verbruikte toekomst
Inhoud blog
  • droomwereld
  • spiegelscherven
  • voor een medemens
  • Lacjeaw
  • verkeerde ochtend
  • nietsnut
  • noma
  • bloemenvrouw
  • maart
  • nostalik
  • schemerschrift
  • vuur
  • zaterdag 21 maart
  • niksniksniks
  • zwerfvuil
  • luchtbelheiligen
  • coiffeur
  • hazenrug
  • speekselgeut
  • zondag vijftien februari tweeduizend en negen
  • wandelstok
  • vraag me af
  • straatsteenCé
  • vrijdag 16 januari 2009
  • lompenvrouw
  • brief
  • rugkeuvel
  • begin 2009
  • simpel
  • vrijdag 26 december 2008
  • ongetiteld
  • ouderschap
  • kil fluistert het weer
  • ongetiteld
  • Dinsdag 15 augustus 2006
  • dinsdag 2 december 2008
  • slapende mens
  • land in
  • amsterdam
  • 25 mei 2006
  • neushoorn
  • parijs
  • zwartwitteveetje
  • ongetiteld
  • zondag 9 november 2008
  • kijken
  • volrond
  • ma
  • heidenspraak
  • neig
  • donderdag 14 oktober 2004
  • dinsdag 11 april 2006
  • zondag 5 oktober 2008
  • blind
  • zondag 9 april 2006
  • zondag 28 september 2008
  • schuw
  • duimreuk
  • mountainbike
  • de laatste mens
  • konijnenvoer
  • demonen
  • bloedneus
  • in opgetroopte hemdsmouwen
  • helaas
  • geur
  • afscheid
  • litteraire droom
  • zondagnacht
  • ietwat verward
  • ze bijt
  • nachtvandaag
  • poken
  • nooit gestopt
  • hoe mijn leven begon
  • roi Albert
  • kilte dampt
  • windstoten
  • hoteldroom
  • flodder
  • papillon
  • tweeling
  • laatste dag
  • zwijg
  • piemonte
  • de lege uitgestrektheid der dingen
  • kostuum
  • onverzonden brief
  • regenboog
  • hoe- hoe ' erkoe
  • vrijheid
  • 1 juni 2008
  • aapneus
  • zeug
  • drie eigenzinnigen
  • katrien
  • ik en de wereld
  • nieuwjaar
  • italië
  • goulash
  • stalen vogels
  • fietstocht
  • ma
  • dertig april 2008
  • aardbei
  • repetitie
  • gele tulp
  • hommel
  • azuurblauwe morgen
  • roofvogel
  • zaterdag twaalf april 2008
  • Brussel
  • droomhuis
  • dampende mest
  • vrijdag 20 augustus 2004
  • schaduw
  • vraag me af
  • hapjetapje
  • bloemenvrouw
  • waterdame
  • caroline
  • mistig
  • donderdag 20 maart 2008
  • vreemd normaal
  • kijk
  • wanhoopsdaad
  • barman
  • dinsdag 4 maart 2008
  • ooit
  • vandaag
  • vandaag
  • verkoudheid
  • geboorte
  • gebroken spiegel
  • verzwegen
  • dinsdag 12 februari 2008
  • naartoe
  • sprekver...
  • sneeuw
  • aftakel
  • konijn
  • lichtwoorden
  • donderdag 24 januari 2008
  • toch
  • theo
  • weetik?
  • duet
  • striem
  • storm
  • geen hout meer
  • maandag 22 mei 2006
  • malschaduw
  • snolwijs
  • mal4
  • mal3
  • mal2
  • mal1
  • volkscafé
  • mosselfriet
  • verstotene
  • kerstavond2007
  • ontbijt
  • dialoog
  • sneeuw
  • vorst
  • evjeke
  • boerweg
  • 2late
  • frietketel
  • ik wil nog wel even
  • woestijnmensen
  • honds
  • onpoeet
  • onnozel
  • weeral hetzelfde
  • zondagsmarkt
  • poker
  • onzin
  • marcel
  • bouwvakkers
  • festijn
  • nog wat tijd
  • pint bier
  • jeke
  • droom1000
  • citeer
  • brunch
  • sjoukroet
  • schouwburg
  • onkruid
  • plvc
  • koeien
  • seizoen
  • witlicht
  • arlette
    Beoordeel dit blog
      Zeer goed
      Goed
      Voldoende
      Nog wat bijwerken
      Nog veel werk aan
     
    verbruikte toekomst
    16-10-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.neig
    Weet je wat ik neig vind aan dit leven? Dat het zo tijdelijk is. Ben ik dankbaar   dat we hier vier   seizoenen hebben, ons gedacht kunnen zeggen en met drinkbaar water uit de kraan onze handen wassen.

