verbruikte toekomst
Inhoud blog
  • droomwereld
  • spiegelscherven
  • voor een medemens
  • Lacjeaw
  • verkeerde ochtend
  • nietsnut
  • noma
  • bloemenvrouw
  • maart
  • nostalik
  • schemerschrift
  • vuur
  • zaterdag 21 maart
  • niksniksniks
  • zwerfvuil
  • luchtbelheiligen
  • coiffeur
  • hazenrug
  • speekselgeut
  • zondag vijftien februari tweeduizend en negen
  • wandelstok
  • vraag me af
  • straatsteenCé
  • vrijdag 16 januari 2009
  • lompenvrouw
  • brief
  • rugkeuvel
  • begin 2009
  • simpel
  • vrijdag 26 december 2008
  • ongetiteld
  • ouderschap
  • kil fluistert het weer
  • ongetiteld
  • Dinsdag 15 augustus 2006
  • dinsdag 2 december 2008
  • slapende mens
  • land in
  • amsterdam
  • 25 mei 2006
  • neushoorn
  • parijs
  • zwartwitteveetje
  • ongetiteld
  • zondag 9 november 2008
  • kijken
  • volrond
  • ma
  • heidenspraak
  • neig
  • donderdag 14 oktober 2004
  • dinsdag 11 april 2006
  • zondag 5 oktober 2008
  • blind
  • zondag 9 april 2006
  • zondag 28 september 2008
  • schuw
  • duimreuk
  • mountainbike
  • de laatste mens
  • konijnenvoer
  • demonen
  • bloedneus
  • in opgetroopte hemdsmouwen
  • helaas
  • geur
  • afscheid
  • litteraire droom
  • zondagnacht
  • ietwat verward
  • ze bijt
  • nachtvandaag
  • poken
  • nooit gestopt
  • hoe mijn leven begon
  • roi Albert
  • kilte dampt
  • windstoten
  • hoteldroom
  • flodder
  • papillon
  • tweeling
  • laatste dag
  • zwijg
  • piemonte
  • de lege uitgestrektheid der dingen
  • kostuum
  • onverzonden brief
  • regenboog
  • hoe- hoe ' erkoe
  • vrijheid
  • 1 juni 2008
  • aapneus
  • zeug
  • drie eigenzinnigen
  • katrien
  • ik en de wereld
  • nieuwjaar
  • italië
  • goulash
  • stalen vogels
  • fietstocht
  • ma
  • dertig april 2008
  • aardbei
  • repetitie
  • gele tulp
  • hommel
  • azuurblauwe morgen
  • roofvogel
  • zaterdag twaalf april 2008
  • Brussel
  • droomhuis
  • dampende mest
  • vrijdag 20 augustus 2004
  • schaduw
  • vraag me af
  • hapjetapje
  • bloemenvrouw
  • waterdame
  • caroline
  • mistig
  • donderdag 20 maart 2008
  • vreemd normaal
  • kijk
  • wanhoopsdaad
  • barman
  • dinsdag 4 maart 2008
  • ooit
  • vandaag
  • vandaag
  • verkoudheid
  • geboorte
  • gebroken spiegel
  • verzwegen
  • dinsdag 12 februari 2008
  • naartoe
  • sprekver...
  • sneeuw
  • aftakel
  • konijn
  • lichtwoorden
  • donderdag 24 januari 2008
  • toch
  • theo
  • weetik?
  • duet
  • striem
  • storm
  • geen hout meer
  • maandag 22 mei 2006
  • malschaduw
  • snolwijs
  • mal4
  • mal3
  • mal2
  • mal1
  • volkscafé
  • mosselfriet
  • verstotene
  • kerstavond2007
  • ontbijt
  • dialoog
  • sneeuw
  • vorst
  • evjeke
  • boerweg
  • 2late
  • frietketel
  • ik wil nog wel even
  • woestijnmensen
  • honds
  • onpoeet
  • onnozel
  • weeral hetzelfde
  • zondagsmarkt
  • poker
  • onzin
  • marcel
  • bouwvakkers
  • festijn
  • nog wat tijd
  • pint bier
  • jeke
  • droom1000
  • citeer
  • brunch
  • sjoukroet
  • schouwburg
  • onkruid
  • plvc
  • koeien
  • seizoen
  • witlicht
  • arlette
    Beoordeel dit blog
      Zeer goed
      Goed
      Voldoende
      Nog wat bijwerken
      Nog veel werk aan
     
    verbruikte toekomst
    16-12-2007
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.vorst
    Beste dienaar, vriend. Hoe gaat het met U in dt sober leven? De winter zal de grond bevriezen. Denk ik toch.
    En indien niet, laat dit in een nachtelijk uur onder een ijskoude sterrenhemel geschreven zijn. Het is Warket die maar wat zit te mijmeren.
    De hond ligt nog even buiten en ik tik deze woorden enigzins verdwaasd op een klavier. In deze plaats klinkt muziek.
    En ja, morgen gaat het vriezen.

