Ik zit tegen een boomstam op afgestorven bladeren
in overwegend groen rond het middaguur
ver weg van spijsgeur en vertelsels
verrast door een passant
Wat doen men geliefden op dit moment?
Er waait een boomblad in mijn gezicht.
Deze plaats hier is een monument van stilte en tegelijkertijd een oorverdovend concert van herinneringen.
Ik koester mij in het ideaal van een vallend blad.
Ze speelt haar favorietespel. In huis klinkt de tango. Buiten knalt
vuurwerk. Het is dichtbij. Wellicht een afscheidsfeest onder vrienden.
Ik hoor Afrikaanse muziek in de buitenlucht. De straatlamp geeft genoeg schrijflicht.
Ik ga binnen en doe mijn hoorapparaten uit. Dan ga ik terug buiten. Het is nu muisstil.
Moest er geen straatverlichting zijn zou het hier pikkedonker zijn.
Ik zie haar door het vensterglas in de warmte van het huis. Ik pendel van buiten naar binnen.
Naar buiten als het binnen te warm wordt.
Naar binnen als het buiten te koud wordt.
ik voel me een kind als ik wil
elk jaargetij uit mijn leven
ik bevind mij in dit heden als ik wil
en riek het parfum van een onbekende