    De telefoon maakt lawaai. Het is vollemaan die voor alle zekerheid vraagt of we de brunch van zondagmiddag niet vergeten zijn.

    Neen. Zal ik HAAR roepen?

    Een kwartier later is zijbijmij met vollemaan nog altijd aan het comuniceren. Ook dat is neig.

    Rond vijftien uur was de hemel blauw geworden en werd het fris. Het duurde een uur later dan gisteren voor het donker werd. Enkele dagen geleden was het volle maan in een heldere hemel. Ik ben er 's nachts doorgereden. Je kon de veldweg en de omgeving in dat maanlicht zien. Ook dat is neig.

    En in de vooravond liepen zes fazanten op de weg tot er een tractor afkwam. Toen ze wegvlogen trokken ze hun poten in zoals eenden dat doen. Dan keer ik terug in de oertijd en zie reuzenvogels over dit landschap vliegen.

    En die telkens opkomende zon, dat is om helemaal gek van blijdschap van te worden. Toch zal iemand ooit het vergaan van deze planeet ervaren. Misschien zijn wij daar het begin van.


    16-10-2008, 22:16 Geschreven door warket
    Reageren (2)

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    14-10-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.donderdag 14 oktober 2004

    De dagen worden korter, de nachten lang. Binnenkort zal de zonsopgang onderweg verdwijnen. Zonsondergang is voorlopig nog een cadeau tot het winter wordt. Seizoenen kennen geen stilstand.
    Aan de campus fiets ik in tegenovergestelde richting van aankomende studenten. Ze fietsen tegendraads, nonchalant, onbezonnen giechelend en kwetterend. Toen gebeurde waarvan ik dacht dat het me nooit zou overkomen. Een  frontale klap in schemerlicht. Ik botste tegen een fietser met korte rok en kniekousen aan, die graag heeft dat de kou tussen haar benen bijt. Ik heb nog geen handschoenen aan en rijd met dunne kousen en sandalen.
    Schreeuwend, wenend lag ze langszij. Ik voelde me schuldig
    ook al reed ze tegendraads en was ik niet in fout. Als een gek graaide ik haar schriften van de weg, probeerde ik te vertellen dat dit een stom toeval was, dat het nu eenmaal kan gebeuren.
    Later verlies ik mijn menselijkheid als ik naar de eenden op het water kijk. Zie hoe ze vliegen en kwetteren in een onverstaanbare taal. Twee eenden komen dichterbij. Ze vragen om eten maar ik heb niets bij.
    Weer niets…niets erweer…. Zoweer is een wereldbeeld verdwenen van eenden in volle vlucht kwetterend in een onverstaanbare taal.
    Aan de kant van de rivier zit een kater.
    Zijn snorharen zijn bevroren. Hij zit daar tot ik dichterbij kom. Dan sluipt hij weg. Ik passeer de plaats waar hij was en vergeet haast de reden waarom ik hier ben. Het komt door die rivier zonder vissen met een kater aan de zijkant.
    Verder, evenwijdig met dit pad is een treinspoor en een brug. Een brug waaronder ik als het regent mijn handen droog en een sigaret draai. Dan sta ik ook te staren naar de grijze lucht, de brug, de spoorweg, de rivier, naar rimpels van regen op het water met uitdijende cirkels die botsen tegen de kant, die de boeien verbreken waaraan ik gekluisterd ben. Even niet ze, wij, men, enzovoort.
    Ik heb altijd plezier gehad om met iets onvoltooid bezig te zijn, maar nu blijft er niet zoveel tijd meer over. Meer en meer denk ik aan onze sterfelijkheid. Vreemd genoeg bedroeft mij dat niet. Wat mij nieuwsgierig maakt is of er iets onthullend zal zijn na het afsterven. Of zal het zijn zoals voor onze geboorte: ...niets.   Hoe kan ik dit tijdelijk bestaan erkentelijk zijn?  Ik dacht dat ouderdom wijsheid had maar er zijn meer vragen dan voordien. We worden onvermijdelijk oud. Een voor een. Het is een kwestie van tijd. Alleen de sneeuw, regen en wind verouderen niet.
    Later bij mijn terugkeer
    naar huis nam ik twaalf gepikte bakstenen mee. De boeren doen de bieten uit. Ze blijven maar doorrazen met hun machines over smalle wegen. Veldwegen zijn dan modderig en met die felle wind van vrijdagnacht  liggen daar waar bomen staan afgewaaide takken op de grond. Met twaalf bakstenen in het pikkedonker op een modderige veldweg in een lichtstraal van twaalf meter klief ik naar huis.
    Wintermaan, ijskoude wind. Mijn adem verdampt. Kom ik thuis.
    Van gruwelen gespaard, ben ik nu alleen achter gebleven in een avond…spreek tot iemand mijn woorden leest Twee woorden zoals wijnrood en fluweel.



