    lieg de waarheid met een verzonnen verhaal

    wat is dit, spiegel aan de wand

    geen verlangen kan nijger zijn
    de ouderschoot ontgaan
    ik vraag me af of het verlangen om een vogel te zijn
    verdwijnt door ontbering in dit leven
    net zoals dat kortstondig moment tussen jeugd en volwassenheid

    31-03-2008, 12:03 Geschreven door warket
    Reageren (0)

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    29-03-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.hapjetapje

    We zitten in een barbaarse gezelligheid op het terras. Verscholen voor een matige regenbui heeft ze een deken over zich heen gelegd. Aperitieven met een fles Pineau des Charents van Jules Gautret. Pas maintenant chérie. Ze leest, ik schrijf. Wat een geluk hier niet te moeten zitten in een achterkamertje van een krap appartement in Sint-Jans-Molenbeek zoals Sher Nazar. Afghaan zijn land ontvlucht. De wereld wordt te klein.

    De vlinderplant is een en al verlatenheid bij deze nattigheid. Waar zouden die vlinders nu schuilen, of sterven ze bij elke regendag een gelukkige dood?

    Geen zin om naar hapje-tapje te gaan? Dat hapje-tapje zit er wel in. Samen de wereld zien. Kom, we zijn weg van hier. Genoeg ‘sur place’ vandaag.

    Op hapje-tapje schuiven we mee in de stoet. Je riekt van dichtbij de miasmen van halfvergane parfums. Een jonge vrouw vanuit tegenovergestelde richting vraagt of de sardienen die ik eet warm of koud zijn. Ik kan haar adem voelen. Ik antwoord: ze zijn lauw. Ze lacht terwijl ze vooruit geduwd wordt door de menigte die in duizenden gedaantes gluurt naar het schoonste en het lelijkste.

    Als een zwerfkat rond dolen in de stad, kijken naar de leefstijl, de Haute couture opsnuiven. De terrasjes zitten vol.  A la anima et di corpo.

     

    29-03-2008, 00:00 Geschreven door warket
    Reageren (0)

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.bloemenvrouw

    Schat, ben je er nog?

    Ja.

    Zou je niet opstaan, het is over tien.

    Ik heb de vroege ochtend verkwanseld in mijn slaap. Ze is naar de markt geweest en als een bloemenvrouw teruggekomen.

    "Jij doet de keuken vandaag".  Ze zegt het bijna zingend.Vrouwen zoals zij zeggen zoiets geen twee keer.

    Als een papieren engel zweeft ze door de tuin, wikkend en wegend met de planten die ze gekocht heeft. Geen dampende koffie met croissants. Ik dool als een kluizenaar rond in de sacristie die gisterenavond voor de sauzen diende, scharrelend in het overschot.

    zij en de bloemen

    ik en de afwas

    Voor we weg gaan moet de keuken proper zijn.

    We hebben de regenjassen meegenomen. Zij rijdt voorop. Huizen kijken. Soms zegt ze: kijk, die ramen hebben een mooie kleur, dat zou bij ons ook niet misstaan.

    Ergens op een bank leest ze een boek, ik een krant. We drinken Fanta-light.

    Thuis heeft iemand de Camembert opgegeten. Er ligt nog wat vereenzaamde smeerkaas in de frigo.

    De ochtend erna...omelet met champignons. Ingeduffeld in kamerjas geniet ze van haar tweede tas koffie. Geen slaperigheid meer te bespeuren in die fonkelende ogen die me vertellen dat ik vandaag niet de ganse dag op een stoel zal zitten turen naar woorden. Er is een barst in de façade die moet gedicht worden. Na die fietstocht van gisteren is teveel gevelschoon op haar netvlies gebleven. Ik zal het zelf wel doen maar ik heb je advies nodig, zegt ze diplomatisch.

    Wanneer?

    Vandaag, nu.

    Laat mij het doen.

    Wanneer?

    Na de kelder.

    Dat duurt nog tien jaar. Hou op in die kelder en dicht die barst vandaag.

