Over filosofie en fotografie Afwisselende teksten over filosofie en fotografie en teksten met een knipoog.
02-02-2014
Zin in de zintuigen deel 8
De klanknabootsingen
Dierengeluiden
Er zijn zeer vele mogelijkheden in taal KLANKnabootsingen te maken. Maar wij gaan het hier specifiek hebben over de nabootsing van dierenGELUIDEN . Zoals u ziet kunnen deze GELUIDEN soms zeer sterk verschillen . Zoals u uit het onderstaande overzicht kunt vaststellen hebben de meeste talen hun eigen manier om die dierenGELUIDEN weertegeven. In enkele talen lijken die GELUIDENsterk op elkaar bijv.:
eend: Kwak (ned)
cuac ( spaans)
quack ( eng )
Maar de overgrote meerderheid geven deze geluiden in een grote verscheidenheid van klanken weer:
een haan: Kukelekuu ( ned ) een kat: miauw ( ned)
cock-a-doodle - doo ( eng ) nryka ( Russisch )
Kikeriki ( duits )
cocorico ( frans ) een hond : waf of woef ( ned)
quiquiriqui ( spaans ) guau ( spaans )
chickirichie ( italiaans ) ouah - ouah ( frans )
cuenricu ( portogees ) arf-arf ( italiaans )
een varken: buu ( japanees ) een paard : i-go-go (russisch )
nyihaha ( hongaars )
Ikzit bij het raamterwijl ik aan het typen ben. Door het raam kijk ik op de mooi glad en in strakke vorm geknipte ligusterhaag. Mooi geschoren in strakke rechte lijnen. Boven deze mooie overzichtelijk , geordende vorm dwalen mijn blikken naar onderen en zie ik een chaos aan vertakte wortels en kriskras met en in elkaar verstrengelde takkjes en blaadjes . Ik besef nu dat met het door de mens vervaardigde snoeimes cultureel is ingegrepen op het natuurlijke groeiproces van de ligusterhaag. Dit is een vorm van techniek die wij als mens letterlijk in de hand hebben. Het geeft ons een gevoel van maakbaarheid, een gevoel dat in de culturele periode van DE VERLICHTING (16/17de eeuw ) ons heeft opgeduwd naar een rationele verklaarbaarheid waarvan de gevolgen nog steeds voelbaar zijn. Aangestuurd door de prachtige ontdekkingen van een rij van geleerden in het domein van de natuurwetenschappen zoals physica, biologie astronomie heeft dat geleid tot een grenzeloos met het aan arrogantie grenzend optimisme:" ALLES MOET KUNNEN". en dat gold ook voor VEEL , maar niet voor Alles. En dat is even wennen, die vele deels oplosbare vragen oproept , maar daarnaast voor veel meer onoplosbare problemen zorgt. En u weet, naar ik hoop, nu inmiddels wel dat dit volgens mij ook altijd onoplosbaar zal blijven en daarvoor hebben wij het verlangen naar wijsheid nodig en dat heet met een "vreemd" woord Philosofie!! .Ik begrijp volledig , dat u zich langzamerhand afvraagt wat dat met de klanknabootsingen van dierengeluiden te maken heeft. Daarvoor moeten we eventjes de diepte in. Om niet verzeilt te raken in academisch philosofisch gepraat , waar ik ver vandaan wil blijven, probeer ik om aan de hand van concrete voorbeelden die onoplosbaarheid transparant te krijgen.
Wanneer wij met elkaar praten doen we dat met generaliserende woorden, want zonder dat kunnen we niet communiceren. dus vliegtuigen, appels , peren, kortom alle concrete voorwerpen zijn generalisaties. Stelt u zich eens voor, dat we die mogelijkheid niet hadden , dan zou u, net als bij die ligusterhaag in een wirwar van details terecht komen om tenslotte nooit bij het generalisatie- begrip Vliegtuig ,Appel, Peer enz. uit te komen. Want die begrippen bestaan dan niet. U moet dan het WORDINGSPROCES zoals kleur, gewicht materiaal enz enz paraat hebben om tot een zekere vorm van PRODUKTKENNIS te komen en dat haalt u nooit.
Dat is om gek van te worden, want zoals de volksaardige uitdrukking luidt: DOOR DE BOMEN ZIE JE HET BOS DAN NIET MEER !! We zouden net als die baby in zijn alleerste stadium van taalontwikkeling in een oeverloos gebrabbel en gekabbel van woorden terecht komen omdat je zelf de enige bent , die het nog net snapt m.a.w. je zit in je eigen referentie kader opgesloten en dat is het gekkenhuis. Jaren geleden ontdekte men de zgn wolfskinderen en berenkinderen Deze waren opgegroeid bij repectievelijk wolven en beren en nooit in contact gekomen met mensen. Daarmee zijn afschuwelijke dingen gebeurd , die nu als grove kindermishandeling gelden. Al in de oudheid zijn hiervan door de Griekse historicus Herodotus (ca.485 voor Christus ) van pharao Psammetichus verteld dat deze twee kinderen adopteerde om ze tussen wolven te laten opgroeien om er"achter" te komen of ze nog talig gevoelig zouden zijn. Welnu ,slechts wolven taal spraken ze d.w.z. brullen , janken en huilen was het resultaat. Ze hebben nooit meer normaal leren spreken. En zo verhaalt de geschiedenis van nog meer afschuwewelijke experimenten.We hebben het tot nu nog over concrete objecten gehad, maar hoe zit het nu met abstracte begrippen. Kun je daar ook refereren aan generaliserende begrippen , zoals bij de aanwijsbare concrete objecten (ligusterhaag, auto's vliegtuigen enz?) Ja,nee,ja,nee, het geruzie hierover staat in de geschiedenis bekend als de zgn.UNIVERSALIEN STRIJD!!
Met universalien strijd wordt de eeuwige strijd met betrekking tot de status van algemene BEGRIPPEN (universalia) bedoeld , die een hoogtepunt beleefde in de Middeleeuwen. Met recht, een eeuwige strijd , want deze netelige kwestie heeft de filosofen al vanaf de oudheid beziggehouden. Hierbij kwamen vragen aan de orde zoals: "Zijn het slechts namen die wij aan dingen geven , of bestaan ze onafhankelijk van ons denken en bestaan ze dan in een wereld, die buiten ons BEGRIPPEN- apparaat valt?? . Spannend , maar of het gelukt is om hier tot een oplossing te komen. ?? Dat de klanknabootsingen hierbij een doorslaggevende rol spelen is bij die ingewikkelde speurtocht naar mijn weten nooit echt of voldoende aandacht geschonken. De strijd bij de universalia is nl. een BEGRIPPEN -strijd , en klank nabootsingen zijn (talige)flow/flux Klanken en geen begrippen en helemaal geen dingen. Spreken en denken zijn, zoals we hier boven hebben vastgesteld , wel te onderscheiden ,maar niet te scheiden. !! Raar,maar(en) waar???
Het wezen ( de essentie) van luisteren zijn KLANKEN.
BEELDEN staan stil, we kunnen ze ophangen, neerzetten, belichten, omdraaien, manipuleren (foto's bijv ), beetpakken , kortom het zijn concrete objecten.
De context bij onze taalverwerving speelt zich af in BEELDEN en KLANKEN!
