verbruikte toekomst
Inhoud blog
  • droomwereld
  • spiegelscherven
  • voor een medemens
  • Lacjeaw
  • verkeerde ochtend
  • nietsnut
  • noma
  • bloemenvrouw
  • maart
  • nostalik
  • schemerschrift
  • vuur
  • zaterdag 21 maart
  • niksniksniks
  • zwerfvuil
  • luchtbelheiligen
  • coiffeur
  • hazenrug
  • speekselgeut
  • zondag vijftien februari tweeduizend en negen
  • wandelstok
  • vraag me af
  • straatsteenCé
  • vrijdag 16 januari 2009
  • lompenvrouw
  • brief
  • rugkeuvel
  • begin 2009
  • simpel
  • vrijdag 26 december 2008
  • ongetiteld
  • ouderschap
  • kil fluistert het weer
  • ongetiteld
  • Dinsdag 15 augustus 2006
  • dinsdag 2 december 2008
  • slapende mens
  • land in
  • amsterdam
  • 25 mei 2006
  • neushoorn
  • parijs
  • zwartwitteveetje
  • ongetiteld
  • zondag 9 november 2008
  • kijken
  • volrond
  • ma
  • heidenspraak
  • neig
  • donderdag 14 oktober 2004
  • dinsdag 11 april 2006
  • zondag 5 oktober 2008
  • blind
  • zondag 9 april 2006
  • zondag 28 september 2008
  • schuw
  • duimreuk
  • mountainbike
  • de laatste mens
  • konijnenvoer
  • demonen
  • bloedneus
  • in opgetroopte hemdsmouwen
  • helaas
  • geur
  • afscheid
  • litteraire droom
  • zondagnacht
  • ietwat verward
  • ze bijt
  • nachtvandaag
  • poken
  • nooit gestopt
  • hoe mijn leven begon
  • roi Albert
  • kilte dampt
  • windstoten
  • hoteldroom
  • flodder
  • papillon
  • tweeling
  • laatste dag
  • zwijg
  • piemonte
  • de lege uitgestrektheid der dingen
  • kostuum
  • onverzonden brief
  • regenboog
  • hoe- hoe ' erkoe
  • vrijheid
  • 1 juni 2008
  • aapneus
  • zeug
  • drie eigenzinnigen
  • katrien
  • ik en de wereld
  • nieuwjaar
  • italië
  • goulash
  • stalen vogels
  • fietstocht
  • ma
  • dertig april 2008
  • aardbei
  • repetitie
  • gele tulp
  • hommel
  • azuurblauwe morgen
  • roofvogel
  • zaterdag twaalf april 2008
  • Brussel
  • droomhuis
  • dampende mest
  • vrijdag 20 augustus 2004
  • schaduw
  • vraag me af
  • hapjetapje
  • bloemenvrouw
  • waterdame
  • caroline
  • mistig
  • donderdag 20 maart 2008
  • vreemd normaal
  • kijk
  • wanhoopsdaad
  • barman
  • dinsdag 4 maart 2008
  • ooit
  • vandaag
  • vandaag
  • verkoudheid
  • geboorte
  • gebroken spiegel
  • verzwegen
  • dinsdag 12 februari 2008
  • naartoe
  • sprekver...
  • sneeuw
  • aftakel
  • konijn
  • lichtwoorden
  • donderdag 24 januari 2008
  • toch
  • theo
  • weetik?
  • duet
  • striem
  • storm
  • geen hout meer
  • maandag 22 mei 2006
  • malschaduw
  • snolwijs
  • mal4
  • mal3
  • mal2
  • mal1
  • volkscafé
  • mosselfriet
  • verstotene
  • kerstavond2007
  • ontbijt
  • dialoog
  • sneeuw
  • vorst
  • evjeke
  • boerweg
  • 2late
  • frietketel
  • ik wil nog wel even
  • woestijnmensen
  • honds
  • onpoeet
  • onnozel
  • weeral hetzelfde
  • zondagsmarkt
  • poker
  • onzin
  • marcel
  • bouwvakkers
  • festijn
  • nog wat tijd
  • pint bier
  • jeke
  • droom1000
  • citeer
  • brunch
  • sjoukroet
  • schouwburg
  • onkruid
  • plvc
  • koeien
  • seizoen
  • witlicht
  • arlette
    Beoordeel dit blog
      Zeer goed
      Goed
      Voldoende
      Nog wat bijwerken
      Nog veel werk aan
     
    verbruikte toekomst
    11-07-2009
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Lacjeaw
    Zal ik je iets vertellen beste vriend. Ik heb het gisteren onderweg opgeschreven.
    Voor hij sterft
    wil hij met zes vrouwen
    die hem het meest genegen zijn op een open plaats in een kring
    hand in hand en op blote voeten
    in een losbarstend onweer staan.
    Zes plus één is zeven.
    De bliksem zal de jongste onder hen
    een vaderloos kind schenken.
    Meteen wordt over de naam beslist.
    Lacjeaw zal het heten, genoemd naar de aanwezigen hier.
    Daarna is het maar een halve maan, een zaterdagochtend...
    kijkt hij naar as die overblijft uit een nachtelijk vuur
    gestookt met houtsklompen die de winter moesten dienen.
    De nacht was lang...schone mensen, een schrijfster had het hem verteld.
    Vuurspuwen als een charletan, ja dat kon hij nog.

    11-07-2009, 14:32 Geschreven door warket
    Reageren (0)

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    29-06-2009
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.verkeerde ochtend
    Je bent zo'n lieve vrouw; intelligent, ongelooflijk tolerant, veel rationeler dan ik en bovendien ben je mooi. Maar soms, heel uitzonderlijk dan, bij voorkeur om halfvijf vanochtend, jaag je mij de stuipen op het lijf met een enkele blik, een lichaamstaal zonder een woord te zeggen. Ook dat kan je zo overtuigend doen dat ik me afvraag: "Wat heb ik nu in godsnaam misdaan?". Was het de printer of mijn ochtendhoest die je tot boven hoorde en je te vroeg wakker maakten?
    Zwijgend sjoffelen we mekaar voorbij. Jij in ondergoed naar de keuken waar je voor jou alleen een kop koffie zet; ik naar buiten.
    En dan daarna aan de wenteltrap zeg je met die ontwapenende blik van jou: "Sorry, het was een verkeerde ochtend".