    Eerst de krant en dan straks.

    Goed, vandaag dan?

    Vandaag.

    Ze glimlacht mild. Ze denkt: wat hebben we aan woorden.

     

    29-03-2008, 00:00 Geschreven door warket
    Reageren (1)

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    25-03-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.waterdame

    Weet je nog, die dame die in avondtoilet door die kille ochtend aan het water slenterde? Je komt niet vaak

    's ochtends  vrouwen in avondtoilet tegen. Zo zwierig als ze leek te bewegen, zo onzeker was ze over waar ze heenging. Misschien wou ze zich in het water storten of was ze op zoek naar zuiverheid, naar de schoonheid van die ochtend aan het kijken.

    Ik  zie alleen maar schaduwen en contouren
    een wereld in vernieuwing
    de kraaien weten het ook
    het wordt lente
    de landwegen worden droog en ik zal licht gekleed door de ochtend gaan
    en aan niets denken, niet aan haar, aan jou of aan zijbijmij
    Met het wild de straat oversteken
    misschien rijden ze me wel omver
    maar het zal nooit mijn schuld zijn
    overstekend wild....
    Moeder, bescherm mij zoals vroeger
    ik, het kind dat uit uw buik spartelde
    ik heb u gelukkig gemaakt
    even maar

     

    25-03-2008, 00:00 Geschreven door warket
    Reageren (1)

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.caroline

    Stoere jongens en knappe meisjes. Ze doen zoals op MTV. Nog even voor het uitgaan gaan ze voor de spiegel staan. Zonder tegenslag worden ze onoverwinnelijk. Ze zitten boordevol geloof. Ze kunnen fabelachtige dingen denken. Slip-poses en gecamoufleerde borsten die liegen voor wie zich de waarheid pretendeert. En daar kijken ze dan watertandend naar uit, naar stoere reclame met sensuele vrouwen gehuld in satijnen gewaden. Drink een Martini en rook een Marlboro. Roken en alcohol zijn dodelijk staat er dan geschreven.
    Wie wil mijn stilte? Ik wil onderduiken in het geroezemoes van een stad. Met in mijn linkerhand een zelfgedraaide sigaret fiets ik met de tijd der traagheid erdoor. Geen grootstad als Brussel. Dat is koorts op nivo. Neen, dit is een plattelandstad, een fietsende stad, een stad die 's ochtends loom de slaap kan weggeeuwen, uitdeinend vanuit middeleeuwse gevels.
    We zitten in het hol van de winter en toch is de wind zacht. Het daglicht is nog niet geboren. In het centrum heien machines palen in de grond en wordt het grondwater weggepompt. De bouwwerf is als een voetbalveld verlicht terwijl bouwvakkers met rubberen laarzen zich zwaarbeladen door het slijk ploegen. Het heeft iets, zo een middeleeuwse stad 's morgens in vernieuwing.
    Aan het kanaal doet een reiger een mislukte poging om op te stijgen uit het water. In een walm van brouwselgeur loopt mijn weg verder langs de Dijle waar men in middeleeuwse tijden Margriet ingesmeten heeft nadat ze verkracht en gesmoord werd. Het lijk dreef stroomopwaarts. Ook dat heeft deze stad, een legende.
    Ik ga rusten aan het meer, kijken tot de zilverschijn op het water met het daglicht verdwijnt. Dan keer ik terug naar de stad om te beginnen. Het ongevraagde van het werk is tot mij doorgedrongen.
    De middag is voorbij. Ik heb afgesproken met Caroline die ik niet ken, tenzij van twee keer aan de telefoon en drie e-mails. Wie zijn ze aan de lijn? Toen ik haar zag was ze anders dan ik me voorgesteld had. Caroline was doodnormaal, net zoals alles.
    In het zigeunerverblijf liepen kinderen als loslopend wild en hadden de vrouwen diep uitgesneden decoltés. Ik liep erbij, met Caroline naast mij.
    Ik heb vandaag de overgang naar het donker gemist en ben te voet door de storm naar huis gegaan. Het was zo dat ik het opschrijf om nooit te vergeten.

    het wordt weeral volle maan
    krijg roest in de keel
    de rede verschroeit in emotie
    niet wild van verlangen
    en ik heb nog niet alles geprobeerd
    “ Comme s'il s'etait trompé de film, un soldat de Napoléon croise le chemin d’un enfant à trottinette, accumulation d'anachronisme, la pauvreté-richesse, tradition-modernité, une grimace, entre le rire et l’appel au secours “
    .

