Wauw, zeg. Is me dat even wennen aan die blog.seniorennet. Het is net of ik vanuit een landelijk dorp in een grootstad terecht gekomen ben. Het zijn mijn eerste woorden hier op dit virtueel blad papier. Laten we maar meteen beginnen. Alhoewel, veel heb ik vandaag niet te vertellen want ik heb de godganse dag met griep in bed gelegen. Dat was jaren geleden. Nu ik wakker ben gaat zij slapen. Vandaag was een omgekeerde dag en vannacht zal het niet anders zijn. Mijn oren suizen. Dan vertel ik maar iets over temps passé:
woensdag 4 mei:
Ik kon niet wachten en ben gisterennamiddag reeds vertrokken.
Heb in Zoersel buiten geslapen. Daarna tot bijna in Tilburg gefietst en tent
opgezet in bos. De tent is net groot genoeg voor een persoon in foeutushouding.
Het is nog niet donker als ik in slaap val.
donderdag 5 mei:
Het was koud vannacht. Bij het krieken van de dag vertrokken
naar Tilburg. Niks bijzonders met die stad. Lelijke appartementsgebouwen en
geen monumenten.
Van Tilburg naar Waalwijk. Deze kleine stad heeft iets: op een binnenplein is
een eetcafé waar ze uitsmijter roastbeef en lekkere koffie serveren. Dat doet
deugd. Ondertussen is het elf uur en ben ik op weg naar s'Hertogenbosch. Het
loopt langs een breed fietspad doorkruist met kleine waterlopen. De zon heeft
de kou verdreven.
20h: ben in Culemborg, zo'n 20 km van Utrecht. Het blijft droog en het is nog
niet te koud om te fietsen. Opnieuw uitsmijter op terras met een Duvel. Straks
fiets ik verder. Met wat geluk vind ik voor het donker wordt een geschikte
plaats om te kamperen.
vrijdag 6 mei;
Het heeft vannacht geregend en behoorlijk gewaaid. De tent bleef
min of meer droog. Had net op het einde van de avond nog een toffe plaats
gevonden, beschermd tussen bomen. Dat krampachtig inslapen begint te wennen. Ik
ga slapen als het daglicht verdwijnt en sta op als het terug opkomt.
Daarna ga ik verder, zoek s'avonds een plaats, slaap en vertrek opnieuw.
Ik wordt s'nachts wakker door de regen, heb het s'morgens koud. Ik ontdek een
andere werkelijkheid en voel me bijzonder gelukkig.
De wind blijft waaien. Echt koud is het niet. Ik fiets verder naar Amsterdam (
nog ± 18 km ) .
Amsterdam is niet meer wat het vijfendertig jaar geleden was. De hippies zijn
ouwe fatsoenlijke burgers geworden, bedienden, bedrijfsleiders, arbeiders met
pensioen, ze zitten in de politiek. Zie ze daar nu wandelen in dat park van
toen, met een poedel aan de leiband.
Ik koop schoenen. Door dat buitenleven zijn mijn sandalen iets te koud. Bij
dageraad worden mijn voeten nat van de dauw in het gras.
± de middag voorbij: ik eet in een koffieshop drie space-cakes. Drie kwartier
later begin ik het te voelen. Het is zo fijn dat ik de nacht doorfiets langs
Haarlem tot Leiden voorbij. Daarna komt het daglicht vantussen de wolken, eerst
als een purperen schijn, dan roze.
zaterdag 7mei:
Ondertussen is ook de zon opgekomen. Ze ontdooit mijn vingers en
verdooft de pijn in mijn gekloofde duimen. Het verkeer komt op gang, mensen
komen op straat, winkels gaan open. Het leven herpakt zich. Ik ben niet meer
alleen.
In Gouda koop ik bewust geen Goudakaas. Vandaar gaat het naar Rotterdam en
wordt ik me ervan bewust dat ik morgen thuis moet zijn. Rondslenteren in deze
stad zit er niet meer in. Ik voel me trouwens ondertussen gegeneerd om nog
ergens binnen te komen. Ik heb me vier dagen niet geschore,, niet gewassen.
Mijn haar plakt tegen mijn schedel. Ik ben zo vuil dat ik eigen stank niet meer
riek. De properheid van de passanten riekt naar parfum.
Vanaf nu wordt het fietsen tegen de tijd. Opnieuw fiets ik de nacht door.
Rond een uur of drie s'morgens heb ik langs de ring rond Breda de weg gevonden
naar Roosendaal. Nu is het rechtdoor langs Wuustwezel naar Antwerpen.
Achtenveertig uur fietsen zonder slaap verandert mijn wereldbeeld. Wat
overblijft is een decor waardoor ik me beweeg. Tussen nacht en dag is er een
moment dat de straten verlaten zijn. Dat duurt niet lang maar het is prachtig.
Net alsof je in een verlaten wereld bent. Je voelt wanneer alles inslaapt en
opnieuw ontwaakt.
Ik weet nu een-duizendse van wat daklozen voelen: schaamte voor de vuiligheid
op het lijf, het gevoel van eenzaamheid, de wereld bekijken zonder erbij te
horen. Vrijheid is die prijs niet waard. Daar ben ik zeker van.
|