    29-06-2009, 20:20 Geschreven door warket
    Reageren (3)

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (1 Stemmen)
    12-06-2009
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.nietsnut


    verdomme toch
    ben weeral leeg
    dool rond met een zonnebril aan

    er zit een indrukwekkend insekt op de bladzijde
    groen met een gekartelde rug

    lang geleden zou ik het dagboek dichtklappen om het dier als een herinnering te bewaren
    maar nu kijk ik verwonderd
    naar de schoonheid waarin het beweegt
    daarom noem ik haar 'ze'

    ze zou een soortgenoot kunnen zijn
    in een later leven
    en ook de vlieg die van mijn schaafwonden proeft
    of ruikt ze maar zoals ik dat doe
    ik voel niet eens het verschil

    ze heeft voelsprieten en twee maal drie hoge pootjes
    wat eet ze, hoe drinkt ze, voelt ze genot als ze nieuw leven in zich draagt?
    zoveel vragen

    links streel ik netels om de prik
    op de kop bloeien ze al
    dacht dat het pas in julie mocht

    er rijd een tractor voorbij
    met een bejaarde boer achter het stuur
    kan zich het werken niet laten
    of is het hem om het nalatenschap te doen?

    wellicht maait de vrouw de spinnenwebben uit het huis
    terwijl hij het land bewerkt
    en ik hier zit te nietsnutten,
    destructief zonder schuldgevoel

    mijn wereld staat stil
    de aarde beweegt
    vandaag ben ik een kraai
    de hazen schrikken niet

    of zal ik een klaproos voor je bewaren in mijn verhaal?

    12-06-2009, 16:31 Geschreven door warket
    Reageren (0)

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    03-06-2009
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.noma
    Zelden zijn de dagen zo mooi geweest als deze. Eerst die grijze ochtend, dan zinderend zonlicht en nu koelte. Ook de wind is mild. Moest ik nu mijn haren laten groeien, het nooit meer kammen, me niet meer scheren…
    Ik hoor vogels comunniceren zonder nadenken. Zij doen dat zingend. Het is onveranderd gebleven.
     
     
    hoe zou het zijn om met een onbekende samen te zijn
    die nachtmaan en sterren opnieuw verenigt
    hoe zou de ochtend zijn na enige tijd in sleur
    en de winterdagen rond het vuur
    zal zijzelf het hout aansteken of zal ik dat doen
    gaat ze me aanklampen in de dagen die me nog resten
    of ga ik ten onder in een laatste liefde
    noma, noma
    zonder fatsoen

    03-06-2009, 23:41 Geschreven door warket
    Reageren (0)

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    31-05-2009
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.bloemenvrouw

    Schat, ben je er nog?
    Ja.
    Zou je niet opstaan, het is over tienen.
    Ik heb de vroege ochtend verkwanseld in mijn slaap. Ze is naar de markt geweest en als een bloemenvrouw teruggekomen.
    "Jij doet de keuken vandaag". Ze zegt het bijna zingend. Vrouwen zoals zij zeggen zoiets geen twee keer. Als een papieren engel zweeft ze door de tuin, wikkend en wegend met de planten die ze gekocht heeft. Geen dampende koffie met croissants. Ik dool als een kluizenaar rond in de sacristie die gisterenavond voor de sauzen diende, scharrelend in het overschot. Voor we weggaan, moet de keuken proper zijn.
    We hebben een regenjas meegenomen. Zij rijdt voorop. Huizen kijken. Soms zegt ze: kijk, die ramen hebben een mooie kleur, dat zou bij ons ook niet misstaan.
    Ergens op een bank leest ze een boek, ik een krant. We drinken Fanta-light.
    Thuis heeft iemand de Camembert opgegeten. Er ligt nog wat vereenzaamde smeerkaas in de koelkast.

    De ochtend erna... Ingeduffeld in kamerjas geniet ze van haar tweede kop koffie. Geen slaperigheid meer te bespeuren in die fonkelende ogen die me vertellen dat ik vandaag niet de ganse dag op een stoel zal zitten turen naar woorden. Er is een barst in de gevel die moet gedicht worden. Na die fietstocht van gisteren is teveel gevelschoon op haar netvlies gebleven. Ik zal het zelf wel doen maar ik heb je advies nodig, zegt ze diplomatisch.
    Wanneer?
    Vandaag, nu.
    Laat mij het doen.
    Wanneer?
    Na de kelder.
    Dat duurt nog tien jaar. Hou op in die kelder en dicht die barst vandaag.
    Eerst de krant en dan straks.
    Goed, vandaag dan?
    Vandaag.
    Ze glimlacht mild. Ze denkt: wat hebben we aan woorden.
    Verscholen voor een matige regenbui heeft ze een deken over zich heen gelegd. Aperitieven met een fles Pineau des Charents van Jules Gautret. Pas maintenant chérie. Ze leest, ik schrijf. Wat een geluk hier niet te moeten zitten in een achterkamertje van een krap appartement in Sint-Jans-Molenbeek zoals Sher Nazar.
    Geen zin om naar hapje-tapje te gaan? Samen de wereld zien. Kom, we zijn weg van hier.
    We schuiven mee in de massa. Je ruikt van dichtbij de miasmen van halfvergane parfums. Een jong vanuit tegenovergestelde richting vraagt of de sardienen die ik eet warm of koud zijn. Ik kan haar adem voelen. Ik antwoord: ze zijn lauw. Ze lacht terwijl ze voortgeduwd wordt door de menigte die in duizenden gedaantes gluurt naar het schoonste en het lelijkste.
    A la anima et di corpo.