    En zij zei: ooit zal ik zeggen dat het goed geweest is, dat het genoeg is geweest.

     

    25-03-2008, 00:00 Geschreven door warket
    Reageren (0)

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    24-03-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.mistig

    Het is mistig hier. de lucht lijkt op mat glas (koepel van opaal acriliet).
    Het is vochtig en als je binnen het licht niet aandoet blijft het donker.
    Het is ook fris. Geen lentegeur in de lucht. Een geur van smog zelfs op de boerenbuiten.
    Ik sta buiten moeilijke boomstronken te ontwrichten met een kliefijzer, een bijl en mijn
    "dikke hamer".
    Mijn schouder doet pijn. De steel van mijn hamer is nu afgebroken.
    In de haag zit een merel te broeden en in de klimop een mus. Ze zijn niet schichtig als ik buiten kom.
    Ik heb ook een krant gekocht maar die ga ik nu niet lezen. Dat is voor vanavond na het eten.
    Vanmorgen heb ik vier schapenkotteletten gekocht...een kleine bloemkool, wat gehakt en tomaten. Er is nog een courget en een paprika in huis.

    aan de overweg van verkeer
    schuurt  lawaai de tijd
    gewetenloos stilte doorbrekend
    ..

    Komaan Warket, hou nu op met dat gelul en beschrijf wat ge ziet.
    Bekijk dat zagemeel in dat roze lichtschijnsel en zie die verroeste kachel daar buiten staan.
    Het is hier verdomme stil. Niks beweegt. Zelfs de tijd neemt een pauze. Dat kan een mens niet ontgaan. We wonen in een dorp dat verschroeit in moderniteit. Het begon toen ze die ouwe boerderij sloopten en er een appartementsgebouw bouwden. Daarna nog meer. Het dorpsplein werd geplaveid en er kwam een vijver met een fontein. Meerwaarde voor vastgoed en commercianten. Nog een paar cafés en een verkaveling erbij. De leeuwerik hoor je niet meer met al dat lawaai. Dit dorp raakt overbevolkt.  Zeg dan gewoon dat je dit dorp klote vind in plaats van tweehonderddertig letters hieraan te spenderen. Wees nu eens eerlijk: is dat echt de moeite waard?
        Wie ben jij, dat ge mijn schrijfsel zomaar doorbreekt?
    Ik ben wat jij geschapen hebt in uw waanzin.
    In mijn pyjama kijk ik buiten naar die verroest kachel. Het is niet koud en niets beweegt. Ze heeft gelijk. Ik kan er beter naar kijken.

    24-03-2008, 22:13 Geschreven door warket
    Reageren (1)

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    20-03-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.donderdag 20 maart 2008

    Het nieuwe fietslicht schijnt in het donker een ander licht. Modder in het midden van een veldweg en rechts een berm. Ik rijd er tussen door. Koude regen en windvlagen striemen. De terugkeer lijkt oneindig ver. Verwelkomd met een hete kom soep, eens mijn ijzig gezicht ontdooid, ben ik thuis. In deze voorjaarsdagen rijpt verlangen stil en meer alsof het de laatste lente zal zijn. Langzaam in de nacht blijft de maan verscholen in joelende wind. De berk verliest zijn laatste wintertakken. Hier, …elders schreeuwt de wereld een lied.