    16-12-2007, 02:51 Geschreven door warket
    Reageren (0)

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    14-12-2007
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.evjeke

    Ze hadden gehoopt nog voor het schemer terug te zijn maar zo was het niet. Ze plukte per ongeluk de voorlamp van haar fiets. Daarna dronken ze trappistenbier. De tafel kantelt af en toe door zijn schuld terwijl ze spreken over schoonheid en nog niet gemiste kansen.
    ’Ik hou van steen en weet niks van metaal. Ik doe niets liever dan steenkappen’  zegt ze.
    Ze had net met een bijna vanzelfsprekendheid de elastiek uit haar paardenstaart getrokken en in één beweging haar haren los geschud.
    ’Het  is fantastisch hier eens samen te zijn, en zie die mensen om ons heen’ antwoordt hij. Niet toevallig zitten ze aan een  ronde tafel in gesprek. Een beetje overspelig in loslippigheid, denkt hij achteraf. Goh, wat maakt het uit? We zijn allemaal aan elkander gelijk.
    ’Hoor je die muziek?’ vraagt ze.
    ’Links of rechts?’
    ’Rechts. Ik vind het een mooi stuk’
    Eerst bleven ze zitten tot de lucht rozig werd, daarna tot zonsondergang en uiteindelijk is het donker geworden met een beetje kilte in het straatlicht. De tafel wiebelt en het trappistenbier schuimt opnieuw.
    Nu, in het weinig licht, herkent hij haar nauwelijks uit haar dagelijksheid. Haar anders zo typerende zwijgzaamheid wordt overdonderd door een stortvloed van woorden die als bruisende golven tegen kliffen dwepen. Nog enkele maanden en alweer is een zielsgenoot uit zijn leven verdwenen. Mensen komen en gaan, tot we zelf voor altijd gaan. Zelfs de herinnering blijft niet bestaan.
    ’Schenk dat meisje nog een pint’ roept hij naar de kelner.
    En?
       Ja, en met U?
    Ja, ook goed.
       Meende je dat nu echt?
    Wat meende ik?
        Dat van dat meisje.
    Neen, dat was maar om te zeveren. Bij jou merk ik dat leeftijdsverschil niet eens. Er hangt een herfstblad in je haar. Mag ik een beetje tabak van je lenen?
       Zullen we wat roddelen over collega's?
    Oh ja, fijn. Wie begint?
        Jij. Zeg iets over Theofiel.
    Theofiel is een dommerik. Arthur is goedaardig en Gustaaf is best aardig. Nu is het jouw beurt.
        Ik ben dezelfde mening toegedaan.
    Is dat alles?
        Neen, Jacquelinne vind ik een trezebees.
    Weet je nog toen we op stap gingen met die pater en die lesbische vrouw? Jij moest hem zonodig vragen of hij in God geloofde.
        Natuurlijk geloofde hij in God.
    Vanwege de muziek legt hij zijn rechteroor rakelings aan haar mond te luisteren. Hij voelt de wind van haar spraak terwijl zijn neus in haar haren verstrengeld geraakt. Het is een noodzaak om elkander te verstaan.
        Eet jij graag kip?
    Ja, op voorwaarde dat het een Mechelse koekkoek is.
        Waarom een Mechelse koekoek?
    Omdat die minstens een uitloop van negentig dagen heeft voor ze hem slachten op een kipvriendelijke manier. De verpakking zou ook milieuvriendelijk zijn.
        Weet je wat ik mis in deze stad?
    Neen.
        Een minaret met een zanger erbij. Ik ben dat klokkengelui beu.
    Voor ze weg gaan vraagt hij haar beleefd of hij aan haar haren mag ruiken.
    ’Doe maar’ zegt ze.
    Ze geurt anders dan zij bij hem.
    Voor het slapen gaan zitten ze nog op een stenen trap aan het gras. Hij op blote voeten. Zijn sokken liggen op het tapijt.
    ’Mijn broer heeft ooit geprobeerd om zelfmoord te plegen’ zegt ze.
    Dat ze dat hem vertelt grijpt hem zodanig aan dat hij in al zijn dwaasheid vraagt: "Uw oudste of uw jongste broer?".
    Ze zegt: ’Ik ga mijn tanden poetsen en dan ga ik slapen’.
       En hoe voelt ge u nu?
    Zwak en gelukkig. Morgen vertrekken we.
    Dan kust ze hem vluchtig op de mond.
    Die nacht kon hij de slaap moeilijk vatten. Ze had hem naar de logeerkamer gebracht. Naast het bed stond een groot onafgewerkt schilderij. Toen ze het licht uit deed was het pikkedonker. Thuis was hij gewoon om onder een dakvenster te slapen. Daar zag hij het maanlicht en met wat geluk bij een onbewolkte hemel, keek hij zichzelf tussen de sterren in slaap. Slapen in het hiernamaals noemde hij dat.
    In dit donker nu, toveren haar woorden beelden in zijn geest. Fragiele zinnen als een schilderij, die niet schreeuwen maar verlangen, spuwsel van de geest. Gefluister van gevoelens in een werkelijke onwerkelijkheid. Moest het kunnen zou hij nu nachtelijk over de grens van water en land gaan. Nog denkt hij verder in iets dat kerft. Dan gaat hij zijn eigen weg in een uiteindelijke slaap.

    14-12-2007, 23:23 Geschreven door warket
    Reageren (0)

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.boerweg
    Op een moment stond er een tractor in de weg. In het donker klim ik over een berm, kruip ik over grond met maïskolven bedekt...en komt een boer vanuit  het duister die vraagt: 'Ca va?'
    Natuurlijk gaat het wel maar toch schreeuw ik: 'Ik ben halfdoof'. Wil je wat roepen tegen mij?
    'IK STA HIER IN DE WEG' praat hij luider.
       Geeft niet, het veld is breed genoeg. Ik vervolg mijn weg. Goedenavovond mijnheer.
    Ook een goedenavond.
    Vanavond maak ik een varkenshaasje met paddestoelen in roomsaus klaar. Mijn ogen zijn bedwelmd, zegt ze na de maaltijd. Zever niet vrouw.
    Zit ik hier weer met een wazig oog aan mijn wijsvinger te rieken. Als je zo verder gaat heb je nog amper vijf jaar te leven zegt ze tegen mij. Dan is dat zo. Eindig zal dit leven altijd zijn. De tijd speelt geen rol. De nabestaanden zullen het altijd spijtig vinden en daarna hun leven verder beleven.