    31-05-2009, 08:21 Geschreven door warket
    Reageren (0)

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    24-05-2009
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.maart
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Niets is verzonnen. Toch ben ik niet wat anderen denken dat ik ben. Een geheim verzwegen. De dag begint in mist. De hemel is nog zwart. Het waait nat. Mijn schedel jeukt onderhuidse pijn. Dit is mijn laatste onwerkbare dag.
    Een tovenares met toverkracht slaat woedend gloeiende woorden op een aambeeld. Ze is de winter beu.
    Deze vooravond heeft iets zomerachtigs. Is het het licht dat langer shijnt, het leven dat opnieuw uit de grond stulpt, het dorre dat begint te verdwijnen of kijk ik maar?
    Jij hield mij wakker in paniek met blauw flitslicht in de kamer. Ik hield een baby zonder ledematen in mijn armen. Het hoofd lachte de wereld toe.
    Ze strijkt een kledingstuk dat ze meteen zal aantrekken. Ze vraagt om de was te drogen. Op de slaapkamer staat een rek. Doe ik zo meteen. Dan gaat ze weg.
    Vandaag schipper ik tussen wat ik zou willen en wat ik hoor te doen: mezelf onwaarschijnlijk overtreffen en halve waarheden tot de verbeelding sublimeren. Er druipt onverwacht een speekselgeut uit mijn mond.
    Kijk naar die ouwe stoel in de struiken die reikt naar afwezige tijden. Zie het uitgedroogde wijnglas van gisteren rood aangeslagen staan. Het zijn getuigen in langzaam verderf.
    Deze dag veegt het brood van tafel. Niet verplicht denk ik aan Kamiel. Ik houd me taai, had hij gezegd.
    Ik ga proberen mijn leven te beteren want het is niet alleen van mezelf.
    Tien voor negen. Ze is net vertrokken als ik beneden kom. Ik ruim het huis, vul het afwasmachien, kuis het gasvuur, dweil de vloer, klop het tapijt en de kussens uit, cireer de eettafel en maak nu stoofvlees klaar.
    De zon schijnt sinds vanmorgen. Het huis ruikt naar kruidig stoofsel van laurier en tijm. De temperatuur is zacht. Het nageslacht eet vanavond mee. Ik ga zelfgemaakte frieten bij het stoofsel serveren. Niet vergeten om naar C. te bellen.
    C.?
    Hé, gij zijt het. Ik dacht u ook te bellen.
    Is dat Cubaans optreden vanavond?
    Ja.
    We kunnen niet komen.
    Dat is jammer. Zeg, ik ga afleggen want ik sta hier in ’t stad in een pashokje.
    Even in het kasserol roeren en wat trappist bijgieten. Dan ga ik aan de buitentafel in witlicht met insecten zitten. Er ligt een goudgroen kussen op de tafel. Het is het zonlicht dat het groen een goudkleur geeft. De paasbloem die twee weken geleden verplant werd staat nog recht. Iemand in de buurt maait het gras. Een herkenbaar zomers zaterdaggeluid. Het is nog geen zomer.
    Achteraan in de hof staat een meer dan honderdjarige Taxusboom en een houten kruis met een christusfiguur eraan genageld. Recht tegenover is de pastorie. Tussen het kruis en de pastorie loopt een smalle kasseiweg.
    Ik proef van de saus. De stoofpot mag van het vuur. Nu kunnen de kruiden nog twee uur in het stoofvlees trekken.
    Ze is blij als ze ’s avonds thuis komt en haar zonen en schoondochter ziet. Het eten is klaar. Tafelen in gepalaver. De muren luisteren mee.
    De volgende ochtend sta ik als eerste op. Het is half negen. Wind en motregen. Geroosterd brood met kaas en hesp. Sterke koffie. Ik drink een tweede grote jat met veel suiker en melk.
    “Je moet eens naar de kapper gaan” zegt ze, wanneer ze een half uur later erbij komt zitten. Ze wil vandaag ergens naartoe. Desnoods gaat ze alleen weg. Ik aarzel, bedenk, wankel in gedachten en…”Waarheen zullen we gaan?”
    Naar een museum?
    Te saai.
    De markt?
    Er is nog eten genoeg. Laten we een nieuwe regenton kopen.
    Oh ja. Een houten regenton. Maak je klaar en kam je haar. Ze straalt.
    Ik rijd. Ze kijkt verbaasd. Het gaspedaal staat rechts. Anavent, we zijn vertrokken met dertig kilometer per uur. Het moet nog wennen. Op de hoofdbaan wordt de snelheid stoutmoedig naar vijfenzestig gedreven en op de autostrade halen we een duizelingwekkende snelheid van honderd kilometer  per uur. Nog een wegomleiding, wat verkeerslichten, zien dat niets omver gereden wordt…kijk, een tuincentrum!
    Waar is de parking?
    Aan de overkant. We zijn er net niet voorbij.
    Opgelucht volg ik haar langs de automatisch opengaande deur.
    Namiddag: we zijn terug, doch zonder regenton. Het moest een houten zijn.
    De jongste zoon doet aikido in de tuin.  Het gaspedaal staat nu weer op nul. Op de tafel ligt het paradijs: een half uitgelezen boek, een ongelezen krant en wat eigen schriftuur om te verbeteren.
    Zal ik wat houtklompen klieven en het vuur aansteken?
    Doe dat.
    Stilaan wordt het later. Iemand stapt mijn omgeving voorbij. Waarschijnlijk een vrouw of een man.
    De geur van mijn vingers, mijn pols…doen me denken aan deze dag.
    Er komt nog iemand voorbij. Weeral heb ik niet gezien of het een vrouw of een man is. Het was op een draf, een loopje. Waarschijnlijk gaat hij of zij naar huis, gaat dan onder een regendouche of in een heet bad met geurige oliebolletjes die langzaam ten onder gaan. Daarna souper met namaakkaviaar en champagne.
    Wie weet wat er nog gaat gebeuren nu het donker wordt.
    Ze zeggen dat op dit uur de merels fluiten. De zon gaat onder langs de volwassen berk. Het eten is klaar.
    Ik eet weliswaar met mate een avondmaal. Ziehier de romantiek van een zonnestraal in een volle maag. Wat ben ik blij om tot de bevoorrechten van deze wereld te zijn.
    De nog thuiswonende zoon stuift de trap af en vraagt welgemeend of het morgen paasmaandag is.
    Neen, dat is pas volgende week maar laten we proberen om een kokosnoot open te breken zonder teveel lawaai.
    Ik hak met een scherp vleesmes met verbazing het hoofdje van de noot eraf.  Heerlijk dat kokossap, zegt mijn zoon. Hij snijdt het witvlees eruit en zegt: ‘van de schelp maak ik een asbak’.
    Ik lees dat deze samenleving naar de verdommenis gaat en dat het ooit zal beteren omdat de geschiedenis zichzelf herhaalt. Er zou een zekere wetmatigheid bestaan met voorbedachte rade, een plan. Dan neem ik een boomstronk en gooi hem weg, vraag me af of het toeval is dat hij daar nu ligt op die onbepaalde plaats.
    De hond snurkt.
    Ik heb de hik. Een wind in de broek kan je nog onderdrukken maar de hik, daar geraak je niet zomaar van af. Onbedacht, onvoorspelbaar is hij en bepaalt de tijd van hikkend interval. De hik laat niets aan het toeval over…verstoort in het openbaar tot hij bevrijdend verdwijnt. De hik is weg. De stuiptrekkingen zijn verdwenen.
    Ik heb een, net boven de wortels dwars doorgezaagde schijf van een oude eik gevonden, meegesleurd, het kopshout geschaafd en het brutaal gebaar van de boomzaag in het hart bewaard. Hij heeft een jaargetij binnen gelegen. Ik heb hem pal voor mij buiten op een tafel gezet en kijk ernaar in gedempt avondlicht. Nu pas zie ik de schoonheid van zijn nerven. Hij lonkt naar mij in zijn vergankelijkheid. In angstaanjagende stilte toont hij zijn vroeger bestaan. Er is een relatie ontstaan met die zwijgende getuige van het leven. En vraag ik af, hoe zou het zijn om als een mier zijn landschap te verkennen of hem als olifant op mijn weg te ontmoeten.
    Ik had evengoed een mier of een olifant kunnen zijn, of een boom.

