verbruikte toekomst
Inhoud blog
  • droomwereld
  • spiegelscherven
  • voor een medemens
  • Lacjeaw
  • verkeerde ochtend
  • nietsnut
  • noma
  • bloemenvrouw
  • maart
  • nostalik
  • schemerschrift
  • vuur
  • zaterdag 21 maart
  • niksniksniks
  • zwerfvuil
  • luchtbelheiligen
  • coiffeur
  • hazenrug
  • speekselgeut
  • zondag vijftien februari tweeduizend en negen
  • wandelstok
  • vraag me af
  • straatsteenCé
  • vrijdag 16 januari 2009
  • lompenvrouw
  • brief
  • rugkeuvel
  • begin 2009
  • simpel
  • vrijdag 26 december 2008
  • ongetiteld
  • ouderschap
  • kil fluistert het weer
  • ongetiteld
  • Dinsdag 15 augustus 2006
  • dinsdag 2 december 2008
  • slapende mens
  • land in
  • amsterdam
  • 25 mei 2006
  • neushoorn
  • parijs
  • zwartwitteveetje
  • ongetiteld
  • zondag 9 november 2008
  • kijken
  • volrond
  • ma
  • heidenspraak
  • neig
  • donderdag 14 oktober 2004
  • dinsdag 11 april 2006
  • zondag 5 oktober 2008
  • blind
  • zondag 9 april 2006
  • zondag 28 september 2008
  • schuw
  • duimreuk
  • mountainbike
  • de laatste mens
  • konijnenvoer
  • demonen
  • bloedneus
  • in opgetroopte hemdsmouwen
  • helaas
  • geur
  • afscheid
  • litteraire droom
  • zondagnacht
  • ietwat verward
  • ze bijt
  • nachtvandaag
  • poken
  • nooit gestopt
  • hoe mijn leven begon
  • roi Albert
  • kilte dampt
  • windstoten
  • hoteldroom
  • flodder
  • papillon
  • tweeling
  • laatste dag
  • zwijg
  • piemonte
  • de lege uitgestrektheid der dingen
  • kostuum
  • onverzonden brief
  • regenboog
  • hoe- hoe ' erkoe
  • vrijheid
  • 1 juni 2008
  • aapneus
  • zeug
  • drie eigenzinnigen
  • katrien
  • ik en de wereld
  • nieuwjaar
  • italië
  • goulash
  • stalen vogels
  • fietstocht
  • ma
  • dertig april 2008
  • aardbei
  • repetitie
  • gele tulp
  • hommel
  • azuurblauwe morgen
  • roofvogel
  • zaterdag twaalf april 2008
  • Brussel
  • droomhuis
  • dampende mest
  • vrijdag 20 augustus 2004
  • schaduw
  • vraag me af
  • hapjetapje
  • bloemenvrouw
  • waterdame
  • caroline
  • mistig
  • donderdag 20 maart 2008
  • vreemd normaal
  • kijk
  • wanhoopsdaad
  • barman
  • dinsdag 4 maart 2008
  • ooit
  • vandaag
  • vandaag
  • verkoudheid
  • geboorte
  • gebroken spiegel
  • verzwegen
  • dinsdag 12 februari 2008
  • naartoe
  • sprekver...
  • sneeuw
  • aftakel
  • konijn
  • lichtwoorden
  • donderdag 24 januari 2008
  • toch
  • theo
  • weetik?
  • duet
  • striem
  • storm
  • geen hout meer
  • maandag 22 mei 2006
  • malschaduw
  • snolwijs
  • mal4
  • mal3
  • mal2
  • mal1
  • volkscafé
  • mosselfriet
  • verstotene
  • kerstavond2007
  • ontbijt
  • dialoog
  • sneeuw
  • vorst
  • evjeke
  • boerweg
  • 2late
  • frietketel
  • ik wil nog wel even
  • woestijnmensen
  • honds
  • onpoeet
  • onnozel
  • weeral hetzelfde
  • zondagsmarkt
  • poker
  • onzin
  • marcel
  • bouwvakkers
  • festijn
  • nog wat tijd
  • pint bier
  • jeke
  • droom1000
  • citeer
  • brunch
  • sjoukroet
  • schouwburg
  • onkruid
  • plvc
  • koeien
  • seizoen
  • witlicht
  • arlette
    Beoordeel dit blog
      Zeer goed
      Goed
      Voldoende
      Nog wat bijwerken
      Nog veel werk aan
     
    verbruikte toekomst
    03-09-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    03-09-2008, 21:48 Geschreven door warket
    Reageren (0)

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (1 Stemmen)
    30-08-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.bloedneus
    Ik herhaal. We zitten tezamen en eten pens met appelmoes.
    De zoon komt thuis.
    De hond kucht.
    Ik ruik het zweet aan mijn hand,
    bekijk een beeld met tieten en een navelbuik.
    De klokken luiden met voetstappen op de kassei.
    Zal ik nog wat klimop wieden of een fles 'Pineau Des Charantes' ontkurken voor ons twee?
    In deze warme windstilte snuit ik mijn neus
    en kijk in de zakdoek of er geen bloedsporen achterblijven.
    Zijbijmij vertelt over een vent.
    De zoon eet nog een pens.
    Een ruik aan de buitentafel en dan de ladder op.
    'Zou je niet beter het strijkijzer herstellen' vraagt ze nog.
        'Als het regent'.
    Zie deze tafel zo besmeurd
    met bloed, wijn en etensrest
    in nonchalance gepatineerd
    gedekt met herinneringen.
    Zijbijmij heeft een avondkleed aan gedaan en zit vlakbij.
    De chirurg komt in zijn luxewagen voorbij.
    De keffer blaft.