Baby's van circa 1 tot 2 jaar zien bewust allereerst beelden. Het grijpen en tasten ernaar begint langzaam op gang te komen Verder in de ontwikkeling horen ze vanuit de omgeving( de context dus) de daar bijHORENde klanken, die voor hen niet meer te grijpen en te betasten zijn. In ongecoordineerde klankstootjes en brabbeltaal wordt daarop gereageerd. In de verdere groei worden dat langzaam voor ons herkenbare woordjes, die verderop in de knop komen tot voorzichtige zinnetjes om dan heel wat later uit te groeien tot een prachtige volwassen boom met wortels, vertakkingen en bladeren tot de wonderbaarlijke configuratie van onze moeder/vadertaal! EEN MAGISCH WONDER VAN PRACHT EN SCHOONHEID!! Poezie, romans,verhalen en veelzeggend spreken zijn daar sprankelende voorbeelden van. Dat is de taal in de context van het discours, de zgn omgangstaal. Maar ook hier bepaalt de context weer de gevoelslading van die taal. Toespraken bij feesten, bruiloften , crematoria aula's ,promoties, oorlog, ruzies, preken in kerken,conferances , thuis en zo verder en zo meer. Maar u ziet, ik heb DE KUNST in mijn opsomming niet genoemd. Geen toeval, maar opzet. We komen hier nl. aan bij de taal in de context van de kunst die tot uiterst interessante problemen leidt. , en wel , omdat hier pas echt duidelijk wordt dat de omgangs taal hier buitengewoon grofmazig is in vergelijking met de buitengewone complexe functionaliteit van ons BREIN! De esthetica( beeldende kunst , musische kunst (muziek, zangkunst ) literatuur ja, ja, en dan nog de cognitiviteit (denkkunst). Esthetica is het verzamelbegrip voor de kentheorie, waarin diep wordt ingegaan hoe onze zintuigen gedeeltelijk werken en hoe wij mogelijk denken. De grondbetekenis van theorie is AANASCHOUWELIJK MAKEN,( theater ) dus kijken hoe het nu precies zit ( in het engels betekent "theatre" ook operatiezaal (kijkoperaties)
Voor ons is het nu van belang wat en hoe we horen, en wat en hoe we kijken bij de beeldende en musische kunst. Welnu beelden zijn statisch
geluiden zijn dynamisch
Beelden krijg ik dus via mijn ogen naar mijn brein in z'n geheel binnen en geluiden via mijn oren achter elkaar. ( in a flow).
Geluiden zijn in een flow als zwevende,fragiele zeepbellen met iriserende(afwisselende) kleuren, die niet te grijpen en voor ieder individu verschillend zijn . De zeepbel is dus voor iedereen wel hetzelfde ,maar het kleurenpalet op die bel voor iedereen verschillend . Dit noemen we eenheid in verscheidenheid.( de IN VARIETATE CONCORDIA). Nu, en dat is het grote , maar ook gelijkertijd het uiterst boeiende probleem van onze tekortschietende taal om de complexe functionaliteit van onze brein in woorden te vangen . Het lokt daarom vaak heftige discussies uit omdat we nogal in onze arrogante koppigheid niet toegeven dat onze zeepbel opeens ook uiteen zal spatten. Over smaak valt NIET te twisten.( deftig heet dat: De gustubus non disputandum est)
Over geluid voorlopig genoeg voor deze week, maar er valt nog veel meer over te zeggen. Daar komen we een volgende keer nog over te spreken. Dat wil dus zeggen iets zeggen over het zeggen en spreken over het spreken. Maar eerst gaan we het over de klanknabootsingen hebben. Daar gaat het voor mij om een groot raadsel, dat naar mijn weten nog steeds niet is opgelost. En zo hoort het ook, want u weet , in de filosofie gaat het nooit om oplossingen, maar alleen om de juiste vragen te stellen. Want denk je de oplossing gevonden te hebben, dan heb je echt niet goed gezocht!!!
"De context is de totale omgeving waarin IETS zijn betekenis krijgt", zo luidt de definitie. Met dat "IETS" kan zowel een tekst, als een situatie of betrokken personen worden bedoeld. Dit gaat dus over geschreven en gesproken taal, op papier, met woorden en door sprekende personen. Taalkunde dus. Maar dan zijn we er natuurlijk nog lang niet. Voor ons (voor mij althans) is de prangende vraag "hoe zit dat nu met de taal van de muziek??!!, in een bepaalde context??!!" (1) We gaan daarvoor maar eens luisteren naar onze favoriete muziek op een CD in de context van onze woonkamer, lekker luierend luisterend zittend op de bank. Toevallig hebben we ook die muziek op een DVD.(2) We zien nu de musici spelen o.l.v. van de dirigent. We noemen dit het zien van "het gebaar van de muziek" (3) Vervolgens beluisteren en bekijken we naar dit alles weer in het concertgebouw. En zo kunnen we nog wellicht doorgaan met nog bredere contexten, waarin dat gebaar nog meer onze belevenis van de muziek intensiveert. Voor mij was dat bijv. het geval toen ik op vakantie 's avonds om 11 uur in de heerlijke Italiaanse zwoele lucht de prachtige uitvoering van Verdi's opera Aida mocht meemaken in de thermen van Caracalla in Rome. Dit was voor mij de subliemste belevenis van de muziek , mede bepaald door een context gevuld met jubelende bravo roepende Italianen staande op hun zitplaatsen om nog steeds meer toegiften ( encores)!! Ik begreep toen volledig Schopenhauer, die de kunst in het algemeen , maar de muziek in het bizonder de hoogste plaats in de hierarchie van de kunsten plaatst in zijn filosofie. Hij vond dat muziek de allerhoogste vorm van kunst was. Dit behoeft voor mij geen verdere dicussie.
Een geheel andere vraag is hoe het komt dat er zoveel verschillende vragen en smaken zijn van wat mooi en lelijk is? Hoe komt het dat ik bijv. hard rock geen muziek meer noem, maar radioactief afval of het ene schilderij mooi vind en voor een ander geen waardering heb. Hoe komt het dat ik nog nooit in een museum mensen heb gezien, staande voor een schilderij , die bravo en encore riepen of boeh schreewden.? De filosofische dicipline , die zich hiermee bezighoudt is de Esthetica. Daar gaan we de volgende keer maar eens even op bezoek. Tot dan.
Het vorige blog eindigde ik met met mijn opmerking , dat er nog wel haakjes en oogjes aan het geluid zitten. Hiermee bedoel ik nu niet in de negatieve , maar in de positieve betekenis en wel in de vorm van een versiering,een opluistering, zo ongeveer als een garnituur bij het hoofdgerecht. Maar wel een bijzondere garnituur vol verbijsterende schoonheden,mysteries en magie.
Omdat duidelijk te krijgen staan we stil bij de volgende vraag: HOE LEREN DOOFGEBORENEN/KINDEREN SPREKEN?!
Dit zijn de zgn. prelinguale gevallen. Zij kunnen zichzelf en de omgeving niet horen. Vaak maken zij gebruik van een eigen gebaren taal. Daarin is het aanleren van intonatie zeer moeilijk,waardoor zij meestal monotoon praten. Ook bestaan er in deze taal niet de mogelijkheid de lidwoorden ,zoals "de, het en een" te produceren . Ook spreekwoorden,uitdrukkingen ,gezegden leveren grote problemen op. De woordenschat is ook zeer beperkt. Kortom grote problemen. Zonder gespecialiseerde logopodisten kunnen zij met grote inspanning vaak moeilijk (of niet) goed leren spreken. Gelukkig beschikken wij nu over instituten en scholen, waar wij , dankzij grote auditieve technische hulpmiddelen, toch een heel eind kunnen komen.Hierbij worden van visuele en tactiele eigenschappen (kijken,voelen en tasten ) optimaal gebruik gemaakt. Daartoe wordt ook de hand van de patient vaak op de keel van de logopodist(e) gelegd om zo de "juiste"klank en stemintonatie te krijgen. Ook kunnen ze tot op zekere hoogte leren liplezen door een bizondere methode , genaamd "spraakafzien" Maar hierin zijn slechts 10 klanken goed van de mond aftelezen. Woorden zoals:"paard, haard, baard ,waard " zijn voor hen zeer moeilijk te onderscheiden. Als u nog meer details en verbluffende technieken wilt leren kennen geeft het boek van Corrie Tijsseling: "ANDERS DOOF, EEN NIEUW PERSPECTIEF OP DOOF ZIJN"
(ISBN: 9077822119}een goed overzicht. Liplezen is eigenlijk een verouderd woord. Officieel heet het "SPRAAKAFZIEN", omdat het niet alleen om de lippen gaat , maar ook juist om het hele gezicht van de spreker. Diens lichaamshouding,zelfs de situatie daar om heen ( de context en het embeddedment ) zijn van groot belang. Lchaamstaal is hierbij een heel belangrijk sleutelwoord.