    14-10-2008, 00:00 Geschreven door warket
    Reageren (0)

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    07-10-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.dinsdag 11 april 2006

    Ook al is ze bijna zegtig, ze moet nog manieren leren. Met een zakje “Krupuk” in mijn linkerhand  zeg ik: zit. Ondertussen ga ik verder van haar weg en als ze aanstalten maakt om naar me toe te komen zeg ik: zit.

    Als ze dan zit krijgt ze een “Krupuk” als beloning. Anders eet ik het zelf op, dat krokant weet-ik-niet schelpje met vissmaak betoverd.

    Iemand zei: ge liegt tegen mij.

    Aangedaan keek ik haar aan en zei: mijn leugen is waar.

    Dan gingen we op reis naar het zuiden op een avond in een stad volgebouwd met restaurants. De kelners probeerden op straat klanten binnen te lokken. Er heerste een enorme drukte. We besloten om met ons lichaam over de stad te vliegen waarna we in een weiland terecht kwamen. Daar ontmoetten we een eenzaat die een paard bezat. Telkens als iemand voorbij kwam sprong het paard over de omheining om de voorbijganger te groeten.

    Op een keer was het paard alleen en vonden we de eenzaat in een sloot. Zijn bovenlichaam was verstijfd. Zijbijmij droeg hem op haar schouders. Hij leefde nog maar sprak niet meer. We brachten hem naar het dichtstbijzijnde huis.

    Daarna stonden we in een groot gebouw met veel verdiepen. Beneden waren ze het aan het verbouwen. Mijn vader liep tussen de werklieden en had een leidende rol. Hij was nog jong. Ze stoomden behangpapier van de muren.

    Ik ging buiten en stak een Cubaanse sigaar aan die ik van een vriend gekregen had op een feest. Er was een scheur in de sigaar en het tabaksblad verpulverde in mijn mond.

    Plots besefte ik dat zijbijmij verdwenen was. In paniek ging op zoek in het gebouw maar vond haar niet. In elke kamer waar ik binnen kwam waren de mensen kwaad om mijn onverwacht bezoek. Ik voelde me onderdrukt en had een groot verlangen naar haar. Zonder haar zou ik dit leven niet overleven.

    Dan ging ik naar het huis waar we de eenzaat achter gelaten hadden. Hij leefde nog en zei: ze is hier geweest en is net vertrokken.

    Ik ging buiten en vond het paard.

    Weeral word ik wakker. Onderweg twijfelt een haas of hij zou vluchten voor mijn nabijheid en sprokkelen kraaien takken voor een nest. Het zonlicht blijft verdoken in een dichtgeslibde lucht. De dag woedt verder tot het avond wordt.

    07-10-2008, 17:47 Geschreven door warket
    Reageren (1)

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    06-10-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.

    Om vijf voor twee zie ik mensen naar hun uurwerk kijken. Afspraak om veertien uur. Onherroepelijk minstens een kwartier te laat. Ik zal zo laat zijn dat het een gemiste afspraak wordt. Een telefoonnummer heb ik niet om mijn nalatigheid aan te kondigen. Een lege fles met een boodschap dobberend op de rivier of een bericht meegeven met een duif is niet meer van deze tijd.

    Er stopt een lijkwagen vlak bij mij. Ik sta immers aan de ingang van een begraafplaats. De kistdragers stappen plechtig uit. Ze dragen lange donkergrijze jassen van kwaliteit. De ceremoniemeester is gehuld in een blauw pak. Er is echter geen publiek, geen enkele nabestaande…ik maak me uit de voeten om deze vijfmansplechtigheid niet te verstoren. Abdij van Park noemen ze deze plek.

    06-10-2008, 17:42 Geschreven door warket
    Reageren (0)

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 4/5 - (1 Stemmen)
    05-10-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.zondag 5 oktober 2008

    Ik was op stap met collega’s  toen we op een bouwwerf van mijn vroegere werkgever kwamen. De graafmachines draaiden op volle toeren. Er werd geroepen en getierd. Ik zag hoe de kraanman een krat wijn naar boven hees. De werfleider herkende me meteen. Hij vond het vreemd dat ik met collega’s op werfbezoek kwam. Ik vertelde hem dat het puur toeval was.

    In de werfkeet kwamen we de projectleider en de zaakvoerder tegen. Verdiept in bouwplannen gedroegen ze zich wantrouwig over onze aanwezigheid.

    Plots wendde de zaakvoerder zich tot mij en zei op een toon die ik herkende :

    “Ofwel ga je opnieuw voor mij werken ofwel verlaat je deze werf”.

    Ik voelde opnieuw de hel in die laatste jaren toen ik voor hem in dienst was geweest en bedankte voor het aanbod waarna we verder gingen.