    20-03-2008, 23:34 Geschreven door warket
    Reageren (0)

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    18-03-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.vreemd normaal

    Passagiersboot vaart roekeloos op rivier en botst tegen een hindernis. De boot maakt water. Net voor hij zinkt kunnen we overstappen op een andere boot. De kapitein is een vriendelijke vrouw met lichte baardgroei. Op het benedendek open ik een deur en zie een zestal zwakzinnigen TV kijken. Ik ben er niet welkom. Een bemanningslid kan net voorkomen dat een van hen me brutaal met een broodmes te lijf gaat. We worden aan wal gezet in een park waar een luidruchtige taxi ons oppikt en naar een begrafenis van een naast familielid brengt. Ik ben verantwoordelijk voor de kist. Er wordt van mij verwacht dat het lijk er per ongeluk niet uitvalt. De uitvaartmis heeft plaats in een kathedraal. Ik trek net zoals vele aanwezigen mijn schoenen uit, doch bedenk mij als de plechtigheid begint. Mijn broekspijpen slenteren tegen de grond.  De schoenen liggen in de sacristie door elkaar. Mijn schoenen zijn verdwenen. De onderpastoor komt eraan. Bestel in het vervolg de mis bij mij, zegt hij. Dan krijg je een betere service, worden schoenen netjes bij elkaar gehouden en is er een discobar voor bij de koffie.
    De vrouw van de koster heeft twee vinnige pijphonden meegebracht en vraagt of ik ze voor korte tijd wil bijhouden. Doe ik wel. Ik neem ze mee binnen in de kathedraal waar wierookmist de aanwezigen doet vervagen. Dan pas merk ik dat de pijphonden niet aan de leiband zijn. Luid blaffend hebben ze zich bij de kist geschaard waardoor de gewelven beginnen te mompelen.
    Ik tol naar beneden, word wakker en hoor geluiden alsof het een aanraking is. Het is nog maar drie uur in de morgen.
    Soms verliezen we een spel, valt zomaar een voegel in volle vlucht uit de lucht en gaan dingen verkeerd. Soms gaat alles kapot in onherstelbare breuklijnen en zeggen we neen, voorlopig ontstemd door losgeslagen regendruppels pletsend op een gespannen vilt.
    Dan lezen we een boek tot de bladzijden loodzwaar in slaap dwelmen en het rijk der dromen tot leven komt.
    Dan ging ik met mijn ouders en broer op reis met een groot schip. Op het benedendek zaten marktkramers hun waar te verkopen. De meesten waren Arabieren.
    Hoewel het me door mijn ouders verboden werd, waagde ik me tussen de kooplieden die me
    meteen aanklampten.
    Ach ja, aanklampen is een groot woord. Het leek daar een gewoonte te zijn dat mensen massaal tegen elkaar riepen en mekaar aanraakten.
    Er werd gekookt, geproefd en gezongen. Ik kocht vier grote gekookte oesterzwammen: één voor mijn vader, voor mijn moeder, mijn broer en mezelf. Ik hoorde vertellen dat sommigen mij vijandig gezind waren. Vooral de Afrikanen die op het middendek vertoefden waren hier niet welkom omdat ze arm en primitieven waren. Voor mij werd een uitzondering gemaakt. Wij zaten op het bovendek. Het was daar muisstil omdat iedereen in aparte kamers zat.
    Toen ik terug wou keren naar het bovendek kon ik het niet nalaten langs het middendek te gaan alwaar ik door een Afrikaan beroofd werd van mijn oesterzwammen. Die keerde echter op zijn stappen terug en toonde spijt van zijn daad.
    Ga mee naar beneden. Ik zal tonen waar ik die zwammen gekocht heb.
    Toen werd hij bang. Toch ging hij schoorvoetend mee.
    Tot zijn grote opluchting leek niemand  zich tegen hem te keren. Integendeel, er werd hem thee en fruit aangeboden.
    Vanaf dat moment werd er een bestand gesloten. Van het bovendek wilde niemand hiervan iets weten. Zelf was ik daar niet meer welkom. Alleen mijn vader mocht ik nog bezoeken. Die vroeg me voortdurend of ze mij niet beroofden.
    De  Afrikaan had me een kortere weg naar het benedendek getoond. In het begin was het moeilijk omdat we langs ijzeren staven en steenblokken moesten klimmen, maar ook dat werd een gewoonte.
    Soms waren er rellen die bloedig konden zijn, maar telkens kon ik bemiddelen. Mijn vader stond hier afkerig tegenover.
    Hij werd gekweld door angst en had verdriet omdat ik door de mensen op het bovendek verstoten werd.
    Bovendien had mijn broer een raad opgericht die moest toezien dat niemand naar boven kwam. Mijn vader vreesde dat het ooit tot een fatale confrontatie zou komen tussen mijn broer en ik. Mijn moeder zou dat nooit teboven komen.
    Ik voelde me hiervoor schuldig maar kon het het me niet laten om telkens met de Afrikaan naar benden te klimmen.
    Meestal gingen we dan geschillen tussen kleine gemeenschappen bijpraten. Dat ging gewoonlijk over een vrouw, want die waren nauwelijks aanwezig. Soms ging het over handelswaar. Het temperament van die mensen dreef hun zover dat ze
    ervoor zouden willen doden. Het deed me pijn maar een raadsel bleef het niet.
    Ik zocht naar een engel, en zo werd ik verliefd op een van de weinige vrouwen tussen de Arabieren.
    Ik keek in haar ogen als die me bij toeval raakten. Meer vrouwelijkheid had ik nooit gezien.
    En dan kwam het schip ter plaatse en werd er geen afscheid genomen. Alles werd zoals voordien.
    Daarna zat ik op een bus toen de chauffeur, die in feite fietste, langszij viel. Het leek of hij al rijdend iets van de grond wou rapen, maar uiteindelijk viel hij krampachtig neer.
    Zijn gezicht was overdadig bezweet en hij stamelde: mijn hart gaat het begeven

