verbruikte toekomst
Inhoud blog
  • droomwereld
  • spiegelscherven
  • voor een medemens
  • Lacjeaw
  • verkeerde ochtend
  • nietsnut
  • noma
  • bloemenvrouw
  • maart
  • nostalik
  • schemerschrift
  • vuur
  • zaterdag 21 maart
  • niksniksniks
  • zwerfvuil
  • luchtbelheiligen
  • coiffeur
  • hazenrug
  • speekselgeut
  • zondag vijftien februari tweeduizend en negen
  • wandelstok
  • vraag me af
  • straatsteenCé
  • vrijdag 16 januari 2009
  • lompenvrouw
  • brief
  • rugkeuvel
  • begin 2009
  • simpel
  • vrijdag 26 december 2008
  • ongetiteld
  • ouderschap
  • kil fluistert het weer
  • ongetiteld
  • Dinsdag 15 augustus 2006
  • dinsdag 2 december 2008
  • slapende mens
  • land in
  • amsterdam
  • 25 mei 2006
  • neushoorn
  • parijs
  • zwartwitteveetje
  • ongetiteld
  • zondag 9 november 2008
  • kijken
  • volrond
  • ma
  • heidenspraak
  • neig
  • donderdag 14 oktober 2004
  • dinsdag 11 april 2006
  • zondag 5 oktober 2008
  • blind
  • zondag 9 april 2006
  • zondag 28 september 2008
  • schuw
  • duimreuk
  • mountainbike
  • de laatste mens
  • konijnenvoer
  • demonen
  • bloedneus
  • in opgetroopte hemdsmouwen
  • helaas
  • geur
  • afscheid
  • litteraire droom
  • zondagnacht
  • ietwat verward
  • ze bijt
  • nachtvandaag
  • poken
  • nooit gestopt
  • hoe mijn leven begon
  • roi Albert
  • kilte dampt
  • windstoten
  • hoteldroom
  • flodder
  • papillon
  • tweeling
  • laatste dag
  • zwijg
  • piemonte
  • de lege uitgestrektheid der dingen
  • kostuum
  • onverzonden brief
  • regenboog
  • hoe- hoe ' erkoe
  • vrijheid
  • 1 juni 2008
  • aapneus
  • zeug
  • drie eigenzinnigen
  • katrien
  • ik en de wereld
  • nieuwjaar
  • italië
  • goulash
  • stalen vogels
  • fietstocht
  • ma
  • dertig april 2008
  • aardbei
  • repetitie
  • gele tulp
  • hommel
  • azuurblauwe morgen
  • roofvogel
  • zaterdag twaalf april 2008
  • Brussel
  • droomhuis
  • dampende mest
  • vrijdag 20 augustus 2004
  • schaduw
  • vraag me af
  • hapjetapje
  • bloemenvrouw
  • waterdame
  • caroline
  • mistig
  • donderdag 20 maart 2008
  • vreemd normaal
  • kijk
  • wanhoopsdaad
  • barman
  • dinsdag 4 maart 2008
  • ooit
  • vandaag
  • vandaag
  • verkoudheid
  • geboorte
  • gebroken spiegel
  • verzwegen
  • dinsdag 12 februari 2008
  • naartoe
  • sprekver...
  • sneeuw
  • aftakel
  • konijn
  • lichtwoorden
  • donderdag 24 januari 2008
  • toch
  • theo
  • weetik?
  • duet
  • striem
  • storm
  • geen hout meer
  • maandag 22 mei 2006
  • malschaduw
  • snolwijs
  • mal4
  • mal3
  • mal2
  • mal1
  • volkscafé
  • mosselfriet
  • verstotene
  • kerstavond2007
  • ontbijt
  • dialoog
  • sneeuw
  • vorst
  • evjeke
  • boerweg
  • 2late
  • frietketel
  • ik wil nog wel even
  • woestijnmensen
  • honds
  • onpoeet
  • onnozel
  • weeral hetzelfde
  • zondagsmarkt
  • poker
  • onzin
  • marcel
  • bouwvakkers
  • festijn
  • nog wat tijd
  • pint bier
  • jeke
  • droom1000
  • citeer
  • brunch
  • sjoukroet
  • schouwburg
  • onkruid
  • plvc
  • koeien
  • seizoen
  • witlicht
  • arlette
    Beoordeel dit blog
      Zeer goed
      Goed
      Voldoende
      Nog wat bijwerken
      Nog veel werk aan
     
    verbruikte toekomst
    11-08-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.zondagnacht
    Mathilde
    is gegroeid in haar heelal
     
    een dronken wesp
    slaapt haar roes in een tafelkier
     
    nog wat nachtvlinders rond het kaarslicht
    de tafel wiebelt op muziek
     
    zelfs de grond beweegt
    of zou het een voetstap zijn die de aarde trilt?  

    11-08-2008, 01:04 Geschreven door warket
    Reageren (2)

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    04-08-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.ietwat verward
    chaotisch is dit
    alles ligt verspreid
    de tuin bezaaid met afval

    het hemelwater stroomt door het dak
    ik verpulver het gebinte
    in mijn vingers

    nu ook draagmuren
    kantelen in de storm
    verlaat ik niet dit pand

    ik heb een woonst beloofd

    beneden zitten twee knechten
    en een vogelverkoper
    met twee kanaries

    een ervan kan niet zingen
    maar heeft bonte veren
    reinig ik een vogelkooi

    en laat de kanarie vliegen
    in zijn vlucht

    de knechten werken
    zijbijmij zit op het dak
    en duikt

    het laken is nat
    ik ben nat
    halfdonker, het is nog maar tien voor vijf

    naakt sta ik voor de spiegel
    en schrik van mezelf

    04-08-2008, 23:42 Geschreven door warket
    Reageren (0)

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    03-08-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.ze bijt
    Voorlopig is de hittegolf voorbij.
    'De zwijgende meerderheid' zei ze vanmorgen tijdens een ontbijt. Gisteren kwamen Jean-Pierre en Christien toevallig voorbij. Ik zat aan de buitentafel dromerig te ruiken aan mijn hand.
       Kom erbij, maar steek uw hand niet uit want ze bijt.
    De hond?
       Neen, de tafel. Ze is nog nieuw. Jullie zien er goed uit. Een appelcider? Er zit maar twee graden alcohol in.
       Liever koffie op dit uur. Je bent vermagerd.
    Jean-Pierre en Christien zijn op zoek naar 'kapelletjes' op veldwegen die dit gehucht doorkruisen. Onvermijdelijk komen ze dan bij mij terecht want achteraan in de tuin staat een grote Jezus aan een kruis genageld naar de straatkant gericht. Toen we het huis kochten moesten we hem erbij nemen.
    Wat verder staat een kapel tegen de vallende ziekte en aan de lindenboom wordt gebeden tegen de plotselinge dood.
       Suiker en melk?
    Ja, graag.
       Witte of bruine suiker?
    Wit als hij vanuit Tienen komt.
    Jean-Pierre is iemand die wikt en weegt, geen witloof uit China koopt, matig drinkt (alleen maar voor de smaak) en tabak schuwt. Christien is op pré-pensioen maar ziet er nog altijd meisjesachtig uit.
    Dan gaan ze weg, ben ik hier als enige overgebleven. Hoe zou het in Palestina zijn?
    Voor alle zekerheid zoek ik naar de betekenis van 'werkelijkheid' in een woordenboek.
    Werkelijkheid blijkt de zintuiglijk waarneembare wereld te zijn waar iedereen het mee eens is. Dromen is de ongecontroleerde werkzaamheid van de geest tijdens de slaap. Zouden vogels soms dromen dat ze kunnen fietsen, vraag ik mij dan af.

