HEILIGSCHENNIS OF VERTREK NAAR CATALUNYA
Het oude, statige en afgeschilferde oudershuis, PHARMACIE APOTEEK, is door de regen donkerblauw gekleurd. De misplaatste en vergulde tweetaligheid en de winst van een vergeten letter heeft Andreas nooit kunnen velen. Dat een meerderheid nooit voor haar rechten is opgekomen en nooit haar wil heeft doorgedrukt, begrijpt hij niet. Fierheid voor de eigen taal heeft de Brabander niet. Polyglot is de inwoner van H. wel: het eigen en het beschaafd dialect, Frans met een boers accent, Engels met popsongzinnen, Duits met Vlaamse woorden en schuurpapier. Zou hij nog binnenwippen? Nee! Gisteren was afscheidsdag. Gisteren waren er tranen en tandengeknars. Gisteren werden bruggen verbrand. Gisteren werden de touwen van de marionet losgerukt. Een laatste maal bekijkt hij het hoge hoekhuis waarvan muren en hout al jaren om verf smeken.
Erboven pronkt de barokke lantaarn die de logge, geblokte en gotische toren van de basiliek bekroont. In dit land van kerken en stadhuizen heeft gotiek de romaanse kunst overwoekerd, zelfs verbannen, verwoest. Geschrapt. Uit het universele boek van de geschiedenis werden schroomloos kostbare en zeldzame bladzijden weggerukt. Uitgescheurd. Wat erger is: ze werden niet verkocht aan de meest biedende -De hoogwaardigheidsbekleders van de kerk (Een antiklerikaal woord, zuivere heiligschennis.) weten nochtans hoe ze uit de splinters van slaapkamerdeuren zonder moeite goud, edelstenen en purper kunnen beuren.-, maar simpelweg vernietigd. De prelaten, van wie het gezag gebaseerd is op de scherpe snede van een met robijnen ingelegde dolk, kennen geen hoogtevrees: ze streven naar eeuwigheid. Hun abstract geworden god willen ze evenaren, zelfs overvleugelen. En of ze erin geslaagd zijn: het verhaal van Ikaros is legende gebleken. Massieve muren met kleine, afgeronde ramen, vierkante en gedrongen torens, interieurs met logge pilaren en zonder overbodige versieringen hebben moeten wijken voor opengewerkte torenspitsen, lancetvormige glasramen met uit de tijd weggerukte bijbelscènes en schepen vol koper en schilderijen en houtsculpturen. Ruimtes van een voorschoot groot waarin geloven mogelijk geweest moet zijn, zijn vervangen door paleizen die de voorganger, die dagelijks zijn stukje speelt, belangrijk maakt. Het groen van jaren geleden boven het torenportaal is tot een volwassen struik uitgegroeid.
Weer fascineert hem de bol boven de doopkapel waarin hij met veel geween en gewriemel gedoopt en katholiek gemaakt werd. Hoe graag, beseft hij nu, was hij de pasgeboren christen gebleven! De bol: symbool voor de rijksappel of de wereld? Een rijksappel in het op Frankrijk geïnspireerde Henegouwen? Het besef van een bolvormige wereld in het begin van de vijftiende eeuw? Zelfs het nabije verleden geeft vele geheimen niet prijs.
De bol vult Andreas' irissen. Even lijkt hij van zijn voetstuk te rollen om tollend over de natte markt te zweven. Een plotse zonnestraal tekent de contouren van de basiliek -basílica- op de glimmende stenen van het plein. Een zonderlinge regenboog verschijnt en lijkt zich onbepaald ver in het stadhuis -ayuntamiento? casa de la ciudad? alcaldía?- te boren. Een teken van herkenning. Zouden de goden hem dan toch welgevallig zijn?
Grijs als altijd is het niet ademend kanaal. Grijs als de muren van de kerk. Grijs en grauw als de hemden van de inwoners. Kleurloos als hun ideeën. Kleurloos als hun leven in een vettige stad.
Dicht is de slagboom bij het onpersoonlijke en neogotische station. Nauwelijks 15 kilometer meer naar het noorden bevindt zich Brussel-Zuid. Le Midi. Taalvervorming? Toren van Babel? Volksvermenging? Een goederentrein dokkert voorbij. Andreas telt wagons: toch voelt hij zich al té lang geen kind meer. Een trein naar nergens waar rails in één punt zullen eindigen.
Wegaanduidingen leiden hem langs gekende wegen. Hij weigert ze te lezen. Ze zijn misleidend: MONS BERGEN. Latijn. Mons, gen. (= genitief.) montis. Betekenis: berg. Waarom dan spreken van bergen -Brel en Rosa zijn niet ver af.-? Een rechterknipperlicht en 10 uur: hij bevindt zich op de autosnelweg. Brussel, waar hij enkele jaren les heeft gegeven, ligt achter hem. De rijvakken naar het noorden, naar de hoofdstad van België die Vlamingen zoveel mogelijk mijden, zijn overvol. De speaker kondigt files vanaf Beersel aan: aardrijkskunde is zijn sterkste kant niet.
België. Hoewel zijn identiteitskaart carte d'identité personalausweis identity card vermeldt dat hij onder andere uit België komt (Maar ook uit Belgique, Belgien, Belgium.), is hij geen Belg. Een kunstmatig gecreëerd product weigert hij te zijn. Vlaming is hij ook al niet. Dat volk van duivenmelkers en namaakgeuze dat noordzeegarnalen veel en veel te duur verkoopt -Het woekeren is sinds W.O.II één van hun specialiteiten.- en dat ten westen van Brussel woont, lukt er maar niet in Nederlands te spreken: ze wauwelen. Is hij Brabander? H. is gedurende eeuwen deel van Henegouwen geweest. Henegouwer dan? Met geen heeft hij affiniteiten. Inwoner van H. misschien, naar zijn geboorteplaats? Misschien, maar toch: het zou een te groot compliment zijn voor veel inwoners van dat Zennestadje.
Landschappen veranderen. Boerderijen worden burchten met wachttoren(s). Bruggen over beken worden viaducten. Koeien worden anders beschilderd. De einder wordt dichterbij gelegd.
-o-o-o-
Uit een roman in voorbereiding met als werktitel Casita de la soledad, waarin een zekere Andreas, die H. verlaat voor zijn geliefde Catalunya, tot zijn schade 'een hoofdrol' denkt te spelen.
-o-o-o-o-o-
Verschijningsdatum: lente 1998.
Uitgiftegegevens: WOUTERS, Rik. Elke klank heeft zich tot een drein verlangzaamd. Herinneringen aan ooit en nog. Casita de la soledad-stichting, Ruisbroek. 1998.
Extra-gegevens over het romanfragment: plaats van actie: Halle, mijn geboortedorp, ten zuiden van Bruxelles.
|