    Ze heeft het laatste bot dat ze gekregen heeft afgeknaagd. Wij vegen het vet van onze kin. Voortaan zullen we elkaar een zoen geven als we thuis komen of vertrekken.

    Dag schat. Een knuffel. De laatste keer, zoveel lieflijkheid vergeten.

    Weet jij waar de emmer staat, vraagt hij.

    Ik moet vanavond nog strijken, zegt zij.

    De piloten in de vliegers vervelen zich dood. De hond luistert aandachtig naar vereenzaamd geblaf in de verte, of zou het geblaat zijn?

    Ik riek weeral aan mijn pols. Het is windstil. De hemel is een schilderij. Niks beweegt. Zelfs geen zucht aan mijn kaken.  

    Mijn tijd, uw tijd. De tijd beweegt van kort naar lang en omgekeerd. Hij lengt en kort. Vandaag heeft langer geduurd dan vorige zondag. Zonder klok gaat alles sneller. Het verbaast me steeds hoe snel de tijd is als men er niet aan denkt.

    Het is te begrijpen. Oneindigheid niet. Nog meer zou ik het niets willen begrijpen want daaruit ben ik gekomen, daarin keer ik terug.

    Er kruipt een piepklein groen insect over dit blad. Ik riek de zomer. Het koren is nog niet halfvolwassen en de maïs komt pas uit de grond. De klimop is ontembaar geworden. Dit is de vier-en-vijftigste keer.

    Soms verliezen we een spel, valt zomaar een vogel in volle vlucht uit de lucht en gaan dingen verkeerd. Soms gaat alles kapot in onherstelbare breuklijnen en zeggen we neen, voorlopig ontstemd door losgeslagen regendruppels pletsend op een gespannen vilt.

    Een half mensenleven lang heb ik in haar donkere ogen gekeken maar deze keer was er iets aan de hand. Er was iets afstandelijks ontstaan. In haar zelfstandigheid had ze me hulpeloos gemaakt. Ze draagt de macht van ons leven in haar schoot. Ik klamp me vast aan haar schaduw.  

    24-05-2009, 08:49 Geschreven door warket
    Reageren (0)

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    15-05-2009
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.nostalik

    Weeral die ijle kop. Geef mij maar het bos vandaag.

    Nog duizend dagen te leven. Niet omdat het zo is. Ik wil een kalender in dalende lijn, de tijd aftellen naar het duizendtal. Vanaf nu nog negenhonderdnegenennegentig dagen. Op de duizendste dag is het feest. Als je goesting hebt, kom dan maar af.

    Het is lang geleden dat ik in dit woud ben geweest. Toen waren mijn oren nog niet zo slecht. Ik ben op zoek naar de plaats waar ik met zijbijmij gespijbeld heb van school. Ze was amper zestien. We hadden een stokbrood, kaas en limonade mee. Verscholen onder een den hebben we mekaar de ganse dag gekust. Ik had nog nooit borstjes gezien. De regen voelden we niet eens.

    Het dennenhars en haar geur zijn in mijn geheugen gebleven. Ik ken nog de weg.

    Eerst die varens door langs een onzichtbaar pad. Dan de open plaats waar het dennenbos begint. In het midden staat nog die grote den. Ook de jongen en het meisje liggen eronder nog te kussen.

    De ouderling gaat zitten, spijbelt deze keer alleen en neuriet meera voor zich uit.

    Verdorie toch, ik wil opnieuw beginnen en maak er vijftienduizend dagen van.

    Een heel eind verder, op een onverharde weg, komt een vrouw veel jonger dan ik met een hond voorbij. Haar haren zijn nog pikzwart. Ze moet zo rond de dertig zijn. Ik kijk haar medelevend aan. Ze bekijkt me wantrouwig. Wat zit die jonge grijsaard tijdens de werkuren in dit bos te schrijven in een kladblok op een zadel?

    Ze versnelt haar pas en roept kikkie tegen de hond.

    15-05-2009, 21:47 Geschreven door warket
    Reageren (0)

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    01-04-2009
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.schemerschrift
    Het is één april tweeduizendennegen. Die rode bol die langs de takken zakt, vliegtuigstrepen, muggen in tegenlicht...ik weet dat ik opnieuw datzelfde vertel met een halfblinde hond in een nieuw seizoen. We zijn elkander gelijk.
    Het zadel van mijn tweewieler is krom door sleet. De bambou beweegt. Waar slapen de muggen als het donker wordt, hoelang blijft het leven in een pas afgezaagde tak? Zullen we het aan onze kinderen vragen misschien.
    De dag verdwijnt langzamer dan hij begonnen is. Morgen koop ik zonnesmeer want mijn kop wordt rood.
    Wat ik hier schrijf is geen poëzie noch proza. Het is een onweerstaanbare drang. Moest ik weten waarom ik dat doe zou ik het niet doen.
    Het wordt donker nu, mijn vingers krijgen kou in schemerschrift...