    30-08-2008, 21:15 Geschreven door warket
    Reageren (3)

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (1 Stemmen)
    29-08-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.in opgetroopte hemdsmouwen
    De dagen korten alweer. De boer begint te mesten. Alleen maïs blijft nog overeind.
    Wetende dat alles in een ogenblik gedaan kan zijn ben ik op een andere manier verbonden met de dingen. Het verleden speelt een rol en stilstaan, ja, dat wel.
    'Live the way you like' lees ik van een plastieken boodschappentas.
    Op mijn fietsklok is het 12h40. De hemel is dicht bewolkt. Het blijft droog. Ik rijd in zwart hemd met opgestroopte mouwen. De windtemperatuur is mild. Als je aandachtig kijkt beginnen boombladeren al stilaan te vergelen. In bermen zit nog bloeisel maar klaprozen zie ik niet meer. De seizoenen gaan zo snel.
    Onderweg zie ik twee tieners voorzichtig zoenen. Wat verder is er een frituur waar ze zelfgemaakt stoofvlees serveren.
    Het daglicht verheldert. Zo kan ik me beter oriënteren als ik van de weg dwaal. Ik verplaats me in een wereld waar meer dan zestig procent van de bevolking jonger is dan ik.
    Mijn soortelijk gewicht is nul-komma-nul in deze samenleving. Als ik dan al eens mijn bek open doe moet ik luidkeels aandacht vragen. Dan denken ze: 'Het is de warket maar'.
    Geen erg. Dat is een gans leven al zo geweest. En ja, wat is dit fragment dat ons leven is in een voortdurend veranderend tafereel dat zo onvoorspelbaar is. Waarschijnlijk heeft het iets met voortplanting en zelfbehoud te maken.

    29-08-2008, 21:01 Geschreven door warket
    Reageren (2)

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    22-08-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.helaas
    Inderdaad, de dingen zijn niet zo helaas zoals we ze inbeelden.
    Ik had er nooit over nagedacht dat beschrijving herhaling kan zijn.
    'Je schrijft weeral hetzelfde' zegt ze.
    Ik kijk naar haar rok, haar benen, haar hals en uiteindelijk in haar ogen.
    Ik ben het maar. De layaut kan me niks schelen. De wereld zoemt om ons heen.
    Nu ben ik zelfs mijn schrijfgerief vergeten op een veldweg.
    Niks erg, maandag raap ik het weer op.
    Het regent bijna voortdurend en toch is er een zonsondergang. Fantastich toch? 

    22-08-2008, 23:14 Geschreven door warket
    Reageren (0)

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 4/5 - (2 Stemmen)
    19-08-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.geur
    Mag ik aan je ruiken
    's nachts
    nu
     
    ja, gij
    ik ruik je
    in mijn slaap

    Je schrikt niet
    met die uitgestrekte armen
    voor mij
     
    ik ruik jouw nabijheid
    bij mij

    19-08-2008, 23:58 Geschreven door warket
    Reageren (0)

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (1 Stemmen)
    17-08-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.afscheid
    Luister naar de stad. De tafel is gedekt met de beste kazen, het glas invloedrijk gevuld.
    Mijn gastvrouw zit aan tafel,
    wuift twijfel.
    Met tussenpozen strijken zachte windvlagen om ons heen.
    Dan sterft het geluid, beweegt de tijd tot zijn einde.
    Stil glijdt de wind over tafel.
    Het gebladerte beweegt lichtschaduwen die zwijgen.
    De slaap moet me nog overkomen in een satijnen nachtgewaad dat wenkt op woelige golven,
    als een herinnering.
    Misschien zit ik hier tot in de ochtend, laaf ik slapeloosheid aan naasten.
    De gastvrouw toont hoe ik de lichten kan doven, wenkt mij nog voor de laatste woorden.
    Ik zal afscheid vergeten,
    in maanlicht slapen.

    17-08-2008, 21:24 Geschreven door warket
    Reageren (4)

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    16-08-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.litteraire droom
    Ik had in een bos, aangrenzend aan een kasteel, een boom gerooid. Omdat dit in de illegaliteit gebeurde besloot ik om als het donker werd de stam in stukken te zagen en met de stootkar naar huis te brengen. Rond middernacht was de klus geklaard en duwde ik langs een bospad mijn kar voor me uit. Ik werd verrast door een groep bedevaarders die dezelfde weg volgden.
    's Anderendaags werd ik op het kasteel ontboden. Tot mijn verbazing mocht ik aanschuiven aan een rijkelijk buffet. Ik werd zelfs verzocht om aan tafel plaats te nemen naast de kasteelvrouw. Ze vroeg me of ik mijn schrijfgerief meegebracht had. Het was de bedoeling dat ik het feest zou beschrijven voor haar overleden minnaar.
    Toen ik per vergissing van mijn inktpot dronk werd ik van tafel weggestuurd.
    Het was bijzonder moeilijk om de uitgang te vinden. Een doolhof van lege ruimtes en brede stenen trappen met hier en daar verdwenen treden. Een dame zonder gelaat opende een deur langswaar ik op een marktplein kwam. Ik herkende deze plaats. Er stonden grote luidsprekers waaruit gedichten klonken. Ik vroeg aan een toeschouwer waar de dichter was.
    'Die staat achter het stadhuis' antwoordde hij.
    In een zijsteeg achter het stadhuis zag ik Herman aan de microfoon.
    'Ik wil mijn publiek niet zien' zei hij.
    Herman was aan een pauze toe. Ik had een fles Cognac meegepikt uit het kasteel.
    'Ook een slok of ben je nog steeds af van de drank?' vroeg ik hem.
    Daarop graaide Herman de fles uit mijn handen en dronk ze in een teug leeg. Dan zeeg hij neer.
    Ik riep door de microfoon dat de voorstelling afgelopen was. Net toen ik me uit de voeten wou maken liep ik de burgemeester tegen het lijf.
    'Dit zullen we maandag bespreken' zei hij streng. 