         Heeft iemand een telefoon bij de hand? Hij krijgt een hartinfarct!
    De reizigers stonden rond ons heen te drummen terwijl de chauffeur zich aan me vastklampte.
    Volhouden, schreeuwde ik. Ze komen U halen.
    Uit zijn mond stulpte een groenachtige vreselijk stinkende brij die tenslotte langs mijn hemdsmouwen droop.
    Uiteindelijk is hij nog voor de hulpdiensten kwamen gestorven in mijn armen. Er was geen houden meer aan.
    Het is nog maar twintig voor vijf in de morgen. Ik heb nog anderhalf uur tijd. Net op tijd om met haar een huis te huren voor een week.
    De keldertrap lag bezaaid met op maat gezaagde boomstammen. Af en toe kwamen kennissen van vroeger op bezoek.
    We hadden een hond en een kat. De hond liep voortdurend weg langs een overweg en de kat zat onder de builen.
    We hadden met dat beest te doen maar konden aan haar aandoening niet verhelpen.
    In het huis was een ruimte waarin de muren vol hingen met kleine brandende kaarsen die ik telkens moest doven als we weggingen.
    Terwijl ik dat deed morste ik met tabak en wijn op de dure meubels en stroomde er water over de vloer, doch niet overvloedig. Telkens zei ze voor we vertrokken: pas toch op, we gaan een schadevergoeding moeten betalen aan de eigenaar. Ik voelde dan ouderdom en verval
    en als we uiteindelijk naar buiten gingen leek het alsof iemand op me stond te wachten.
    En op een keer, in klaarlichte dag, vloog er een straaljager pijlsnel in het rond. Hij maakte vervaarlijke bochten met een hels lawaai en begon lager te vliegen tot hij dichtbij neerstortte.
    We waren net niet geraakt maar ik zag de bommen voor het venster dampen.
    We belden de hulpdiensten. Die vertelden nadat ze twee vliegeniers opgeborgen hadden, dat het ongeluk te wijten was aan overmatig gebruik van cannabis.
    Mijn zoon zegt dat onze samenleving rotzooi is en dat hij leeft om zich voort te planten, en ik zeg: je hebt gelijk. Overleef in deze strontbedorven cultuur met een visie, bekijk het tafereel maar probeer in godsnaam geen wereldverbeteraar te zijn want dat doet pijn tot het einde.
    Hij is nu een volwassen mens. Hij weet precies wat hij wil. Dat denkt hij. Hij vertelt me dat de tijd sneller gaat wanneer men geen afwisseling heeft in het leven.
    Ik zeg: ge hebt gelijk.
    Hij zegt dat beweging positief is en ik zeg: ja, ge hebt gelijk.
    Hij heeft zijn haar laten knippen om betere kansen.
    Hij wil het maken op zijn manier. Zijn droom is om boswachter te worden. En ik zeg: dat is een prachtig beroep.
    Voor hij met de hond naar het bos vertrekt vraagt hij mij of hij mijn fototoestel kan lenen. Hij is vertrokken voor een uur of drie. Hij zij: ik hoop dat het nog gaat sneeuwen. En ik zei: dat zou prachtig zijn, ik maak voor vanavond stoofvlees klaar.
    In zijn bizarre dagelijksheid redt hij mij van de ondergang aan de dagelijksheid.
    Wat vieren wij vandaag? wat is het vandaag eigenlijk?
    Daglicht vol vogels. En volle maan. Daarvoor moet het donker zijn.