    01-04-2009, 22:11 Geschreven door warket
    Reageren (0)

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    28-03-2009
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.vuur
    Toen ik er bijna was waar ik hoorde te zijn besloot ik plots om mijn dagtaak niet te vervullen. Het is goed om onmisbaar te zijn. Het is negen uur. Ik slenter rond. Tijd zat. Welkom in de leegte, laat ons iets eenvoudig doen.
    Het kluitenland schuift onder mijn tweewieler door. Ik wil geen wielrenner zijn.
    De deuren van een warenhuis gaan open. Mensen staan in de rij met ik wil de eerste zijn op kop.
    Voor ik het vergeet, het heeft nog niet geregend vandaag en ik ben geen spijbelaar. Integendeel.
    Aan het voetbalstadion moet de inwendige orde nageleefd worden. Toch plas ik tegen een boom. Misschien wordt dit een goed kortverhaal. Ik ga nu verder en schrijf de toekomst later op.
    Neem een andere weg, een onbekende weg. Een weg van twijgen en knoppen kijken. De herfstbladeren zijn krokant. Mijn tenen krijgen kou. Ik ga verder.
    Op een vitrine is een aankondiging geplakt. Iemand wil een pachthof tot woning en kantoor verbouwen. Aan de kleuterschool krijsen kinderen. Het is speeltijd nu. Een boer pompt koeienzijk in de beek.
    11h: Eindelijk verdwaald in een holleweg. Hier zijn konijnengaten. Daarboven ligt mijn houten zwaard begraven. Nu gaat het bergop in zure tegenwind. Zet een zonnebril op om de wind tegen te gaan in men ogen en grijsheid te verbergen. En voor de rest kom ik thuis, maak de tafel schoon en zorg voor het eten. Daarna zien we wel hoe het donker wordt. Ik ben er niet zo zeker van dat ze mijn rug streelt voor het slapen gaan.
    Gisteren keek ik in vuur hoe vlammen een houten rots omarmen tot hij gloeiend breekt, verzwolgen wordt en het vuur dooft. Ik was op zoek naar je in een andere wereld. Telkens als je verscheen glipte je weer weg. Er wonen maar weinig mensen daar. De man met het paard, de stier, en er is een kamelendorp. Ze kennen mekaar al heel lang. Als vreemdeling moet je op je hoede zijn. Het paard beschermt je tegen de aanstormende stier.
    22h: De stilte maakt lawaai. Ik hoor het bloed door men aders stromen. Mijn lichaam leeft.
    De zoon heeft een nieuwe geluidsversterler gekocht speciaal voor akoustische gitaar. Vanaf nu kunnen we tesamen spelen als we dat willen. Honderdvijftig watt. Met gehoorapparaten aan lukt dat wel. Nog een micro voor mijn bluesharp. Het is vrijdagavond vandaag...bewolkt...nu sterren in een opklaring. En nog wordt het niet nacht.

    28-03-2009, 00:46 Geschreven door warket
    Reageren (0)

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 4/5 - (1 Stemmen)
    22-03-2009
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.zaterdag 21 maart
    Ook vandagg schijnt de zon. 's Morgens paren de vogels. Laattijdig snoei ik de zilverberk. Het is tien uur.
    De hond blaft voortdurend. Stef is bij zijn broer blijven slapen.
    In het dorp wordt weeral iemand begraven. Vorige week ook al.
    De twijgen bind ik in bussels om in de winter de kachel aan te steken.
    Tien voor twaalf: asperge met een ei. De zon komt op de binnenkoer. Ik drink een glas wijn. Er vliegt een dikke hommel voorbij. Hoe kan hij zijn gewicht dragen met die dunne vleugels? Is het een hij of zij?
    Haar geblaf werkt op mijn zenuwen. Ze heeft opnieuw een knobbel op haar kop. Vorige keer had ik eraan zitten prutsen. Dacht dat het een teek was maar het was een gezwel. Gelukkig heeft ze het overleefd.
    Ik gooi nu de aspergeschillen op de composthoop. Van twijgen binden, daar krijg je rugpijn van. De tak is van de boom. Ik schuif de ladder uit en zet hem tegen de stam.
    Stef komt thuis. Hij heeft een skateboard gekocht. Eindelijk zwijgt de hond.
    Wanneer ik het leeggoed weg doe zie ik hem op straat skaten als een kind van drie-entwintig. Even later komt Lowie met een zonnebril aan. Lang niet meer gezien.
    Een dikke tak afzagen is maar een kwestie van geduld en spijt. Het sap loopt langs de stam. Ik proef van berkensap. Met regelmaat ga ik aan mijn schrijftafel zitten. Ze baadt in de zon. Het is de schaduw van mijn pen die schrijft. Telkens als ik hem in de inktpot sop zie ik de groeven in mijn hand en gezwollen aders door de inspanning om schoon schrift.
    Nu klim ik in de berk. Van hieruit kan ik het dorp zien. Kijken als een apenkind zoals vroeger. De zon bijt in de kruin zilverlicht in men ogen.

    22-03-2009, 12:55 Geschreven door warket
    Reageren (2)

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    14-03-2009
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.niksniksniks

    vandaag doe ik niks

    dan dansen naar de waterton

    op zoek naar lentetwijgen

    en een merelnest

    zie mezelf in een waterspiegel

    bakelierend in de zon

    een nieuw woord verzinnen

    kijkend naar een muizenlijkje

    vandaag

    maak ik opnieuw

    er een rotzooi van

    schrijf ik MIJN gedicht

    en een zinloze vierde zin

    een vijfde in een laat refrein

    14-03-2009, 19:16 Geschreven door warket
    Reageren (1)

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    12-03-2009
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.zwerfvuil

    Op een bank eet een bejaarde vrouw friet. Ach ja, bejaard ben ik ook niet ver vandaan. Het tikken van de timmerman galmt door de winkelstraat en ook de hoge hakken van chique dames in gezoem van optrekkende scooters.  De betonmolen maakt lawaai en snerpend slijpschijfgeluid van de man die straatstenen maait. Ik kijk naar de benen van een mooie vrouw. Een kind kraait iets onverstaanbaars in de lucht. Aan het einde van de laan  pieken torens kitsch-kitsch-kitsch met geleerdenbeelden in mijn zicht. Iemand schreeuwt tegen mij omdat ik haar geen voorrang verleen aan het zebrapad. Stom van mij, die onoplettendheid. Waar gaan al die mensen naartoe?