    03-08-2008, 18:10 Geschreven door warket
    Reageren (0)

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 2/5 - (1 Stemmen)
    02-08-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.nachtvandaag

    het is nacht vandaag
    stil en vroeg
    in dit schrijfsel
    ik ben het maar
    lees dit, smeek ik U

    02-08-2008, 23:33 Geschreven door warket
    Reageren (0)

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    29-07-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.poken

    De vrouw pookt de stoof. Overschot van het avondmaal pruttelt op de hete plaat. Een van hen heeft de weerwolf gezien. Telkens vertelt hij hetzelfde verhaal. Een ander heeft het over de scharensliep die in het rijpe korenveld huist. De winter heeft hem verjaagd.
    Er klopt iets niet, zou mijn grootvader  gezegd hebben moest ik hem verteld hebben dat de patatten in zijn bord uit China komen en de Chinezen ons witloof eten, dat we niet meer knielen voor de natuur, dat we zoveel meer kennis vergaard hebben zonder er iets mee te doen, dat we comfortabel leven en er desnoods voor zullen vechten om het in stand te houden. Hij zou het niet begrepen hebben moest ik hem verteld hebben dat we  mekaar zomaar voorbij lopen en ervoor zorgen dat er geen hondenpoep blijft liggen, dat je een zebrapad opzoekt om de straat over te steken. Over het weer wordt nog gepraat al gaat dat steevast over wegsmeltende poolkappen en gletsjers. Ik schrijf het met enige nostalgie zonder zwaarmoedig te kijken naar een toekomst die geregeerd wordt door een stelletje hypocrieten waar industriebaronnen en filmacteurs het presidentschap mogen verdienen, waar democratie bezworen wordt met een klamme hand op de bijbel gedrukt als een glimlach van God. Het is niet het gegeven dat irriteert maar wel dat je er niets aan kunt doen. Wat mij bedroeft is dat in Amerika een wetsvoorstel ingediend werd dat het dragen van laaghangende jeansbroeken strafbaar maakt. Geen slipjes meer tot net boven het schaamhaar. Vrouwelijke welvingen zijn onzedig geworden. Ik beitel ze dan maar uit een zwerfsteen en sleur hem mee in het restant van mijn bestaan.

    De zon schijnt en plots begint het te regenen. Een glinsterend watergordijn in zonnestralen op de rand van een wolkbreuk. Luttele minuten later overtrekt het en gutst de regen als een waterval op de binnenkoer. Ik sta ernaar te kijken vanuit de deuropening tot het al even onverwacht opklaart en het water verdampt in de zon. Het is een zeldzaam teken. Ik word daar gelukkig van.

    Wie wil een gebakken haring van mij?

    Menslief, het is bijna kerstmis zeggen ze nu. Gauw de koer opruimen en de lege flessen weg. Het stof van de vensterbank blazen en de tafel sieren. Tijd te kort om alles gedaan te krijgen. Trappistenbier hier klinkt het in de oren. Geen kruimel gaat verloren in het gekletter van leeggoed. Ze hebben altijd verteld dat kerstmis een feest van heiligen en niet van heidenen is.

    Ach zo, schrijf ik in mijn moedertaal. Ik eet een rauwe varkenspens. Ik verdun de mast van de parasol met raspend schuurpapier totdat hij open gaat.

    Wat gaan jullie doen vanavond?
       We gaan iets koken.
    Bij haar of bij ons?
       Bij haar.
    Toen we uw leeftijd hadden bakten we een brood voor kerstavond en gingen we wandelen in de nacht.
    Het wordt tijd om een fles wijn uit de kelder te halen
    en buiten leeg te drinken.

    De klokken luiden. Binnen ruikt het naar soep. Proef eens. We dansen daarna kousloos met sandalen aan in een verschroeiend graag zien. De kans is groot dat we beiden oud worden zonder verloren tijd te moeten inhalen. Het is koud en stil geworden in mijn oren

    29-07-2008, 21:37 Geschreven door warket
    Reageren (1)

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    26-07-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.nooit gestopt
    ’s Middags ging ik samen met een vriend langs een verlaten fabriek tussen het puin zitten. Verscholen voor de buitenwereld zaten we dan te filosoferen over een abstract toekomstig leven.
    En toen heb ik haar ontmoet in een dans op een kermisbal. Ze was vijftien.
    Was het haar lijfgeur of die aarzelende verlangende ogen die me bekoorden?
    Die nacht kon ik de slaap niet vatten. Ik zou vechten als een leeuw om haar gratie te verdienen. Ik bad tot de sterrenhemel, smeekte de maan en doolde rond tot ik haar opnieuw zag. Achter de kerkmuur kuste ik haar voor het eerst op de mond in een eeuwigdurende tongzoen. Vanaf dan wist ik dat we tezamen zouden blijven. Nu nog bestaat ze als liefde in mij, herinnert ze mij aan die eerste tederheid die mij als een blinde adelaar deed ontwaken. Ik begon te schrijven.
    Sindsdien ben ik met schrijven, net zoals met roken, nooit gestopt.

    Enige tijd later moest ik noodgedwongen in Duitsland mijn legerdienst vervullen. Aanvankelijk spraken de discipline van regelmaat en de fysieke inspanningen mij aan. Ik kon echter geen militair gezag verdragen en begon mij te verzetten tegen de waarden die een militaire gemeenschap hoog in het vaandel draagt. Na een weekend desertie en opeenvolgende oproermakende incidenten belandde ik met eindejaarsavond achter de tralies.
    Overmand door onmacht, opgesloten als een dier voor een daad dat niet eens een misdaad was, las ik de in het pleisterwerk gekerfde geschriften van mijn voorgangers steeds opnieuw tot mijn gedachten zich samenbalden in een schreeuw. Ik had de wortels van het anarchisme ontdekt. Geen enkel gezag zou ik nog aanvaarden. Deze wereld behoorde mij toe, mijn eigen wereld.
    ‘Gelukkig nieuwjaar mijn liefste, ze weten niet wat ze doen’, kerfde ik met een lepelsteel in de muur. Het was een begin van een dagboek dat nooit zou eindigen
    .

     


    26-07-2008, 13:46 Geschreven door warket
    Reageren (0)

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    23-07-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.hoe mijn leven begon

    CURRICULUM VITAE

     

     

     

     

    ik hoor, voel haar hart bewegen

    en glijd de bevrijding tegemoet

     

    vanaf nu ga ik een mens worden,

    word ik door de wereld opgeslokt

     

    uit het water

    heb ik afscheid genomen

    van wat ik me niet meer herinneren kan

     

     

     

     

     

                                                                                                  september 1954

     