    In de vooravond als iedereen weg was kwamen we terug. We hadden een slaapplaats nodig. Het hek hadden ze vergeten dicht te doen en de deur van de werfkeet stond open. Net toen we bijna sliepen knetterden blauwe vlammen uit de stopcontacten. Hals overkop vluchtten we in het donker langs de bouwputten naar de uitgang. Die was nu gesloten. Plots begonnen motoren te ronken en kwamen de graafmachines in beweging. De nachtploeg ging aan het werk. Zonder dat iemand het zag konden we over het hekken klauteren en verdwijnen in het veld. Daar stelde ik vast dat ik mijn boekentas in de werfkeet vergeten was. Ik liet mijn collega’s verder gaan en keerde terug. De projectleider zat me op te wachten. ‘Dat had ik van jou niet verwacht’ zei hij. ‘Kom je dan toch terug bij ons werken

    ‘Ik heb hier vannacht geslapen en vergat mijn boekentas mee te nemen’ bekende ik.

    10h21: storm en regen buiten. De houtkachel smeulde nog vanmorgen. Ze was nog warm. De zoon had er op het einde van de nacht bij zijn thuiskomst een houtklomp ingelegd.

    Normaal zou ik naar de oudste zoon gaan om het plafond te plamuren maar we hebben problemen met het opstarten van de verwarmingsketel,  de nieuwe spoelbak van de wc moet geplaatst worden en het hout ligt om ingekort te worden voor de houtkachel. Ik bel hem dat ik niet kom. Hij lijkt opgeluchter dan ik wanneer ik het hem vertel. Zijbijmij had ook niet veel zin.

    Het is moeilijk om aan iets te beginnen als je zin hebt om in de zetel te ploffen en wat te lezen.

    Doe dat dan, zegt het duiveltje in mij.

    Gun de klus geen uitstel. Eens zal je het toch moeten doen, redeneert de huisvader.

    11:05: de verwarmingsketel werkt terug. Vanwege het proefdraaien wordt het binnen tropisch warm. Ik heb zin in een broodje confituur met boter. Zijbijmij dwijlt het hondshaar van de vloer. Daarna gaat ze in het dorp inkopen doen. Vanavond eten we ajuinsoep.

    De zoon is opgestaan en ligt in de oude lederen fautuille met zijn knokige voeten voor het vuur. Neuspeuterend staart hij voor zich uit. Ik observeer en ga op zoek naar de herinneringen toen hij nog een kind was. Tenslotte herbeleef ik zijn geboorte.

    15h: wat een rotweer. Het riet waait tegen de grond. Alles is nat. Geen raaf die uit een boom komt. Zullen we in die windvlagen gaan wandelen? Neen, daar heeft ze beslist geen zin in. Zelfs de hond krijg je met geen stok buiten. Hou op met dat gezeur over het weer. Morgen staken ze tegen welstandsverlies. Wablieft?

    05-10-2008, 19:43 Geschreven door warket
    Reageren (0)

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    03-10-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.blind

    Ik ga weg
    weg van hier
    Je zal het met herinneringen verder moeten doen.
    Ik wil alleen zijn,
    slapen op onmogelijke plaatsen,
    overleven, niemand zijn, wegsmelten als sneeuw.
    Ik wil we niet meer. Het moet ophouden te bestaan.
    Die lucht, wat sta ik ernaar te kijken alsof het de laatste keer zou kunnen zijn.
    Het is alsof ik op een hoogvlakte lig. Heb ik niet teveel gezondigd in dit leven?
     
    Licht kan gloeiend zijn. Het maakt dingen tot schijn.
    Wat je aanraakt heeft een kleur, is blijdschap die je voelt.
    Ik zie het met mijn ogen.
    Ik zie niet wat jij gewaar wordt in die onomkeerbare stilte in het donker. Je hebt
    niets anders gekend. Het zal nooit anders zijn.
    Toch wil ik het beschrijven in jouw gedachten.
    De zon is een vuurbol en doet pijn als je er lang naar kijkt. Ze werpt onze schaduw op de grond.
    Dat kunt ge U niet inbeelden want ge hebt het licht nooit gezien.

    03-10-2008, 15:58 Geschreven door warket
    Reageren (1)

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 1/5 - (1 Stemmen)
    30-09-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.zondag 9 april 2006

    zondag 9 april 2006

     

    5h  ’s morgens: ik ben opgestaan, drink lauwe koffie als overschot van gisteren en eet de rest van de suikertaart. Ik had een vreemde droom. Mijn familie had me verlaten. Ik voerde een anarchistische strijd tegen een uiterst rechtse gemeenschap waarbij mijn broer zich had aangesloten. We leefden op voet van oorlog. Ik was niet alleen. Ik leidde een verzwakt volk dat steeds op de achtergrond bleef. Heel zelden ontmoette ik mijn familie die mijn levensstijl afkeurde. Mijn broer speelde een cruciale rol. Ik stond op het punt broedermoord te plegen, klauterde over een omheining en werd achtervolgd door een stier.  Dan ontmoette ik mijn oudste zoon. We sliepen als tegengestelden buiten dicht bij elkaar. Hij werd wakker als een kind en vroeg om bladgoud te eten.