    Ik ga zitten op een bank en kijk hoe iedereen zich verplaatst. Zie de stadsduiven zonder hoogtevrees. Als ze tippelen sjokken ze met hun kop. Mijn bank is nat. Niemand komt erop.

    Vanuit een bruin café kijk ik door het venster naar een jonge vrouw die terrastafels buiten zet. Als ze zich buigt zie ik de welvingen van haar rug naar haar dijen gaan. Schoon is dat. Het beest in mij is nog niet verdwenen. Is die kortgekleedheid nonchalance of doen ze het met opzet vraag ik me af. Een man speelt scrabbel aan de toog met lauwe thee.

    Ik ga verder en bij de volgende stop aan mijn vertrouwde bank kijk ik naar de verdroogde modder op mijn fiets. De bank is nu nog bemost…deze waar ik sliep…met zielsgenoten. Die wordt opnieuw zomer.

    Het is bewolkt vandaag. Toch noopt het licht mij een zonnebril aan te doen, kraait het licht. Later scharrelen kraaien restanten uit een gemaaid maïsveld. Op de terugweg beukt de wind in men ogen. Het lijkt of de zon gaat schijnen, maar nee, het motregent nu. Toch zwermen muggen in een zwak tegenlicht. Hoe houden ze hun vleugels droog? Als ik thuis kom kus ik haar hals.

     

    12-03-2009, 21:46 Geschreven door warket
    Reageren (0)

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    05-03-2009
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.luchtbelheiligen

     ’s Avonds op stap kwam ik voorbij een gebouw dat met schaduwen verlicht werd. Het bestond uit meerdere torens overkoepeld met glas. Het leek op een modern paleis. Hoewel het donker was kon ik de omgeving duidelijk waarnemen. Er hing doorzichtige mist die langzaam bewoog. In die mist hing de zon, de maan en nog andere hemellichamen. Vreemd genoeg verspreidden ze geen licht. Nochtans zag ik hun wezen. Het was als een uitgedoofd heelal dat tot in de aardatmosfeer gezakt was in vredige stilte die mij aanvankelijk schrik aanjoeg maar geleidelijk tot me doordrong. Dan zag ik grote luchtbellen zweven. Er zaten heiligen in die me roerloos  aankeken. Ik kon ze net niet aanraken. Toen ik begon te zweven werd ik wakker, viel opnieuw in slaap en kwam bij een collega terecht. Hij was druk bezig met een architect. De plannen lagen verspreid over de vloer. Hij wou dat ik hen mee hielp. Ik moest echter naar een verjaardagsfeest van mijn zoon dat reeds in de kelder begonnen was. Zijn vriendjes hadden speelgoed meegebracht. Mijn moeder, die voor het eten zorgde, maande me aan om in het vervolg op tijd te komen. Ik fotografeerde de aanwezigen in hun spel. Toen mijn vader de foto’s zag schold hij me uit voor pedofiel. Ik werd opnieuw wakker.

    We weten dat er iets anders is maar wat precies weten we niet, zei ik luidop waarna zijnaastmij me porrend zegde dat ik luidop aan het dromen was.

    05-03-2009, 23:23 Geschreven door warket
    Reageren (3)

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    25-02-2009
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.coiffeur

    woensdag 25 februari 2009 

     

    Rond twintig voor vijf wordt ik wakker. Het is nog te vroeg om op te staan. Ik trek het deken over me heen. Ze kreunt in haar slaap door die beweging.

    In een resterende droom stap ik langs een autoweg op sandalen naar Namen, verlies ik de weg en kom ten einde raad een opdrachtgever tegen die me iets te drinken geeft. Dan wordt ik opnieuw wakker, deze keer rond halfzeven.

    In de spiegel is mijn linker oog rood en kleiner dan het rechter.

    Ik poets mijn tanden en was mijn lijf. Mijn haar en wimpers zijn te lang.

    Het licht komt eraan met zes kraaien in een naakte boom en een vuurbal uit de grond. Ik ga naar de coiffeur rond het middaguur.

    Zal ik mijn gehoorapparaten aan doen?

       Neen, dat hoeft niet. Wij praten toch niet tegen elkaar.

    Dan doe ik mijn ogen dicht en voel haar schaar en vingers in mijn haar. Zalig is dat. Af en toe bekijk ik haar in de spiegel. Haar buikje is verdikt en haar tepels drukken door haar blouse. Zou ze zwanger zijn? Ik durf het niet te vragen en sluit opnieuw mijn ogen.

    Op de terugweg trekken ze voren in de berm opdat zigeuners er niet zouden kamperen.

    25-02-2009, 20:39 Geschreven door warket
    Reageren (0)

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    21-02-2009
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.hazenrug

    hazen schuilen 's nachts in voren
    vreten en spelen voor wij wakker zijn
    sterven soms in ochtend of bij volle maan
    gestrikt door zachte wreedaarden

    slurp ik het gestoofde vlees van een hazenrug
    niets ontziend met een volschonk glas wijn

     ik wil nu bij iemand zijn

    desnoods met een onbekende slapen gaan

    mijn wil schrapen uit een nachthol

     

     

    21-02-2009, 00:18 Geschreven door warket
    Reageren (0)

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    18-02-2009
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.speekselgeut

    Jij hield mij wakker in paniek met blauw flitslicht in de kamer. Ik hield een baby zonder ledematen in mijn armen. Het hoofd lachte de wereld toe.

    Ze strijkt een kledingstuk dat ze meteen zal aantrekken. Ze vraagt om de was te drogen. Op de slaapkamer staat een rek. Doe ik zo meteen. Dan gaat ze weg.

    Vandaag schipper ik tussen wat ik zou willen en wat ik hoor te doen: mezelf onwaarschijnlijk overtreffen en halve waarheden tot de verbeelding sublimeren. Er druipt onverwacht een speekselgeut uit mijn mond.