    Ik ben geboren op een bovenkamer in een doodlopende straat vlakbij het station. Naar verluidt was de huisdokter een kettingroker.
    ‘Lowie en Hilda hebben een zoon’, klonk het de dag nadien in het dorpscafé.
    Mijn  vader was schrijnwerker. Winter en zomer fietste hij elke dag naar zijn atelier in het nabijgelegen dorp.
    We woonden boven in het grootouderhuis op twee kamers. Aan de zoldertrap was een keukentje van drie meter op twee. Er ging een steile trap naar beneden waar mijn grootouders woonden.
    Mijn grootvader was een smid en mijn grootmoeder naaister.
    De smidse had iets betoverend. Er was een grote houten rolpoort die uitgaf op de binnenkoer. Ze was eveneens toegankelijk langs het waskot.
    In de buitenmuur ontbrak een steen. Wanneer ik de smidse niet binnen mocht als mijn grootvader met snijbranders werkte, kon ik langs die opening naar binnen gluren.
    Over de lengte van de werkbank bevond zich een serrenraam dat zodanig door stof en roet aangeslagen werd dat het nauwelijks lichtdoorlatend bleef. Soms mocht ik het vuur aanwakkeren en keek dan toe hoe de smeedhamer het gloeiend staal verpletterde op het aambeeld.
    Net zoals de smidse waren de kelder en de zolder mijn eerste magische ruimten die ik zelden alleen mocht betreden vanwege de voor een kind onzichtbare gevaren die er sluimerden: het smidsvuur, de kelder- en de zoldertrap. Net dat maakte mij nieuwsgierig.
    Toen ik de leeftijd bereikte om katachtig trappen op en af te klimmen had mijn grootmoeder de gewoonte om, als ik kattenkwaad uitgespookt had, me voor enige tijd in de kelder op te sluiten. Dat was voor mij de kans om dat onderaards hol te verkennen.
    Een gemetste trap daalde naar een gewelfde spelonk met een aarden vloer van zeven op zeven meter. Ik hield van de paddenstoelengeur die er heerste. Mijn grootvader had er jaren voordien nog als bijverdienste champignons gekweekt. Aan de witgekalkte muur naast de trap hingen houten rekken volgestapeld met winterfruit. Onder het keldergat stond een spinde met een deur uit muggenzift gemaakt. Die moest als koelkast dienen. Daar zat ik dan in mijn ondergronds hof van Eden.
    Toen mijn grootmoeder later de afgeknaagde fruitresten in een hoekje ontdekte heeft ze de kelderstraf afgeschaft.
    In die tijd heb ik mijn vader zelden gezien. Hij bouwde voor en na de werkuren samen met zijn vader en twee metsers ons huis. Zo ging dat in die naoorlogse tijd. De nieuwe woonst verrees op een lap grond vlak naast een perceel grenzend aan het huis van zijn ouders. In die tijd was de Achtbundersstraat nog schaars bewoond.
    Ik herinner mij nog de eerste dagen in ons nieuw huis. Er hing een kille verfgeur. We hadden nog geen binnendeuren.
    Een badkamer was er wel. Een ruimte van vijf vierkante meter met een douche en lavabo. Dat is altijd zo gebleven.
    Ze werd verwarmd met een metalen paraboolschotel met in het midden een omwikkelde porseleinen spoel die roodgloeiend werd wanneer de stekker in het stopcontact gestoken werd.
    Het huis had een kleine en twee grote slaapkamers, een salon, eetplaats en een keuken. Achteraan was er een serretje dat toegang verleende tot de binnenkoer en het waskot. We hadden ook een buitentoilet met beerput en krantenpapier. Mij maakte het niet veel uit want ik kakte nog steeds buiten op een vel krantenpapier.
    Links van de tuin, die toen niets meer dan een lap braakliggende vruchtbare grond voorstelde,  bevond zich het atelier van mijn vader. Rechts woonden Marieke en Remy die kinderloos bleven.
    Achteraan lag landbouwgrond die zich uitstrekte tot Sterrebeekbos.
    Het duurde niet lang of mijn vader besloot een kippenren te bouwen over de helft van het braakliggend terrein. De andere helft moest dienen als groentetuin en een smalle reep gazon met laagstammige fruitbomen.
    Midden in het kippenren stond op een paal een duivenhok waarin vier witte duiven hun intrek hadden genomen. Dat werd mijn vierde magische ruimte. Als mijn vader thuis was smeekte ik hem om me tot aan het duivenhok te tillen zodat ik door de boogvormige poortjes kon zien of ze thuis waren.
    In het salon en de grote slaapkamer hadden we kolenkachels die zelden aangestoken werden vanwege een slecht functionerende schouw. In de eetplaats stond het fornuis dat mijn moeder ’s winters elke ochtend een uur voor we uit bed kwamen aanwakkerde. Alle aanpalende deuren bleven dan gesloten om de warmte binnen te houden. De eetplaats werd leefplaats en tevens ziekenboeg tijdens kinderziekten. Pas in het midden van de jaren zestig heeft mijn vader met zijn broer een centrale verwarming aangelegd.
    Toen ik naar de kleuterklas moest was dat een ramp. Voor de eerste keer in mijn leven voelde ik me verlaten.
    De eerste dag liep ik weg van school. Ze vonden me algauw in het dorp op de dool. Mijn moeder werd erbij gehaald waarna ik opnieuw opgesloten werd achter die verschrikkelijke schoolpoort.
    Ik had ook een broer die een jaar jonger was.
    Door de zwakke gezondheid van mijn moeder verbleven mijn broer en ik vaak bij mijn grootmoeder, vooral nadat mijn grootvader op jonge leeftijd stierf.
    Voor het eerst zag ik een lijk en liep ik als jong familielid mee in de stoet.
    Het was gezellig om bij Bobonne (zo noemden we mijn grootmoeder) op vakantie te gaan.
    Overdag plukten we de rijpste aardbeien uit de tuin en aten die dan op met griessuiker. ’s Avonds speelden we tot het donker werd huisjes bouwen met de kaarten. Daarna deed Bobonne alle lichten uit en gingen we naar bed, met Bobonne in het midden.
    Ik had ook een nonkel. We noemden hem de oude. Hij was vrijgezel en halfdoof. Elke zondag kwam hij eten bij Bobonne. Hij zat daar telkens voor het middaguur aan de keukentafel op zijn toegeëigende plaats. De keuken lag achterin en diende tevens als waskot en bergplaats.
    Aan diezelfde tafel werden tijdens feestdagen avondlijke elexiers gedronken, tenminste, als de oude erbij was. Dan vertelde hij over Amerika waar hij geweest was of over weerwolven uit zijn kindertijd. Hij had nog echte indianen gezien en achter dwaallichten gezeten.
    Bobonne ging elke woensdag bij hem kuisen. Mijn broer en ik mochten mee.
    In het salon stond een stoel in gekrakeeld leer en een eiken tafel met op de kast een stenen geneverkruik. Die plaats mochten we niet betreden. Daar lagen de sacramenten van de oude om Gods vloek met een vierkante te verbannen.
    In de lagere school noemden ze me de Flurk. Ik was een dromer. De leraar had mijn vader hierover aangesproken en gezegd dat ik te verstrooid was in de klas.

    Ik maakte papieren vliegers en houten zwaarden. Mijn schuilplaatsen (die ik mijn kampen noemde) kan ik zo terug vinden in het bos.
    Ivanhoe, Zorro, Winitou,…waren mijn helden die ik op alle mogelijke manieren imiteerde.

    In die periode begon ik ook te experimenteren met benzine en terpentijn. Het mengsel moest als brandstof dienen voor de stuwraket die ik bouwde in het atelier van mijn vader. Toen dat project mislukte begon ik kikkervisjes te kweken vanuit een nabijgelegen poel.
    Thuis hadden we geen TV. Mijn vader had wel een transistorradio gekocht in de dorpswinkel. Een roodbruin robuust toestel van Duitse makelij dat stond voor kwaliteit. Op zondag fietsten we na het middageten naar het bos en luisterden dan liggend in het gras naar de muziek die onze portatif te bieden had. Jaren later zou mijn vader zich laten overhalen om een zwart-wit tv aan te schaffen waarmee we vier zenders konden ontvangen. Gekluisterd aan het beeld in het pikkedonker zagen we de Congolezen vechten voor onafhankelijkheid. Zelfs naar het testbeeld werd gekeken.
    Midden in de jaren zestig vond mijn vader dat het tijd werd dat ik een stiel zou leren. De oude schoolkameraden zwermden als jonge bijen uit het nest. De ene wou plaatslager worden, de ander loodgieter, sommigen automecanicien en de slimsten van de klas gingen naar de humaniora. Ik trok naar Leuven en ging voor houtbewerking.
    Als twaalfjarige mocht ik nu voor het eerst zelfstandig naar de stad.  Het was een schril contrast met het plattelandsdorp waar ik opgegroeide. Elke dag pendelen met de bus tot aan het Fochplein was op zich al een beleving. Het duurde niet lang of ik stapte af aan het station om dan verder te voet langs de Bondgenotenlaan te gaan. Halfweg kocht ik een croissant en at die telkens aan dezelfde zitbank op. Tijdens de drie kwartier durende busrit leerde ik twee meisjes kennen die ouder waren dan ik. Ze hadden dezelfde eindbestemming. Elke ochtend zaten we tezamen op een arduinen dorpel aan de Sint-Pieterskerk tot net voor schooltijd. Dan ging elkeen zijn eigen weg. Een van hen leerde mij sigaretten roken. Sindsdien ben ik nooit meer gestopt.
    De bengel in mij begon te verdwijnen. Het was mei 68. 