    Dit is geen dag om binnen te blijven. De zon schijnt, geeft warmte ook in tegenwind. De markt is zoals alle zondagsmarkten zijn: alledaags op een zondagvoormiddag. Ik zei het al of wellicht nog niet: we zijn bij het krieken van de dag opgestaan. Laten we weggaan, zei ze.
    Toen we terug kwamen reed ik voorop en verdwaalden we kortstondig langs veldwegen. Stilaan wordt het dan later.
    Nu is het vooravond en riekt het binnen naar soep. Iemand stapt mijn omgeving voorbij. Waarschijnlijk een vrouw of een man.
    De geur van mijn vingers, mijn pols…doen me denken aan deze dag. Het is zondag.
    Er komt nog iemand voorbij. Weeral heb ik niet gezien of het een vrouw of een man is. Het was op een draf, een loopje. Waarschijnlijk gaat hij of zij naar huis, gaat dan onder een regendouche of in een heet bad met geurige oliebolletjes die langzaam ten onder gaan. Daarna soupé met namaakkaviaar en champagne.
    Wie weet wat er nog gaat gebeuren nu het donker wordt.
    Ze zeggen dat op dit uur de merels fluiten. De zon gaat onder langs de volwassen berk. Het eten is klaar.
    Ik eet weliswaar met mate een avondmaal. Ziehier de romantiek van een zonnestraal in een volle maag. Wat ben ik blij om tot de bevoorrechten van deze wereld te zijn.
    De nog thuiswonende zoon stuift de trap af en vraagt welgemeend of het morgen paasmaandag is.
    Neen, dat is pas volgende week maar laten we proberen om een kokosnoot open te breken zonder teveel lawaai.
    Ik hak met een scherp vleesmes met verbazing het hoofdje van de noot eraf.  Heerlijk dat kokossap, zegt mijn zoon. Hij snijdt het witvlees eruit en zegt: ‘van de schelp maak ik een asbak’.

    30-09-2008, 22:39 Geschreven door warket
    Reageren (0)

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    28-09-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.zondag 28 september 2008
    Fris buiten. De zon is opgestaan. Het is acht uur. Stef is net vertrokken om zijn examen bosbeheer. De koffiepot is nog halfvol.
    Een prikje aan de hond, naar het toilet, keuken opruimen. Voor de bakker is het nog een half uur te vroeg.
    9h: Zes sneden beenhesp en een halve kilo gehakt. Ze hebben het over deze schitterende nazomerdagen. Er is geen zuchtje wind.
    10h30: Vollemaan en Dupont (die zich overslapen had) komen zijbijmij oppikken. Ze gaan naar een plantenbeurs. Ontbijten doen ze bij Greet. Ze hebben zich onoverdreven opgetut. Dupont zoals gewoonlijk zigeunerachtig, vollemaan wat jongensachtig   en zijbijmij heeft haar purperen jasje aan. De zomer onder de armen.
    Ik tracht hun gezelschap nog wat aan tafel te houden maar er is geen houden meer aan. Ze geven me een zoen.
    "Zijt voorzichtig en geen alcohol voor wie met de wagen rijdt!" roep ik nog alsof het pubers zijn. Dan gaat de tuinpoort dicht en is de zondag voor mij alleen.
    Straks gaat het zonlicht over de tafel schuiven. Ik schuur er de vet- en wijnvlekken uit.
    13h30: Het bladeren in de krant maakt me misselijk.Teveel onfatsoen dat de wereld naar de kloten helpt, maar niet de oase van onze tuin, zijbijmij, onze kinderen...en tenslotte de hond.
    14h30:   Spoelbak van wc hersteld. Lekt nog een beetje. Boodschappen doen in de enige winkel die de hele zondag open blijft. Eerst een glas wijn. Zou ik mij niet scheren?
    16h: Voor mij rijdt een vrouw te paard. Zie hoe ze haar heupen rond het dier klemt, evenwicht bewaart met de beweging van haar lichaam op de cadans van die paardenrug. Ook zij is nu alleen. Ik moet plassen.
    In mijn dagboek steekt een vogelpluim. Opgeraapte herinnering. Even zie ik vlinders maar het blijken vallende bladeren te zijn.
    20h30: Ze is thuis. De avond begint. Alleen vliegtuigen hoor ik nog. Het is redelijk stil. We eten wortelen met erwten. Nooit zal ik iets anders beminnen zoals zijbijmij. De dag eindigd nu.