In het volgende blog komt de filosofie aan het woord , over welke mysteries en magie een onopmerkelijke en raadselachtige rol spelen bij onze taalverwerving. Een rol, die filosofisch nogal dikke stof doet opwaaien en nogal voor wat gekuch en gerochel zorgt. We gaan luisteren, maar of we ook wat horen wachten we maar af.!!?? Tot dan.
Je oor te luister leggen, je luistert wel maar je hoort niets.
Geluid en en licht, het blijven lastige "rakkers", die moeilijk te grijpen zijn ( zie ook mijn blog over licht ). Maar eerst nu geluid. Daartoe maken we even een duik in de historischculturele geschiedenis van de filosofie.
We gaan eerst terug naar het eiland Samos. Hier werd in 580 Pythogoras geboren. Een zeer getalenteerde denker. Hij leerde dat alles wiskundig van aard is. Zo ook het geluid. Hij is voor de muziek als de grondlegger van de tonaliteit niet meer weg te denken. Nu, het geniale was dat hij louter en alleen door wiskundige berekeningen er achter kwam, dat de hemellichamen zich in cirkelvormige banen bewegen. De stralen van deze banen verhouden zich als de tonen van een octaaf. Door hun beweging in deze banen brengen de hemellichamen muziek voort: DE HARMONIE DER SFEREN. Die muziek is niet hoorbaar, maar, let wel, het concluderende resultaat van een "eenvoudig" harmonisch en mathematisch concept. Het geniale ervan is dat dit mathematische concept juist is gebleken.( DE KWINTENCIRKEL ) Natuurlijk kloppen die cirkels niet want Johannes Kepler (1571-1630 ), ook al zo'n kei, (astronoom,astroloog en wis-en natuurkundige) werd vooral bekend door zijn studie van de hemelmechanica en in het bizonder vanwege de berekening van de planeetbewegingen en de daarover geformuleerde wetten,. Maar ja , u weet wellicht nog wel dat Pythagoras in het tijd perk leefde dat de aarde het middelpunt van de aarde was. Pas bij Galileo Galilei ( 1564 ) kwam niet de aarde ,maar de zon in het middelpunt te staan, waar de kerk weer onder levensbedreiging van Galileo heftig te keer ging. DE WETTEN VAN KEPLER. De 1ste wet van Kepler zegt dat alle planeten zich om de zon bewegen in elliptische banen. Isaac Newton (geb. 1643 ) zou deze ontdekkingen door zijn algemene wetten van de zwaartekracht natuurkundig verklaren.
Nu de VRAAG
Is er geluid in het heelal?? ( onze woestijn )?
Neen,In de ruimte is het ontzettend stil,er is daar niks te horen.,terwijl er eigenlijk heel veel gebeurt. Denk bijv. aan botsende meteorieten, enxploderende sterren. Ja zegt u , maar hoe zit het dan met radiogolven ? De grote radiotelescoop in Westerbork zendt radiografische GOLVEN tot ver in het heelal uit maar daarbij hoort een heel ander verhaal waar we het tzt over zullen hebben. , hier hebben wij het over geluidsTRILLINGEN, en die hebben maar circa 340 m/per seconde reikwijdte. Ergo: die ronkende motor produceert geen geluid, want het is inharent aan een gedachteexperiment dat je extreem kunt denken. Nu het extreme hier is dat er helemaal , maar dan ook echt helemaal geen luisterend oor in de omtrek is die de geluidstrillingen opvangt en zoals het hoort, zit een oor altijd aan een hoofd met daarin een brein. Maar ,zoals gewoonlijk, zitten hier toch ook weer een paar haakjes en oogjes(een paradox) aan , maar dat is voor de volgende keer.
Charles E. Yeager doorbrak op 14 oktober 1947 als eerste de geluidsbarriere. Dat was toen een spannende en gevaarlijke spectaculaire gebeurtenis, omdat men dacht, dat het vliegtuig door de tegendruk van de lucht zou kunnen ontploffen en dus levensgevaarlijk kon zijn. Maar achteraf bleek , dat de ontwikkelde techniek van toen al zover gevorderd was, dat de angst voor de verpletterende druk op de plane overbodig was. De piloot kreeg nog wel een supersonische schok te verduren en wij, op aarde kregen een geweldige knal te horen, die min of meer aardig bij het komende gedonder op 31 december a.s. zou passen.
In mijn vorige essay hebt u kunnen lezen dat de lichtsnelheid niet te doorbrekn is, dat lukt dus wel bij de snelheid van het geluid. De geluidssnelheid is nl. slechts een slakkegangetje vergeleken bij die van de lichtsnelheid.De snelheid van het geluid bedraagt "maar" circa 343 m/per seconde ofwel 1194 km /per uur bij een luchttemperatuur van 20 gr/ Celcius.
In water is dat ca. 1500 m /per seconde en hoe zouter het water, hoe sneller. Dolfijnen,orka's,walvissen en nog vele andere waterdieren beschikken dus over een groot communicatie netwerk, een soort waterinternet.
De snelheden van het geluid varieren per medium, zoals in vaste stoffen,vloeistoffen, gassen en dampen bijv:
In koper 3800 m/per seconde
In staal 5950 m/per seconde
In rubber 50m/per seconde
In steen 3600m/per seconde etc.
Geluiden worden door trillingen via onze oren langs zenuwbanen naar het geluidscentrum in onze hersenen gebracht. Daar horen WIJ het geluid. Wij horen dus niet met onze oren maar met ons brein.
Ik nodig U graag uit na het oud/nieuwjaars geknal bij een hapje en een snackje over de volgende gedachte te filosoferen:
Midden in de grote Sahara woestijn staat helemaal alleen en van god en iedereen verlaten op een volle dieseltank een ronkende motor te draaien.
Vraag: MAAKT DIE MOTOR NU NOG GELUID??!!
Als het antwoord ja of nee is hoe controleer je dat dan?
We naderen de finish van 2013. Het feest van het Kerstlicht komt weer in zicht.of korter gezegd: "Het licht komt weer in zicht" Maar met het in ZICHT komen van het LICHT hebben we weer een verukkelijk inzichtelijk probleem om over na te denken onder de Kerstboom.
Zoals u wellicht weet heeft het licht een snelheid van 300.000 km per seconde. De afstand van de aarde naar de zon is 150 miljoen km . Een auto die 100 km per uur rijdt heeft 171 jaar nodig om naar de zon te komen. Een lichtstraal doet daar maar 8 minuten en 7 seconden over. De afstanden in het heelal zijn zo onvoorstelbaar groot, dat we reuze getallen krijgen als we de km als maat zouden gebruiken. Daarom is de afstandmaat LICHTJAAR ingevoerd. Een LICHTJAAR is naar boven afgerond 9,5 BILJOEN km. Dus als je met een vliegtuig naar de zon zou vliegen ben je 18 jaar onderweg.
De volgende ster , die het dichtst bij de aarde staat is de ALPHA CENTAURIS op een afstand van 4.0 biljoen km of in het kort 4 lichtjaren. Het zou dus alleen mogelijk zijn met lichtsnelheid bij deze ster te komen Helaas is onze techniek nu nog niet zover ontwikkeld dat we nog niet met lichtsnelheid kunnen reizen. Daar kunnen we op dit moment alleen nog maar over fantaseren in science fiction.
