steeds als de stilte mij met woorden vult, rijgen mijn handen de tranen aaneen
zwarte kralen vallen op de grond, over mijn gezicht glijden ze één voor één
in de pijn verloren raap ik de woorden terug op, tussen tranen gevallen, zijn ze verhard tot steen
met geschramde vingers breekt het touw, mijn koude hand legt de stilte om de kralen heen
kerima ellouise ©
|