    28-09-2008, 22:45 Geschreven door warket
    Reageren (0)

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    24-09-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.schuw

    Als je constant bezig bent met wat je denkt met wat een ander wil wat je bent  crash je vroeg of laat. Daar stopt het en kan je niet meer denken.

    Er is geen dageraard meer zegt ze.

    De lucht is gesluierd. Het motregende vanmorgen nog.

    Waar ik ook ga, als ik vandaag iemand in de ogen kijk ben ik er zeker van dat men de triestesse in mijn aankijken ziet.

    Ik voel me angstig. Ik schuuw deze dag en wil een nachtdier zijn.

    24-09-2008, 23:23 Geschreven door warket
    Reageren (0)

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    13-09-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.duimreuk

    Weeral beschrijf ik in herhaling ruikend tussen duim en wijsvinger een moment. Eerst die gehoorapparaten uit. Er is hier teveel lawaai. Heerlijk is daarna die stilte.

    Nu nog in verbeelding een paar Romeinen verslaan, oceanen bevaren in een hevige storm en daarna de buurvrouw neuken. Dan maak ik kip met knoflook klaar.

    Het motregent buiten, het is grijs en vaal. Een duimreuk maakt dat wel goed.

    13-09-2008, 16:36 Geschreven door warket
    Reageren (0)

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (1 Stemmen)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.mountainbike

    We gingen ergens naartoe. ‘We’ was niet erg duidelijk en ‘naartoe’ evenmin. In het dorp waar ik opgegroeid ben zou een trein komen die de mensen ergens naartoe bracht. Ik verkoos echter om met een mountainbike te gaan. In het begin verliep de tocht moeizaam. De straat leek wel op een gerimpeld tafelkleed dat voortdurend verschoof. In het halfdonker reden tractoren heen en weer.

    Toen ik aan een hypodroom arriveerde kwam het daglicht op. Gilbert Aché stond me op te wachten met tickets. Eens plaats genomen op de gradins van het stadion vroeg ik hem: ‘Wordt dit een paardenkoers?”.

    “Neen, ze gaan hier voetbal spelen” zei hij.

    Plots kwamen twee bekenden erbij zitten waarvan één van hen zei: ‘Je hebt gisteren een trappist gedronken. Drink niet zoveel’.

    Door het feit dat ik hier niet op een paard kon wedden en tevens een hekel aan voetbal had besloot ik om te gaan fietsen. Om bij mijn mountenbyke te geraken moest ik de lift nemen. Met liften liep het altijd scheef maar deze keer (behalve het feit dat de lift overbevolkt was met dienstvrouwen die telkens op een ander verdiep dan ik moesten zijn) verliep alles normaal.

    Eens beneden begon iemand mijn oud fototoestel uit elkaar te halen. ‘Wees niet ongerust, ik heb hier verstand van’ fluisterde hij in mijn oor.

    ‘Plaats dan tevens een nieuwe batterij in mijn gsm’ zei ik bezorgd toekijkend hoe hij de tandwieltjes terug in elkaar vees.

    Het was een oud toestel waarmee ik vijfentwig jaar geleden drie volle manen in Kathmandou was geweest.

    Toen hij het terug helemaal in elkaar had gezet begon het toestel te lachen met een vrouwelijke stem en riep: ‘Ik ben opnieuw nieuw! Waarom heb jij dat niet eerder gedaan?’.

    Mijn mountainbike wou ook een beurt maar de technicus was inmiddels verdwenen.

    ‘Wat doe jij hier. Waarom zat je niet op de trein?’ vroeg mijn vrouw die met de zoon op een tabouret naast mij kwam zitten.

    ‘Ik ben met de fiets gekomen en neem nu de trein’.

    We vertrokken tezamen. In het station verloren we mekaar uit het oog. Ik besloot dan maar willekeurig op een trein te stappen en wisselde in elk station tot ik mijn geboortedorp herkende. Ik stapte af en kwam in de struiken terecht. Er waren spoorarbeiders aan het werk die me aanmaanden de berm te verlaten. Ik vroeg aan één van hen of mijn grootmoeder nog leefde waarna ik een met steengruis bedekte helling af liep naar het grootoudershuis.

    Op de stoep zei iemand die me nog herkende dat mijn grootmoeder naar de bakker was. In afwachting at ik alle rijpe aardbeien uit de tuin en besefte te laat dat ze hiervoor boos zou zijn omdat ik er geen bruine suiker op deed.

    Toen ze niet opdaagde ging ik te voet naar huis. Aan de voordeur zei mijn zoon:’ Ze is ongerust geworden en is op zoek naar jou’.

    13-09-2008, 12:29 Geschreven door warket
    Reageren (0)

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (1 Stemmen)
    12-09-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.de laatste mens
    In deze ochtend
    pikken zeven raven nog gauw
    vergeten graankruimels
    uit omgewoelde grond.
     