    16-08-2008, 11:11 Geschreven door warket
    Reageren (0)

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    11-08-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.zondagnacht
    Mathilde
    is gegroeid in haar heelal
     
    een dronken wesp
    slaapt haar roes in een tafelkier
     
    nog wat nachtvlinders rond het kaarslicht
    de tafel wiebelt op muziek
     
    zelfs de grond beweegt
    of zou het een voetstap zijn die de aarde trilt?  

    11-08-2008, 01:04 Geschreven door warket
    Reageren (2)

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    04-08-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.ietwat verward
    chaotisch is dit
    alles ligt verspreid
    de tuin bezaaid met afval

    het hemelwater stroomt door het dak
    ik verpulver het gebinte
    in mijn vingers

    nu ook draagmuren
    kantelen in de storm
    verlaat ik niet dit pand

    ik heb een woonst beloofd

    beneden zitten twee knechten
    en een vogelverkoper
    met twee kanaries

    een ervan kan niet zingen
    maar heeft bonte veren
    reinig ik een vogelkooi

    en laat de kanarie vliegen
    in zijn vlucht

    de knechten werken
    zijbijmij zit op het dak
    en duikt

    het laken is nat
    ik ben nat
    halfdonker, het is nog maar tien voor vijf

    naakt sta ik voor de spiegel
    en schrik van mezelf

    04-08-2008, 23:42 Geschreven door warket
    Reageren (0)

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    03-08-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.ze bijt
    Voorlopig is de hittegolf voorbij.
    'De zwijgende meerderheid' zei ze vanmorgen tijdens een ontbijt. Gisteren kwamen Jean-Pierre en Christien toevallig voorbij. Ik zat aan de buitentafel dromerig te ruiken aan mijn hand.
       Kom erbij, maar steek uw hand niet uit want ze bijt.
    De hond?
       Neen, de tafel. Ze is nog nieuw. Jullie zien er goed uit. Een appelcider? Er zit maar twee graden alcohol in.
       Liever koffie op dit uur. Je bent vermagerd.
    Jean-Pierre en Christien zijn op zoek naar 'kapelletjes' op veldwegen die dit gehucht doorkruisen. Onvermijdelijk komen ze dan bij mij terecht want achteraan in de tuin staat een grote Jezus aan een kruis genageld naar de straatkant gericht. Toen we het huis kochten moesten we hem erbij nemen.
    Wat verder staat een kapel tegen de vallende ziekte en aan de lindenboom wordt gebeden tegen de plotselinge dood.
       Suiker en melk?
    Ja, graag.
       Witte of bruine suiker?
    Wit als hij vanuit Tienen komt.
    Jean-Pierre is iemand die wikt en weegt, geen witloof uit China koopt, matig drinkt (alleen maar voor de smaak) en tabak schuwt. Christien is op pré-pensioen maar ziet er nog altijd meisjesachtig uit.
    Dan gaan ze weg, ben ik hier als enige overgebleven. Hoe zou het in Palestina zijn?
    Voor alle zekerheid zoek ik naar de betekenis van 'werkelijkheid' in een woordenboek.
    Werkelijkheid blijkt de zintuiglijk waarneembare wereld te zijn waar iedereen het mee eens is. Dromen is de ongecontroleerde werkzaamheid van de geest tijdens de slaap. Zouden vogels soms dromen dat ze kunnen fietsen, vraag ik mij dan af.

    03-08-2008, 18:10 Geschreven door warket
    Reageren (0)

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 2/5 - (1 Stemmen)
    02-08-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.nachtvandaag

    het is nacht vandaag
    stil en vroeg
    in dit schrijfsel
    ik ben het maar
    lees dit, smeek ik U

    02-08-2008, 23:33 Geschreven door warket
    Reageren (0)

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    29-07-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.poken

    De vrouw pookt de stoof. Overschot van het avondmaal pruttelt op de hete plaat. Een van hen heeft de weerwolf gezien. Telkens vertelt hij hetzelfde verhaal. Een ander heeft het over de scharensliep die in het rijpe korenveld huist. De winter heeft hem verjaagd.
    Er klopt iets niet, zou mijn grootvader  gezegd hebben moest ik hem verteld hebben dat de patatten in zijn bord uit China komen en de Chinezen ons witloof eten, dat we niet meer knielen voor de natuur, dat we zoveel meer kennis vergaard hebben zonder er iets mee te doen, dat we comfortabel leven en er desnoods voor zullen vechten om het in stand te houden. Hij zou het niet begrepen hebben moest ik hem verteld hebben dat we  mekaar zomaar voorbij lopen en ervoor zorgen dat er geen hondenpoep blijft liggen, dat je een zebrapad opzoekt om de straat over te steken. Over het weer wordt nog gepraat al gaat dat steevast over wegsmeltende poolkappen en gletsjers. Ik schrijf het met enige nostalgie zonder zwaarmoedig te kijken naar een toekomst die geregeerd wordt door een stelletje hypocrieten waar industriebaronnen en filmacteurs het presidentschap mogen verdienen, waar democratie bezworen wordt met een klamme hand op de bijbel gedrukt als een glimlach van God. Het is niet het gegeven dat irriteert maar wel dat je er niets aan kunt doen. Wat mij bedroeft is dat in Amerika een wetsvoorstel ingediend werd dat het dragen van laaghangende jeansbroeken strafbaar maakt. Geen slipjes meer tot net boven het schaamhaar. Vrouwelijke welvingen zijn onzedig geworden. Ik beitel ze dan maar uit een zwerfsteen en sleur hem mee in het restant van mijn bestaan.