    18-03-2008, 19:23 Geschreven door warket
    Reageren (1)

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    15-03-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.

    8h: Met wind in de buik wordt ik wakker. Zijbijmij strijkt een kledingstuk dat ze meteen zal aantrekken. Dan gaat ze weg.
    Ik denk aan Kamiel, een jeugdvriend van mij. Gisteren liet hij mij weten dat hij al maandenlang vecht in een ongelijke strijd met zijn lichaam. Ze hebben net een nieuw boek van hem gepubliceerd. Hij vroeg me of ik zou komen naar de presentatie ervan. Ik hou me taai, schreef hij nog.
    8h30: Onder een grijze lucht een tas koffie en een zelfgedraaide sigaret. Gescharrel in letteren uit een half uitgelezen krant.Het gaat zo snel.
    Zijbijmij heeft gevraagd om de was te drogen. Op de slaapkamer staat een rek.
    Doe ik zo meteen. Eerst wil ik mij die nare droom nog herinneren.
    Jij hield mij wakker in paniek met blauw flitslicht in de kamer. Ik hield een baby zonder ledematen in mijn armen. Het hoofd lachte de wereld toe.
    11h: Vandaag schipper ik ondeskundig, doch met interesse tussen wat ik zou willen doen en wat ik hoor te doen.
    Breakdansend zal ik deze dag niet doorkomen. Hooguit wel mezelf onwaarschijnlijk schrijvelaarsachtig overtreffen en halve waarheden tot de verbeelding sublimeren.
    12h: Een boterham met kaas en voorjaarskriebels in de tuin soigneren.
    Er druipt onverwacht een speekselgeut uit mijn mond. De inwonende zoon is ook opgestaan. Ik ben de vader die papa noemt.
    Kijk naar die ouwe stoel in de struiken die reikt naar afwezige tijden. Zie het uitgedroogde wijnglas van gisteren rood aangeslagen staan. Het zijn getuigen in langzaam verderf.
    Deze dag omhult als een parasiet de tijd en veegt de dood van tafel. Niet verplicht denk ik aan Kamiel.
    16h: Terwijl ik zachtbeulend maretakken uit bomen haal, woekerende bruidsluiers uit dakpannen snoei, kijk ik ernaar uit om vanavond een kieken te braden met zelfgemaakte appelmoes. Daarna ga ik proberen mijn leven te beteren want het is niet alleen van mezelf.

    15-03-2008, 16:56 Geschreven door warket
    Reageren (1)

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    14-03-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.kijk

    Nu,

    ga vlug naar buiten.

    Kijk,

    er hangt een  schoon schijnsel  rond de maan.

