Iemand had de dromer haar baby
toevertrouwd. Zij kon er onmogelijk de eerste weken voor zorgen. Ze wist dat hij
dat kon en ze waren al jaren goed bevriend. Beroepsmatig was de dromer elke dag
onderweg op plaatsbezoek. Hij nam telkens de baby mee. Op een keer had hij de baby bij iemand te
slapen gelegd. Hij moest naar een conferentie die uren kon duren. Hij zou hem
achteraf komen halen. Toen de conferentie gedaan was, was hij
vergeten waar hij de baby achtergelaten had. Hoezeer hij ook zijn best deed, hij
kon zich niets meer herinneren. Noodgedwongen vervolgde hij alleen zijn
weg. Het zou hem wel later te binnen schieten. Dat gebeurde echter niet, en hoe meer de
dagen vervlogen, hoe minder hij er nog aan dacht. Na verloop van tijd liep de dromer
onverwacht de moeder met haar vriend tegen het lijf. Ze vroegen waar de baby
was. Hij bekende dat hij hem ergens achtergelaten had maar dat hij ongetwijfeld
in goede handen zou zijn. Daarop dreigde haar vriend hem hardhandig
aan te pakken, wat de vriendin net kon verhinderen. Beiden waren ze in alle
staten en verweten hem grove nalatigheid. Zij was diep teleurgesteld. Toch
stond ze hem uit medelijden toe hen verder te vergezellen op een tocht die
verliep langs een vreemde stad met monumentale gebouwen en zonovergoten tuinen.
De vriendin kende er iedereen. De dromer werd genegeerd en verstoten. Door nog onduidelijke omstandigheden
verloor de dromer ook hen uit het oog en werd hij in een openbaar ambt tewerk
gesteld. Het duurde niet lang of hij begon onopzettelijk te spijbelen. In
plaats van zich langs de kortste weg met het openbaar vervoer naar het werk te
begeven ging hij te voet en maakte hij omwegen waarbij hij regelmatig de weg
verloor en zo met halve dagen vertraging op het werk terecht kwam. Soms
gebeurde het zelfs dat hij niet opdaagde. Hij dacht dat dit kon. Tot zijn
verbazing werd hij bij de directie ontboden. Als sanctie stelden ze hem in
dienst als gevangenisbewaker. Al tijdens zijn eerste werkdag werd hij
uitgedaagd door een gevangene. Hij liep door een werkplaats waar de gevangenen
vrij rondliepen. Iemand versperde hem de weg met een langwerpig zwabberend metalen
voorwerp. Toen hij berispend reageerde werd de gevangene agressief en kon een
medebewaker gelukkig nog op tijd de gemoederen bedaren. Je
moet begripvol op hun gedrag anticiperen vertelde de bewaker bekijvend. Beleefd vroeg de dromer aan de gevangene
wat hij met het metalen voorwerp van plan was. Dit is een zaagblad. Hiermee ga
ik het versleten zaagblad vervangen. Kom maar mee antwoordde de gevangene deze
keer vriendelijk. Ze gingen helemaal achteraan waar een grote
lintzaag stond. Het rook er naar olie en metaal. Terwijl de gevangene het zaagblad monteerde
hoorde de dromer de baby schreien. Het was een opluchting. Nu kon hij de baby
meenemen en alles goed maken bij de vriendin. Dan zette de gevangene de lintzaag in
werking. Knarsend kwam het logge gevaarte in beweging. Langzaam werd de rotatie
opgedreven. In een mum van tijd draaide het logge gevaarte met een hels lawaai op
volle toeren. Plots liep iedereen in paniek weg. Daverend bleef de machine maar
sneller en sneller draaien. De dromer wist niet hoe hij ze moest stoppen. Als
een in het nauw gedreven rat liep hij door het atelier op zoek naar de baby.
Wanhopig zag hij hoe het zaagblad zich van de machine losrukte en vlijmscherp
in razende snelheid door het atelier slingerde. Het kwam zijn richting uit. Net
toen het zijn keel dreigde over te snijden werd het donker en was alles stil.
|