    Studentenprotesten, de Beatles, het feminisme, de provo’s, Black Power,…
    In Frankrijk braken straatgevechten uit tegen de politie, gevolgd door een algemene staking van studenten en twee derde van de arbeidersbevolking. Het parlement werd ontbonden. Het woord flic werd voor het eerst gebruikt.
    Het communisme en anarchisme werden populair. Velen zagen hierin een gelegenheid om ‘de gevestigde maatschappij’ door elkaar te schudden. Jean-Paul Sartre was hiervan een boegbeeld.
    In Tsjchoslowakije was er de Praagse lente en in België staakten de studenten in Leuven tegen de Franstalige invloed in de universiteit.
    Ik stapte stiekem mee in studentenbetogingen zonder te begrijpen waartegen ze precies revolteerden. Het was me om de spanning en de waterkanonnen te doen.
    Begin jaren zeventig kwam ik in Brussel terecht om er bouwkunde te gaan studeren. In die periode experimenteerde ik met alles wat ik kon vast krijgen. Het werd een benevelde periode waarin ik koorddansend het ene zwijn na het andere uit de rapen joeg.
    Ik liet mijn haren groeien, trok liftend naar Amsterdam, wou in een commune gaan wonen en werd zo langzamerhand de drop-out in de familie tot grote ergernis van mijn ouders die er niets van begrepen.
    Elke dag liep ik langs de rue de Midi heen en weer van Zuid naar Noord. Ik bleef telkens voor dezelfde vitrines staan.
    Zo was er de Aziatische winkel met zijn bronzen beelden, de tekenwinkel waar een schilderspalet stond uitgestald en de stock Americain die ik regelmatig bezocht zonder iets te kopen want thuis waren ze karig met zakgeld. Door mijn dagelijkse voettocht kon ik het tramgeld dat ik thuis kreeg aan andere dingen besteden.
    ’s Middags ging ik samen met een vriend langs een verlaten fabriek tussen het puin zitten. Verscholen voor de buitenwereld zaten we dan te filosoferen over een abstract toekomstig leven.

    http://eddie.keyaerts.eu/verbruiktetoekomstboek_clip_image003.jpg

    23-07-2008, 23:19 Geschreven door warket
    Reageren (2)

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    21-07-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.roi Albert
    Ik kan er niets aan doen,
    ik geniet van dit grillig weer,
    met opgestroopte hemdsmouwen
    aan mijn tafel onder een parasol
    in wind en kletterende regen.


    Een nationale feestdag is het vandaag
    in Belgenland.
    De straaljagers moeten nog overvliegen
    met de toespraak van roi Albert
    op deze betaalde feestdag.


    Krampachtig probeer ik van mijn schrijfsel
    een gedicht te maken,
    woorden en zinnen in een vergeetput te gooien,
    maar dat lukt niet eens
    omdat elk woord mij te kostbaar is
    als het geschreven is.


    Mijn gom is na een jaar versleten
    tot vijf centimeter lang
    na al die beklaaglijke woorden
    die niet meer bestaan


    Laat de soldaten nu maar marcheren
    in dit regenweer
    .

    21-07-2008, 15:51 Geschreven door warket
    Reageren (0)

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    14-07-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.kilte dampt

    halfweg slaat de bliksem in
    hij licht rimpels van mijn handen op
    in vloeiende regen

    een plotselinge dood
    zou het leven niet waardig zijn
    moest ze te vermijden zijn

    ik vraag me af
    waarom vogels
    nog op de vlucht slaan voor mij

    morgen regent de zon

    Vanwaar komt die kilte vandaan?
    Mijn adem dampt.

    14-07-2008, 21:55 Geschreven door warket
    Reageren (1)

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (1 Stemmen)
    07-07-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.windstoten

    Van dit potlood rest nog een duim lang
    genoeg om dit te schrijven
    tot mijn vingers verkrampen
    in een laatste houvast.

    Vandaag speelde regen met de zon
    raakten regenbogen de grond
    in wilde zoete windvlagen

    Zelfs mijn plasstraal
    in haast glijdend water
    aan de zijkant van de weg
    had iets sierlijks in het tegenlicht
    .

    Vandaag ben ik nog niet binnen geweest.
    Waai maar de kilte door mijn lijf
    .

    07-07-2008, 22:36 Geschreven door warket
    Reageren (0)

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    05-07-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.hoteldroom

    Ik liep door een vreemde stad waar ik met kennissen zou logeren in een hotel. De omgeving kwam me vaag bekend voor. Toch kon ik me nergens situeren.
    Het was zomer. Ik liep langs hellende straten omdat ik wist dat het hotel zich ergens op een plateau bevond.
    Mijn kostuum was besmeurd met modder uit de vorige nacht.
    De mensen op straat keken me wantrouwig aan. Iedereen kende hier iedereen. Ik was een vreemdeling.
    Soms nam ik een looppas, niet uit gehaastheid maar omdat het prettig was. Een vrouw keek me spottend na.
    Toen het vooravond werd ging ik in een café de weg vragen. Ik bleek vlakbij mijn bestemming te zijn.
    Voor ik naar buiten ging schudde een vieze vent mij de hand. Er bleef stinkend slijm aan mijn vingers kleven. Hij schaterlachte als iemand die denkt een geslaagde grap verteld te hebben.
    Het slijm stolde meteen zodat ik het met een zakmes van mijn huid moest schrapen.
    Mijn kennissen stonden me in de balie van het hotel op te wachten.
    Ik herkende mijn broer, zus en mijn oudste zoon die opnieuw een peuter bleek te zijn en mij tot mijn groot spijt negeerde.
    Mijn vader was er ook. Hij was fel verouderd en kreupel geworden.
    Steunend op een kruk keek hij me streng aan en vroeg: ‘Waar komen die moddervlekken op je kostuum vandaan?’
    Ik had mijn familie lange tijd niet meer gezien. Mijn broer had al die tijd voor mijn zoon gezorgd. Mijn moeder was inmiddels overleden.
    ‘Dat is jouw schuld’ snauwde mijn vader.
    Toen ik naar mijn jongste zoon vroeg bleek die net zoals ik op de dool te zijn.
    In de hotelkamer zat mijn vrouw op een matras de bagage uit te pakken. Ze had een vriend die naast haar lag te slapen.
    ‘Ik heb je gehoorapparaten meegebracht’ was het enige dat ze zei.
    Overal lagen matrassen. We sliepen allemaal op dezelfde kamer.
    Toen ik mijn zoon bij mij wou nemen gebiedde mijn broer me hem gerust te laten. Hij was vervreemd van mij. Ik besloot dan maar om weg te gaan.
    In de lift liep het mis. De deur ging niet helemaal dicht.
    Ik begon met mijn zakmes aan de hengsels te peuteren. Plots kwam ze helemaal los waarna de lift een halve meter zakte. Ik kon er nog net uit klimmen.
    Dan kwam er een echtpaar in de gang dat aanstalten maakte om de lift te gebruiken. Ik wou hen nog waarschuwen voor het gevaar, maar was te laat. Ze donderden met de liftkooi naar beneden.
    Aan de uitgang van het hotel kwam ik een verpleegster tegen. Ik herkende haar meteen.
    Ze wou weten of die wrat op mijn voet genezen was.
    Gegeneerd om de zweetgeur deed ik mijn schoeisel uit. Meteen begon ze als een kat aan mijn voet te likken.
    ‘Ga binnen eens kijken, ik denk dat er gewonden in de liftput liggen’ zei ik nog alvorens verder te gaan.
    De straten waren verlaten. Het was nacht.
    Ik liep op mijn blote voeten over een kasseiweg. Ik begon in het oranje schijnsel van de straatverlichting met mijn zakmes onkruid uit de voegen van de straatstenen te peuteren. Het voelde aan als een aangename en tevens nuttige bezigheid.
    Zodoende kwam ik nonchalant op een binnenkoer terecht en begon daar eveneens onkruid te wieden tot drie mannen met lange baarden buiten kwamen en me aanmaanden hun eigendom te verlaten. Ik kon nog net een glimp opvangen van een beeldschone vrouw in wit nachtgewaad die me vanuit de deuropening wenkte. Ik voelde pure liefde.
    Ik wou terug naar het hotel om mijn schoenen aan te trekken en haar te bevrijden.
    Onderweg begon de hemel op te flitsen. Sterren gingen in cirkels draaien en balden samen in explosies. Er kwam stof neer dat naar zwavel rook. De grond trilde en scheurde open in een oorverdovend lawaai. Ik wist zeker dat dit het einde van de wereld was.