    14-03-2008, 20:14 Geschreven door warket
    Reageren (1)

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (2 Stemmen)
    09-03-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.wanhoopsdaad

    Tien voor negen. Ze is net vertrokken als ik beneden kom. Ik ruim het huis, vul het afwasmachien, kuis het gasvuur, dweil de vloer, klop het tapijt en de kussens uit, cireer de eettafel en maak nu stoofvlees klaar.
    De zon schijnt al sinds vanmorgen. Het huis ruikt naar kruidig stoofsel van laurier en tijm. De temperatuur is zacht. Het nageslacht eet vanavond mee. Ik ga zelfgemaakte frieten bij het stoofsel serveren. Niet vergeten om naar C. te bellen.
    C.?
    Hé, gij zijt het. Ik dacht u ook te bellen.
    Is dat Cubaans optreden vanavond?
    Ja.
    We kunnen niet komen.
    Dat is jammer. Zeg, ik ga afleggen want ik sta hier in ’t stad in een pashokje.
    Even in het kasserol roeren en wat trappist bijgieten. Dan ga ik aan de buitentafel in de zon, in witlicht en insecten in tegenlicht zitten. Er ligt een goudgroen kussen op de tafel. Het is het zonlicht dat het groen een goudkleur geeft. De paasbloem die twee weken geleden verplant werd staat nog recht. Iemand in de buurt maait het gras. Een herkenbaar zomers zaterdaggeluid. Het is nog geen zomer.
    Achteraan in de hof staat een meer dan honderdjarige Taxusboom en een houten kruis met een Christusfiguur eraan genageld. Recht tegenover is de pastorie. Tussen het kruis en de pastorie loopt een smalle kasseiweg.
    Ik proef van de saus. De stoofpot mag van het vuur. Nu kunnen de kruiden nog twee uur in het stoofvlees trekken.
    Zijbijmij is blij als ze ’s avonds thuis komt en haar zonen en schoondochter ziet. Het eten is klaar. Tafelen in gepalaver. De muren luisteren mee.
    De volgende ochtend sta ik als eerste op. Het is half negen. Wind en motregen. Geroosterd brood met kaas en hesp. Sterke koffie. Ik drink een tweede grote jat met veel suiker en melk.
    “Je moet eens naar de kapper gaan” zegt ze, wanneer ze een half uur later erbij komt zitten. Ze wil ergens naartoe vandaag. Desnoods gaat ze alleen weg. Ik aarzel, bedenk, wankel in gedachten en…”Waarheen zullen we gaan?”
    Naar een museum?
    Te saai.
    De markt?
    Er is nog eten genoeg. Laten we een nieuwe regenton kopen.
    Oh ja. Een houten regenton. Maak je klaar en kam je haar. Ze straalt.
    Ik rijd. Ze kijkt verbaasd. Het gaspedaal staat rechts. Anavent, we zijn vertrokken met dertig kilometer per uur. Het moet nog wennen. Op de hoofdbaan wordt de snelheid stoutmoedig naar vijfenzestig gedreven en op de autostrade halen we een duizelingwekkende snelheid van honderd kilometer  per uur. Nog een wegomleiding, wat verkeerslichten, zien dat niets omver gereden wordt…kijk, een tuincentrum!
    Waar is de parking?
    Aan de overkant. We zijn er net niet voorbij.
    Opgelucht volg ik haar langs de automatisch opengaande deur naar de naar anijs-ruikende democratie.
    Namiddag: we zijn terug, doch zonder regenton. Het moest een houten zijn. Na deze wanhoopsdaad is het goed om een thuis te hebben. De jongste zoon doet aikido in de tuin.  Het gaspedaal staat nu weer op nul. Op de tafel ligt het paradijs: een half uitgelezen boek, een ongelezen krant en wat eigen schriftuur om te verbeteren. Ik heb ook nog iets ruw in mijn hoofd om met een schrijfpen op te schrijven.
    Zal ik wat houtklompen klieven en het vuur aansteken?
    Doe dat. Ik maak voor vanavond een quiche-schotel klaar.

