Kunstkralen
xml:namespace prefix = o ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:office" />
Aanschouw! Tien of twaalf treden hoog,
hoger dan de hemeldraagster, vraagster
van vergeten vragen en dagen
zonder naam. Ik noem het wit in witgewit
op de houtgezomerde zon die je vasthoudt
als het houden van woorden en schrijven.
Verblijven in letters, vierentwintig uren lang,
langer, langst. Wie overnacht nu de nacht
verder dan de kleefster van aangeklede
klinkers
en klanken. Niemand! Waden is herhalen,
overbodig nodig. Vergeef me het excuseren
en dranchiteren, wederom. Kom, ja kom
neder,
kunstkralen aan de hals der Kerimanen
want liever dan lief lieft de lievende liefde
van poezie, zoals ik, dankwaardig naar jou.
Appelboom ©