    De zon schijnt en plots begint het te regenen. Een glinsterend watergordijn in zonnestralen op de rand van een wolkbreuk. Luttele minuten later overtrekt het en gutst de regen als een waterval op de binnenkoer. Ik sta ernaar te kijken vanuit de deuropening tot het al even onverwacht opklaart en het water verdampt in de zon. Het is een zeldzaam teken. Ik word daar gelukkig van.

    Wie wil een gebakken haring van mij?

    Menslief, het is bijna kerstmis zeggen ze nu. Gauw de koer opruimen en de lege flessen weg. Het stof van de vensterbank blazen en de tafel sieren. Tijd te kort om alles gedaan te krijgen. Trappistenbier hier klinkt het in de oren. Geen kruimel gaat verloren in het gekletter van leeggoed. Ze hebben altijd verteld dat kerstmis een feest van heiligen en niet van heidenen is.

    Ach zo, schrijf ik in mijn moedertaal. Ik eet een rauwe varkenspens. Ik verdun de mast van de parasol met raspend schuurpapier totdat hij open gaat.

    Wat gaan jullie doen vanavond?
       We gaan iets koken.
    Bij haar of bij ons?
       Bij haar.
    Toen we uw leeftijd hadden bakten we een brood voor kerstavond en gingen we wandelen in de nacht.
    Het wordt tijd om een fles wijn uit de kelder te halen
    en buiten leeg te drinken.

    De klokken luiden. Binnen ruikt het naar soep. Proef eens. We dansen daarna kousloos met sandalen aan in een verschroeiend graag zien. De kans is groot dat we beiden oud worden zonder verloren tijd te moeten inhalen. Het is koud en stil geworden in mijn oren

    29-07-2008, 21:37 Geschreven door warket
    Reageren (1)

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    26-07-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.nooit gestopt
    ’s Middags ging ik samen met een vriend langs een verlaten fabriek tussen het puin zitten. Verscholen voor de buitenwereld zaten we dan te filosoferen over een abstract toekomstig leven.
    En toen heb ik haar ontmoet in een dans op een kermisbal. Ze was vijftien.
    Was het haar lijfgeur of die aarzelende verlangende ogen die me bekoorden?
    Die nacht kon ik de slaap niet vatten. Ik zou vechten als een leeuw om haar gratie te verdienen. Ik bad tot de sterrenhemel, smeekte de maan en doolde rond tot ik haar opnieuw zag. Achter de kerkmuur kuste ik haar voor het eerst op de mond in een eeuwigdurende tongzoen. Vanaf dan wist ik dat we tezamen zouden blijven. Nu nog bestaat ze als liefde in mij, herinnert ze mij aan die eerste tederheid die mij als een blinde adelaar deed ontwaken. Ik begon te schrijven.
    Sindsdien ben ik met schrijven, net zoals met roken, nooit gestopt.

    Enige tijd later moest ik noodgedwongen in Duitsland mijn legerdienst vervullen. Aanvankelijk spraken de discipline van regelmaat en de fysieke inspanningen mij aan. Ik kon echter geen militair gezag verdragen en begon mij te verzetten tegen de waarden die een militaire gemeenschap hoog in het vaandel draagt. Na een weekend desertie en opeenvolgende oproermakende incidenten belandde ik met eindejaarsavond achter de tralies.
    Overmand door onmacht, opgesloten als een dier voor een daad dat niet eens een misdaad was, las ik de in het pleisterwerk gekerfde geschriften van mijn voorgangers steeds opnieuw tot mijn gedachten zich samenbalden in een schreeuw. Ik had de wortels van het anarchisme ontdekt. Geen enkel gezag zou ik nog aanvaarden. Deze wereld behoorde mij toe, mijn eigen wereld.
    ‘Gelukkig nieuwjaar mijn liefste, ze weten niet wat ze doen’, kerfde ik met een lepelsteel in de muur. Het was een begin van een dagboek dat nooit zou eindigen
    .