    nu wordt ik wakker, badend in het zweet, voel haar schoot
    langs  het dakvenster begint de vroege ochtend te verschijnen
    het is halflicht
    een andere realiteit

    05-07-2008, 19:48 Geschreven door warket
    Reageren (0)

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    02-07-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.flodder
    Papa, kom eens kijken,
    wat vind jij van die kleuren?
        Ik zou de muren in turquoise willen
        en de vloer in donkergroen
    Ik ben het beu die kranten van jou te lezen.,Je wordt een anarchist.
        Ben ik altijd geweest.
    Uit de apothekerskast haal ik een doodsprent van een schamele vriend en bedenk dat...
    woorden pijn kunnen doen
    en ook strelen
    maar dat is nooit genoeg geweest
    als de schrijver is verdwenen.

    Ik weet wat ik lief heb
    er zijn geen vragen noch vervolmaking meer.
    Een stem vult maar de ruimte
    van het onuitgesprokene.

    Wat ik niet wil weten
    is waarom merels blijven fluiten
    tot het donker wordt.

    02-07-2008, 22:29 Geschreven door warket
    Reageren (0)

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    01-07-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.papillon

    voor een keer heb ik voorgenomen niets te beschrijven
    en voor me uit te kijken
    tot ik een potlood in een speerpunt slijp

    de insecten zijn met het tegenlicht verdwenen
    avond valt met uitdeinende vogelzang
    uiteindelijk zal mensenlawaai
    nog voor het nacht is verdwijnen

    ook het struikgewas en bomen gaan zwijgen
    er is geen wind

    zal de mot straks rond het kaarslicht verschijnen
    zodat ik onvermijdelijk toekijk
    hoe ze haar perkamenten vleugels verbrandt

    of zal ik gaan slapen
    en in dromen verder leven

    neen,
    uiteindelijk steek ik de kaarsen aan
    en doe mijn gehoorapparaten uit

    nu ben ik doof
    er is geen wind
    de vogels slapen nu
    het is stil
    niks beweegt

    01-07-2008, 00:17 Geschreven door warket
    Reageren (1)

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    26-06-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.tweeling
    Balanserend op gezoem en vogelzang
    denk ik aan een droom uit vorige nacht.

    Een tweeling zonder haar
    met een kop zonder bovenlijf
    en een apparaat in de schedel
    De dingen ontvlamden in blauwzacht vuur
    dat makkelijk met een vod te doven viel.
    Ik was kwaad op haar
    en zoende de tweeling op hun kop.

    ze ging weg

    In een labirint van verloren trappen

    26-06-2008, 22:07 Geschreven door warket
    Reageren (0)

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    24-06-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.laatste dag

    Met een wolfshonds gevoel
    besluit ik om te zwijgen,
    te kijken
    en te luisteren hoe ze comuniceren in deze langste dagen.
    We zouden haast het beestige in dit leven
    voorgoed vergeten moest het avondlicht niet schijnen.
    Ik kan beter zwijgen
    maar zwijgen kan ik niet.

     
    Een dag
    zonnig zoals deze
    beeld ik me in
    zomaar als een ingeving
    dat het de laatste dag kan zijn.

    Heb ik iets gemist
    of heb ik nog iets te doen?
    Misschien vraagtekens vermijden
    of een fout verbeteren.
    Ik ga ervoor
    om die laatste ingebeelde dag.

    In mijn laatste dag
    ga ik op zitbanken het stadsgebeuren bekijken
    en kwinkelieren in overschot van tijd.
    Het grafiet van potlood komt in beweging.
    In mijn fietszak steekt een slijper.
    Evident is dit schrifsel niet.
    Het is maar een ingebeelde laatste dag…

     
    die dag van mij.

    24-06-2008, 15:50 Geschreven door warket
    Reageren (1)

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    23-06-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.zwijg

    Met een wolfshonds gevoel
    besluit ik om te zwijgen,
    te kijken
    en te luisteren hoe ze comuniceren in deze langste dagen.
    We zouden haast het beestige in dit leven
    voorgoed vergeten moest het avondlicht niet schijnen.
    Ik kan beter zwijgen

    maar zwijgen kan ik niet.

    23-06-2008, 21:56 Geschreven door warket
    Reageren (0)

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    21-06-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.piemonte

    Zondag 8 juni 2008

    Ik tuimel rond 7h30 uit bed. Het is droog, winstil en grijs. Een uur later komt ze beneden. Ze maakt koffie. Daarna koopt ze bij de bakker een uit de diepvries ontdooid stokbrood.
    Normaal zouden we vanmiddag naar een doopfeest gaan maar geen van ons heeft zin.
    We rijden naar Italië langs een alternatieve weg. Ondertussen is het warm geworden met twee keer een pletsende regenbui. Aangename weg. Ik glimlach. Zij zingt onzichtbaar.
    19h: Hotel L’EDEN, rue de la 1ère Armée Française, Neufchateau in Frankrijk.
    Aperitieven op de kamer met wijn die we meegebracht hebben. We gaan eten in ’t stad. Het oude stadsdeel.

    Boven bevind zich ‘l Eglise Saint Nicolas, een Romaanse kerk nog goed bewaard gebleven. Hier neem ik de eerste fotos. Ze is duidelijk niet geïnteresseerd en daalt de weg af terwijl ik nog vlug een opschrift lees. Dan gaan we op zoek naar een restaurant.
    Pittabars en pizzarias, daaraan geen gebrek. Bijna zeeg de moed in onze schoenen tot we bij toeval met onze neus voor een eetgelegenheid kwamen te staan waar ze geroosterde Andouilette serveerden.
    De serveuse zong het gerecht aan tafel. We dronken water en een pichet goedkope wijn erbij. Daarna was het voor haar genoeg geweest. Ze wou nog wat lezen in bed. Ik heb buiten nog wat rond gedwaald. Toen ik terug kwam lag ze in een zalige slaap
    .

