Zelden zijn de
dagen zo mooi geweest als deze. Eerst die grijze ochtend, dan zinderend
zonlicht en nu koelte. Ook de wind is mild.
Moest ik nu mijn haren laten groeien, het nooit meer kammen, me niet meer scheren
Ik hoor vogels
comunniceren zonder nadenken. Zij doen dat zingend. Het is onveranderd
gebleven.
hoe zou het zijn om met een onbekende samen te zijn
die nachtmaan en sterren opnieuw verenigt
hoe zou de ochtend zijn na enige tijd in sleur
en de winterdagen rond het vuur
zal zijzelf het hout aansteken of zal ik dat doen
gaat ze me aanklampen in de dagen die me nog resten
of ga ik ten onder in een laatste liefde
noma, noma
zonder fatsoen
|