    Als de zon plots een schaduw
    langzaam over de aarde schuift
    houden hanen op met kraaien
    janken hondenteven
    in het vale lichtrestant.
     
    Het is genoeg geweest
    met die twijfelende zekerheden
    liefde en verderf.
     
    Eindelijk scheurt, kraakt het land
    barensweeën in opkomende kilte
    een verkorte dag
    de laatste mens.

    12-09-2008, 20:30 Geschreven door warket
    Reageren (0)

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 2/5 - (1 Stemmen)
    09-09-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.konijnenvoer
    Een ouwe plukt konijnenvoer. Mensen zoals hij hebben de gewoonte om goeiendag te knikken.
    Er fladderen koolwitjes over het groeiend loof van bieten die in de vrieskou gaan rijpen. In korte hemdsmouwen is het vandaag nog warm. Het dagzweet kleeft aan men lijf.
    Ik ben bang om zomaar de kier van je deur open te duwen zegt iemand tegen mij.
    We hebben geen haast.
    Ondertussen drink ik het gif van een verdronken bij uit een trappistenglas. Vergeef me haar vroegtijdige dood. Ze is van een dronkroes gespaard gebleven.

    09-09-2008, 22:03 Geschreven door warket
    Reageren (0)

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    07-09-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.demonen

    Het paard was nog niet bejaard toen het in mijn bijzijn neerzeeg in een plotselinge dood. We kenden mekaar amper twee dagen. De eigenaar had het afgestaan. Ik had het nog niet bereden. Het was een wit paard dat lachend stierf.

    Toen ik het wou begraven belandde ik in een tempel met rotsachtige doolgangen .

    Op sommige plaatsen slenterden mensen rond die zwegen. Ze leken mijn aanwezigheid niet op te merken. Plots veranderden ze in demonen die beurtelings op me af kwamen. Sommigen spuwden scherven, anderen hadden een stekelvacht waarmee ze me bliksemsnel trachtten te raken. Ik kon ontkomen aan hun aanvallen door me in spleten van rotswanden te verschuilen maar steeds vonden ze me opnieuw. Net toen ik de kille adem van een van hen in mijn nek voelde kwam ik in de buitenwereld terecht, vlakbij een landingsbaan aan de luchthaven. Het was nacht. Het bleek een landingsbaan voor vliegtuigen in nood te zijn. Ik zag een vliegtuig op en neer duiken tot het in een spiraalvlucht te pletter viel. De brokstukken vlogen over me heen. Ook daar bleef mijn lichaam ongeschonden.

    Ik werd wakker en keek of ze naast mij lag. In het zwakke schemer zag ik de contouren van haar gelaat vol stekels en scherven die langzaam verdwenen. Er lag een engel naast mij.

    07-09-2008, 15:26 Geschreven door warket
    Reageren (0)

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    03-09-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    03-09-2008, 21:48 Geschreven door warket
    Reageren (0)

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (1 Stemmen)
    30-08-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.bloedneus
    Ik herhaal. We zitten tezamen en eten pens met appelmoes.
    De zoon komt thuis.
    De hond kucht.
    Ik ruik het zweet aan mijn hand,
    bekijk een beeld met tieten en een navelbuik.
    De klokken luiden met voetstappen op de kassei.
    Zal ik nog wat klimop wieden of een fles 'Pineau Des Charantes' ontkurken voor ons twee?
    In deze warme windstilte snuit ik mijn neus
    en kijk in de zakdoek of er geen bloedsporen achterblijven.
    Zijbijmij vertelt over een vent.
    De zoon eet nog een pens.
    Een ruik aan de buitentafel en dan de ladder op.
    'Zou je niet beter het strijkijzer herstellen' vraagt ze nog.
        'Als het regent'.
    Zie deze tafel zo besmeurd
    met bloed, wijn en etensrest
    in nonchalance gepatineerd
    gedekt met herinneringen.
    Zijbijmij heeft een avondkleed aan gedaan en zit vlakbij.
    De chirurg komt in zijn luxewagen voorbij.
    De keffer blaft.

