Uitgeslapen, hondestronten opgeruimd, stenen plinten hersteld, leeggoed weg gedaan,
een halve kilo gehakt gekocht, hout gekliefd, een fles sterk wijwater gekocht voor morgen
op de brunch, de vloer gedwijld, de vorm van mijn boek wat bijgewerkt, de vuilbak leeg gemaakt,
tanden gepoetst, oksels en geslachtsdelen gewassen met heet water, haar gekamd, niet geschoren,
eten klaar gemaakt, keukenafval op de mesthoop,...en voor de rest onder de parasol in motregen
gezeten, schreeuw ik zacht: genoeg gewerkt op een zaterdag!
Nu dansen we in een ritme van een-twee-drie-hop. Eerst zacht tot het levenssap uit onze gestrengde
vingers druipt.
Zeg niks men liefste en laat me in een pauze aan mijn vingers rieken. Daarna dansen we wellustig
in schemerlicht verder op dit plaveisel en wil ik een prins zijn die verschijnt in uw mooiste
dromen, uw schouder zacht aanraken zonder dat ge de eelt op mijn vingers voelt.
Omhels me met je ogen tot laat in de nacht.