     


    26-07-2008, 13:46 Geschreven door warket
    Reageren (0)

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    23-07-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.hoe mijn leven begon

    CURRICULUM VITAE

     

     

     

     

    ik hoor, voel haar hart bewegen

    en glijd de bevrijding tegemoet

     

    vanaf nu ga ik een mens worden,

    word ik door de wereld opgeslokt

     

    uit het water

    heb ik afscheid genomen

    van wat ik me niet meer herinneren kan

     

     

     

     

     

                                                                                                  september 1954

     

    Ik ben geboren op een bovenkamer in een doodlopende straat vlakbij het station. Naar verluidt was de huisdokter een kettingroker.
    ‘Lowie en Hilda hebben een zoon’, klonk het de dag nadien in het dorpscafé.
    Mijn  vader was schrijnwerker. Winter en zomer fietste hij elke dag naar zijn atelier in het nabijgelegen dorp.
    We woonden boven in het grootouderhuis op twee kamers. Aan de zoldertrap was een keukentje van drie meter op twee. Er ging een steile trap naar beneden waar mijn grootouders woonden.
    Mijn grootvader was een smid en mijn grootmoeder naaister.
    De smidse had iets betoverend. Er was een grote houten rolpoort die uitgaf op de binnenkoer. Ze was eveneens toegankelijk langs het waskot.
    In de buitenmuur ontbrak een steen. Wanneer ik de smidse niet binnen mocht als mijn grootvader met snijbranders werkte, kon ik langs die opening naar binnen gluren.
    Over de lengte van de werkbank bevond zich een serrenraam dat zodanig door stof en roet aangeslagen werd dat het nauwelijks lichtdoorlatend bleef. Soms mocht ik het vuur aanwakkeren en keek dan toe hoe de smeedhamer het gloeiend staal verpletterde op het aambeeld.
    Net zoals de smidse waren de kelder en de zolder mijn eerste magische ruimten die ik zelden alleen mocht betreden vanwege de voor een kind onzichtbare gevaren die er sluimerden: het smidsvuur, de kelder- en de zoldertrap. Net dat maakte mij nieuwsgierig.
    Toen ik de leeftijd bereikte om katachtig trappen op en af te klimmen had mijn grootmoeder de gewoonte om, als ik kattenkwaad uitgespookt had, me voor enige tijd in de kelder op te sluiten. Dat was voor mij de kans om dat onderaards hol te verkennen.
    Een gemetste trap daalde naar een gewelfde spelonk met een aarden vloer van zeven op zeven meter. Ik hield van de paddenstoelengeur die er heerste. Mijn grootvader had er jaren voordien nog als bijverdienste champignons gekweekt. Aan de witgekalkte muur naast de trap hingen houten rekken volgestapeld met winterfruit. Onder het keldergat stond een spinde met een deur uit muggenzift gemaakt. Die moest als koelkast dienen. Daar zat ik dan in mijn ondergronds hof van Eden.
    Toen mijn grootmoeder later de afgeknaagde fruitresten in een hoekje ontdekte heeft ze de kelderstraf afgeschaft.
    In die tijd heb ik mijn vader zelden gezien. Hij bouwde voor en na de werkuren samen met zijn vader en twee metsers ons huis. Zo ging dat in die naoorlogse tijd. De nieuwe woonst verrees op een lap grond vlak naast een perceel grenzend aan het huis van zijn ouders. In die tijd was de Achtbundersstraat nog schaars bewoond.
    Ik herinner mij nog de eerste dagen in ons nieuw huis. Er hing een kille verfgeur. We hadden nog geen binnendeuren.
    Een badkamer was er wel. Een ruimte van vijf vierkante meter met een douche en lavabo. Dat is altijd zo gebleven.
    Ze werd verwarmd met een metalen paraboolschotel met in het midden een omwikkelde porseleinen spoel die roodgloeiend werd wanneer de stekker in het stopcontact gestoken werd.
    Het huis had een kleine en twee grote slaapkamers, een salon, eetplaats en een keuken. Achteraan was er een serretje dat toegang verleende tot de binnenkoer en het waskot. We hadden ook een buitentoilet met beerput en krantenpapier. Mij maakte het niet veel uit want ik kakte nog steeds buiten op een vel krantenpapier.
    Links van de tuin, die toen niets meer dan een lap braakliggende vruchtbare grond voorstelde,  bevond zich het atelier van mijn vader. Rechts woonden Marieke en Remy die kinderloos bleven.
    Achteraan lag landbouwgrond die zich uitstrekte tot Sterrebeekbos.
    Het duurde niet lang of mijn vader besloot een kippenren te bouwen over de helft van het braakliggend terrein. De andere helft moest dienen als groentetuin en een smalle reep gazon met laagstammige fruitbomen.
    Midden in het kippenren stond op een paal een duivenhok waarin vier witte duiven hun intrek hadden genomen. Dat werd mijn vierde magische ruimte. Als mijn vader thuis was smeekte ik hem om me tot aan het duivenhok te tillen zodat ik door de boogvormige poortjes kon zien of ze thuis waren.
    In het salon en de grote slaapkamer hadden we kolenkachels die zelden aangestoken werden vanwege een slecht functionerende schouw. In de eetplaats stond het fornuis dat mijn moeder ’s winters elke ochtend een uur voor we uit bed kwamen aanwakkerde. Alle aanpalende deuren bleven dan gesloten om de warmte binnen te houden. De eetplaats werd leefplaats en tevens ziekenboeg tijdens kinderziekten. Pas in het midden van de jaren zestig heeft mijn vader met zijn broer een centrale verwarming aangelegd.
    Toen ik naar de kleuterklas moest was dat een ramp. Voor de eerste keer in mijn leven voelde ik me verlaten.
    De eerste dag liep ik weg van school. Ze vonden me algauw in het dorp op de dool. Mijn moeder werd erbij gehaald waarna ik opnieuw opgesloten werd achter die verschrikkelijke schoolpoort.
    Ik had ook een broer die een jaar jonger was.
    Door de zwakke gezondheid van mijn moeder verbleven mijn broer en ik vaak bij mijn grootmoeder, vooral nadat mijn grootvader op jonge leeftijd stierf.
    Voor het eerst zag ik een lijk en liep ik als jong familielid mee in de stoet.
    Het was gezellig om bij Bobonne (zo noemden we mijn grootmoeder) op vakantie te gaan.
    Overdag plukten we de rijpste aardbeien uit de tuin en aten die dan op met griessuiker. ’s Avonds speelden we tot het donker werd huisjes bouwen met de kaarten. Daarna deed Bobonne alle lichten uit en gingen we naar bed, met Bobonne in het midden.
    Ik had ook een nonkel. We noemden hem de oude. Hij was vrijgezel en halfdoof. Elke zondag kwam hij eten bij Bobonne. Hij zat daar telkens voor het middaguur aan de keukentafel op zijn toegeëigende plaats. De keuken lag achterin en diende tevens als waskot en bergplaats.
    Aan diezelfde tafel werden tijdens feestdagen avondlijke elexiers gedronken, tenminste, als de oude erbij was. Dan vertelde hij over Amerika waar hij geweest was of over weerwolven uit zijn kindertijd. Hij had nog echte indianen gezien en achter dwaallichten gezeten.
    Bobonne ging elke woensdag bij hem kuisen. Mijn broer en ik mochten mee.
    In het salon stond een stoel in gekrakeeld leer en een eiken tafel met op de kast een stenen geneverkruik. Die plaats mochten we niet betreden. Daar lagen de sacramenten van de oude om Gods vloek met een vierkante te verbannen.
    In de lagere school noemden ze me de Flurk. Ik was een dromer. De leraar had mijn vader hierover aangesproken en gezegd dat ik te verstrooid was in de klas.