Voordat het voor u te draaiierig wordt en het kerstmaal niet meer smaakt volgt hier dan nog een hopelijk kalmerend voorgerecht in de vorm van een u reeds bekende filosofische rijmelarij:
Wij surfen op de golven van de tijd
en leiden een wankelend bestaan
maar ons brein is een wonderorgaan
en beschikt gelukkig over de handigheid
om ons geen kopje onder te laten gaan.
Filosofen, theologen,neurologen, psychologen, kortom elke tak van wetenschap kan niet om de tijd heen en komen steeds weer voor de spannende paradox te staan van : "wij KIJKEN er naar , maar hebben nog steeds de bottomline van de tijd niet GEZIEN"!! Onze hersenen hebben nl. ook tijd nodig om informatie te verwerken Onze hersenwetenschappers zijn ieder op hun eigen wijze, maar vaak op een eigewijze manier bezig naarstig te zoeken naar een locatie dat stukjes tijd meet. Maar ondanks het feit dat erop dat gebied nog niets is gevonden zijn we ons toch bewust van tijd. Hoe doen onze hersenen dat????. Waarom vliegt de tijd op een feestje ( we zeggen dan"gezelligheid kent geen tijd") , maar ook weer "waarom duurt wachten zo lang??".
In ons alledaagse leven kunnen we naar dingen KIJKEN en ze BEKIJKJEN en ZIEN. WE KUNNEN ZE AANRAKEN, BETASTEN, VOELEN EN RUIKEN EN HOREN. Dat lukt met het licht niet, toch zien we licht . Augustinus zei het al:
"ZOLANG JE MIJ MAAR NIET VRAAGT WAT LICHT IS, DAN WEET IK HET WEL"
Ik wens u allen een goede kerst toe met heel veel LICHT!!
Wie mijn log regelmatig bezoekt , heeft mijn interessen naar de verwonderings- en bewonderingswaardige werking van onze zintuigen in het algemeen kunnen volgen. In het hierna volgende heb ik mijn gedachten in het bizonder gericht op het"horen"en "zien". Dat is eigenlijk niets bizonders,want, zoals u weet, hebben in de historie van onze cultuur- en geestgeschiedenis daarover op spectaculaire wijze grote geesten nagedacht. Wat dat betreft niets nieuws onder de zon, maar toch??!!.. je weet het nooit echt zeker. Om maar eens te beginnen met Plato(427 v. Chr. - 347 v. Chr.) Zo zegt hij in de "Staatsman"2.86 a,b:
Voor sommige dingen bestaan er van nature overeenkomsten,die zintuigelijk waarneembaar zijn....Vraagt iemand om nadere uitleg over die dingen, .... dan valt het helemaal niet moeilijk om deze overeenkomsten aan te duiden en kan men afzien van een relaas in woorden. Maar voor de belangrijkste en kostbaarste dingen bestaat er geen enkele afbeelding....In deze gevallen kan er niets zichtbaars aangewezen worden om de zoekende geest te bevredigen. ....Daarom is het nodig dat we onszelf trainen om .... van elk ding een verklaring in woorden te geven. Want de dingen die niet zichtbaar zijn.... en dat zijn juist de schoonste en voornaamste die er bestaan....zijn enkel in woorden aantoonbaar, ze kunnen niet op een andere manier gevat worden.
Plato is wel zo eerlijk om het probleem van de zeggingskracht van woorden en zinnen te onderkennen. In "zijn" zevende brief richt hij zich tegen het schrijven. We laten even in het midden of dat door hem zelf geschreven is of door een van zijn hoogbegaafde leerlingen. Hierin wordt dan wel geschreven, dat het schrijven "de kiem van de vergetelheid zal zaaien"; wanneer we vertrouwen op het geschreven woord zullen we "ermee ophouden ons geheugen te trainen " Hierdoor verklaart hij dan o.a. een groot wantrouwen tegen het geschreven woord. Dat gaat dus precies tegen het hierboven vermelde fragment uit de "Staatsman"!!! Ja, hij gaat zelfs zover te zeggen , dat het geschrevene niet kan antwoorden op vragen en rekenschap van zichzelf kan afleggen en zich verdedigen en niet kan kiezen tot wie het zich richt. Het valt daardoor vaak in verkeerde handen en "zwalkt het overal rond"
Welnu zijn we in het strijdperk beland waarin het filosofisch gevecht wordt gestreden tussen de relatie van ons zien, denken en ons bestaanszijn . Ik sluit vooralsnog dit eerste essay daarom af met mijn eigen "gerijmelde"conclusie:
Kierkegaard ( 1813 - 1855 ) deel 11 (slot deel 2 en einde )
(op) slot deel 2 en einde ) In Nederland wordt de laatste tijd een heftige discussie gevoerd over het voorlopig proefverlof van Benno Larue , die meer dan 100 kinderen, ja zelfs baby's, seksueel heeft misbruikt. In kranten, op radio en vooral op TV , wordt heftig gediscussieerd tussen voorstanders ( advocaten, rechtsgeleerden, openbaar ministerie) en ouders van de slachtoffertjes. De woordenstrijd is een strijd tussen emoties(ouders) en de ratio ( Juris Prudentia ) Deze laatste groep beroept zich op de harde in wet vastgelegde regels , de ouders echter op de geest van de wet. Waarom ik dit afschuwelijke voorval hier ten tonele voer , ligt daarin , dat hier de dubbelzinnigheid van de taal duidelijk wordt. Woorden als rechtvaardigheid , waarheid, leugen, gevaar voor de samenleving , schuldgevoel frustratie en nog een teveel om hier op te noemen woorden rollen hier als klotsende golven tegen de rationeel gefundeerde in de wet vastliggende artikelen en tegen de emotionele vrijzwevende gevoelens van de ouders , kennissen en vrienden meelevende omstanders. Dit alles resulteert in een spetterende branding met veel schuimende koppen. Het is het overbekende probleem van de controverse tussen collectivum en individu. De wetsartikelen en de wet dienen voor de gemeenschap als onvoorwaardelijk collectief en de geest van de wet zweeft daar tussen de regels van de wet door en beoogt het belang van het individu. De wet is daar bij voorbaat pretentieloos, maar het individuele geval ligt bloot aan het gevaar van een kettingreactie aan pretenties te veroorzaken met de connotatie van vrijheid , gelijkheid en broederschap. "Waarom jij wel en ik niet?" Zolang er mensen zijn , en dat is al heel lang , is dit een moraal / ethisch probleem, waarover filosofen , psychologen en theologen hun hoofd hebben gebogen. Maar u weet: "Zoveel hoofden, zoveel zinnen." Een terrein bezaaid met booby- traps. Bezonnenheid (prudentia) , beheersing (temperantia) , geloof (fides), hoop (spes) en liefde (caritas) zijn daarbij onherroepelijk noodzaak om daartussen door te laveren.
Kierkegaard heeft zich uiteraard ook met dit probleem in zijn laatste fase ethisch intensief bezig gehouden. Ik ga hier niet in bijzonderheden treden in zijn diepgravende filosofische analyses. Aan het einde van deze slotfase vermeld ik de literatuur waarin u hier zijn geniale uiteenzettingen kunt volgen. Het draait daarbij o.a. bij hem om de begrippen Noodzaak en Oorzaak.
Noodzaak staat buiten ons bereik. Wij kunnen daar vaak niet bijkomen Oorzaak staat binnen ons bereik . Wij kunnen daar op vaak verschillende manieren achter komen .
Het gevolg van een noodzaak is vaak niet te vinden. Het gevolg van een oorzaak is (soms na lang zoeken) wel te vinden.
Voorbeelden: De noodzaak van een brand ? (wel of niet te vinden??) De oorzaak van een brand ? ( vaak wel te vinden )
De noodzaak van gevaar ? De oorzaak van gevaar ? De noodzaak van criminaliteit ? De oorzaak van criminaliteit ?