    Maandag 9 juni 2008
    6h30: Blauwe hemel. Ze gaat onder de douche. Je kan hier vanaf 6h30 ontbijten. We zijn van plan om vroeg te vertrekken zodat we vanavond in Italië zijn.
    Buffetontbijt. Ik eet voor drie à volonté. Op de parking roken we een sigaret. Dan vervolgen we onze weg. Tot nu toe zijn we geen enkele keer verloren gereden.
    Neufchateau hebben we doorkruist. Nu rijden we door glooiende landschappen. De weg is niet druk. Met de regelmaat van een klok verminder ik snelheid in dorpen. Twee uur later stoppen we in Langres. Het is middag. Terras bij de ‘La Marne’, een brede rivier die hier in stroomversnelling voorbij zwalpt.
    Ze heeft als verassing escargots en een artisanaal blond biertje besteld.

    Millefleur is een bier dat fruitig smaakt met een honingaroma. Het wordt in de regio gebrouwen en door de waard uitdrukkelijk aangeprijsd. Een echte commerciant blijkt achteraf als we de rekening vragen. Desondanks heeft het gesmaakt en was het gezellig tafelen.
    In het hystorisch stadsdeel staan nog achtiende eeuwse huizen en een monumentale kerk met buitenklokken.
    Van hieruit rijden we naar Besançon en dan loopt het mis. De wegaanduiding komt niet meer overeen met de routebeschrijving.
    Ik moet bekennen dat ik in een dergelijke situatie onredelijk zenuwachtig wordt en het zonder co-piloot niet zou redden.
    Na wat heen en weer rijden zitten we terug in de goede richting.

    Lausanne doorkruisen we rond 18h in het spitsuur met het onvermijdelijke blokrijden. Zwitserland is immers zoals België: overbevolkt. De euro blijken ze hier niet te kennen en er rijden nog trolébussen in de stad. De transit Zwitserland heeft ons vijftig euro gekost aan infrastructuurbelasting en de tunneldoorgang ‘Grand Saint-Bernard’. Met de vijf Zwitserse frank die we aan de grensovergang bij de tolbetaling kregen hebben we ieder een halve tas koffie gedronken.
    20h30: Aosta vallei over de grens. We overnachten in een tweesterrenhotel met ruime kamer en badkamer. Hotel ‘Mont Velan’. Prijs: 75 euro ontbijt inbegrepen. We zijn net op tijd voor het avondeten. Ik eet lamsnier in wijnsaus (18 euro) en voor haar raviolli (12 euro).
    Witte wijn drinken we op de kamer. Voor het slapen gaan leun ik nog uit het venster met een laatste sigaret.

    Dinsdag 10 juni 2008
    6h30: Als ik vertel hoe vroeg het nog is pakt ze mijn hoofdkussen en keert ze zich om onder de bedsprei.
    ‘Slechte matras’ kreunt ze.
    Straks moet ik de wagen vanop de binnenkoer langs een steile helling sturen.
    Het ontbijt is eenvoudig lekker. Heerlijke sterke koffie met veel melk en suiker. De wagen krijg ik zonder veel moeite de helling op. We rijden richting Turijn. Nog 150 km en we zijn op onze bestemming.
    Middag: Salluzo. Hier koopt ze kaas en wijn in een supermaché. Ondertussen probeer ik geld af te halen uit een bankautomaat wat me niet lukt. Deze automaat aanvaard geen bankcontact.
    14h: We zijn aan het kasteel waar we acht dagen gaan logeren.
    ‘Castello Rosso’ ligt op een heuvel die langs een smalle steile weg toegankelijk is. Het werd gebouwd in 1625 door Michele Conti op de ruïnes van het kasteel van de familie Constanzia.
    Geografisch is deze plaats een onderdeel van Piemonte, wat letterlijk ‘aan de voet van de bergen’ betekent.

    In het Noorden en het Westen liggen de Alpen. In het Zuid-Oosten liggen lagere heuvels.
    We bellen aan naast de immense houten inkompoort. Het electrisch slot wordt zoemend ontgrendeld.
    Vanop de binnenplaats leidt een stenen trap ons naar de onthaalbalie. Na een korte uitleg wordt onze kamer getoond. De kruier brengt de bagage. Beneden toont hij de fietsen in beschikking maar weet niet precies dewelke wij mogen gebruiken. Aan zijn handelen is duidelijk te zien dat hij pas aangeworven werd. We vergeten hem een fooi te geven uit ongewoonte
    16h: Na de douche en een wijnaperitief maken we een korte fietstocht om te wennen.
    Al voor we vertrokken was ik haar uit het oog verloren. Terwijl zij op de parking een testrit deed was ik reeds de heuvel afgedaald.
    Wie is waar? Het is niet de eerste keer dat zoiets gebeurt.
    19h30: Ik zit aan een tafel onder drie bomen in één van de tuinen te schrijven. De zon schijnt. De wind waait fel. Van hieruit zie je de vallei en de Alpen. Het is hier beestachtig mooi. Straks wordt het avondeten opgediend. Ik ga me omkleden.
    20h30: Driegangenmenu en een fles regionale wijn die met 12 euro betaalbaar blijft. Fijn eten vriendelijk geserveerd. We tafelen tot 22 uur.
    Daarna rook ik buiten nog een sigaret. Als ik op de kamer kom slaapt ze
    .

    Woensdag 11 juni 2008
    Gisterenavond bij het omkleden had ze voor de spiegel gestaan. ‘Die spiegels zijn zo confronterend. Ik heb geen mooie benen’ had ze gezegd.
    Nu ligt ze gekruld onder de lakens. Voorzichtig vang ik langs een kier in het gordijn een glimp van het buitenlicht. Dan schuif ik het gordijn weer dicht om haar niet wakker te maken.
    Ik ga buiten.
    Van op een grasheuvel zie ik wijnstronken en schrik wanneer een vlieg dicht voorbij mijn oor raast.
    Is het het geluid van de wind die in de bomen blaast of het geraas van de benedenstad dat ik hoor?
    Het zonlicht stuikt over de heuvel. Een vroegochtendritueel.
    In het Zuid-Oosten liggen de bergkammen in een grijsblauwe zweem. De dag herleeft.

    Scarnafigi 13h
    Luister hoe de mussen ’t sjilpen
    speels kwinkelen in het gloeiend middaglicht
    met glijdende zwaluwschaduwen over het asfalt.
    Op het terras verschuift licht de tijd
    tot een oude man met zwarte mouwen
    het dorpsplein aan fietst
    en zijn polshorloge gelijk zet met de klok.

    Voor mezelf bestel ik een glas bier en voor haar witte wijn. Wanneer de winkel hiernaast opnieuw de deuren opent koop ik een hoed van stro.
    Vanmorgen had ze in Verzuolo water gekocht voor onderweg. Voorbij ‘Bar Centro’ moesten we schuin linksaf naar Manta om dan verder te gaan naar Saluzzo.
    Daar hadden we in een buitengalerij cappuccino gedronken en naar passanten gekeken. De tafel wiebelde.
    ‘Leun niet tegen de tafel, anders gutst het melkschuim uit de tas’ had ik haar gezegd
    .
     

                Avond
    Ik schat de tijd aan de hand van zeventien handgeschreven regels. Dan moet het nu 19h45 zijn.

    Castelletto, donderdag 12 juni 2008

    Naast het pad aan de rivier staat in de schaduw een zitbank.
    ‘Zullen we hier een boekje lezen?’ vraagt ze reeds beslist. Ze rijdt voorop.
    ‘Natuurlijk liefste, we blijven hier een half uur’.
    Eerst doet ze een schichtig plasje in het struikgewas.
    Onderweg had ik naar vogelzang geluisterd. Merels, vinken, kraaien. Een muziekstuk in een toevallig patroon niet door mensenhanden geschreven, dat nimfen uit dauw laat ontwaken tot de dagmaker met veel tumult uit de hemel valt.
    Ze zit naast mij met gekruiste benen. Ik kijk naar haar vuurrood gelakte teennagels. Net wanneer ik haar wil vragen waarom ze dat doet kijkt ze me aan en zegt: ‘Zullen we verder gaan?’.

