We zitten in een barbaarse gezelligheid op het terras. Verscholen voor een matige regenbui heeft ze een deken over zich heen gelegd. Aperitieven met een fles Pineau des Charents van Jules Gautret. Pas maintenant chérie. Ze leest, ik schrijf. Wat een geluk hier niet te moeten zitten in een achterkamertje van een krap appartement in Sint-Jans-Molenbeek zoals Sher Nazar. Afghaan zijn land ontvlucht. De wereld wordt te klein.xml:namespace prefix = o ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:office" />
De vlinderplant is een en al verlatenheid bij deze nattigheid. Waar zouden die vlinders nu schuilen, of sterven ze bij elke regendag een gelukkige dood?
Geen zin om naar hapje-tapje te gaan? Dat hapje-tapje zit er wel in. Samen de wereld zien. Kom, we zijn weg van hier. Genoeg sur place vandaag.
Op hapje-tapje schuiven we mee in de stoet. Je riekt van dichtbij de miasmen van halfvergane parfums. Een jonge vrouw vanuit tegenovergestelde richting vraagt of de sardienen die ik eet warm of koud zijn. Ik kan haar adem voelen. Ik antwoord: ze zijn lauw. Ze lacht terwijl ze vooruit geduwd wordt door de menigte die in duizenden gedaantes gluurt naar het schoonste en het lelijkste.
Als een zwerfkat rond dolen in de stad, kijken naar de leefstijl, de Haute couture opsnuiven. De terrasjes zitten vol. A la anima et di corpo.
|