    Ik maakte papieren vliegers en houten zwaarden. Mijn schuilplaatsen (die ik mijn kampen noemde) kan ik zo terug vinden in het bos.
    Ivanhoe, Zorro, Winitou,…waren mijn helden die ik op alle mogelijke manieren imiteerde.

    In die periode begon ik ook te experimenteren met benzine en terpentijn. Het mengsel moest als brandstof dienen voor de stuwraket die ik bouwde in het atelier van mijn vader. Toen dat project mislukte begon ik kikkervisjes te kweken vanuit een nabijgelegen poel.
    Thuis hadden we geen TV. Mijn vader had wel een transistorradio gekocht in de dorpswinkel. Een roodbruin robuust toestel van Duitse makelij dat stond voor kwaliteit. Op zondag fietsten we na het middageten naar het bos en luisterden dan liggend in het gras naar de muziek die onze portatif te bieden had. Jaren later zou mijn vader zich laten overhalen om een zwart-wit tv aan te schaffen waarmee we vier zenders konden ontvangen. Gekluisterd aan het beeld in het pikkedonker zagen we de Congolezen vechten voor onafhankelijkheid. Zelfs naar het testbeeld werd gekeken.
    Midden in de jaren zestig vond mijn vader dat het tijd werd dat ik een stiel zou leren. De oude schoolkameraden zwermden als jonge bijen uit het nest. De ene wou plaatslager worden, de ander loodgieter, sommigen automecanicien en de slimsten van de klas gingen naar de humaniora. Ik trok naar Leuven en ging voor houtbewerking.
    Als twaalfjarige mocht ik nu voor het eerst zelfstandig naar de stad.  Het was een schril contrast met het plattelandsdorp waar ik opgegroeide. Elke dag pendelen met de bus tot aan het Fochplein was op zich al een beleving. Het duurde niet lang of ik stapte af aan het station om dan verder te voet langs de Bondgenotenlaan te gaan. Halfweg kocht ik een croissant en at die telkens aan dezelfde zitbank op. Tijdens de drie kwartier durende busrit leerde ik twee meisjes kennen die ouder waren dan ik. Ze hadden dezelfde eindbestemming. Elke ochtend zaten we tezamen op een arduinen dorpel aan de Sint-Pieterskerk tot net voor schooltijd. Dan ging elkeen zijn eigen weg. Een van hen leerde mij sigaretten roken. Sindsdien ben ik nooit meer gestopt.
    De bengel in mij begon te verdwijnen. Het was mei 68. 

    Studentenprotesten, de Beatles, het feminisme, de provo’s, Black Power,…
    In Frankrijk braken straatgevechten uit tegen de politie, gevolgd door een algemene staking van studenten en twee derde van de arbeidersbevolking. Het parlement werd ontbonden. Het woord flic werd voor het eerst gebruikt.
    Het communisme en anarchisme werden populair. Velen zagen hierin een gelegenheid om ‘de gevestigde maatschappij’ door elkaar te schudden. Jean-Paul Sartre was hiervan een boegbeeld.
    In Tsjchoslowakije was er de Praagse lente en in België staakten de studenten in Leuven tegen de Franstalige invloed in de universiteit.
    Ik stapte stiekem mee in studentenbetogingen zonder te begrijpen waartegen ze precies revolteerden. Het was me om de spanning en de waterkanonnen te doen.
    Begin jaren zeventig kwam ik in Brussel terecht om er bouwkunde te gaan studeren. In die periode experimenteerde ik met alles wat ik kon vast krijgen. Het werd een benevelde periode waarin ik koorddansend het ene zwijn na het andere uit de rapen joeg.
    Ik liet mijn haren groeien, trok liftend naar Amsterdam, wou in een commune gaan wonen en werd zo langzamerhand de drop-out in de familie tot grote ergernis van mijn ouders die er niets van begrepen.
    Elke dag liep ik langs de rue de Midi heen en weer van Zuid naar Noord. Ik bleef telkens voor dezelfde vitrines staan.
    Zo was er de Aziatische winkel met zijn bronzen beelden, de tekenwinkel waar een schilderspalet stond uitgestald en de stock Americain die ik regelmatig bezocht zonder iets te kopen want thuis waren ze karig met zakgeld. Door mijn dagelijkse voettocht kon ik het tramgeld dat ik thuis kreeg aan andere dingen besteden.
    ’s Middags ging ik samen met een vriend langs een verlaten fabriek tussen het puin zitten. Verscholen voor de buitenwereld zaten we dan te filosoferen over een abstract toekomstig leven.