    30-08-2008, 21:15 Geschreven door warket
    Reageren (3)

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (1 Stemmen)
    29-08-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.in opgetroopte hemdsmouwen
    De dagen korten alweer. De boer begint te mesten. Alleen maïs blijft nog overeind.
    Wetende dat alles in een ogenblik gedaan kan zijn ben ik op een andere manier verbonden met de dingen. Het verleden speelt een rol en stilstaan, ja, dat wel.
    'Live the way you like' lees ik van een plastieken boodschappentas.
    Op mijn fietsklok is het 12h40. De hemel is dicht bewolkt. Het blijft droog. Ik rijd in zwart hemd met opgestroopte mouwen. De windtemperatuur is mild. Als je aandachtig kijkt beginnen boombladeren al stilaan te vergelen. In bermen zit nog bloeisel maar klaprozen zie ik niet meer. De seizoenen gaan zo snel.
    Onderweg zie ik twee tieners voorzichtig zoenen. Wat verder is er een frituur waar ze zelfgemaakt stoofvlees serveren.
    Het daglicht verheldert. Zo kan ik me beter oriënteren als ik van de weg dwaal. Ik verplaats me in een wereld waar meer dan zestig procent van de bevolking jonger is dan ik.
    Mijn soortelijk gewicht is nul-komma-nul in deze samenleving. Als ik dan al eens mijn bek open doe moet ik luidkeels aandacht vragen. Dan denken ze: 'Het is de warket maar'.
    Geen erg. Dat is een gans leven al zo geweest. En ja, wat is dit fragment dat ons leven is in een voortdurend veranderend tafereel dat zo onvoorspelbaar is. Waarschijnlijk heeft het iets met voortplanting en zelfbehoud te maken.

    29-08-2008, 21:01 Geschreven door warket
    Reageren (2)

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    22-08-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.helaas
    Inderdaad, de dingen zijn niet zo helaas zoals we ze inbeelden.
    Ik had er nooit over nagedacht dat beschrijving herhaling kan zijn.
    'Je schrijft weeral hetzelfde' zegt ze.
    Ik kijk naar haar rok, haar benen, haar hals en uiteindelijk in haar ogen.
    Ik ben het maar. De layaut kan me niks schelen. De wereld zoemt om ons heen.
    Nu ben ik zelfs mijn schrijfgerief vergeten op een veldweg.
    Niks erg, maandag raap ik het weer op.
    Het regent bijna voortdurend en toch is er een zonsondergang. Fantastich toch? 

    22-08-2008, 23:14 Geschreven door warket
    Reageren (0)

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 4/5 - (2 Stemmen)
    19-08-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.geur
    Mag ik aan je ruiken
    's nachts
    nu
     
    ja, gij
    ik ruik je
    in mijn slaap

    Je schrikt niet
    met die uitgestrekte armen
    voor mij
     
    ik ruik jouw nabijheid
    bij mij

    19-08-2008, 23:58 Geschreven door warket
    Reageren (0)

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (1 Stemmen)
    17-08-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.afscheid
    Luister naar de stad. De tafel is gedekt met de beste kazen, het glas invloedrijk gevuld.
    Mijn gastvrouw zit aan tafel,
    wuift twijfel.
    Met tussenpozen strijken zachte windvlagen om ons heen.
    Dan sterft het geluid, beweegt de tijd tot zijn einde.
    Stil glijdt de wind over tafel.
    Het gebladerte beweegt lichtschaduwen die zwijgen.
    De slaap moet me nog overkomen in een satijnen nachtgewaad dat wenkt op woelige golven,
    als een herinnering.
    Misschien zit ik hier tot in de ochtend, laaf ik slapeloosheid aan naasten.
    De gastvrouw toont hoe ik de lichten kan doven, wenkt mij nog voor de laatste woorden.
    Ik zal afscheid vergeten,
    in maanlicht slapen.

    17-08-2008, 21:24 Geschreven door warket
    Reageren (4)

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    Foto

    Over mijzelf
    Ik ben warket, en gebruik soms ook wel de schuilnaam warket.
    Ik ben een man en woon in de wereld (de wereld) en mijn beroep is zien bouwen.
    Ik ben geboren op 11/09/1954 en ben nu dus 69 jaar jong.
    Mijn hobby's zijn: vanalles.

    Archief
  • Alle berichten

    Mijn favorieten
  • website
  • kerima_ellouise
  • Kaatje Wharton
  • Marleen De Smet
  • fotos
  • warket

  • Foto

    Blog als favoriet !

    Foto

    Laatste commentaren
  • geen titel (maart)
        op verkeerde ochtend
  • Vele groetjes uit Zonhoven (sloefke)
        op droomwereld
  • ongetiteld (warket)
        op verkeerde ochtend
  • Ja inderdaad, (Michelly)
        op verkeerde ochtend
  • ongetiteld (warket)
        op zaterdag 21 maart
  • Gastenboek
  • groetjes terug
  • Groetjes.
  • fijne avond
  • vriendelijke groetjes van uit Tessenderlo
  • WANDELGROETJES UIT BORGLOON

    Druk oponderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek


    E-mail mij

    Druk op onderstaande knop om mij te e-mailen.


    Foto


    Blog tegen de regels? Meld het ons!
    Gratis blog op http://blog.seniorennet.be - SeniorenNet Blogs, eenvoudig, gratis en snel jouw eigen blog!