Hans en Marie van Thune met een diamanten jubileum
zestig jaar gehuwd in weer en wind samen alle dagen
op de boerderij toen er nog hard gewerkt moest worden
zij voor dag en dauw opstonden in het koude huis
in de winter koeien melken op stal koeien voederen
eveneens de varkens de kippen en de andere hoenders
de akkers omploegen het zaaien het maaien
het oogsten van het graan, de spelt en mais
Hans hield van zijn grote brabantse trekpaarden
spande voor de wagenin hooitijd,bij het rooien van de biet
Marie maakte dagelijksede boerenkost voor het gezin
de pannen spek en eieren krachtvoer voor knechten
de gortepap met vanille voor de hoevemeid
de broden groot als karrenwielen uit eigen oven
sneed zij het brood tekende het kruis op de korsten
Zij hield de kachel brandend en roep man en kinderen
voor het avondgebed dat stereotiep verliep
de grooste bede washet goede weer voor een rijke oogst
Nu zitten ze hier vandaag in hun dorpskerk
datzelfde altaar waar ze zestig jaar voordien besloten
om samen in de huwelijksboot te stappen
soms was het wel morrend en misnoegd
maar ze hielden stand zo lachten ze zelf
in goede en kwade dagen zei Hans op de heildronk
terwijl hij Marie op haar magere billen tikte
Allez,oude zot,zei ze en ze gaf hem een kus
een van diamant want ze was niet gul met die materie.
Ingrid Lenaerts
|