    Kijk naar die ouwe stoel in de struiken die reikt naar afwezige tijden. Zie het uitgedroogde wijnglas van gisteren rood aangeslagen staan. Het zijn getuigen in langzaam verderf.
    Deze dag omhult de tijd en veegt het brood van tafel. Niet verplicht denk ik aan Kamiel. Ik houd me taai, had hij gezegd.

    Terwijl ik zachtbeulend maretakken uit bomen haal, woekerende bruidssluiers uit dakpannen snoei, kijk ik uit naar vanavond. Ik ga proberen mijn leven te beteren want het is niet alleen van mezelf. Soms verliezen we een spel, valt zomaar een vogel in volle vlucht uit de lucht en gaan dingen verkeerd. Soms gaat alles kapot en zeggen we neen, ontstemd losgeslagen. Dan lezen we een boek tot de bladzijden loodzwaar in slaap bedwelmen.

    Tien voor negen. Ze is net vertrokken als ik beneden kom. Ik ruim het huis, vul het afwasmachien, kuis het gasvuur, dweil de vloer, klop het tapijt en de kussens uit, cireer de eettafel en maak nu stoofvlees klaar.

    De zon schijnt sinds vanmorgen. Het huis ruikt naar kruidig stoofsel van laurier en tijm. De temperatuur is zacht. Het nageslacht eet vanavond mee. Ik ga zelfgemaakte frieten bij het stoofsel serveren. Niet vergeten om naar C. te bellen.

    C.?

    Hé, gij zijt het. Ik dacht u ook te bellen.

    Is dat Cubaans optreden vanavond?

    Ja.

    We kunnen niet komen.

    Dat is jammer. Zeg, ik ga afleggen want ik sta hier in ’t stad in een pashokje.

    Even in het kasserol roeren en wat trappist bijgieten. Dan ga ik aan de buitentafel in witlicht met insecten zitten. Er ligt een goudgroen kussen op de tafel. Het is het zonlicht dat het groen een goudkleur geeft. De paasbloem die twee weken geleden verplant werd staat nog recht. Iemand in de buurt maait het gras. Een herkenbaar zomers zaterdaggeluid. Het is nog geen zomer.

    Achteraan in de hof staat een meer dan honderdjarige Taxusboom en een houten kruis met een christusfiguur eraan genageld. Recht tegenover is de pastorie. Tussen het kruis en de pastorie loopt een smalle kasseiweg.

    Ik proef van de saus. De stoofpot mag van het vuur. Nu kunnen de kruiden nog twee uur in het stoofvlees trekken.

    Ze is blij als ze ’s avonds thuis komt en haar zonen en schoondochter ziet. Het eten is klaar. Tafelen in gepalaver. De muren luisteren mee.

    De volgende ochtend sta ik als eerste op. Het is half negen. Wind en motregen. Geroosterd brood met kaas en hesp. Sterke koffie. Ik drink een tweede grote jat met veel suiker en melk.

    “Je moet eens naar de kapper gaan” zegt ze, wanneer ze een half uur later erbij komt zitten. Ze wil vandaag  ergens naartoe. Desnoods gaat ze alleen weg. Ik aarzel, bedenk, wankel in gedachten en…”Waarheen zullen we gaan?”

    Naar een museum?

    Te saai.

    De markt?

    Er is nog eten genoeg. Laten we een nieuwe regenton kopen.

    Oh ja. Een houten regenton. Maak je klaar en kam je haar. Ze straalt.

    Ik rijd. Ze kijkt verbaasd. Het gaspedaal staat rechts. Anavent, we zijn vertrokken met dertig kilometer per uur. Het moet nog wennen. Op de hoofdbaan wordt de snelheid stoutmoedig naar vijfenzestig gedreven en op de autostrade halen we een duizelingwekkende snelheid van honderd kilometer  per uur. Nog een wegomleiding, wat verkeerslichten, zien dat niets omver gereden wordt…kijk, een tuincentrum!

    Waar is de parking?

    Aan de overkant. We zijn er net niet voorbij.

    Opgelucht volg ik haar langs de automatisch opengaande deur.

    Namiddag: we zijn terug, doch zonder regenton. Het moest een houten zijn.

    De jongste zoon doet aikido in de tuin.  Het gaspedaal staat nu weer op nul. Op de tafel ligt het paradijs: een half uitgelezen boek, een ongelezen krant en wat eigen schriftuur om te verbeteren.

    Zal ik wat houtklompen klieven en het vuur aansteken?

    Doe dat.

    18-02-2009, 21:14 Geschreven door warket
    Reageren (0)

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    16-02-2009
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.zondag vijftien februari tweeduizend en negen

    8h: wakker worden met een maandagochtendgevoel op een zondag. Koffie met een witte pens. Daarna een sigaret in pyjama.

    9h30: ze scharen zich met een een slaapkop achter tv. Het zal nog een uur duren vooraleer ze zich omkleden.

    10h: ik scan het verleden en leg het vast op internet.

    12h10: ik blijf in de auto zitten als ze in het warenhuis gaat. De mensen die hier in en uit lopen…velen dragen een trainingsbroek. Er staat zelfs een coureur met schoenen zonder kousen aan en een helm op zijn kop. Sloddervossen op een zondagmiddag. We gaan brunchen.

       Brunch

    We huren een helicopter in New York.

       Dan ben je algauw honderd euro kwijt op een kwartier. Dan nog liever een bordeel.

    Da ga keineig worden. Twee dames op sittietrip in New York. Ik zou als een vlieg met hen willen mee reizen om er een kortverhaal over te schrijven.

    Hebt ge gehoord wat Greet zei?

       Neen.

    ‘Dan nemen we een vliegenmepper mee’.

       Ah Ja?

    16-02-2009, 21:57 Geschreven door warket
    Reageren (0)

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    14-02-2009
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.wandelstok

    Hij zit gevangen in iets dat hij niet begrijpt. Hij schaterlacht en soms is hij lastig. Hij is op een andere manier zichzelf. Ik was bang om hem te ontmoeten. Toen we in zijn kamer kwamen was hij er niet.

    Het was halfvier en volgens de verpleegster zou hij na de therapie, die tot vijftien uur duurde, nu op zijn kamer moeten zijn.

    Eerst ijsbeerden we benieuwd, dan in de gang tot Marcos besloot om hem te gaan zoeken.