    14-12-2007, 21:53 Geschreven door warket
    Reageren (0)

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    10-12-2007
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.2late
    Ik was te laat. Haar gezicht was al leeg maar ze ademde nog.
    Ga toch, verlaat dit leven. Ik spreek dit braaksel als een overlevende.
    Ik hou van jou, fluisterde ik niet eens in haar oor.
    Ik bedekte haar dood met een wit laken en dronk met zij bij mij een aperitief in vooruitgang.
    Er kruipt een vlieg in de winter over dit blad papier. Dit is ergens een derde van december tweeduizend-en-zeven. Binnenkort zal schuimwijn welkom dienen en braadvet het huis bedwelmen.
    Kalkoengebraad met gedurfde sauzen. De tafelgenoten worden er loslippig van. En daarna nog een push-café. Ze zouden beter de fietspaden breder maken.
    't ja, kerstmis en nieuwjaar. Hoe zal dit heidens feest zijn binnen duizend jaar?

    10-12-2007, 22:41 Geschreven door warket
    Reageren (1)

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    08-12-2007
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.frietketel
    Een frietketel kuis je niet alleen aan de binnenkant af. Ook hij staat daar niet zomaar. Een moment.
    Het heeft iets te maken met ingebeelde verbondenheid.
    Echt waar schrijft de schrijver, de schrijver zijn verhaal.
    Het heeft niet veel tijd nodig om het geschrevene kenbaar te maken.
    Heb...ik...een kribbel op een blad papier
    Net toen het beeld halverwege verwezenlijkt werd knapte er iets af van de stenen schedel en uiteindelijk werd het weeral ....
    Ze had nog geprobeerd om het te verdoezelen maar uiteindelijk bleef het voorval onvergankelijk.

    08-12-2007, 23:20 Geschreven door warket
    Reageren (2)

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 1/5 - (2 Stemmen)
    06-12-2007
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.ik wil nog wel even
    Ik wil niet meer weten
    waaruit het zonlicht bestaat
    vanwaar onze schaduw komt
    en hoe maan, water en vuur bestaan.

    Ik wil het leven nog ondergaan in de tijd
    en me niks beklagen
    vooraleer ik onvermijdelijk afscheid neem
    van jouw en mijn leven

    Zonen en dochters delen dit lot
    waarin alleen schimmen voortbestaan
    zolang het licht blijft schijnen

    Zelfs de bomen als ware getuigen
    komen en gaan
    Wie weet zal de mens niet blijven bestaan
    terwijl het licht zal blijven schijnen...

    en de maan de nacht verlicht al zolang geleden.

    06-12-2007, 21:25 Geschreven door warket
    Reageren (3)

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.woestijnmensen
    Vreemd. Ik keek naar de geografische statistieken van gewaardeerde lezers van mijn beschrevene en wat blijkt? Acht-komma-zeven procent mensen lezen warket's schrijfsels  vanuit de Verenigde Arabische Emiraten. Hoe kan dat nu?
    Liegen deze statistieken of zijn er nu echt woestijnvossen die in de hitte mijn schrijfsel zitten te lezen?
    Daar ben ik nu echt eens benieuwd voor.

    06-12-2007, 00:00 Geschreven door warket
    Reageren (2)

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 4/5 - (1 Stemmen)
    05-12-2007
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.honds
    Als ge goesting hebt, ik betaal u een pint. Met een muts aan gaat het wel. Kijk ernaar. Dan zal je wel zien.
    In het struikgewas staat een rottende stoel waar haar vader en moeder ingezeten hebben. Een stoel overwoekerd door netels en Spirea. Een stoel die in een verleden gekocht werd en nu in deze tuin verrot tussen zichzelf vernieuwend kruid. Het aura van de gezetenen blijft in mijn verbeelding bestaan. Zie hen daar zitten in deze opkomende winter.
    Een halve dag later heeft de wind de tafel gedroogd. Al die tijd heb ik buiten gezeten met gekloven verstand, mijn ziel in plooien gebroken. Roerloos is het gebladerte vandaag. De palm sterft buiten een wispelturige dood.
    Mijn pols riekt naar menselijkheid. Wil iemand nog een stuk rabarbertaart en koffie?
    Ik hoor de stem van de jongste zoon. Hij spreekt zacht tegen zijn moeder. Straks zitten we verdronken in de avond dierlijk aan tafel in windstilte te eten.
    Ik gooide na de maaltijd een afgekookt vleesbeen naar buiten. Natuurlijk was het allang donker. In het straatlicht keek ik ernaar. Ik wou weten hoe ze mijn gift zou verorberen. Ze heeft het bot kaal gevreten en het restant begraven voor minder uitbundige tijden. Daarna voelde ik me honds.

    05-12-2007, 16:53 Geschreven door warket
    Reageren (0)

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 4/5 - (1 Stemmen)
    02-12-2007
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.onpoeet
    ajuin en look
    buiten in een onnachtelijk uur
    sta ik te kijken naar wind en wolken
    zonder te dichten

    zomaar sta
    ik daar
    alleen te staren naar niets
    terwijl droge tranen
    op een of andere manier

    zomaar uit mijn ogen druipen
    niemand ziet dit moment
    het is nu goed om alleen te zijn

    toch zal dit geschrevene onvermijdelijk gelezen zijn

    02-12-2007, 02:16 Geschreven door warket
    Reageren (1)

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    01-12-2007
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.onnozel
    Ze zegt me dat ik nog tien jaar te leven heb. Zij kan het weten. Ondertussen kap ik de gewelven in de kelder af en leg ik het restant van een witstenen vloer. Ik heb mijn vader beloofd dat we samen een Calvados in die kelder zouden drinken als alles AF is. Ik probeer het AF te maken, voor mezelf en voornamelijk voor hem.
    Zo ben ik deze avond voor een ogenblik bezig. Ik heb de radio beneden gezet en mijn hoorapparaten in mijn oren geduwd. Mijn valse tanden staan zelfs in mijn mond.
    Weet ik wel dat dit geschrevene onnozel is, maar ik kon het mij niet laten.

