Circus Ronaldo had zijn tenten opgezet. De inkomhal was gedrapeerd met bordeaurood fluweel. Er was een kleine bar. Op de toog lag een boek waarvan de inhoud mij zo bekoorde dat ik het meteen wou kopen. In de tent was een decor opgebouwd. Achteraan stond een orgel. In het midden hing een enorme luchter met gedoofde kaarsen. Toen de voorstelling begon ging het licht uit. Aan een tafel werd een kaars aangestoken en klom een man als een acrobaat in de luchter en stak hij daar ook de kaarsen aan. Dan begon het spectakel dat in feite een tweemanstoneelstuk was, maar dan ongesproken. Uit het publiek werden twee figuranten gekozen. Die zaten heel de voorstelling aan een houten tafel. De mimiek van de acteurs was zo goed, dat woorden hun spel zouden breken. Vanuit het samengeschoolde publiek op de banken klonk vrolijk gelach. Ik besefte plots hoe artistiek die woonwagenbewoners zoveel mensen konden vermaken. Na de voorstelling keek ik opnieuw in het boek. Toen ik het wilde terug leggen stond ik oog in oog met een beeldschone vrouw. Onze ogen raakten heel even elkaar. Ze wou ook het boek inkijken. Ik zag hoe zacht ze met haar slanke handen erin bladerde. Met een in zichzelf gekeerde glimlach stond ze stil in de mensenstroom te lezen. Ik had het gevoel dat ik haar eerder al had ontmoet. Ik wou haar alleenzijn niet verstoren en ging verder, door de mist naar twee geliefden. Hoe mooi zou ze geweest zijn, moest ze in de atmosfeer van die avond, de marmeren trappen van een kasteel afdalen.
|