    09-03-2008, 17:05 Geschreven door warket
    Reageren (1)

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (1 Stemmen)
    05-03-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.barman

    Ik ging meehelpen op een groot Iers openluchtfeest. Mijn taak bestond erin
    om drank te serveren. De barman toonde hoe het moest.
    Eerste tapte hij een kruik vol met bier en deed er dan enkele scheuten whisky bij.
    Dan goot hij het in zijn hemdsmouw en schudde hij ermee. Je schenkt de glazen vol vanuit
    de mauw. Vraag nooit of iemand nog iets wil. De glazen moeten vol blijven, vervolgde hij.
    Ondertussen kwamen de genodigden een voor een aan de tafels. Het ging er joviaal aan toe. Het was niet nodig dat ik de taal verstond want men schreeuwde met wijde gebaren.
    Tegen de avond werd ik verzocht de brandweerlui, die om een ongekende reden op het
    dak zaten, te bedienen.
    Met een volle mouw biercocktail klauterde ik met moeite langs schamele houten ladders en wankele dakgoten tot op het hoogst gelegen dak.
    Terwijl ik de brandweermannen serveerde dronk ik mee en werd ik bedwelmd door de drank.
    Toen ik wakker werd waren ze verdwenen. Ze hadden de ladders meegenomen.
    Ik zocht naar een afdaling. Daarvoor moest ik over glazen daken. Alles waaraan ik me vastklampte was versleten en stond los. Ik was toegewezen op mijn schamel evenwicht.
    Dan kwam ik een vriendin tegen. Ze liep als een kat over boorden en de glazen daken.
    Ik vroeg haar langs welke weg ze gekomen was.
    Ze zei: trek uw plan. Ik heb u al zolang niet meer gezien.
    Zoekend met evenwichtsstoornissen ontdekte ik een stalen trap die naar beneden leidde.
    Ook die was onstabiel en toen die een paar verdiepen boven de begane grond eindigde,
    klom ik op een glijbaan schuin ernaast.
    Ik slurpte het restant uit mijn hemdsmouw en gleed naar beneden. Op dat ogenblik viel de trap
    met een hels lawaai vlakbij de genodigden te pletter.
    Waar ben je gebleven, vroeg de barman teleurgesteld. De Ieren hebben dorst.
    Her en der lagen mannen en vrouwen uitgestrekt in het gras.
    Ik serveerde hen opnieuw uit mijn hemdsmouw. Het feest kwam terug tot leven.
    Dan werd ik wakker en beleefde ik de dag. Waar zit de werkelijkheid, vraag ik me dan af.

    05-03-2008, 18:24 Geschreven door warket
    Reageren (2)

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    Foto

    Over mijzelf
    Ik ben warket, en gebruik soms ook wel de schuilnaam warket.
    Ik ben een man en woon in de wereld (de wereld) en mijn beroep is zien bouwen.
    Ik ben geboren op 11/09/1954 en ben nu dus 70 jaar jong.
    Mijn hobby's zijn: vanalles.

    Archief
  • Alle berichten

    Mijn favorieten
  • website
  • kerima_ellouise
  • Kaatje Wharton
  • Marleen De Smet
  • fotos
  • warket

  • Foto

    Blog als favoriet !

    Foto

    Laatste commentaren
  • geen titel (maart)
        op verkeerde ochtend
  • Vele groetjes uit Zonhoven (sloefke)
        op droomwereld
  • ongetiteld (warket)
        op verkeerde ochtend
  • Ja inderdaad, (Michelly)
        op verkeerde ochtend
  • ongetiteld (warket)
        op zaterdag 21 maart
  • Gastenboek
  • groetjes terug
  • Groetjes.
  • fijne avond
  • vriendelijke groetjes van uit Tessenderlo
  • WANDELGROETJES UIT BORGLOON

    Druk oponderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek


    E-mail mij

    Druk op onderstaande knop om mij te e-mailen.


    Foto


    Blog tegen de regels? Meld het ons!
    Gratis blog op http://blog.seniorennet.be - SeniorenNet Blogs, eenvoudig, gratis en snel jouw eigen blog!