    01-12-2007, 21:39 Geschreven door warket
    Reageren (1)

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.weeral hetzelfde

    Men zegt dat dromen bedrog zijn.
    Vannacht had ik een vreemde droom. Ik voelde iets in mijn keel maar kon er moeilijk bij. Het voelde aan als een hespenvel. Toen ik er uiteindelijk in slaagde om het uit mijn keel te trekken bleek het een meterslang lint te zijn.
    Nadien zag ik een kind dat zo jong was dat het amper kon lopen. Ik stond in een winkel toen het tastend aan de mensen binnen kwam. Iedereen ging afgrijnzend opzij.
    Toen het kind me aanraakte boog ik me voorover en nam het in mijn armen. Dan zag ik pas dat het blind was.
    Ik probeerde te achterhalen waar het vandaan kwam  maar het brabbelde voortdurend een onverstaanbare taal.
    De omstanders hadden ondertussen een agent erbij gehaald. Zodra hij het kind zag liep hij meteen weg.
    Tot mijn verbijstering begon het kind een stinkende groene brij  uit te braken. Ik nam mijn fiets en spurtte weg langs smalle straten tot aan een wegversperring vanwaar ik in het donker te voet verder ging.
    Zo kwam ik in een kasteel op een groot feest terecht. Aan het plafond hingen enorme koperen luchters met brandende kaarsen. Ik zag een dame die ik van vroeger kende, flirten met voorname personen. Ik stond er dichtbij naar te kijken terwijl iemand de onnoziliteiten uit haar leven tegen me vertelde. Ze herkende mij. We gingen tesamen weg. Ze stuurde roekeloos de wagen naar een ondergrondse parking. Op het tiende verdiep was een restaurant. Het duurde lang eer we er geraakten want de lift bengelde voortdurend. Meermaals moesten we uitstappen om onvolkomendheden te verhelpen.
    Zij was een gekende klant daarboven. Ik bestelde een meergangenmenu. We dronken witte wijn. De bediening liet lang op zich wachten. Ze was wispelturig en nonchalant. Is ze weeral niet content, fluisterde de ober onopvallend in mijn linker oor. Ik voelde me onwennig door haar gedrag en tegelijkertijd genoot ik ervan.
    Ik betaalde de rekening. We gingen te voet naar het leegstaand huis van mijn grootmoeder. Er liepen mensen op straat. Op het trottoir klemde ze haar lichaam om het mijne. Ook al was dat een heerlijk gevoel, ik voelde me gegeneerd voor de voorbijgangers op de stoep.  
    In het huis had ik in het verleden al een invasie van kakkerlakken overleefd. Elke maand probeerden ze massaal binnen te dringen. Je hoorde ze van ver afkomen. Ik had telkens net de tijd om alle kieren en gaten dicht te maken. Mijn grootmoeder hebben ze op een keer opgegeten.
    We sliepen helemaal boven. Toen ik ‘s nachts beneden ging plassen zat mijn grootmoeder in de keuken en schreeuwde ze bekijvend: "Hoe is dit toch mogelijk. Maak dat je wegkomt!".
    Ik ging dan maar naar een voordracht van een jeugdvriend. Zijn naam is Kamiel.
    Toen Kamiel het podium opstapte begon hij tot mijn verbazing te zingen. Zijn lichaam kronkelde en tolde tot hij op zijn rug viel. Eindelijk begon hij dan zijn gedichten voor te dragen. Het was muisstil in de zaal.
    Later op de avond is hij schielijk overleden.
    Ik had een beeld gemaakt dat ik hem net te laat als symbool voor onze vriendschap kon schenken.
    Uiteindelijk hadden ze Kamiel  zijn lichaam gemummificeerd en opgebaard in een witte heldere kamer.
    Mijn oudste zoon was bij mij. Deze keer vroeg hij mij geen bladgoud meer te eten te geven, maar troostte hij me in mijn ondraaglijk verdriet.  Kamiel zijn zus zei  dat ik zijn overblijfsel mocht meenemen  als iedereen vertrokken was. Zijn ouders keken me bekijvend aan.
    ‘s Anderendaags was de witte heldere kamer verlaten. Ik wikkelde hem in een linnen zak en bond hem op mijn fiets.
    Ik zeulde hem overal mee en vertelde tegen iedereen die het horen wou: deze mummie was een jeugdvriend en hij noemde Kamiel.
    Samen met mijn zoon dwaalde ik door onherbergzame gebieden, sliepen we in spelonken en was mijn verdriet verdwenen. Ik probeerde Kamiel zo goed mogelijk te bewaren. En dan onverwacht in een getijdestorm waarvan ik met mijn zoon aan het genieten was, daagden Kamiel zijn ouders op. Ze vroegen of ze hem nog eens mochten bekijken.  Toen ik de linnenzak open maakte waren er ledematen verdwenen. Ik voelde me diep beschaamd, maar ze vonden het niet erg.