De noodzaak/oorzaak van moed ? Van geloof? Van armoede? Van lijden? Geluk ? Leven? Hoop? Liefde ? Bestaan? Mij ? U ? Wereld? Filosofie? Kerk ? Schepping ? Overvloed ? Euthanasie? Dood? Ziekte ? God ? Oorlog ? Kunst ? En u kunt zo nog wel even doorgaan. zoveel woorden, zoveel zinnen of onzin.? Een oplossing ? Ik hoor het graag. Ook Kierkegaard, helaas , heeft het eigenlijk niet gevonden.
U kunt het in de hierna door mij geraadpleegde literatuur nog eens nadenken en zelf bedenken. Ik stop er nu mee, zonder u eerst te bedanken voor het mee gaan op de zoektocht naar de waarheid, die er misschien wel is maar door mij althans nog niet gevonden is .
Geraadpleegde literatuur: Auteur: Paul van Tongeren. "Leven is een kunst" over morele ervaring , deugdethiek en levenskunst. Uitgeverij Klement, ISBN: 978 90 8687 102 5 Zoetermeer Nederland Uitgeverij Pelckmans:ISBN: 978 90 289 7008 3 Kalmthout, Belgie
Auteur: Geert Jan Blanken "Kierkegaard" Een inleiding in zijn leven en werk Uitgeverij Ambo / Amsterdam ISBN: 9 789026 324932
H.P. Kunneman & TH.C.W. Oudemans ( RED) "Filosofie aan de Grens " Uitgeverij Van Gorcum, Assen/Maastricht ISBN: 90-232-2685-2
Ik ben er weer eens voor gaan zitten , het witte scherm staart me aan. Alles wat ik nog wil zeggen is reeds gezegd , alles wat ik weer wil denken en bedenken is reeds gedacht en bedacht. Taal en denken, 2 mogelijkheden , die we gekregen hebben als een cadeau in een mooie geschenkverpakking. Knippen we het gekleurde lint door, en pakken we het uit dan zit er ongrijpbare lucht in. We kijken er in , maar zien niets, we luisteren er naar, maar horen niets, we tasten er naar, maar voelen niets. Maar toch is het iets. Een mooie beker zonder afzender. Of toch? Jawel ,onderop in klein bijna onleesbaar schrift : S. Kierkegaard. Het is een wisselbeker, die wij moeten doorgeven, maar in wiens naam aan wie.???? Wie het weet mag het zeggen, maar pas op: alle taal is van oorsprong een orakel taal ,altijd dubbelzinnig in detail en in haar algemeenheid grijpt ze nooit de complexe werkelijkheid. Dat is nu filosofie, theologie psychologie, kortom de geesteswetenschap, (alfa), maar ook de natuurwetenschap, (beta) die het eeuwenlang voor het zeggen had, weet het ook niet meer sinds de ontdekking van o.a. de quantumtheorie , de snaartheorie en astronomie en geneeskunde. Het geloof speelt bij Kierkegaard een existentiele rol. Zijn denken(concepties) getuigen daarvan in geheel zijn oeuvre . Maar ook de taal, zoals we gelezen hebben , probeert hij daarbij te gebruiken om in preken , gesprekken in koffiehuizen, kennissen, vrienden en bij de ontmoetingen van passanten op straat er bewust van te laten worden dat er geen antwoorden zijn. Zijn flitsende en scherpe pijlen zijn daarbij gericht op het geloof in de huidige kerk als vast geklonken en vastgeroest instituut. Een krachtige uitspraak van hem in deze, moge zijn gevoelens en denken tot uitdrukking brengen: " Dat de zoon van God mens is geworden is stellig de hoogste metafysische - religieuze paradox.". Dit probleem is onoplosbaar, voert tot wanhoop. Hij gebruikt daarvoor dan ook het woord vertwijfeling.
Ik sta weer voor een crucifix en vraag: " is dat weer niet voor niks?" Hij hangt er maar , wij staan erbij vertwijfeld, want d' ellende is lang niet voorbij het offer, dat hier wordt gebracht verdwijnt als wierook in een gespookte nacht en wij ?? , wij zijn nog lang niet veilig thuis Een crucifix, het is en blijft een houten kruis.
De bovenstaande regels geven een verschijnsel aan, dat in de filosofie de naam heeft gekregen van een vorm van reificatie. We geven daarmee aan dat abstracte spirituele gedachten concreet worden gemaakt. Het Duits heeft daarvoor nog een duidelijker term: Verdinglichung . Dat is hier de conclusie in de laatste schuingedrukte regel . Maar ook bij het heilig Avondmaal de wijn als bloed van Christus en het brood als zijn lichaam, zo ook het zwaaien van de wierook met de wierook zwenker.
De volgende keer verder om te zien hoe Kierkegaard uit deze paradox probeert te komen.
Nog een korte tijd dan heb ik gewonnen dan is de hele strijd in een keer verzwonden dan kan ik rusten gaan in rozenzalen en achter elkaar met mijn Jezus praten
Dit grafschrift werd door Kierkegaard zelf uitgekozen en door hemzelf aangebracht. Er was veel te doen geweest rondom zijn begrafenis. Emil Broesen, een vriend van Kierkegaard vroeg hem op zijn sterfbed nog een keer het Avondmaal te vieren voor hij zou overlijden, maar dat weigerde hij. Voor hem was dit nu een uitgesproken instrument van een bureaucratische en winstbeluste kerk. Hij stuurde de dominee, die al in het ziekenhuis was , gewoon weg met het brood en de wijn. Hij vroeg zich ook af hoe hij begraven wilde worden. In ieder geval zei hij tegen zijn vrienden en kennissen: "Of jullie mij vanuit de kerk begraven of jullie doen het niet, van beide zullen jullie spijt krijgen". Kierkegaard zelf genoot veel van dit soort orakel taal.
Op 11 november 1855 stierf Kierkegaard in het ziekenhuis. Zijn broer Peter, ook een theoloog maar van een andere signatuur, besloot hem uiteindelijk een kerkelijke bijzetting te geven. Broer Peter was een orthodoxe theoloog die de kerk beschouwde als de plek van Gods woord, hetgeen voor S. Kierkegaard theologisch en filosofisch twijfelachtig was. De plechtigheid gebeurde in een van de voornaamste kerken van Kopenhagen. De kerk zat propvol en zelfs buiten stonden dikke rijen van mensen om de denker de laatste eer te bewijzen. Vooral arme en simpele mensen die zijn boeken niet eens gelezen hadden kwamen om hem nog een keer te zien. Hoog opgeleiden waren niet aanwezig , met uitzondering van aartsdiaken Tryde en een professor die hij persoonlijk had gekend. Er waren wel veel studenten aanwezig. Zijn broer Peter hield de overdenking en zei aan het slot hiervan, dat ze bewondering voor Kierkegaards werken moesten hebben, maar hem tegelijkertijd moesten vergeven dat hij op het eind van zijn leven was gaan afdwalen van de echte leer. Dit verwees ongetwijfeld naar zijn werk `HetOgenblik` en de literaire werken met commentaar op de kerk. Veel anders kon Peter niet zeggen met zijn kerk aan de kant van hem en zijn eigen broer aan de andere kant.
Na de dienst , toen de kist al bijna in het graf werd neergelaten, nam zijn arts Lund nog het woord. Hij was verontwaardigd over het gedrag van de kerk na het overlijden van zijn patient. Hij zei: "Deze man, die hier vandaag in stijl wordt begraven, alsof hij bij de kerk hoorde, was tijdens zijn leven een van de vurigste tegenstanders van deze zelfde kerk. Ik protesteer er daarom tegen, zowel in zijn naam als in mijn eigen naam, dat men onze aanwezigheid hier beschouwt als een deelnemen aan de eredienst van het "officiele christendom".Hij is hier tegen zijn wil naar toegebracht. Ik ben slechts gevolgd om dit feit te constateren. Noch hij noch ik zijn nog nooit bij een officiele christelijke handeling geweest, nadat we hadden ingezien wat dat officiele christendom inhield." Na deze korte toespraak werd er "Bravo" geroepen en zelfs "Weg met de dominees". Zo werd Kierkegaard alsnog in zijn stijl begraven.( de dokter kreeg hierna van de kerk een boete van 100 rijksdaalders en moest zijn excuus aanbieden).
