A Marechiare
ze volgden elkaars vlucht door smalle straatjes alsof de stad in lichterlaaie meebewoog op de laagte van hun stemmen
uitbarstte in de eerste toren, aangestreken door een rechterhand
ze versmolten passie en hartstocht met wrede smart, intiem en zonder rust
omdat zij beiden wisten te zullen sterven, steeds bleker en verder weg van de maan
met een raamloze serenade, noodlottig verborgen achter de rode mantel van het water
de contrabas en de gitaar vertelden elkaar hun levensverhaal
verdrongen het lied van de gondelier, verfden kanalen en vissen zwart
tot een engel verscheen en hen zacht troostte met haar stem, hen meenam naar een zachtblauwe lucht
waar haar glimlach het geheim van de liefde omlijstte
hoog boven iedere rimpeling
kerima ellouise ©
* n.a.v. concert Barcelona in de Oude Willibrorduskerk
sopraan: Mirjam Wesselink de Barrientos gitaar: Michael Benedik, contrabas: Gabriel Barbalau
|