    01-12-2007, 16:23 Geschreven door warket
    Reageren (2)

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    28-11-2007
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.zondagsmarkt
    Ze is vanmorgen op een half uur tijd van gedachten veranderd. Eerst wou ze gaan fietsen, toen ze naar de grijze lucht keek weer niet en dan wel.
    Ik ben wakker nu, laten we toch gaan fietsen, zei ze terwijl ze van de trap liep.
    Ik had ondertussen mijn werkmanskleren al aan en wou de gewelven in de kelder verder afkappen; nu wou ze toch gaan fietsen.
    Vanbinnen ergerde ik me de overrijpe appels uit de boom maar ik bleef uitermate kalm want ik had een week baldadigheid goed te maken.
    We praatten een ogenblik over onze bijna weldra fin-de-carrière.
        Jij verdient niet meer dan ik, zei ze.
    Voor geen geld zou ik jouw beroep willen doen, antwoordde ik.
        Als kind heb ik altijd graag met een poppenhuis gespeeld. Daardoor doe ik dit beroep graag.
    Ik knutselde graag in mijn vaders atelier. Ik probeerde met benzine en karton raketten te maken die naar de maan konden vliegen. Heb jij toenertijd de maanlanding gezien, vroeg ik.
        Neen.
    We fietsten tenslotte naar Leuven langs het veld. Een voorbeeldige zondagmorgen in de herfst. Zij met de oude fiets, ik met de nieuwe. Een weg elke werkdag heen en weer, twee keer zeventig minuten elke dag. Telkens passeer ik vier volhouders die eveneens door de winter rijden.
    Deze zondag heeft het land bezaaid met wandelaars op bedevaart langs landelijke wegen. Ze vreten in het najaar de boomgaarden leeg.
    Die vurige solidaire wandelaarsblik doet me halskokken.
    Wij reden verder. Het toegeeflijke kon niet meer breken nu ze naast mij reed, stampend op de pedalen de markt tegemoet.
    Deze veldtocht maakt veel goed. Brunchen met geroosterd brood gesmeerd met pesta en gedroogde tomaten.
    Dat is een krimp van liefde.
    Dan keren we terug met tegenwind in regen.
    Oh, wat zijn we blij
    een zondagsmarkt in de herfst
    wat voelen we ons vrij
    als vogels die niet produceren
    wat is het heerlijk om zo blij te zijn
    als vogels zo vrij te zijn
    alleen het lot kan ons stoppen
    en verdwijnen we in het begin
    we komen en gaan
    en zijn zo blij

    28-11-2007, 23:16 Geschreven door warket
    Reageren (2)

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    25-11-2007
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.poker
    Ik heb rauwe look gegeten. Mijn adem stinkt.
        Woorden kunnen niet stinken.
    Jawel. Snuit uw neus en snuffel maar.
    In deze vooruirgang zie ik vrouwen in mijn dorp hengsten berijden, zitten luxieuse vissers boven het wateroppervlak de tijd te verdoen. Niet alleen in de week ambeteert het mij. Sluipend langs modderwegen probeer ik mij van hun aanwezigheid te ontdoen. Vanavond komen goede vrienden eten. Zij en hij bij ik bij haar. Ik heb aubergines en zalm gekocht.
        Dag Warket. We hebben wat overschot van vorige nacht mee gebracht.
    Hoe dikwijls heb ik haar kaken al niet gekust in dit leven. Mijn lippen zijn nog niet versleten. Het was lang geleden om nog een nacht met vieren door te scheuren.
        Ik zie u graag, zegt mister Daniels.
    Ik knijp in de schouder van zij bij mij en haal wat herinneringen op.
        Dupont, weet ge nog van toen?
    Ja en zwijg. We zijn aan het spelen. Zeveren doe je achteraf.
    Ze heeft rimpels in haar gelaat gekregen en ook een loshangend buikje vanwege de ouderdom. Midden in een pokerspel zegt ze: warket, begin nu niet te janken.
        Ik jank toch niet? Kijk, mijn tranen blijven droog.
    Jawel, en let op uw kaarten.
    Mister Daniel, Michiels, Dupont en Warket pokeren een gat in de vroegte. Ondertussen ligt de kardinaal in de zetel te snurken. De zoon zat er gedeeltelijk bij.

    warket

    25-11-2007, 16:50 Geschreven door warket
    Reageren (1)

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    19-11-2007
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.onzin
    als passant
    onderweg
    met twaalf bakstenen
    twee maanden elke dag
    neem ik twaalf bakstenen mee naar huis

    de boeren doen de bieten uit
    veldwegen zijn dan modderig
    en met die felle wind van vrijdagnacht
    liggen daar waar bomen staan
    afgewaaide takken op de grond

    met twaalf bakstenen in het pikkedonker
    op een modderige veldweg
    in een lichtstraal van twaalf meter
    klief ik mij door de koude lucht naar huis

    Met verkleumde vingers schrijf ik deze woorden op papier, gezeten op een klomp arduin, zonder dat de inkt door de kou in mijn pen verstolt. Ze blijven maar doorrazen met hun machines over smalle wegen. Ik voel ijskkoude wind van winterzon. En dan gaat ze onder, wordt het donker. De wind komt opzetten in open vlakten. Het wordt koud. Mijn adem verdampt.
    In dit nachtelijk uur schrijf ik verder aan mijn partituur. Het wordt een muziekstuk zonder refrein. Ziehier klinken woorden in sol mineur. Luister naar het klankspel van loslippige zinnen alsof het door een idioot geschreven is.
    Ik leg me pas te slapen als dit muziekstuk ten einde is.
    nog niet
    voor dit ten einde is
    zal alles met rijm bedekt zijn
    miezeneus verschonden als een refrein

    niets erweer
    kan niet meer
    erweer niets
    zoweer is een wereldbeeld verdwenen
    erweer in zwijm
    vier met zes klanken rijmen niet in dit lied

    s'Anderendaags verlies ik mijn menselijkheid als ik naar de eenden op het water kijk, hoe ze vliegen en kwetteren in een onverstaanbare taal. Twee eenden komen dichterbij. Ze vragen om eten maar ik heb niets bij. Hoe vinden ze hun eten om te overleven? Hoe is het om zonder bewustzijn te zijn? Ze leven om ons heen. We hebben geen contact met elkaar. Het is moeilijk om te begrijpen waarom wilde dieren schrik hebben van ons. Misschien omdat we roofdieren zijn of is het onze geur? Hoe komt het dat mensen doodvriezen als ze buiten slapen in de winter en dieren niet? Ik zou dat eens willen weten, weet ik veel, dat mensen doodvriezen en dieren niet, als ze buiten slapen in de winter.