Juist deze bewogen historische gebeurtenis bij de laatste fase van Kierkegaard's leven heeft mij uitermate getroffen en geboeid. Er komen n.l. een aantal passages in voor, waar deze denker zijn hele leven mee heeft geworsteld . Hij was , zoals hij zelf zei, een anti-filosoof maar meer een religieus schrijver . Als diep gelovig mens had de theologie en alles wat daarmee samenhing zijn volle aandacht. Hij was een tegendraads, denkende theoloog, die oprecht zijn filosofie in stelling bracht en alle historisch vastgeroeste dogma's en de daarmee verbonden geloofsopvattingen in een analyse bad legde om deze logisch los te weken De complexe, grillige , originele en creatieve concepten die hij daarbij gebruikte waren en zijn nog steeds origineel ,fris en progressief. Hij vond zichzelf" het onkruid in de Deense literatuur." Hij was de" Socrates van Kopenhagen" Evenals de antieke filosoof behoorde het ook tot zijn levensstijl tijdens zijn wandelingetjes door Kopenhagen met de mensen in een prikkelend gesprek te raken. Hij kon uitstekend luisteren en respecteerde hun meningen. Zonder enige hinderlijke drang probeerde hij door hoor en wederhoor hen te brengen tot het relativeren van hun meningen en ook van zijn eigen meningen , ideeen en opvattingen. Het is daarom zeer de moeite waard waartoe dit alles geleid heeft. Daar ga ik de volgende keer graag over door .
Op de Alpenweide aangekomen zien we veel filosofische brokstukken om ons heen liggen. Kierkegaard heeft het dan nog over "wijsgerige kruimels", een verzachtende term voor brokstukken. Daartussen ligt er nog een monolytische zware steen met de inscriptie "deugdethiek en religie". Die ligt er al zolang als er mensen op deze aardkloot rondlopen. Geen spoor van erosie door de slijpende en geslepen denkbeelden van de filosofen is erop te zien. Er was en is kennelijk geen doorkomen aan. Ook Kierkegaard heeft zijn vlijmscherpe analyses er op losgelaten. Of hij erin geslaagd is om tot een sluitende ethische oplossing voor de levenskunst te komen , zullen we aan het eind van onze zoektocht ( queeste) moeten bezien. We moeten ons daarbij steeds weer bevragen of wij met onze ken- en technische vermogens, onze taal en ons mens zijn wel over de noodzakelijke en voldoende voorwaarden beschikken om tot een algemeen geldig en geldend klinkend slot akkoord te kunnen komen. Wij leven in wat de Duitse socioloog Ulrich Beck een " risico-samenleving" heeft genoemd , een wereld van onzekerheid en onveiligheid . Een wereld, waarin het arrogante optimisme van een rationele en radicale verlichtende maakbaarheid verdampt is en plaats heeft moeten maken voor een vaak aan depressie grenzend nihilisme. De kerken lopen leeg , de techniek jaagt ons op tot onmetelijke macrokosmische hoogte en microkosmische diepte. Met een druk op de knop worden we uit onze lokale wereld de mondiale wereld in geflitst. De enorme snelle elektronische ontwikkelingen hebben ons voor onoplosbare ethische , medische en humanitaire dilemma's geplaatst. Het is zoals dat tegenwoordig heet een post- modernistische wereld geworden, waarin wij niet meer het houvast hebben van traditie , conventie en sociale structuren. Vragen als: waarheen gaan we ?, waartoe ben ik hier komen als brandhaarden op ons af. Of zoals Kant zich afvroeg: wat kan ik weten?, wat mag ik hopen? en wat moet ik doen?
De mentale Alpenweide Het eindpunt komt in zicht voor meer/minder inzicht en overzicht. Het is dus nog even klimmen, maar tijdens deze klim zal ik u niet lastig vallen met nog meer "Denkzettel" De Alpenweide ligt ver boven de robuuste , weerbarstige grond ( de werkelijkheid ) beneden ons . De lucht is er zuiver. De hemel is vaak blauw en af en toe onderbroken door mistige nevels , die hier een bovenaardse mystieke sfeer creeeren, maar ook gevoelens van geslotenheid afgewisseld door openheid. Al bij al zijn we hier eventjes ver boven de storende ruis van de werkelijkheid verheven in hogere sferen. Het is een geschikte plek om tegelijkertijd te genieten en te verdrieten. Een balans te vinden tussen gelijkheid en oneffenheid, zelf denken en niet nadenken wat anderen gedacht hebben , vallen en weer opstaan, ontspannen zitten en er soms "mee zitten". Nu eens geen academische filosofie maar praktische filosofie. Het beleven van de bovenmenselijk geschapen overweldigende, schitterende natuur met de daarmee vervlochten menselijke cultuur. Scherp en alert zijn op de verradelijke aardspleten van o.a. filosofie, theologie, techniek en ethiek, maar ook genieten van de prachtige vergezichten van de culturele beeld- en musische kunsten. Even de doorspoeling van de tsunamische golfslag van de oneindige macroscopische bovenwereld en de- microscopische benedenwereld ondergaan. Nooit zoeken naar antwoorden, die er niet zijn, maar altijd proberen de juiste vragen te stellen. Hierbij beseffend dat het altijd gaat om waarom?? en nooit om omdat?? Doe rustig aan, wij treffen u de volgende keer op deze Alpenwei/wijdse locatie.
Voordat we onze klim voortzetten blijven we op deze plaats nog even stilstaan bij weer een "Denkzettel" van Kierkegaard. Deze is afkomstig uit zijn werk : De ziekte tot de dood (blz 50). Het is een filosofische gedachte in de vorm van een anekdote: Een boer was blootsvoets naar de hoofdstad gekomen en had daar zoveel schellingen weten te verwerven, dat hij genoeg had voor zichzelf een paar kousen en schoenen te kopen en daarbij nog zoveel schellingen overhield , dat hij zich vol met drank kon laten lopen. Toen hij stomdronken weer op huis wilde gaan bleef hij midden op de landweg liggen en viel daar in slaap. Even later komt er een wagen aanrijden en de koetsier roept hem toe , dat hij moet maken dat hij weg- komt , anders zal hij hem over zijn benen rijden. De ladderzatte boer wordt door dat geroep wakker, kijkt naar zijn benen en omdat hij die vanwege de nieuwe kousen en schoenen niet herkent roept hij: "Rij maar door hoor, want dat zijn mijn benen niet!"
DeMoraal van dit anekdotische verhaal:
Net als de boer zijn wij allemaal zo verkokerd vastgeroest aan onze eigen denk-beelden, meningen en opvattingen, dat onze blikwijdte en denkwijze versmald en verENGd zijn tot een koker of tunnel. Wij erkennen , herkennen,en zien net als de boer, vanwege de nieuwe kousen en schoenen onze eigen vertrouwde benen niet meer. Het zijn voor ons "Fremdkoerperteile" geworden. Alleen onze eigen benen (dus zienswijze en manier van denken ) zijn van belang , tellen en doen er nog aan toe.!! Alleen dat kan gelden wat we op onze eigen vingers(benen) na kunnen tellen. Bij een discussie worden wij( ik tenminste wel)vaak moeilijk overtuigd door de mening van anderen en kan het soms nog wel even duren voordat ons vooroordeel door de ander(en) uit de koker of tunnel wordt gehaald en tot een juist oordeel wordt ontnuchterd en ontmaskerd. Wij bouwen tijdens ons leven een beeld van ons ZELF op dat vaak niet dieper gaat dan de kleding die we ons zelf aan meten en die kleding is niets anders dan een maskerade , die ons bij ons ZELF vandaan houdt. Het is eigenlijk niets meer dan een mentale bouwfraude. Wij kleden ons uit voorzorg warmpjes aan, want voor het geval , dat in een gesprek de ander langzaam het raam naar buiten open zet, zitten we met ons ZELF lelijk op de tocht!! Elkaar open en bloot aanspreken,ja ,ja: je ZELF dus bloot geven: daar moet je echt wel even voor gaan zitten: OPEN en BLOOT. Hans Christiaan Andersen, de fantastische sprookjes verteller uit het schilderachtige Deense plaatsje Odense op het prachtige eiland Funen ,heeft ook op een geniale wijze in het sprookje : De nieuwe kleren van de Keizer( 1837) aan dit sluwe fenomeen en proces een onvergetelijke literaire beschrijving gegeven. Echt een juweeltje. Wellicht heeft Kierkegaard, die Andersen persoonlijk kende en praktisch al zijn sprookjes had gelezen , zich door zijn landgenoot hierdoor laten inspireren. In ieder geval hebben Kierkegaard en Andersen mij geleerd , dat er ook sprookjes bestaan waarin je kunt geloven.