    Vanmorgen wou een wolk een plasje doen
    maar wij besloten van liever niet.
    Ook de zon mocht niet teveel schijnen
    dus riepen we wat bewolking aan.
    Toch bleef het warm.
    Tijdens het middagmaal verkoelde wind en regen ons lijf
    en toen we onze tocht verder zetten
    scheen opnieuw de zon
    .
     

    Vrijdag 13 juni 2008

    In een droom ben ik Guido tegen gekomen. Vijfendertig jaar geleden hadden we elkaar voor het laatst ontmoet. Sindsdien is Guido blijven groeien en draagt hij een trapladder met zich mee. Het is een hulpmiddel voor oogcontact als je met hem praat.
    Vooraleer ik de trapladder op klom omarmden we elkaar en kwam iemand haastig vertellen dat mijn woonst door een onweer was vernield.
    Vandaag rijden we met de auto naar Cuneo. Cuneo ligt een dertig km hier vandaan.
    Net voor we de stad in rijden staan we in een file die zich beperkt tot aan een rotonde.
    Cuneo is een grote stad. We wandelen de middag voorbij langs arcaden in een lange winkelstraat.
    Het is daar dat ik een irish-coffé drink.
    Dan gaan we over het immense ‘Piazza Galimberti’ dat best vermeden wordt door mensen met pleinangst.
    Op de markt koopt ze een broek voor mij. Kost maar vijf euro.
    14 h: Maaltijd in café. Milanese steack en lasagne met een karafje wijn van ’t vat. De frieten waren niet doorbakken maar daarvoor moet je niet in Italië zijn.
    Dit is een stad om inkopen te doen.
    Op de terugweg bezoeken we een natuurpark dat op zich niet veel voorstelt.
    17h: aperitief met salami. Zoet bruisende rode streekwijn is voor haar. Voor mezelf koop ik meteen een steverige wijn.

    Zaterdag 14 juni 2008

    7h15: Als ik het venster open kijk ik naar een stralende lucht.
    10h30: In Venasca drinken we een capuccino en kopen we een T-shirt. Een zaterdags dorp. Men doet inkopen en drinkt dan een aperitief op dit terras.
    Wanneer we verder fietsen komen we op een drukke weg terecht. Na een half uur lichte klim, moegetergd door razendsnel doorgaand verkeer, besluiten we om het noodlot niet verder uit te dagen en keren we terug naar Venasca waar we meteen inkopen doen voor een picknik.
    Brood, schapenkaas, salami en rode wijn.
    Dat eten wij onder een wijds afdak midden in het dorp. Ondertussen is het 12h30 en is de bewolking toe genomen.
    13h30: koffieterras.
    Ze bladert in ‘de helaasheid der dingen’ terwijl ik notities in mijn dagboek maak en veel zin heb in grapa.
    ‘Love milk, fruit, chocolate and grapa’.
    Mensen komen en gaan, net zoals die Italiaan aan de tafel naast ons die kuchend aan een door teer verbruinde sigaret lurkt, of die vier motards die met veel tumult aan het benzinestation stopten en nog kinderen bleken tee zijn toen ze hun helmen af deden.
    15h30: Ik ben de helling naar het kasteel op gefietst.
    ‘Waarom doe je zo iets. Straks val je nog dood’ zegt ze.
    In het kasteel is er een trouwfeest aan de gang. Zonet zaten de feestvierders nog aan tafel.
    Nu, wat later, spelen bruidskinderen in de tuin met vrolijke muziek. Ik kijk er naar vanop deze heuvel. Hoe laat zou het zijn?
    Daar het zonlicht niet schijnt schat ik niet de tijd.
    Iemand komt deze heuvel naderbij, kijkt in mijn richting en gaat dan terug weg.

    Parlé no Italiano’ dacht ik te zeggen bij een eventueel onmogelijk gesprek.
     

    Zondag 15 juni 2008

    9h30: We fietsen zwijgzaam naast elkaar op de weg naar Caraglio. De tocht gaat langs afgelegen erven waar honden in het voorbij gaan blaffen, vaak aan een ketting gebonden.
    Het is zondagstil in de dorpen.
    Op een veldweg blijven we staan om naar een leeuwerik te kijken. Als hij naar beneden duikt gaan we verder langs een pad naast een oude spoorbaan.
    Op het middaguur is het in Caraglio bewolkt. Het is markt. Pizza met olijfolie.
    De jongste zoon heeft een bericht op haar gsm gestuurd. Kamiel is onverwacht overleden.
    Ik staar op nul en verkramp mijn ogen zodat er geen tranen uit kunnen vloeien. Neen, niet op dit terras.
    18h30: We zitten aan de kolkende rivier. Ze leest. We drinken van de wijn die we op de markt gekocht hebben. Ze krijgt het koud en wil verder.
    20h30: Ik had al de ganse dag goesting om een videeke te eten, en wat blijkt bij het avondmaal een uitzonderlijk toeval te zijn?
    Een knapperig hanenbilletje met boontjes.
    Haar glas is groter dan het mijne. Als compensatie tracteert ze me in de bar op een afsluiter met grapa. We praten nog wat over Kamiel. Kris heeft een bericht gestuurd. Ze wenst ons nog een coole reis.

    Maandag 16 juni 2008

    4 h ’s morgens wordt ik wakker en schrijf ik aanneemlijke passante memoires met verloren helden:
    Is het de lege uitgestrektheid
    of uitgestrekte leegte die ik zie?
    Is het het geluid van de wind die in de bomen blaast
    of het geraas van de benedenstad dat ik hoor?
    De beken stromen vol
    met verloren zielen
    tot de rivier uit haar oevers kolkt
    en het laagland overspoelt.
    Als de mist over de heuvels komt
    naar het dal
    zijn het alleen nog zwaluwen
    die onvermoeid blijven dansen

    Motregen en bewolkt. We rijden met de auto naar de kust. Een middagmaal kost daar dubbel zoveel.
    ’s Namiddags kopen we geschenken in Cuneo. Eeen fles grapa voor onze pa, dito klein flesje voor Stef en reuzepasta voor Bert en Evie.
    18h30: Dit wordt de laatste avond. Ik heb mijn gehoorapparaten uit gedaan om de omgeving beter op te vangen.
    De mist komt over de heuvels over het dal.
    Ik kijk naar de zwaluwen die onvermoeid blijven dansen in de lucht. Soms valt er een regendruppel uit een boom. Niks beweegt.
    Ze is op de kamer gebleven om de terugreis voor te bereiden.
    20h: Laatste avondmaal in het gelijkvloers terrassalon. Twee paren Scandinaviërs met luidruchtige kinderen. Ze makenzoveel kabaal dat we elkander amper verstaan.
    Het meisje dat ons met eten bediend is in een vrolijke stemming.
     

    Dinsdag 17 juni 2008

     5h40: Uitgeslapen. Laatste ontbijt. Wind in de buik. Gedroomd over onbekenden. Het had iets te maken met een internaat.
    Buiten is het nog mistig. Onvermijdelijk denk ik aan Kamiel. De mist trekt langzaam weg. Het klaart. We rijden naar huis.

    21-06-2008, 15:59 Geschreven door warket
    Reageren (1)

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (2 Stemmen)
    20-06-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.de lege uitgestrektheid der dingen
    Is het de lege uitgestrektheid
    of uitgestrekte leegte die ik zie?
    Is het het geluid van de wind die in de bomen blaast
    of het geraas van de benedenstad dat ik hoor?
    De beken stromen vol
    met verloren zielen
    tot de rivier uit haar oevers kolkt
    en het laagland overspoelt.
    Als de mist over de heuvels komt
    naar het dal
    zijn het alleen nog zwaluwen
    die onvermoeid blijven dansen

    tot het donker wordt.