        Ga eerst eens kijken in het cafetaria, misschien zit hij op café.

    Hij herkende mij niet meteen toen Marcos met hem uit de lift kwam.

    Langzamerhand besefte ik dat hij anders geworden is.

        Kunt ge opstaan en u voort bewegen?

    Hij grijpt mijn hand en we stappen twee meter verder. Dan laat ik hem los.

    We luisteren naar de onzin die hij vertelt en drinken met hem champagne.

        Eet u geen indigeste   met die praniles…we trekken streepjes op de muur.

    Hij schaterlacht…wij schaterlachen.

        Kom, we gaan op café.

    Als ik hem zijn jas aantrek is hij dicht bij mij en tiert hij:’ Ge stinkt naar den toebak’

    Eens buiten met hem kwam een jonge verpleegster aangelopen die zei dat het verboden was om zonder toestemming van de balie met een patient het pand te verlaten. Gelukkig bemiddelde vollemaan en stoven we verder.

    Ge ziet er goed uit, zegt kristjan.

    Hij glundert.

        Ik heb veel lieven gehad…lacht

    In het café doet iedereen zijn best om ons met een rolstoel binnen te laten. Dan neem ik afscheid van hem en zegt hij: ‘allee, het feest begint pas’. Daarna zegt hij mercie.

    Een paar dagen later verliest een kraai haar schraapsel, draait ze in scheervlucht  om en verliest ze bij het opstijgen opnieuw haar buit.

    In een berm kamperen zigeuners, lopen vrouwen in gevlochten haren met kinderen om zich heen.

    Ik kijk met smeltende sneeuw in mijn ogen. De kou kleeft aan mijn kin. Ik wil met een mes een wilgentak afsnijden en een wandelstok maken.

    14-02-2009, 18:46 Geschreven door warket
    Reageren (0)

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    07-02-2009
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.vraag me af

    In de werfbarak ligt snoepverpakking, staan koffiethermossen op twee goedkoop versleten tafels. De timmerlieden zitten met wollen mutsen op het dak. Ik zie door hun plastieken brooddozen dat ze van hun vrouwen boterhammen met kaas meekregen. Waarom altijd die Hollandse kaas? Jonger dan ik zijn ze heel vroeg in de ochtend vertrokken.

    Ik heb geleerd om mij alles af te vragen. Deze voormiddag schijnt een vreemd zonlicht over de stad. Toch vraag ik mij niet af waarom.

    Iemand fietst met een grijze haarlok vervreemd in zwart voorbij. Is het met opzet of zo?

    Kijk, daar begint het weer in dagelijksheid. Wat is de samenstelling van de inkt die deze woorden zichtbaar maakt, hoe maken ze een inktpot die betaalbaar blijft, waarom kiezen mooie vrouwen voor lelijke mannen?

    Geen zier weet ik van de dingen en neem het afvragen mee in het graf.

    Ik vraag me af waarom zovelen zich weinig afvragen en vraag me af of dat wel zo is.

    07-02-2009, 10:54 Geschreven door warket
    Reageren (2)

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    02-02-2009
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.straatsteenCé

    De Cé is een week geleden gecremeerd. Het was doodstil in de kerk toen ze hem binnen droegen. Er werd zelfs niet gekucht. Stef droeg mee de kist. Wij stonden achteraan in de zijbeuk. De kist werd bijgezet in het koor.

    Dan doorbrak een ijzig geluid de stilte. Undefined speelde life.

    Lowie heeft iets voorgelezen. Daarna is hij ineengestort.

    Cé zijn zus had ook iets te vertellen. Eerst trilde haar stem, dan werd ze zangerig en af en toe sprak ze tranen. Weinig dichters kunnen  zo’n  waarachtigheid evenaren.

    Voor ze hem buiten droegen gaf zijn ma hem nog gauw zijn pet mee. Daarna viel Stef in moeders armen. Hij had zich kranig gedragen.

    Vandaag ben ik thuis gebleven. Het is opnieuw beginnen sneeuwen. Nochtans is  het ijs aan het smelten en is de poolster zichtbaar. Het lijkt erop dat deze winter niet wil sterven.

    Het merelkoppel is terug gekeerd. Speels knisperen ze in een gewiekste vlucht naar de berk vlakbij de wilde haag waar ze overnachten. Ze planten zich elk jaar drie keer voort. Ze gedragen zich in het licht van lengende dagen.

    Wat u niet ziet is hoe ik met mijn rechterhand deze woorden schrijf terwijl mijn linkerhand het bloed dept dat uit mijn neusgat druipt.

    Vanavond eten we  rijst met kip, look en ananas.

    Nog iemand wijn?

    Neen. Ik wil straatstenen tellen.


             maandag 2 februari 2009

    02-02-2009, 21:24 Geschreven door warket
    Reageren (2)

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    Foto

    Over mijzelf
    Ik ben warket, en gebruik soms ook wel de schuilnaam warket.
    Ik ben een man en woon in de wereld (de wereld) en mijn beroep is zien bouwen.
    Ik ben geboren op 11/09/1954 en ben nu dus 70 jaar jong.
    Mijn hobby's zijn: vanalles.

    Archief
  • Alle berichten

    Mijn favorieten
  • website
  • kerima_ellouise
  • Kaatje Wharton
  • Marleen De Smet
  • fotos
  • warket

  • Foto

    Blog als favoriet !

    Foto

    Laatste commentaren
  • geen titel (maart)
        op verkeerde ochtend
  • Vele groetjes uit Zonhoven (sloefke)
        op droomwereld
  • ongetiteld (warket)
        op verkeerde ochtend
  • Ja inderdaad, (Michelly)
        op verkeerde ochtend
  • ongetiteld (warket)
        op zaterdag 21 maart
  • Gastenboek
  • groetjes terug
  • Groetjes.
  • fijne avond
  • vriendelijke groetjes van uit Tessenderlo
  • WANDELGROETJES UIT BORGLOON

    Druk oponderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek


    E-mail mij

    Druk op onderstaande knop om mij te e-mailen.


    Foto


    Blog tegen de regels? Meld het ons!
    Gratis blog op http://blog.seniorennet.be - SeniorenNet Blogs, eenvoudig, gratis en snel jouw eigen blog!