Weet je wat ik
neig vind aan dit leven? Dat het zo tijdelijk is. Ben ik dankbaar dat we
hier vier seizoenen hebben, ons gedacht kunnen zeggen en met drinkbaar
water uit de kraan onze handen wassen.
De telefoon maakt
lawaai. Het is vollemaan die voor alle zekerheid vraagt of we de brunch van
zondagmiddag niet vergeten zijn.
Neen. Zal ik HAAR
roepen?
Een kwartier later
is zijbijmij met vollemaan nog altijd aan het comuniceren. Ook dat is neig.
Rond vijftien uur
was de hemel blauw geworden en werd het fris. Het duurde een uur later dan
gisteren voor het donker werd. Enkele dagen geleden was het volle maan in een
heldere hemel. Ik ben er 's nachts doorgereden. Je kon de veldweg en de
omgeving in dat maanlicht zien. Ook dat is neig.
En in de vooravond
liepen zes fazanten op de weg tot er een tractor afkwam. Toen ze wegvlogen
trokken ze hun poten in zoals eenden dat doen. Dan keer ik terug in de oertijd
en zie reuzenvogels over dit landschap vliegen.
En die telkens
opkomende zon, dat is om helemaal gek van blijdschap van te worden. Toch zal
iemand ooit het vergaan van deze planeet ervaren. Misschien zijn wij daar het
begin van.
|