    http://eddie.keyaerts.eu/verbruiktetoekomstboek_clip_image003.jpg

    23-07-2008, 23:19 Geschreven door warket
    Reageren (2)

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    21-07-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.roi Albert
    Ik kan er niets aan doen,
    ik geniet van dit grillig weer,
    met opgestroopte hemdsmouwen
    aan mijn tafel onder een parasol
    in wind en kletterende regen.


    Een nationale feestdag is het vandaag
    in Belgenland.
    De straaljagers moeten nog overvliegen
    met de toespraak van roi Albert
    op deze betaalde feestdag.


    Krampachtig probeer ik van mijn schrijfsel
    een gedicht te maken,
    woorden en zinnen in een vergeetput te gooien,
    maar dat lukt niet eens
    omdat elk woord mij te kostbaar is
    als het geschreven is.


    Mijn gom is na een jaar versleten
    tot vijf centimeter lang
    na al die beklaaglijke woorden
    die niet meer bestaan


    Laat de soldaten nu maar marcheren
    in dit regenweer
    .

    21-07-2008, 15:51 Geschreven door warket
    Reageren (0)

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    14-07-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.kilte dampt

    halfweg slaat de bliksem in
    hij licht rimpels van mijn handen op
    in vloeiende regen

    een plotselinge dood
    zou het leven niet waardig zijn
    moest ze te vermijden zijn

    ik vraag me af
    waarom vogels
    nog op de vlucht slaan voor mij

    morgen regent de zon

    Vanwaar komt die kilte vandaan?
    Mijn adem dampt.

    14-07-2008, 21:55 Geschreven door warket
    Reageren (1)

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (1 Stemmen)
    07-07-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.windstoten

    Van dit potlood rest nog een duim lang
    genoeg om dit te schrijven
    tot mijn vingers verkrampen
    in een laatste houvast.

    Vandaag speelde regen met de zon
    raakten regenbogen de grond
    in wilde zoete windvlagen

    Zelfs mijn plasstraal
    in haast glijdend water
    aan de zijkant van de weg
    had iets sierlijks in het tegenlicht
    .

    Vandaag ben ik nog niet binnen geweest.
    Waai maar de kilte door mijn lijf
    .

    07-07-2008, 22:36 Geschreven door warket
    Reageren (0)

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    05-07-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.hoteldroom

    Ik liep door een vreemde stad waar ik met kennissen zou logeren in een hotel. De omgeving kwam me vaag bekend voor. Toch kon ik me nergens situeren.
    Het was zomer. Ik liep langs hellende straten omdat ik wist dat het hotel zich ergens op een plateau bevond.
    Mijn kostuum was besmeurd met modder uit de vorige nacht.
    De mensen op straat keken me wantrouwig aan. Iedereen kende hier iedereen. Ik was een vreemdeling.
    Soms nam ik een looppas, niet uit gehaastheid maar omdat het prettig was. Een vrouw keek me spottend na.
    Toen het vooravond werd ging ik in een café de weg vragen. Ik bleek vlakbij mijn bestemming te zijn.
    Voor ik naar buiten ging schudde een vieze vent mij de hand. Er bleef stinkend slijm aan mijn vingers kleven. Hij schaterlachte als iemand die denkt een geslaagde grap verteld te hebben.
    Het slijm stolde meteen zodat ik het met een zakmes van mijn huid moest schrapen.
    Mijn kennissen stonden me in de balie van het hotel op te wachten.
    Ik herkende mijn broer, zus en mijn oudste zoon die opnieuw een peuter bleek te zijn en mij tot mijn groot spijt negeerde.
    Mijn vader was er ook. Hij was fel verouderd en kreupel geworden.
    Steunend op een kruk keek hij me streng aan en vroeg: ‘Waar komen die moddervlekken op je kostuum vandaan?’
    Ik had mijn familie lange tijd niet meer gezien. Mijn broer had al die tijd voor mijn zoon gezorgd. Mijn moeder was inmiddels overleden.
    ‘Dat is jouw schuld’ snauwde mijn vader.
    Toen ik naar mijn jongste zoon vroeg bleek die net zoals ik op de dool te zijn.
    In de hotelkamer zat mijn vrouw op een matras de bagage uit te pakken. Ze had een vriend die naast haar lag te slapen.
    ‘Ik heb je gehoorapparaten meegebracht’ was het enige dat ze zei.
    Overal lagen matrassen. We sliepen allemaal op dezelfde kamer.
    Toen ik mijn zoon bij mij wou nemen gebiedde mijn broer me hem gerust te laten. Hij was vervreemd van mij. Ik besloot dan maar om weg te gaan.
    In de lift liep het mis. De deur ging niet helemaal dicht.
    Ik begon met mijn zakmes aan de hengsels te peuteren. Plots kwam ze helemaal los waarna de lift een halve meter zakte. Ik kon er nog net uit klimmen.
    Dan kwam er een echtpaar in de gang dat aanstalten maakte om de lift te gebruiken. Ik wou hen nog waarschuwen voor het gevaar, maar was te laat. Ze donderden met de liftkooi naar beneden.
    Aan de uitgang van het hotel kwam ik een verpleegster tegen. Ik herkende haar meteen.
    Ze wou weten of die wrat op mijn voet genezen was.
    Gegeneerd om de zweetgeur deed ik mijn schoeisel uit. Meteen begon ze als een kat aan mijn voet te likken.
    ‘Ga binnen eens kijken, ik denk dat er gewonden in de liftput liggen’ zei ik nog alvorens verder te gaan.
    De straten waren verlaten. Het was nacht.
    Ik liep op mijn blote voeten over een kasseiweg. Ik begon in het oranje schijnsel van de straatverlichting met mijn zakmes onkruid uit de voegen van de straatstenen te peuteren. Het voelde aan als een aangename en tevens nuttige bezigheid.
    Zodoende kwam ik nonchalant op een binnenkoer terecht en begon daar eveneens onkruid te wieden tot drie mannen met lange baarden buiten kwamen en me aanmaanden hun eigendom te verlaten. Ik kon nog net een glimp opvangen van een beeldschone vrouw in wit nachtgewaad die me vanuit de deuropening wenkte. Ik voelde pure liefde.
    Ik wou terug naar het hotel om mijn schoenen aan te trekken en haar te bevrijden.
    Onderweg begon de hemel op te flitsen. Sterren gingen in cirkels draaien en balden samen in explosies. Er kwam stof neer dat naar zwavel rook. De grond trilde en scheurde open in een oorverdovend lawaai. Ik wist zeker dat dit het einde van de wereld was.