    weer niets
    niets erweer
    kan niet meer
    zoweer is een wereldbeeld verdwenen
    van eenden in volle vlucht
    kwetterend in een onverstaanbare taal
    vier met zes klanken rijmen niet in dit lied
    mizeneus verbonden met een refrein
    meeraa..., meeraa.., meera...

    vanuit een zekere leegte deze wereld bekijken, vliegen als een vogel in dromen, balanceren op de drempel van de werkelijkheid, het begin tot nu in herinneringen herbeleven en alles loslaten tot alle gedachten verdwijnen

    Een uitbundig mens en een weinig gestructureerd gestoord. Het slaat op de overvloed in de natuur, ' en theos', god vanbinnen.
    Laten we dansen van vreugde, overlopen van levenslust zonder angst om te sterven. Het is op zijn minst een aanstekelijk enthousiasme in levende lijve. Helemaal onjuist is het niet, ook al kan die uitbundigheid overslaan in woede.

    zo verblijf ik hier als een ongevleugeld dier
    met de gedachte van: ik zou een vogel willen zijn
    glijden op de wind
    op en neer
    tot boven wolken
    en de zon zien
    zelfs
    toevallig sterven in mijn lot

    ze bestaan
    bij het krieken van de dag en voor zonsondergang
    vliegen ze met honderden
    met duizenden
    weg van hier nu het winter wordt
    vrijheid zonder keuze
    ik zou een vogel willen zijn

    vliegen zoals in dromen
    nog beter dan vogels
    met traagheid
    en mensengedachten
    vliegen zonder vleugels
    toevallig in een droom
    moeder
    zal ik koffie maken
    ja zoon
    de borze staat op het schap
    we kusten mekaars lippen

    tegen mijn vader zei ik
    ik geef u een hand
    we zongen herinneringen
    gingen daarna verder
    aan een lege horizon
    en bloesem van avondrood
    beken ik
    koppig
    in een roes van windsdronk
    met een zwaar hart
    tot zo’n liefde
    veroordeeld te zijn

    19-11-2007, 23:19 Geschreven door warket
    Reageren (2)

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.marcel
    tot...een jaar later

    Wat vind gij het bekoorlijkst: de voor- of achterkant van een vrouwenlijf?
    Wat zegt u?
    Ik vroeg wat u bekoort: de foef of de billen?
    De ogen, antwoord ik.
    Hij kijkt beteuterd. Sta hier niet te liegen tegen mij.
    Het is vroeg. De rijm is nog niet verdampt. Hij vraagt of ik ook een druppel wil.
    Ondertussen wringt hij een fles goedkope wodka uit zijn binnenzak.
    Het is Marcel die me stond op te wachten aan de sint-jacobskerk. Puur toeval, zou je zeggen.
    De foef en de bilspleet begeer ik al vanuit mijn kindertijd, vervolgt hij na een stevige dronk.
    Ze stinken naar kak en pis als ze ongewassen zijn en toch zijn ze geliefkoosd in mijn leven.
    Voor mij de ogen, zei ik opnieuw.
    Ga je nu de hele tijd blijven liegen, schatert hij. Moet ge echt geen druppel proeven?
    Een proevertje maar.
    Ik vind het min of meer walgelijk om aan die teut te drinken. Wie weet waar hij met zijn mond vannacht ingezeten heeft.
    Ik neem een slok uit respect voor deze wilde die zo afstotend en vertederend kan zijn.
    Wat doet ge momenteel voor de kost, vraag ik, ons laatste gesprek indachtig.
    Alles in het zwart. Heb je voor mij geen klus die een ander niet wil doen?
    Neen, dat kan niet, dat mag niet. Terwijl ik dat zeg bekijkt hij mij onbegrijpend, meewarig aan en  zegt:
    het is de moeite waard om mekaar nog eens te zien.
    Ja, zeg ik. Het verdient respect.
    Ons gesprek dat oerkreten bedwelmt, is onmogelijk te beschrijven in mijn woordenschat.
    Voor ik voortga zeg ik nog: het zijn de billen die me het meest intrigeren maar de ogen zijn het bekoorlijkst.
    Hij knikt en vraagt: intrigeren, wat betekent dat? Dat is wat jij de waarheid noemt. Verdwijn nu maar uit mijn leven tot de volgende keer.
    De gedachte aan Marcel zal me de rest van de dag achtervolgen. Zijn postuur van kleine gestalte met te grote gekloven handen blijft op mijn netvlies gebrand. Telkens als ik iemand tegenkom denk ik: sta hier tegen mij zo niet te liegen.