We klimmen weer verder hoger op naar een volgende steen des aanstoots. De eerste steen heeft ons een pijnlijke blauwe plek bezorgd, dat hebben we gemerkt. De tweede steen komt nu . Hij is er neergelegd door Friedrich Nietzsche en draagt het opschrift : Die frohliche Wissenschaft .Fr. Nietzsche 1882 Nietzsche was een Wanderfilosoof. Om zijn migraine aanvallen te bevechten trok hij in Zwitserland de hoge bergen in voor de zuivere lucht. Op deze vele trektochten had hij altijd zijn notitieblok bij zich om zijn filosofische invallen en ideeen vast te leggen. Uit dit rijke en omvangrijke boek citeer ik een uitspraak, die bij hem karakteristiek is voor de identiteit. Ons karakter is minstens voor een deel voorgeschreven. Ieder mens heeft nl. een eigen karakter(identiteit),dat/die hij niet zelf geconstitueerd heeft en voor een gedeelte de richting van het willen en verlangen bepaalt
Hij spreekt hier dus over een gedeelte. Mijn vraag en probleem is nu: "Welk gedeelte , en hoe groot is en waar zit dat gedeelte in vergelijking met het andere gedeelte??" Hier speelt in de onderliggende laag van ons bestaan en leefwereld in hoeverre wij zelf nog kunnen kiezen en zelf voor de genomen keuze verantwoordelijk zijn. Dit is het grote ethische probleem, dat ook nu steeds weer draait om het begrip Zelf en om dat Zelf met de ons gegeven taal te grijpen en te begrijpen. Dat Zelf is niet aanspreekbaar te maken. Ik geef hier ter "verduidelijking" een voorbeeld van: Wanneer je Zelf thuis bent en je belt je thuis je Zelf op dan krijg je alleen maar een bezet toon te horen. Wanneer je onderweg bent en je belt je Zelf op en er niemand thuis is , dan wordt de telefoon niet opgenomen. Is er wel iemand thuis , dan neemt die "iemand" op, maar nooit je Zelf , want die "iemand" zegt: "helaas, die is er op dit moment niet. En helaas dat moment dat je Zelf komt, komt nooit, je bent namelijk door "iemand" anders opgebeld. Ben je wel thuis dan neem je de telefoon op en noem je je naam , maar "what is in a name?" Je naam verwijst alleen maar naar een naam en niet naar je Zelf!! Je naam werd je gegeven en berust op toeval , familierelaties,schoonheid,klank en zo meer, maar je Zelf : Wie heeft je dat gegeven of van wie heb je dat gekregen??. Daar moet je maar niet een, twee drie God of het (nood)lot bij halen , vooral niet als dat Zelf vreeslijke geestelijke of lichamelijke gebreken heeft. Zolang je lichaam, geest in gezonde harmonie zijn met je Zelf dan heb je aan deze steen geen centje pijn opgelopen , maar oh wee, als bij de geboorte wee of later op je levensweg dat niet meer het geval is hoe dan verder??????!!!!!
Het is nu de verdienste van Kierkegaard, dat hij dit uiterst complexe probleem in zijn ethische fase een nieuwe diepgang heeft gegeven. Of het hem in die diepgang tenslotte lukt om uit dit dilemma te komen, zullen we een stukje hoger op ons pad eens moeten bezien. Het is dus weer even klimmen geblazen.
De Amerikaanse psychiater Aaron T Beek heeft een grote reeks denkfouten in kaart gebracht. Voor onze piket( denkplek) heb ik er een uitgeselecteerd en wel de zgn "linguistic turn" ( talig keerpunt) met de daarbij behorende "naturalistic fallacy"( de naturalisiche dwaling ) . De reden, waarom ik deze keuze heb gemaakt is, dat Kierkegaard's "ethisch" begrip beter begrepen kan worden in de zin van zijn uiterst filosofisch fijnzinnig uitgediept taalbegrip. Mijn piket "logisch"komt daarmee overeen doordat het enigermate met het "ethisch"van Kierkegaard in tegenspraak is volgens het begrip van de eenheid der tegenstelingen( coincidentia oppositorum), dus zoals hij dat wil, ik geen blindelingse navolger word, maar een zelfstandige tegendenker. Het "ethische" is slecht te verenigen met de "logica". bij deze laatste hanteert men "waterdichte "en strenge denkregels. Het volgende moge dit duidelijk maken: als a = c en b = c dan volgt daaruit a = b in de logica. maar nu: Piet is gek en (let op er staat nu "is" en niet "=" Jan is gek dan volgt daaruit niet dat Jan en Piet beide even gek zijn in de ethiek, want Jan en Piet zijn onherleidbaar verschillende personen.! De identiteit van Piet en Jan ontwikkelt zich voortdurend en verandert naarmate de tijd (temporeel) verloopt en de ruimte(spationeel) zich verandert. Dat geldt niet alleen voor Jan en Piet, maar voor ons allen. Dus de 12-jarige Maup is niet dezelfde Maup nu hij 80 jaar is. Hier duiken de begrippen Tijd en Ruimte op, de zgn. indistincte begrippen, waar ik later nog uitgebreid op terug zal komen. Voor iedereen ontwikkelt zijn identiteit zich langs de weg van het voortschrijdend inzicht, hetgeen zich laat horen in o.a. uitspraken zoals: "Had ik toen maar geweten wat ik nu weet" of het vaak gehoorde excuus "Ja , dat kon ik toen niet weten !!" Hier hebben we te maken met een gigantisch ingewikkeld ethisch probleem; ik kan dus voor mijn doen en( na)- laten nooit verantwoordelijk worden gesteld en ben daardoor nooit toerekenings vatbaar of altijd ontoerekenings vatbaar en nooit schuldig !! De volgende keer gaan we weer een stukje hogerop.
Alvast veel (mee) -denk plezier. Maup -=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=
We gaan nu de sterk glooiende helling op naar de 2de piket: de logica en het "ethische". Omdat dit een aardige klim is, geef ik voor onderweg 4 "denkzettel" mee om de gang er in te houden waardoor hopelijk de inhoud van de 2de piket toegankelijker wordt.
Dood - gewoon??? 1 Wij staan nog midden in het leven maar vaak zitten we ermee want hoe het verloopt is niet gegeven en daarover zijn we gewoon doodangstig ontevree
Identiteit 2 Wanneer je in de spiegel kijkt dan meen je jouw-Zelf te zien maar het is een spiegelbeeld,dat op je lijkt je echte Zelf houdt het voor gezien!
De "personne fait la Musique"
3 Muziek hoort tot die wonderlijke dingen je krijgt haar binnen via je gehoor maar dat zijn wel luchtige trillingen de muziek zelf hoor Jij en niet je Oor.!!