    20-06-2008, 21:29 Geschreven door warket
    Reageren (2)

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    19-06-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.kostuum

    In de kleerkast hangt een kostuum. Mijn kostuum voor speciale aangelegenheden.
    Vandaag zal ik het dragen ter uwe nagedachtenis.
    Ik zal U groeten, proper gekleed en ongeschoren.
    Zo hebt ge mij nooit gezien.
    Ik was een half uur te vroeg en ging op een nabijgelegen terras ontbijten.
    Daarna kwam ik net zoals de burgemeester tien minuten te laat.
    Uw collega’s hebben U ge-eerd en Jos Depauw heeft uw gedichten voorgelezen.
    Ik wist niet dat gij gedichten schreef.

    Na mijn laatste groet aan U heb ik uw vader aangesproken in dat prachtig Sterrebeeks dialect.
    ‘Karogge’ heb ik hem nog gezegd voor ik weg ging.
    De wind probeert nu uw nagedachtenis weg te blazen maar koppig zet ik uw beeltenis recht.
    ‘Niets is onschuldig onder de mensen’ hebt ge zelf gezegd.
    Terwijl ze uiteindelijk uw lichaam verbranden in as, keuter ik met een lucifer in een jeukend oor.
    ‘Daar kan je oorkanker van krijgen’ zegt een wijsneus gemeend.
    Van deugd ook, zeg ik in men eigen
    .
    Nu de zeebezen rijpen pluk ik ze als een aap uit de struiken. Ze smaken zuurzoet.
    Niets beter te doen.
    Beter?

    Het struikgewas ritselt of is het de buitentafel die kreunt?
    Het speelt zich af in een onbeteugelbaar ritueel met zikkel en gritsel
    .

    19-06-2008, 19:05 Geschreven door warket
    Reageren (0)

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    18-06-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.onverzonden brief

    Piemonte, donderdag 12 juni 2008

     

     
    Beste,

     
    Laat ik dit schrijven beginnen in de meest eenvoudige vorm: ‘Hoe gaat het met U?’ en om mijn vraag concreter te stellen: ‘Hoe gaat het met de gezondheid?’
    Zelf verblijf ik momenteel in Piemonte, wat letterlijk ‘aan de voet van de bergen’ betekent.
    Ik zal deze brief pas bij mijn thuiskomst versturen omdat ik het huisnummer van uw woonplaats vergeten ben
    .
    Waarom schrijf ik deze brief vraagt U en ik zich af.
    ‘Zomaar’ zou een oneerlijk antwoord zijn van mijnentwege. Laten we het achterwege houden.
    Elke dag schrijf ik op dezelfde plaats een vijftal regels voor deze brief bestemd.
    Gisterenavond bij het omkleden had ze voor de spiegel gestaan. ‘Die spiegels zijn zo confronterend. Ik heb geen mooie benen’ had ze gezegd
    .
    Nu ligt ze gekruld onder de lakens. Voorzichtig vang ik langs een kier in het gordijn een glimp van het buitenlicht. Dan schuif ik het gordijn weer dicht om haar niet wakker te maken.
    Ik ga buiten
    .
    Van op een grasheuvel zie ik wijnstronken en schrik wanneer een vlieg dicht voorbij mijn oor raast.
    Is het het geluid van de wind die in de bomen blaast of het geraas van de benedenstad dat ik hoor?
    De dag herleeft
    .

                Scarnafigi 13h

    Luister hoe de mussen ’t sjilpen
    speels kwinkelen in het gloeiend middaglicht
    met glijdende zwaluwschaduwen over het asfalt.
    Op het terras verschuift licht de tijd

    tot een oude man met zwarte mouwen
    het dorpsplein aan fietst
    en zijn polshorloge gelijk zet met de klok
    .

    Voor mezelf bestel ik een glas bier en voor haar witte wijn. Wanneer de winkel hiernaast opnieuw de deuren opent koop ik een hoed van stro.
    Vanmorgen had ze in Verzuolo water gekocht voor onderweg. Voorbij ‘Bar Centro’ moesten we schuin linksaf naar Manta om dan verder te gaan naar Saluzzo.
    Daar hadden we in een buitengalerij cappuccino gedronken en naar passanten gekeken. De tafel wiebelde.

    Leun niet tegen de tafel, anders gutst het melkschuim uit de tas’ had ik haar gezegd.
     

                Avond

    Ik schat de tijd aan de hand van zeventien handgeschreven regels. Dan moet het nu 19h45 zijn.
    Het regent niet voor lang. De wind waait zacht en de drie bomen waaronder ik zit voorkomen voorlopig regendruppels op dit blad papier
    .
    Gisterenavond had ik nog naar verre bliksems gekeken die wolken schichtig deden oplichten.
    Deze plaats zou U aanstaan, beste schoolkameraad
    .
    Vorige nacht ben ik in een droom Guido tegen gekomen. Vijfendertig jaar geleden hadden we elkaar voor het laatst ontmoet. Sindsdien is Guido blijven groeien en draagt hij een trapladder met zich mee. Het is een hulpmiddel voor oogcontact als je met hem praat.
    Vooraleer ik de trapladder op klom omarmden we elkaar en kwam iemand haastig vertellen dat mijn woonst door een onweer was vernield.
     

                Venasca, 14 juni 2008 koffieterras.

    Ze bladert in ‘de helaasheid der dingen’ terwijl ik notities in mijn dagboek maak en veel zin heb in grapa.
    ‘Love milk, fruit, chocolate and grapa’.
    Mensen komen en gaan, net zoals die Italiaan aan de tafel naast ons die kuchend aan een door teer verbruinde sigaret lurkt, of die vier motards die met veel tumult aan het benzinestation stopten en nog kinderen bleken tee zijn toen ze hun helmen af deden.
    Is dit leven niet als een snel kolkende rivier, waarin het schuim door obstakels een uitdrukking is van moed
    ?
    Misschien is het wel een langdurige heildronk op wat ons te wachten staat.
    Nog voor mijn thuiskomst heb ik uw heengaan vernomen, beste zielsgenoot. Zinloos om deze brief nog te versturen
    .
    Het zou U verheugd hebben te weten dat ik niet bedroefd ben. Ge hebt de moed gehad te leven zoals gij het zelf wilde.
     

                Groet.

    18-06-2008, 09:31 Geschreven door warket
    Reageren (0)

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    Foto

    Over mijzelf
    Ik ben warket, en gebruik soms ook wel de schuilnaam warket.
    Ik ben een man en woon in de wereld (de wereld) en mijn beroep is zien bouwen.
    Ik ben geboren op 11/09/1954 en ben nu dus 70 jaar jong.
    Mijn hobby's zijn: vanalles.

    Archief
  • Alle berichten

    Mijn favorieten
  • website
  • kerima_ellouise
  • Kaatje Wharton
  • Marleen De Smet
  • fotos
  • warket

  • Foto

    Blog als favoriet !

    Foto

    Laatste commentaren
  • geen titel (maart)
        op verkeerde ochtend
  • Vele groetjes uit Zonhoven (sloefke)
        op droomwereld
  • ongetiteld (warket)
        op verkeerde ochtend
  • Ja inderdaad, (Michelly)
        op verkeerde ochtend
  • ongetiteld (warket)
        op zaterdag 21 maart
  • Gastenboek
  • groetjes terug
  • Groetjes.
  • fijne avond
  • vriendelijke groetjes van uit Tessenderlo
  • WANDELGROETJES UIT BORGLOON

    Druk oponderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek


    E-mail mij

    Druk op onderstaande knop om mij te e-mailen.


    Foto


    Blog tegen de regels? Meld het ons!
    Gratis blog op http://blog.seniorennet.be - SeniorenNet Blogs, eenvoudig, gratis en snel jouw eigen blog!