    19-11-2007, 16:01 Geschreven door warket
    Reageren (2)

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    18-11-2007
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.bouwvakkers
    Vier uur ’s ochtends en ze zijn al onderweg. Geen kat op de baan. De ruitenwissers proberen tevergeefs de gutsende regen van de voorruit te vegen. In het busje riekt het naar sigarettenrook en cement. Vooraan wordt druk gediscussieerd over voetbal. Marcel zit achteraan, stinkt nog naar bier en zal verder slapen tot ze ter plaatse zijn. Ze zijn met vier. Hij, zijn twee zonen en een neef werken onafscheidelijk voor een bouwbedrijf. Ze pendelen naar alle uithoeken van het land, winter en zomer. Bouwen is niet moeilijk, zei hij op een keer. Het is een opeenvolging van dagen, weken, maanden hard werken met breekhamer, schop, kruiwagen en truweel. Van het geheel heeft hij geen verstand. Dat is iets voor de architect.
    Marcel is de vijftig voorbij, is graatmager en is tot mijn schouderhoogte gegroeid. Hij heeft handen als een kolenschop. Zijn snor is als een borstel over zijn mond gegroeid. Zo zien ze niet dat ik maar vier tanden heb, zegt hij.

    Als ze ter plaatsen zijn eten ze eerst een boterham en wordt koffie uit de thermos geschonken. Iedereen heeft zijn koffie mee. Marcel giet er voor zichzelf stiekem een paar klutsen rum bij. Hij denkt nog altijd dat niemand het merkt. Het is begonnen in de winter, het was tegen de kou, vertelt zijn oudste zoon. Sinds verleden jaar is hij overgeschakeld op het zomeruur. Het is tijd, ons kwartier is om.
    Ze staan gedisciplineerd op en bewegen zich voort in het schijnsel van het halogeenlicht. Even later ontwaakt de omgeving in het lawaai van breekhamers die zich onmeedogenloos in het beton vastbijten.
    Om negen uur zullen ze buiten een luchtje scheppen want op deze werf wordt benedendeks gewerkt. Dan staan ze gedurende tien minuten te glunderen naar al wie billen en tieten heeft onder de dertig jaar. Daarna opnieuw in lawaai en stof, geroep en getier van Marcel want zijn mannen kennen nog niet genoeg van de stiel.

    Het lijken bruten op oorlogspad, ongemanierd maar met een gouden hart. Ze denken luidop en ploeteren tot de puzzel in elkaar past, het geheel waarvan ze zeggen niks te begrijpen. Ze doen het bijna met hun ogen dicht.
    ’s Anderendaags werd ik zowat opgeschrikt. Het was Marcel die zonder enige gêne, een witte stofwolk achterlatend in de eiken hall van het stadhuis, de marmeren trap opliep en me halverwege luidkeels toevertrouwde dat hij zijn ontslag had aangeboden. Ze hebben mijn zoon afgedankt dus ga ik mee, zo luidde het. De patron had nog getracht hem te overtuigen dat het beter was te blijven en te profiteren van al die jaren dienst maar er was geen houden meer aan. Marcel was gekrenkt in zijn vaderlijke trots. Zie dat ge om vier uur buiten geraakt. Ik betaal een pint, zei hij nog terwijl hij rechtsomkeer maakte nu hij me gezien had.
    Toevallige toeschouwers lachten beleefd met het spektakel. De kuisploeg werd erbij gehaald en in een mum van tijd waren zijn voetsporen weggeveegd.

    De breekhamers zwegen niet. Hij werkte tot de laatste minuut uit trots en eergevoel.
    Toen we iets gingen drinken zat hij nog altijd onder het stof. Alleen zijn ogen die hij tijdens het werk beschermde hadden nog iets menselijks. Ze fonkelden vurig toen hij met een snor vol bierschuim zei: ik ga zelfstandig in het zwart werken.
     Weinigen hebben op mij een zodanige indruk achtergelaten zoals die man met weinig manieren die altijd luidop dacht ook al dacht hij niet veel.
    Na die pint heb ik  Marcel lange tijd niet meer gezien tot…op die keer dat…..

    18-11-2007, 10:53 Geschreven door warket
    Reageren (1)

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    15-11-2007
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.festijn
    Net niet tot op het vriespunt. Halverwege komt ze tevoorschijn als ik laat vertrek. Dat gaat niet blijven duren. De winter komt eraan. Voorlopig spaar ik nog mijn winterhandschoenen tegen de sleet. Toch zal ik binnenkort opnieuw een lange onderbroek aantrekken, mijn gelaat omwikkelen tegen de kou, zelfs mijn neus; zal het landschap onderweg bevriezen en krassen de kraaien door koud geschemerte. De winter komt er aan.
    Sneeuw zal opnieuw het verstand bevriezen in een eindeloos wit tapijt. Prachtig zal dat zijn om weeral de grond te voelen kraken onder onzekere voetstappen vol ongeduld naar de lente. Een festijn.

    15-11-2007, 13:39 Geschreven door warket
    Reageren (0)

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    12-11-2007
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.nog wat tijd
    Langs de veldweg staan oude eiken en knotwilgen. Ze hebben veel seizoenen doorstaan; zelfs een wereldoorlog.
    De wind waait de opklaringen weg.
    De kachel brand al de ganse dag. Sommige houtblokken knetteren in het vuur. Het huis blijft warm. Buiten waait koude natte wind. De hond zucht en snurkt verder. Alle lichten branden binnenshuis.
    Soms loop ik in het huis nadenkend heen en weer over de stenen vloer met voetstappen over onpare tegels. Met tussenpozen ga ik buiten in de regen staan.
    Rust uit. Het vuur knettert weer. Dop de inkt van de pen en klap deze bladzijde dicht.
    Nog even een klein moment.
    Wat dan?
    Iets onbeschrijfelijks beschrijven. Geef me nog wat tijd. Dan stop ik er mee.
    Dwaas. Je ogen staren in tijdsverlies.
    Verlies bestaat niet, mijn liefste. We kunnen dit heden alleen maar verbruiken. Ooit kopen we een comfortabel bed waarin we als foetussen in elkaar gestrengeld kunnen slapen. Weet je, ik hou van jou.
    Ik ook van jou. Toch zijt ge een dwaas.
    Dan is dat zo. Ik kan het me niet laten.
    Ik schrijf gezeten op een muur. Een vrouw met grijs haar vraagt: hebt ge het niet koud?
    Neen, ik heb een degelijke jas aan.
    Daarna fietst ze verder en blijf ik alleen achtergezeten op deze plaats. Heerlijk is dat om in koude wind onder een hemel met opklaringen te verblijven. Nu ga ik voort.