4 Het Breekpunt
Ethiek is als Elastiek het is rekbaar en broos met de moraal trek je eraan maar hoever je straffeloos daarmee door kunt gaan??
Zo, we gaan hier er maar eens bij zitten. De eerste piket , de epistemologie , is bereikt. Maar pas op, de eerste valkuil ligt hier al geniepig voor onze voeten. Ik lees hier als op een waarschuwingsbord op blz. 44 bovenaan van het reeds genoemde boek van Geert Jan Blanken:
Het kan niet genoeg worden herhaald: Kierkegaard houdt je als lezer altijd op de afstand , die nodig is om geen volgelingen te kweken of hapklare theorieën aan te bieden, Toch is het onvermijdelijke gebeurd : door mensen( zoals ik dus ), die enthousiast zijn geworden door Kierkegaards wijsheid en inzicht zijn er regelmatig pogingen gedaan om zijn werk overzichtelijker en systematischer weer te geven . Een verhelderend aanknopingspunt voor zo'n "verhelderende versimpeling" is het schema van de 3 stadia. Dat schema gaat terug op de door Kierkegaard veel gebruikte begrippen " esthetisch", "ethisch" en "religieus".
We moeten er ons dus goed van bewust zijn, dat Kierkegaard deze begrippen nooit apart gebruikt , maar er een cocktail -drank van maakt , die met kleine teugjes te genieten valt. Ik vond en vind het leuk, dat mijn 3 piketjes overeenkomen met deze 3 stadia . Mijn epistemologie komt overeen met zijn" esthetisch" Bij hem gaat het niet alleen om het esthetisch schone , maar behelst het ook veel meer de waarneming van onze werkelijke leefwereld via onze zintuigen. Nu , dat is een zeer lastig drijfzanderig gebied , wat ik in mijn voorgaande essays hopelijk voldoende duidelijk heb geprobeerd aan te tonen( let op: niet heb bewezen). De perceptie ,( = waarneming) , is bij deze eerste piket de spil waarom het draait. Maar nu op naar de 2de piket: de logica( bij Kierkegaard "ethisch" ). Met kleine stapjes stijgen wij nu voorzichtig de zacht glooiende filosofische opgang in om daar ons denkvermogen enigszins scherp te stellen.
Wij vervolgen de hobbelige , wakker schuddende weg op zoek naar de achterliggende gedachten van de bovengenoemde aforismen . Daarvoor heb ik langs het komende traject 3 piketpaaltjes uitgezet , om de valkuilen zo goed mogelijk te omzeilen. Soren Kierkegaard bezorgt ons nl. een pittige wandeling. Uiteraard beslist uzelf of uw conditie voldoende is om deze tour de force mee te maken. Ik hoop het, want voor de geleverde inspanning zult u beloond worden met prachtige vergezichten. Daar gaan we dan; op naar de eerste piketpaal: De epistemologie (= ons kenvermogen) Wat is dat ? Hoe leren wij onze leefwereld, onze omgeving kennen ? Antwoord:o.a. door onze ogen, oren, neus en handen. Door deze zintuigen komen de uitwendig (externe ) prikkels ( impulsen) naar binnen en reizen langs zenuwbanen naar de verschillende locaties in onze hersenen zoals de optische (ogen), de auditieve (oren), de nasalitieve ( neus), en de operatieve ( de handen). Maar nu komt het onbegrijpelijke: dat in de zenuwbanen, die naar de voornoemde hersenschorsen gaan, dezelfde impulsen omgezet worden tot respectievelijk, zien, horen,ruiken en handelen. Dit is op zich al een groot wonder. Maar het wordt nog meer verbijsterend mooier. Door de zeer geavanceerde ontwikkelde elektronische techniek ,waarmee hersenen in vol bedrijf met o.a. Magnetische Resonantie Indicatie Scans (MRI-Scans) kunnen we door het toedienen van isotopeninjecties bepalen, welke locaties in de hersenen leiden tot horen, zien ,ruiken en handelen door kleine oplichtende lichtflitsjes . Dat is al echt heel wat , maar helaas nog lang niet alles, want de scan geeft hier instrumentale gegevens weer. De scan toont geen kwaliteiten ( de zgn. qualia) van het zien, horen ruiken en handelen . De proefpersoon ziet bv. een landschap maar de scan zegt niets over het feit dat hij/zij het mooi of lelijk vindt. Zo ook met muziek, lekkere of vieze geuren, moeilijke of gemakkelijke handelingen. Hiermee zijn we in een gebied gekomen waar grijpen nog lang niet begrijpen is. Het is een dicht begroeid terrein en er valt hier nog niets te bewijzen, het zijn tekenen maar ze betekenen niets, duiden is hier nog geen beduiden. De MRI-Scans en Pet-Scans wijzen in dit landschap naar de zgn. wijkende horizon, of ook wel naar de hooiberg waarin het vinden van de prikkelende speld helaas nu nog wishful thinking is.
Tot zover dan, we blijven de volgende keer nog even bij dit eerste piketpaaltje stilstaan om nog wat uit te blazen. !!
2013 : Het 200ste geboorte- gedenkjaar van de Deense theoloog, filosoof en psycholoog. Een gerede aanleiding om mij in zijn leef- en denkwereld te verdiepen. Ik moet zeggen, dat het me niet is meegevallen, maar....al lezend, orienterend en studerend kreeg ik de smaak goed te pakken. Het boek , dat mij daarbij zeer van dienst is geweest en nog steeds is, is van de wijsgerig- historische pedagoog Geert Jan Blanken(1957). Een prachtige inleiding in het leven en denken van Kierkegaard ( www.amboanthos.nl) . Achter in dit mooie werk staat o.a. een lijst van de werken en pseudoniemen van Kierkegaard himself. Hij schreef nl. een groot deel van zijn werken onder een pseudoniem ( bijnaam) , maar ook een deel onder zijn eigennaam. Tot deze laatste categorie behoren o.a. : Vrees en beven ( 1843), Wijsgerige kruimels (1844), De ziekte tot de dood (1849), die voor mij wel de belangrijkste zijn gebleken om grip te krijgen op de leitmotieven (rode draden) zoals liefde, angst, dood, geloof, wilsvrijheid /gebondenvrijheid en vertrouwen.
Het is , zo vind ik , meestal een goede gewoonte om (in)zicht te krijgen op een filosoof, met enkele prikkelende uitspraken (aforismen) van hemzelf te beginnen zoals: Christelijk gesproken is het natuurlijk uit liefde dat God de mens de taal heeft gegeven , waardoor Hij het een ieder mogelijk maakte om werkelijk het hoogste te (be)grijpen, maar ach......God zal het resultaat met verdriet bezien!!!
Het zingen van vogels is verrukkelijk en de mees is genoeglijk en de lelie wonderschoon, het sterrenleger eeuwig en onvergetelijk etc....enz..., maar de mens ,het wonder van de schepping, haar sieraad, zoals de predikanten tegen betaling zeggen.... hij/zij is de enige wanklank!!!
Laten we alle Nieuwe Testamenten verzamelen die er zijn, laten we ze alle naar een open plek brengen en laat vervolgens ,terwijl wij allen knielen iemand als volgt tot God spreken: "Neem dit boek weer terug; wij mensen,zoals we nu zijn deugen er niet voor om ons met zoiets in te laten, het maakt ons maar ongelukkig, zie dat is mijn voorstel dat wij net als die inwoners (Mat, 8 vers 34 ) Christus verzoeken een andere weg te gaan. Dat is eerlijk en menselijk gesproken, iets anders dan dat weee huichelachtige domineesgeklets, dat het leven voor ons geen waarde zou hebben zonder dat onschatbare goed , dat het Christendom is. Het zonde bewustzijn is onvoorwaardelijk verbonden en verkleefd met het Christendom.!!! ( een conditio sine qua non )
De volgende keer weer verder op dit hobbelige wakker schuddende pad Tot dan. Maup -=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=