er zaten meeuwen op dit papier
is mijn vleugel
niet meer dan denkbeeldig, dan een wimper
van de wind over dichte zee, ik vraag je, immer
of ik wolken ben, transparant voor het oog,
van nog minder dan een gezicht
golven ruisen door elkaar heen, harder dan ooit
tot ze het antwoord zijn geweest
ik plaats -straks- op de tijdlijn
terwijl de dag in stukken breekt
wellicht ben ik het
die niet meer kan vliegen
of het verlangen nog langer in handen houd
de wind maskeert
zwart
kerima ellouise ©
|