    nu wordt ik wakker, badend in het zweet, voel haar schoot
    langs  het dakvenster begint de vroege ochtend te verschijnen
    het is halflicht
    een andere realiteit

    05-07-2008, 19:48 Geschreven door warket
    Reageren (0)

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    02-07-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.flodder
    Papa, kom eens kijken,
    wat vind jij van die kleuren?
        Ik zou de muren in turquoise willen
        en de vloer in donkergroen
    Ik ben het beu die kranten van jou te lezen.,Je wordt een anarchist.
        Ben ik altijd geweest.
    Uit de apothekerskast haal ik een doodsprent van een schamele vriend en bedenk dat...
    woorden pijn kunnen doen
    en ook strelen
    maar dat is nooit genoeg geweest
    als de schrijver is verdwenen.

    Ik weet wat ik lief heb
    er zijn geen vragen noch vervolmaking meer.
    Een stem vult maar de ruimte
    van het onuitgesprokene.

    Wat ik niet wil weten
    is waarom merels blijven fluiten
    tot het donker wordt.

    02-07-2008, 22:29 Geschreven door warket
    Reageren (0)

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    01-07-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.papillon

    voor een keer heb ik voorgenomen niets te beschrijven
    en voor me uit te kijken
    tot ik een potlood in een speerpunt slijp

    de insecten zijn met het tegenlicht verdwenen
    avond valt met uitdeinende vogelzang
    uiteindelijk zal mensenlawaai
    nog voor het nacht is verdwijnen

    ook het struikgewas en bomen gaan zwijgen
    er is geen wind

    zal de mot straks rond het kaarslicht verschijnen
    zodat ik onvermijdelijk toekijk
    hoe ze haar perkamenten vleugels verbrandt

    of zal ik gaan slapen
    en in dromen verder leven

    neen,
    uiteindelijk steek ik de kaarsen aan
    en doe mijn gehoorapparaten uit

    nu ben ik doof
    er is geen wind
    de vogels slapen nu
    het is stil
    niks beweegt

    01-07-2008, 00:17 Geschreven door warket
    Reageren (1)

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    Foto

    Over mijzelf
    Ik ben warket, en gebruik soms ook wel de schuilnaam warket.
    Ik ben een man en woon in de wereld (de wereld) en mijn beroep is zien bouwen.
    Ik ben geboren op 11/09/1954 en ben nu dus 69 jaar jong.
    Mijn hobby's zijn: vanalles.

    Archief
  • Alle berichten

    Mijn favorieten
  • website
  • kerima_ellouise
  • Kaatje Wharton
  • Marleen De Smet
  • fotos
  • warket

  • Foto

    Blog als favoriet !

    Foto

    Laatste commentaren
  • geen titel (maart)
        op verkeerde ochtend
  • Vele groetjes uit Zonhoven (sloefke)
        op droomwereld
  • ongetiteld (warket)
        op verkeerde ochtend
  • Ja inderdaad, (Michelly)
        op verkeerde ochtend
  • ongetiteld (warket)
        op zaterdag 21 maart
  • Gastenboek
  • groetjes terug
  • Groetjes.
  • fijne avond
  • vriendelijke groetjes van uit Tessenderlo
  • WANDELGROETJES UIT BORGLOON

    Druk oponderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek


    E-mail mij

    Druk op onderstaande knop om mij te e-mailen.


    Foto


    Blog tegen de regels? Meld het ons!
    Gratis blog op http://blog.seniorennet.be - SeniorenNet Blogs, eenvoudig, gratis en snel jouw eigen blog!