    12-11-2007, 17:31 Geschreven door warket
    Reageren (1)

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    09-11-2007
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.pint bier
    Met kerstmis eenenveertig kaarsjes uitblazen. Waar is de tijd.
    Schenk dat meiske een pint bier. Ik trakteer.
        En?
    Ja, en met U?
        Ja, ook goed.
    Welke geurige naajaarswind brengt jou hierheen?
        Het regent buiten. Ik kom hier elke week. Meende je dat nu echt?
    Wat meende ik?
        Dat van dat meiske.
    Neen, dat was maar om te zeveren. Bij jou merk ik dat leeftijdsverschil niet eens. Er hangt een herfstblad in je haar. Mag ik een beetje tabak van je lenen?
    Het blijft regenen met koude wind in het donker. Meer dan de helft van de wereldbevolking moet dit ontberen. Laten we kontent zijn.
        Zullen we wat roddelen over collega's?
    Oh ja, fijn. Wie begint?
        Jij. Zeg iets over Theofiel.
    Theofiel is een dommerik. Arthur is goedaardig en Gustaaf is best aardig. Nu is het jouw beurt.
        Ik ben dezelfde mening toegedaan.
    Is dat alles?
        Neen, Jacquelinne vind ik een trezebees.
    Vanwege de muziek leg ik mijn rechteroor rakelings aan haar mond te luisteren. Ik voel de wind van haar spraak terwijl mijn neus in haar haren verstrengeld geraakt. Het is een noodzaak om elkander te verstaan.
        Eet jij graag kip?
    Ja, op voorwaarde dat het een Mechelse koekkoek is.
        Waarom een Mechelse koekoek?
    Omdat die minstens een uitloop van negentig dagen heeft voor ze hem slachten op een kipvriendelijke manier. De verpakking zou ook milieuvriendelijk zijn.
        Weet je wat ik mis in deze stad?
    Neen.
        Een minaret met een zanger erbij. Ik ben dat klokkengelui beu.

    09-11-2007, 21:01 Geschreven door warket
    Reageren (3)

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    07-11-2007
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.jeke
    En waarom, vraagt iemand zich dat af?
    Ik zou het niet eens weten, alhoewel; het heeft misschien iets met perceptie te maken in dit aardbewonersbestaan.
    Warket gaat iets beschrijven...in het straatbeeld hoor ik muziek; zigeurermuziek. Mijn voorbijgangers kijken niet eens naar die accordionist die een muziekstuk speelt.
    Zigeunermuziek.
    Kinderen, dronkhaards en clochards gooien iets in zijn kartonnen bakje. Muzikant op straat.
    Dan zie ik iemand op hoge hakken vooraan. Op de kasseiweg heeft ze het moeilijk. Haar benen gaan alle richtingen uit. Haar lichaam is gevangen in een soort gelatine-keurslijf. Dat kan toch niet comfortabel zijn.
    In de zomer stoken zigeuners vuurtjes waarop ze hun eten klaar maken. De kinderen spelen in open lucht, net zoals ik dat deed. Ze gaan pissen en kakken tussen de struiken. Ze poetsen hun tanden buiten in de dauw met een emmer water, ieder om beurt.
    Ik heb het gezien. Ze leven zoals wij, maar dan op een andere manier
    In dit straatbeeld zie ik ook een grijsaard met een hond, een halfblinde met een vooruit gestoken witte stok en roekeloze jongelingen. En ik daar tussendoor

    07-11-2007, 23:56 Geschreven door warket
    Reageren (2)

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    Foto

    Over mijzelf
    Ik ben warket, en gebruik soms ook wel de schuilnaam warket.
    Ik ben een man en woon in de wereld (de wereld) en mijn beroep is zien bouwen.
    Ik ben geboren op 11/09/1954 en ben nu dus 70 jaar jong.
    Mijn hobby's zijn: vanalles.

    Archief
  • Alle berichten

    Mijn favorieten
  • website
  • kerima_ellouise
  • Kaatje Wharton
  • Marleen De Smet
  • fotos
  • warket

  • Foto

    Blog als favoriet !

    Foto

    Laatste commentaren
  • geen titel (maart)
        op verkeerde ochtend
  • Vele groetjes uit Zonhoven (sloefke)
        op droomwereld
  • ongetiteld (warket)
        op verkeerde ochtend
  • Ja inderdaad, (Michelly)
        op verkeerde ochtend
  • ongetiteld (warket)
        op zaterdag 21 maart
  • Gastenboek
  • groetjes terug
  • Groetjes.
  • fijne avond
  • vriendelijke groetjes van uit Tessenderlo
  • WANDELGROETJES UIT BORGLOON

    Druk oponderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek


    E-mail mij

    Druk op onderstaande knop om mij te e-mailen.


    Foto


    Blog tegen de regels? Meld het ons!
    Gratis blog op http://blog.seniorennet.be - SeniorenNet Blogs, eenvoudig, gratis en snel jouw eigen blog!