als passant
onderweg
met twaalf bakstenen
twee maanden elke dag
neem ik twaalf bakstenen mee naar huis
de boeren doen de bieten uit
veldwegen zijn dan modderig
en met die felle wind van vrijdagnacht
liggen daar waar bomen staan
afgewaaide takken op de grond
met twaalf bakstenen in het pikkedonker
op een modderige veldweg
in een lichtstraal van twaalf meter
klief ik mij door de koude lucht naar huis
Met verkleumde vingers schrijf ik deze woorden op papier, gezeten
op een klomp arduin, zonder dat de inkt door de kou in mijn pen
verstolt. Ze blijven maar doorrazen met hun machines over smalle wegen.
Ik voel ijskkoude wind van winterzon. En dan gaat ze onder, wordt het
donker. De wind komt opzetten in open vlakten. Het wordt koud. Mijn
adem verdampt. In dit nachtelijk uur schrijf ik verder aan mijn partituur. Het
wordt een muziekstuk zonder refrein. Ziehier klinken woorden in sol
mineur. Luister naar het klankspel van loslippige zinnen alsof het door
een idioot geschreven is. Ik leg me pas te slapen als dit muziekstuk ten einde is.
nog niet
voor dit ten einde is
zal alles met rijm bedekt zijn
miezeneus verschonden als een refrein
niets erweer
kan niet meer
erweer niets
zoweer is een wereldbeeld verdwenen
erweer in zwijm
vier met zes klanken rijmen niet in dit lied
s'Anderendaags verlies ik mijn menselijkheid als ik naar de eenden
op het water kijk, hoe ze vliegen en kwetteren in een onverstaanbare
taal. Twee eenden komen dichterbij. Ze vragen om eten maar ik heb niets
bij. Hoe vinden ze hun eten om te overleven? Hoe is het om zonder
bewustzijn te zijn? Ze leven om ons heen. We hebben geen contact met
elkaar. Het is moeilijk om te begrijpen waarom wilde dieren schrik
hebben van ons. Misschien omdat we roofdieren zijn of is het onze geur?
Hoe komt het dat mensen doodvriezen als ze buiten slapen in de winter
en dieren niet? Ik zou dat eens willen weten, weet ik veel, dat mensen
doodvriezen en dieren niet, als ze buiten slapen in de winter.
weer niets
niets erweer
kan niet meer
zoweer is een wereldbeeld verdwenen
van eenden in volle vlucht
kwetterend in een onverstaanbare taal
vier met zes klanken rijmen niet in dit lied
mizeneus verbonden met een refrein
meeraa..., meeraa.., meera...
vanuit een zekere leegte deze wereld bekijken, vliegen als een
vogel in dromen, balanceren op de drempel van de werkelijkheid, het
begin tot nu in herinneringen herbeleven en alles loslaten tot alle
gedachten verdwijnen
Een uitbundig mens en een weinig gestructureerd gestoord. Het slaat op de overvloed in de natuur, ' en theos', god vanbinnen.
Laten we dansen van vreugde, overlopen van levenslust zonder angst
om te sterven. Het is op zijn minst een aanstekelijk enthousiasme in
levende lijve. Helemaal onjuist is het niet, ook al kan die
uitbundigheid overslaan in woede.
zo verblijf ik hier als een ongevleugeld dier
met de gedachte van: ik zou een vogel willen zijn
glijden op de wind
op en neer
tot boven wolken
en de zon zien
zelfs
toevallig sterven in mijn lot
ze bestaan
bij het krieken van de dag en voor zonsondergang
vliegen ze met honderden
met duizenden
weg van hier nu het winter wordt
vrijheid zonder keuze
ik zou een vogel willen zijn
vliegen zoals in dromen
nog beter dan vogels
met traagheid
en mensengedachten
vliegen zonder vleugels
toevallig in een droom
moeder
zal ik koffie maken
ja zoon
de borze staat op het schap
we kusten mekaars lippen
tegen mijn vader zei ik
ik geef u een hand
we zongen herinneringen
gingen daarna verder
aan een lege horizon
en bloesem van avondrood
beken ik
koppig
in een roes van windsdronk
met een zwaar hart
tot zon liefde
veroordeeld te zijn
Reacties op bericht (2)
22-11-2007
opgaan en loslaten
'vanuit een zekere leegte deze wereld bekijken, vliegen als een vogel in dromen, balanceren op de drempel van de werkelijkheid, het begin tot nu in herinneringen herbeleven en alles loslaten tot alle gedachten verdwijnen ' ....wat prachtig...en dan beaam ik Uilenspiegel...een onpeilbare diepe gevoeligheid...ik heb weer genoten van jouw schrijven! dank je wel ! Groetjes kerima ellouise
22-11-2007, 09:28
Geschreven door kerima ellouise
20-11-2007
Oeverloze gedachten.
Een waterval van invallen die me geweldig bevallen.
Zoals altijd geschreven met een onwaarschijnlijke, onpeilbare diepe gevoeligheid, ver voorbij het georchestreerde denken.
Gewoonweg prachtig.
Groeten, Uilenspiegel
20-11-2007, 11:25
Geschreven door Uilenspiegel.
Over mijzelf
Ik ben warket, en gebruik soms ook wel de schuilnaam warket.
Ik ben een man en woon in de wereld (de wereld) en mijn beroep is zien bouwen.
Ik ben geboren op 11/09/1954 en ben nu dus 70 jaar jong.
Mijn hobby's zijn: vanalles.